Reisverslag Kenia

Zondag 4 augustus en maandag 5 augustus

We zijn ‘s-avonds pas om elf uur opgestegen en kwamen dan ook de volgende dag om tien uur aan. Halfweg hebben we in Athene nog even getankt, we mochten er daar niet uit, het duurde dan ook maar drie kwartier. In Mombasa aangekomen ging Piet de koffers doen en ik de bank, eigenlijk dus zoals altijd de verdeling van de taken is. 100 KES = ƒ 3,30. Daarmee moet wel te rekenen zijn. Toen we de koffers en het geld hadden werden we ontvangen door een hostess die ons naar ons safaribusje bracht.

Daar stonden onze medepassagiers en onze chauffeur Ali al op ons te wachten. We zouden reizen met Joke en Kees, een stel uit Voorschoten. Lekker luxe, we zaten met z’n vieren in een negen persoons busje. Fijn om alles goed te kunnen zien en ook eens languit te kunnen zitten. Vanaf het vliegveld kregen we een lunchpakketje mee, onze safari begon namelijk al vanaf het vliegveld. Ergens langs de weg hebben we het pakketje opgegeten, het was best goed. We namen er ook twee flesjes water voor 100 KES. Na de lunch echt het wildpark in. Eerst Tsavo East. In het begin zagen we vier gazellen en een struisvogel op afstand. Daar gaan we weer, als het maar geen teleurstelling wordt doordat er weinig dieren zijn of ze op een grote afstand blijven. We hadden wel verrekijkers meegenomen, maar toch. Toen begon het; olifanten, giraffen, zebra’s, gazellen, pelikanen en nog zo wat van dat spul. Ze waren met het blote oog goed te zien, toch kwamen de verrekijkers goed van pas voor de close-ups. Ook voor de giraffen waren ze handig, dat zijn nogal schuwe dieren en komen dus niet zo dichtbij. Later in de middag kwamen we aan bij onze eerste lodge. Het is niet te geloven. In een wildpark steekt ineens een viersterren hotel over. Hoe ze het hier hebben kunnen bouwen is mij een raadsel, maar laat maar komen. Onze kamer keek uit over een waterpoel en had aan de kant van die poel een geheel glazen pui, dus het uitzicht was overweldigend. Ook daar stonden olifanten en een kudde met wel driehonderd buffels. Ook een groep bavianen had er zijn thuis gevonden. Er was een badkamer met bad, dus een lekker oliebad na het stof van onze eerste safaririt hadden we wel verdiend. Na het opfrissen zijn we gaan dineren, het was een geheel open restaurant met uitzicht op de poel. Er waren vleermuizen in het dak een wedstrijdje aan het doen. Heel erg speciaal allemaal. Na het heerlijke diner hebben we vanaf het zwembad nog een halfuurtje naar de poel gekeken en zijn daarna vol van indrukken maar naar bed gegaan. Het is hier wel STIKDONKER!!

Dinsdag 6 augustus

Na een heerlijk ontbijt zijn we om acht uur vertrokken voor de eerste game-drive van die dag. We gingen naar Tsavo West, er waren niet zo veel dieren te zien. Wel kwamen we heel dichtbij twee giraffen en zagen we een hele grote alleen levende mannetjes olifant. Ali zei dat hij wel 7 ton zou kunnen wegen. Het was een erg imposant gezicht, dat beest op de Afrikaanse scene. Het lijkt wel een documentaire van Discovery. Natuurlijk zagen we ook de nodige aantallen antilopen. Daarna gingen we naar de Mzimi-bronnen waar een groot aantal krokodillen en nijlpaarden leefden. Het is een reservaat waar je in kunt lopen. We kregen alleen wel een gewapende gids mee, voor het geval dat één van die toch wel gevaarlijke dieren het in zijn kop zou halen iets te dichtbij te komen. Tijdens de wandeling zag Piet een kleine krokodil tussen de wortels van een boom liggen. Hij lag op z’n gemakkie in de halfschaduw en keek naar wat er allemaal gebeurde. Eindelijk een krokodil waar je niet bang voor hoeft te zijn (denk ik). In het park was ook een onder water-observatieruimte, met wat geluk zouden we daar de nijlpaarden zien zwemmen. Kennelijk hebben wij meer mazzel in de liefde want kijken naar nijlpaarden die zwemmen ging even niet door. Er zat wel veel vis, dus hebben we toch nog wat gezien. Hop, in de safaribus en weer verder naar het volgende park. Eerst even eten in de Kilaguni Lodge. Het was weer eens voortreffelijk, het eten maar ook zeker het uitzicht. We aten op een terras met uitzicht op twee waterpoelen waar weer de nodige beesten aan het drinken en eten waren. Zelfs giraffen en struisvogels. Natuurlijk ook apen, zebra’s en diverse soorten antilopen en gazellen.

In die lodge hebben ze ook huisdieren. Een heel aantal maraboe’s, grote vogels die om half twee werden gevoederd. Hele stukken vlees, compleet met bot gingen die grote keelzakken in. Erg speciaal om te zien, zeker van zo dichtbij. Het was wel niet helemaal alsof het in het wild was, maar toch. Toen we vertrokken ging er een extra passagier mee. Een gewapende militair. Onderweg naar Amboseli werden nog wel eens toeristenbusjes overvallen door Tanzaniaanse stropers. Die hadden het dan even niet voorzien op leeuwen of olifanten, maar op toeristen die vast wel geld en/of juwelen bij zich hadden. Onderweg stopten we bij een Masai dorp. Daar mochten we, na betaling van 3500 KES, het dorp bezichtigen en foto’s maken van alle dorpsbewoners, behalve als ze dat zelf niet wilden. Die mensen leven wel op een aparte manier, helemaal zonder luxe nog zoals hun voorouders eeuwen geleden. Ze waren afhankelijk van hun rang binnen de gemeