Reisverslag Tibet

Woensdag 28 april

Ingrid is vandaag jarig. We zijn om vier uur opgestaan, om half vijf was de wake-up call en we vertrokken om vijf uur naar het vliegveld voor onze vlucht naar een van de hoogtepunten van deze reis: Lhasa. Helaas, minstens vijf uur vertraging. Na onderhandeling van Françoise werden we door de luchtvaartmaatschappij voorzien van een kamer in een hotel een stuk verderop. Daar konden we rusten, douchen en ontbijten. Het was een Chinees ontbijt, dus dat was niet alles, maar wel een ervaring om zure kool te proeven (en ook weer uit te spugen). Ze hadden ook wel warme melk en rijst, dus rijstepap was heel snel gefabriceerd. Het was een hotel met een heel mooie tuin en we hebben er lekker rustig kunnen lummelen. In ieder geval beter dan minstens vijf uur rondhangen op een vliegveld.

Toen we opgehaald waren was het vliegtuig ook aanwezig en was er alleen nog verwarring over welk vluchtnummer we hadden en dus welke gate we moesten hebben. Uiteindelijk zijn we met nog een half uur vertraging vertrokken. Na een rustige vlucht van twee uur en nogmaals dezelfde tijd in de bus kwamen we aan in ons hotel (Banak Shol). Het ziet er goed uit en alles werkt. Lekker nog wat rustig aan gedaan, een kopje bouillon. Daarna hebben we met de groep gegeten bij Dunya. Westers met als toetje taart van de jarigen die ook allemaal een cadeautje kregen van Françoise. Mooi op tijd naar bed na deze lange en lamlendige dag.

Donderdag 29 april

Lekker uitgeslapen tot zeven uur en toen lang en uitgebreid in een warm bad gelegen. We hebben in het restaurant van het hotel ontbeten, dat was erg goed. Wanneer begint eigenlijk de lichte expeditie, of moeten we daar echt op wachten tot de trekking. Daarna zijn we om tien uur naar de Jokhang tempel op het Lhasa plein gegaan. Zoals altijd ligt het hotel weer op loopafstand van alle belangrijke zaken, heerlijk zoals dat geregeld is. Het mag dan niet altijd even luxe zijn, maar dan zitten we wel verder af van bezienswaardigheden en daar hebben we ook geen zin in. Een goed bed, warm water en een werkend toilet is vaak genoeg. Kaartjes gekocht voor de tempel, die zijn niet goedkoop (Y70), maar wel voor meerdere dagen geldig. De tempel is overweldigend en het is er overvol met pelgrims. Overal leggen ze geld bij de beelden van de boeddha’s, ook al zien ze er zelf uit alsof ze niets kunnen missen. Links en rechts staan ook grote manden met geld waarin je als pelgrim kunt wisselen zodat je bij meerdere boeddha’s een donatie kunt leggen. Hoezo een kwestie van vertrouwen, er zit niemand bij te waken en iedereen kan er dus zo bij. De beleving van het geloof van deze pelgrims lijkt erg op dat van de Meenakshi tempel in Madurai (Zuid-India) en heeft me weer tot tranen toe bewogen. Hoe kun je zo je hele ziel en zaligheid leggen in een geloof vraag ik me dan af, terwijl ik tegelijkertijd ontzettend veel bewondering heb voor de mensen die dat wel kunnen. Na het bezoek aan het dak van de tempel besloten we voor deze keer niet te lang in de tempel te blijven hangen, ook al omdat we naar het zomerpaleis of het Seraklooster zouden gaan. We gingen lunchen bij het Snowlands restaurant. Tijdens het eten bedachten we dat het misschien beter was om binnen het centrum van Lhasa te blijven en de pelgrimsroute te lopen en wat souvenirs te kopen. Beide zaken zijn gelukt, we hebben zelfs schoenen gekocht waarmee we de rivier tijdens de trekking zouden kunnen oversteken. Dat laatste gaf nogal wat opschudding, kennelijk kopen toeristen alleen maar souvenirs en geen “normale” gebruiksartikelen zoals schoenen. Daarna hebben we een Lhasa-bier gedronken op een terras met alleen maar tibetanen en met uitzicht op het plein voor de Jokhang.

Toen moesten we snel naar huis omdat we beiden vreselijk naar het toilet moesten, toch vonden we nog tijd om mantra’s en verschrikkelijke lelijke kopjes te kopen. Terug bij het hotel kwamen we Angela en Ingrid tegen en hebben we samen nog wat gedronken en gesnackt in het restaurant van het hotel. Daarna heb een Chinees jasje gekocht voor Y120, ik had het al een paar keer gezien en vond het wel erg mooi, dus voor die prijs kon ik het wel meenemen. Al draag je het dan misschien ook maar één keer met Kerst. Gauw terug naar de Jokhang tempel voor het gebed van de monniken. Daar mochten we als toeristen weer een half uur eerder naar binnen als de pelgrims (slaat natuurlijk weer helemaal nergens op, maar we werden als het ware naar binnen gestuurd). Het bidden van de monniken was in ieder geval heel erg indrukwekkend. Ze kregen dan ook wat geld (Y3 per persoon) uit de donatiepot, brood en thee. We zijn samen bij Snowlands gaan eten waarna we in het hotel nog een biertje hebben gedaan. Lekker op tijd naar bed, het is tenslotte vakantie.

Vrijdag 30 april

Koninginnedag in tibet. Lekker uitgeslapen, het is in Nederland tenslotte een vrije dag. Daarna zijn we op ons gemak naar het Potalapaleis gelopen.

Als toerist moesten we natuurlijk weer Na de investering van Y100 (en het is niet eens een CD) mochten we doorlopen en een behoorlijk klimmetje maken naar de ingang van het paleis. Boven gekomen kochten we eerst een boekje met ansichtkaarten van de binnenkant (viel later een beetje tegen). Binnen zagen we dan toch dat het niet op foto’s te vangen is. Een dergelijke pracht en praal kun je alleen maar met eigen ogen aanschouwen, dat is op geen ansichtkaart of foto vastgelegd te krijgen. Ontzettend veel Boeddhabeelden, maar ook 3D-mandala’s en prachtige muurschilderingen. Halfweg de wandeling tussen alle zalen hebben we nog in een theegelegenheid achtschattenthee gedronken. Fransje en Sido zaten daar ook. Toen we uit het paleis gingen moesten we zo zachtjes aan allebei wel erg plassen en zochten we het toilet op. DAS DIEP PLASSEN, natuurlijk was het weer een gat in de vloer, maar deze keer minstens vier verdiepingen omlaag. Na het bezoek aan het interieur en de wonderlijke ervaring van het hoge toilet zijn we om de Potala heen gelopen en hebben de Lukhangtempel in de Dragon King Pool bezocht. Toen we het park ingingen moesten we Y3 entree betalen, de tempel was gratis (er was tenminste niemand die om geld vroeg terwijl er toch iemand rondliep). In het park zagen we ook voor het eerst van dichtbij de installaties die als waterkoker fungeren. Heel inventief, een soort schotel met daarop een ketel water.

Het water wordt aan de kook gebracht door de weerkaatsing van de zonnestralen, die hier op deze hoogte natuurlijk erg sterk zijn. Via een omweg zijn we terug gegaan naar het hotel. Onderweg hebben we nog naar huis gebeld, toen hoorden we van Opa dat hij alweer bloed bij had gehad. Hij gaat kennelijk hard achteruit, maar hoeft toch pas aan het einde van mei terug te komen bij de specialist. Toch was het hartstikke schrikken, we hebben het er ‘s-avonds nog over gehad en besproken of we naar huis zouden gaan. We hebben dan toch maar besloten om door te gaan, ook al kostte het wat moeite, we zijn evengoed altijd wel snel thuis als dat nodig is. We hebben wel nog even de kinderen gemaild en gevraagd of ze even langs wilden gaan of wilden bellen. We zijn maar in het hotel gebleven om te eten.

Zaterdag 1 mei

Er staat een bezoek aan het klooster van Ganden op het programma. We gaan met acht mensen, dus de bus is wat duurder dan we hadden verwacht, jammer dan, maar niets aan te doen, we kunnen er niet voor gaan lopen. Onderweg hebben we wat fotostops gemaakt. In het kloostercomplex kregen we eerst een rondleiding. Wij gaven aan Françoise door dat we gingen en ons wel weer bij de groep zouden voegen als we met de bus vertrokken. Na nog even te hebben gelopen zouden we de kleine kora gaan doen. Dat kwam alleen niet helemaal uit, uiteindelijk zijn we min of meer verdwaald. Gelukkig zaten we op een berg en konden we ons wel redelijk oriënteren, maar toch kwamen we bijvoorbeeld uit aan de verkeerde kant van de sky burial site en moesten we er dwars overheen om weer op het pad te komen. Sommige dingen zijn niet zo prettig.

Gelukkig was er al een poos geen begrafenis meer geweest en zagen we op wat kleine botjes na niets liggen, maar toch. Toen we terugkwamen in Lhasa hebben we bij Dunya wat kleins gegeten, rondgelopen en wat souvenirs gekocht. Onderweg naar het hotel om op te frissen heb ik nog een jurk laten opmeten omdat het jasje bij geen van de twee broeken leuk stond. Het had nogal wat voeten in de aarde voordat de dame begreep dat de jurk de volgende dag klaar moest zijn i.v.m. ons vertrek de dag daarop. Haar Engels en mijn Chinees waren niet zo goed dat we elkaar zonder handen en voeten konden duidelijk maken wat er moest gebeuren. Toch maar gewaagd en laten opmeten, natuurlijk na de onderhandelingen over de prijs. Belachelijk duur: een jurk laten aanmeten voor Y100. ‘s-Avonds hebben we samen gegeten bij Naga, een restaurant dat pas tien dagen open was. Erg lekker gegeten, maar toen we cognac en Cointreau bestelden moesten de jongens van de bediening wel nog even naar de baas bellen om te vragen wat dat zou moeten kosten. Dat heeft ook wel weer wat, het was in ieder geval een heel lekker, rustig en niet heel erg tibetaans restaurant. Na het eten gingen we nog even naar Dunya voor een afzakkertje. Aardig aangeschoten ging ik naar huis, in het gezelschap van Piet en Ingrid.

Zondag 2 mei

We zouden eerst zomaar wat gaan rondlopen, maar bedachten later dat het toch ook wel leuk zou zijn om een fiets te huren en naar het Sera-klooster te gaan. Dat huren van die fietsen ging allemaal nog niet zo gemakkelijk, het duurde al een hele poos voordat er twee fietsen waren gevonden die geen mankementen vertoonden. Daarnaast moest Piet nog terug naar het hotel omdat we niet voldoende borg bij ons hadden. Uiteindelijk gelukt gingen we op pad. Omdat we kennelijk de afslag naar het klooster hadden gemist zijn we op heel leuke plaatsen geweest, veelal platteland. Even dachten we nog dat het klooster helemaal boven op een berg lag, maar dat kon haast niet. Dat bleek later ook wel. Dan maar terug naar de weg en naar het centrum van Lhasa, we hadden tenslotte ook al een heel aantal kloosters gezien, dus een minder was niet zo erg. Toen begon de ellende met de ketting van mijn fiets. Om de haverklap vloog die eraf, uiteindelijk heeft Piet mijn fiets maar genomen en zeker tien keer de ketting er opnieuw op moeten leggen. Toen we het platteland hadden verlaten zagen we ineens de afslag naar het Sera (dat wie die hadden kunnen missen was toen even onbegrijpelijk).

Toch maar een toegangskaartje gekocht om het klooster te gaan bekijken. Lekker rondgelopen en maar één hal overgeslagen, daar stond ook een rij van minstens een half uur en daar hadden we dus geen zin in. Terug naar het hotel om de fietsen weer in te leveren, natuurlijk weer enige discussie over de prijs. Zij gingen namelijk uit van de tijd dat we hadden kenbaar gemaakt dat we een fiets wilden huren en vergaten even de drie wartier die ze bezig zijn geweest om twee goed werkende fietsen mee te kunnen geven. Ook de jurk moest opgehaald worden. Daar moest nog even een stuk af, dus moesten we nogmaals terug (2 uur later was hij klaar). Gaan lopen naar het nonnenklooster en onderweg nog twee handdoekjes gekocht voor de trekking en wasknijpers omdat dat toch wel handig is als het zo hard waait. Daarna hebben we de spullen voor de trekking gepakt en zijn we samen met Angela en Ingrid gaan eten bij Naga. Erg gezellig wel weer met die twee dames.

Maandag 3 mei

Het gaat beginnen, de eerste dag van de trekking om het heilige meer Yamdruk-Tso waar ik zo naar uitgezien heb en waarvoor ik ook eigenlijk deze reis wilde doen (i.p.v. bijvoorbeeld met Djoser of een andere organisatie). Eerst moeten we nog met de bus naar de beginplaats van de vierdaagse. Omdat de pas waarover normaal gesproken gereisd wordt afgesloten is moeten we eerder weg. Ook aan de alternatieve route wordt natuurlijk weer volop gewerkt dus aan hobbelen en oponthoud geen gebrek. Na de lunch met noedelsoep nog een halfuurtje met de bus. We zouden ook nog een klooster bezoeken, maar daar was geen tijd meer voor omdat we anders veel te laat op onze “camping” zouden aankomen.

Piet en ik waren zoals gewoonlijk de laatsten die aankwamen, ik kan nou eenmaal niet erg snel lopen op hoogte, maar het was één pad, dus verdwalen konden we niet. Bij aankomst moesten we gelijk de tent opzetten waarbij een aantal mensen elkaar hielpen als ze zelf klaar waren. Na het opzetten van de tenten hebben we koffie en thee gedronken met koekjes, er wordt bijzonder goed voor ons gezorgd. Er is een grote tent met een bed als tafel en genoeg krukjes om iedereen te kunnen laten zitten, we hoeven dus niet op de grond te eten. Na de koffie werd om acht uur het eten gebracht, rijst met verschillende groentenprutjes. Om tien over negen gingen we naar bed. Slapen viel in eerste instantie niet mee omdat we de tent niet op een rechte plek hadden gezet. Het duurde dus even voordat we een positie hadden gevonden waarbij we niet onderuit schoven en Piet ook nog kon slapen. Rond één uur hadden we het voor elkaar en konden we rustig gaan slapen.

Dinsdag 4 mei

De tweede dag van de trekking, het wordt nu serieus. Om halfzeven liep de wekker af, wij zijn nog geen volleerde kampeerders en verwachten dus een langere tijd nodig te hebben voor het inpakken van de matjes, slaapzakken en vooral de tent. Dat klopte dan ook aardig, goed dat we wat eerder waren opgestaan, nu hoefden we niet te haasten. Het was nog erg fris toen we opstonden, dus al te verhit waren we niet toen we in de grote tent gingen ontbijten. Om acht uur ontbijt en om halfnegen lopen, een mooie tijd, het begon al aardig op te warmen. Eerst was de wandeling aardig vlak, maar daarna begon het toch wel wat minder plat te worden. Angela en ik bleven bij elkaar, we hebben het op dit soort terrein allebei een beetje moeilijker dan de rest. Piet en Françoise bleven ook bij ons, dus een gezellig clubje. Tot aan de lunch hebben we vierenhalf uur gelopen. Als lunch hadden de kok en zijn helpers nasi met ei voor ons gemaakt, natuurlijk vergezeld van koffie en thee. Na de lunch zou het alleen maar dalen zijn had Françoise gezegd, maar ze was er even vergeten bij te vertellen dat er eerst een stevige klim in zat. Misschien voor haar een peulenschil, maar Angela en ik braken er aardig onze adem op. We zijn op een gegeven moment maar achter op de tractor van het met ons meereizende boertje gesprongen. Daarbij haalden we de groep in, behalve Piet, die nam een sprint dwars over de berg heen om ons stiekem toch op de top voor te zijn. Na het laatste stuk te hebben gewandeld over een vlakte en door een dal kwamen we aan op de “camping”. Camping tussen quotes om aan te geven dat het niets meer was dan een vlakte aan de rand van het meer, met geen enkele voorziening. Plassen en zo gewoon in de open lucht achter een rotsblok(je) en wassen in het ijskoude water van het meer (niet dus). Zelfstandig de tent opgezet en daarna wat uitgerust, lekker gegeten en op tijd weer naar bed.

Woensdag 5 mei

Wakker geworden met een knallende koppijn. Wandelen zit er niet in vandaag, BALEN ALS EEN STEKKER, vooral ook voor Piet, die besloot bij mij te blijven. Ik vond dat eigenlijk onzin, ik kon best alleen met de truck mee. Uiteindelijk vond ik het natuurlijk wel fijn, hij hielp met de tent mee opzetten, zodat ik op de plaats van bestemming wat kon rusten en slapen.Wakker geworden met een knallende koppijn. Wandelen zit er niet.In die tussentijd is Piet wat gaan lopen en heeft kennis gemaakt met wat oudjes op het land, yakboterthee gedronken in een dorpje vlakbij en wat mooie foto’s gemaakt.De groep was binnen zes uur al terug, nog harder balen, dan had Piet toch prima mee kunnen gaan. Toch maar wat gegeten, de hoofdpijn ging gelukkig aan het eind van de dag weer weg.


Donderdag 6 mei

Ik werd ‘s-nachts waker en hoorde dat het sneeuwde. Eigenlijk hoort dat er ook wel een beetje bij als je in de Himalaya kampeert. Natuurlijk van de kou weer moeten plassen. Gelukkig sliep iedereen en kon dat gewoon naast de tent. Speciaal, een dun laagje sneeuw en een volle maan geeft de omgeving en vooral het meer en de omliggende bergen een prachtige kleur. Toen we ‘s-morgens wakker werden hoorden we een grote gil van Angela die de sneeuw voor het eerst zag.

Gelijk heel de camping wakker. Gelukkig sneeuwde het niet meer en begon na het ontbijt de temperatuur weer wat op te lopen, het afbreken van de tent was wel heel koud geweest. Het was een wandeling van ongeveer tweeënhalf uur voordat we weer in het dorp waren waarvandaan we ook de trekking gestart waren. Daar hebben we in hetzelfde restaurantje ook weer een noedelsoep gegeten. Toen we weg wilden gaan was de bus er niet. Piet had die al wel zien staan, maar nu was hij in geen velden of wegen te zien. Het bleek dat de chauffeur even was gaan tanken zonder dat Françoise te vertellen. Toen we uiteindelijk klaar waren en afscheid hadden genomen van onze verzorgers werden we nog even door een Chinese militair gefilmd en weg waren we weer, een ervaring rijker. In drie uur reden we naar Gyantse, onderweg stopten we nog bij een gletsjer waar wel erg opdringerige tibetanen op de foto wilden, natuurlijk voor geld. In het hotel aangekomen een heerlijk warme douche genomen, daar waren we wel aan toe na drie dagen niet fatsoenlijk wassen. In het restaurant van het hotel namen we een biertje, en nog een toen Angela ook even kwam kijken. Met bijna heel de groep hebben we bij het Yak hotel gegeten. Toen we op de kamer terugkwamen bleek er een lek in de badkamer te zitten. We konden niet eens naar het toilet zonder echt kleddernat te worden. Toen we dat bij de receptie gingen melden kregen we een andere kamer aangeboden, maar dat was er een met een Chinees toilet en daar nam ik geen genoegen mee. Onze gids Na Wang hoorde dat en bood aan te ruilen, hij zou wel buiten naar het toilet gaan als hij moest. Zijn kamer was ook prima en na snel ingepakt te hebben zijn we van kamer geruild.

Vrijdag 7 mei

We hebben ontbeten in het hotel en zijn met de hele groep naar het Palchoklooster gewandeld. Het klooster was erg indrukwekkend, vooral de stupa, de grootste in tibet met alle beelden van boeddha’s en alle vormen van beschermers.

De lunch hebben we samen met Françoise in het hotel gegeten, waarbij we heerlijk hebben zitten kletsen. Net voor de lunch had zij haar kamer afgestaan aan ons, ze wilde gewoon niet anders, ondanks dat wij prima zaten in de kamer van Na Wang. Na Wang had ook pas om zeven uur ‘s-avonds warm water, dus het was goed dat we niet hadden teruggeruild. Na de lunch zijn we met z’n tweeën naar het fort gelopen, een vreselijk warme en zware klim, maar ook wel weer leuk.

Bekaf kwam ik terug op de kamer nadat we Ingrid en Angela hadden aangetroffen op een bankje in de zon voor het hotel. Daar spraken we af om met z’n vieren illegaal te gaan eten. We mochten namelijk maar in drie restaurants eten en daar baalden we een beetje van. We hebben heel gezellig, maar vooral ook lekker gegeten in een achterkamertje van restaurant Heel Lekker. De kok was enthousiast en liet ons ook allemaal schriften zien met groeten van toeristen die bij hem hadden gegeten. Het enige nadeel was het toetje: banaan in karamelsaus, VEEL te veel, dus de helft laten staan, maar wel…heel lekker. Voor het eten gaven we Na Wang het boekje van de tempel in Zuid-India, hij was er erg blij mee. Nog een kopje thee gedronken in het hotel en voor elf uur weer naar bed.

Zaterdag 8 mei

Onderweg naar Shigatse zijn we naar het Shalu-klooster geweest, Dat was erg mooi en indrukwekkend. Het klooster op zich is niet groot, maar heeft wel heel veel beelden. Tussen de middag zijn we naar de bank geweest om te wisselen. Het is net als op het Bossche stadskantoor, bij het ene loket halen en bij het andere betalen (of andersom). Daarna zijn we met de groep naar de residentie van de Panchen Lama gegaan.

Toen we daar klaar waren hebben we met Françoise een biertje gedaan op een echt tibetaans terras, je kon er ook authentieke gerechten bestellen zoals gevulde schapenkop. Deze keer hebben we maar even overgeslagen. We hebben daarna met het grootste gedeelte van de groep bij Tashi gegeten, zij zaten er al. In het hotel de spullen weer gepakt, we gaan weer verder, deze keer naar Latshe.

Zondag 9 mei

Wietske is jarig. Het ontbijt was ook weer bij Tashi, eigenlijk te gek voor woorden dat we maar op een paar plaatsen kunnen eten, maar het zij zo. Onderweg hebben we het Roodkapsekte klooster Sakya bezocht. Het is klein en vervallen en omdat het zondag was waren er weinig monniken en was er dus ook niet veel geopend. Daarna hebben we met de groep gebakken noedels gegeten in het kloosterrestaurant, best lekker. Verder onderweg naar Latshe waar we lekker vroeg aankwamen. Deze keer is het hotel wat primitiever, maar wel schoon. Er is geen eigen badkamer, maar een gedeeld toiletblok en een thermoskan heet water met een teiltje om te wassen. ‘s-Middags hebben we heerlijk op de veranda gezeten met Angela, Ingrid, Suzanne en Gertjan, een biertje gedronken en lekker gekletst. Toen we daar zaten kwam ook de lijst langs voor het ontbijt morgen zodat we op tijd zouden kunnen vertrekken.

Later zijn we met die vier ook gaan eten in een tibetaans restaurant waar we wel een beetje overdreven hartelijk werden onthaald. Ze vlogen ons letterlijk om de nek, en dat begon op een gegeven moment wel te vervelen. Het eten was niet zo lekker, maar dat kan best wel eens een keer. Toen we terugkwamen in het hotelletje werden we nog door de hoteleigenaar en zijn familie voorzien van muziek, zang en dans.

Maandag 10 mei

Na het toch niet gereed staande ontbijt (wat ook gewoon niet lekker was) zijn we verder gaan rijden naar Tingri. Onderweg hebben we een paar pasjes gedaan, de La Lung La pas op 5050 meter en de Gyatsola pas van 5220 meter. We kwamen we lekker vroeg aan in ons guesthouse met uitzicht op Mount Everest. Het heeft wel wat een dergelijk speciale reis. Piet ging na de lunch een paar uurtjes lopen, ik had daar helemaal geen zin in. Omdat hij zich ook prima alleen kan vermaken heb ik lekker op de veranda zitten schrijven en lezen. Een aantal van de anderen hadden plannen om naar het dorp te lopen, ook daar had ik geen puf voor. Toen Piet en de rest van de ploeg terugkwamen hebben we op de veranda met elkaar nog wat gedronken. We zouden die avond het afscheidsdiner doen, mede ook omdat wij Françoise hadden verteld van onze eigen traditionele afsluiting op de laatste avond van de reis. Na het eten, we doen nog een rijsttafel, hebben we Françoise haar envelop gegeven.

Dinsdag 11 mei

Om halfzes liep de wekker af, we gaan onderweg naar Nepal, terug naar het vertrouwde Kathmandu. Na een redelijk goed ontbijt bij kaarslicht vertrokken we om zeven uur tot groot genoegen van een Duitser die klaagde dat de motor van de bus al een half uur stond te draaien. Onderweg naar de grens zijn we een paar keer gestopt voor foto’s. Na een onverwacht snelle grensovergang, compleet met controle op lichaamstemperatuur i.v.m. mogelijke SARS besmetting zijn we met landrovers door een stuk niemandsland vervoerd. Het laatste stukje tot aan de volgende grenspost van Nepal is onze bagage door jongens gedragen. Op een moment kon Françoise niet meer aanzien dat een klein jongetje met de tas van Piet liep te zeulen en nam die dus over. De reisagent die naast haar liep nam hem niet eens over. Piet heeft hem dus maar weer van Françoise overgenomen en het laatste stukje zelf gedragen. Aangekomen in het restaurant voor de lunch nam de gids de visumpapieren, de paspoorten en de pasfoto’s mee.

Na even wachten kwam voor iedereen de lunch die prima was. Onder het genot van een biertje duurt het wachten op het eten overigens niet zo lang, dus het kwam allemaal goed. Na de lunch zijn we verder gaan rijden het warme Nepal in, je merkt gelijk dat je veel lager zit. Het was een enerverende trip omlaag langs de bergen, soms wel eng over gammele bruggen en langs smalle paden. In de Kathmandu-vallei wordt weer eens gestaakt, dus kwamen we veel checkpoints tegen. Stoppen voor wat water en andere zaken zat er bijna niet in, totdat de chauffeur een winkeltje kende waar we door de achterdeur en in het halfdonker wat konden kopen. Na een heuse escorte door de politie en door achteraf straatjes kwamen we om vijf uur aan bij het hotel. Weer een goed hotel, vlak in de buurt van alle belangrijke zaken zoals Durbar Square. ‘s-Avonds zijn we heerlijk (en natuurlijk gezellig) met Angela en Ingrid gaan eten bij Mitra’s Café. Lekker met een flesje wijn erbij en met een toetje en koffie toe.

Woensdag 12 mei

Een hele dag in Kathmandu. Er is nog steeds een staking aan de gang en we kunnen dus niet zoals gepland met Gertjan en Suzanne naar Bakthapur. Bovendien zijn de meeste winkels gesloten, maar we zouden ons toch wel vermaken. Piet kent nog overal de weg. Eerst maar eens ontbeten op een echt toeristenterras. Lekker, maar veel te veel. Daarna heb ik geprobeerd een T-shirt te bestellen met de reisroute erop. Dat had ik van Françoise gezien en vond ik wel erg leuk. Helaas zat er een levertijd van twee dagen op en aangezien we de volgende dag weg moesten leek dat geen optie. Gewandeld door het park naar Durbar Square en daar een poosje op de grote tempel gezeten en gekeken wat er allemaal op het plein gebeurde. Dat was niet veel i.v.m. de staking. Françoise en Angela en Ingrid kwamen ook nog even kletsen. Na wat omzwervingen kwamen we voor de lunch terecht bij het Kathmandu Guesthouse. Lekker en ontspannen. ‘s-Middags gingen er al weer wat meer winkeltjes open en kreeg ik het voor mekaar dat er toch nog een T-shirt voor me gemaakt zou worden.

De volgende dag zou het om 11 uur klaar zijn, dus dat was prima. Nog even wat inkopen gedaan zoals geld en een grote sjaal als voorjaarsjasje, daarna naar het hotel om op te frissen. Zoals gewoonlijk hebben we samen de vakantie besloten met een lekker luxe etentje, deze keer bij Yin Yang. We hadden daar de vorige keer ook al gegeten en dat was heerlijk geweest. Er is op sommige punten niets veranderd, het was nog steeds even goed. Een beetje rozig naar bed van de drank, indrukken en vermoeidheid.

Donderdag 13 en vrijdag 14 mei

De terugreisdag, jammer dat het voorbij is, blij dat ik naar huis ga. Eerst nog even het T-shirt ophalen. Dat was natuurlijk weer niet klaar, maar ik kon er op wachten. Ik heb gelijk dat van Ryer Jan ook maar meegenomen, het is onzin om met meer te wachten. Achteraf had ik wel spijt, ik had gewoon het zooitje moeten laten houden, we hebben ons rot moeten haasten om nog op tijd te zijn in het hotel.

We hadden al afscheid genomen van Françoise en deden dat nu van Ingrid, GertJan en Suzanne, die blijven allemaal nog wat langer. Na een korte busrit werden we door de begeleider op het vliegveld gedropt, zonder dat hij ook maar mee naar binnen ging. We mochten het zelf allemaal uitzoeken. Dat ging op twee fronten mis, ten eerste stonden we bij de verkeerde incheckbalie en ten tweede hield iedereen zijn Nepalese roepies bij zich omdat we dachten die op het vliegveld van Dehli wel op konden maken en/of wisselen. We wisten namelijk dat we daar een overstaptijd van tien!! uur hadden. Gelukkig waren we op tijd bij de juiste incheckbalie en zijn we niet afgezet bij de luchthavenbelastingbalie, maar dat alles niet door toedoen van degene die ons zou moeten hebben begeleiden. Voordat we door de gate gingen werd onze handbagage weer leeggemaakt, ook al was hij door de scan gegaan. Ik vreesde voor mijn porseleinen kopjes uit Lhasa en was daar dus niet blij mee. Piet moest zijn oplaadbare batterijen inleveren, die waren gevaarlijk. Op de vliegtuigtrap moest de handtas weer open, ik begrijp niet wat deze mensen bezield. Toen ik boven aan de trap kwam vroeg ik of ze nog een keer wilden controleren, maar ze zagen dat het een grapje was en volgens mij vonden ze het hele gedoe van drie keer controleren van de handbagage zelf ook een beetje belachelijk. Een rustige vlucht gehad naar Dehli, waar we in een transithal werden gedumpt. Voordat we daar naartoe werden begeleid kregen we boven verwachting wel onze batterijen terug. Daar hebben we voor het eten wat rondgehangen. Toen we met Angela boven in het restaurant wat gingen eten kwamen we erachter dat de Nepalese roepies hier niet ingewisseld konden worden. Daarnaast werd er geen alcohol geschonken, er waren weer eens verkiezingen in India (het zal niet zo zijn). Gek dat er dan in de Duty Free winkels wel van alles werd verkocht. De ober was in ieder geval niet blij toen ik met creditcard betaalde en dus ook geen fooi kon geven. Na nog wat langer rondhangen zagen we steeds meer mensen met boardingcards door de incheckbalie komen, terwijl onze reisagente er nog niet was. Die zou namelijk voor ons inchecken. Ik zag de bui alweer hangen, weer zoeken naar twee plekken naast elkaar, ik had er weer geen zin in. Ik liep naar de balie en heb net zo lang gewacht tot de agente er wel was. Zij moest natuurlijk de paspoorten weer hebben en na weer een poos wachten en kletsen met een Canadese op zakenreis konden we uiteindelijk om halfdrie (‘s-nachts) boarden. Weer een rustige vlucht en na wat rondhangen op Frankfurt landen we op Schiphol. Daar namen we afscheid van de groep en gingen treinkaartjes kopen. Met slechts tien minuten vertraging kwamen we aan op ‘s-Hertogenbosch Centraal waar we de bus naar huis hebben genomen. Aangekomen zijn we eerst maar naar de oudjes gegaan, Patrick gebeld en ‘s-avonds kwamen Peter & Saskia, dus we waren gelijk over de jetlag heen. Weer een heleboel ervaringen rijker, op naar de volgende bestemming.

Welke dat wordt????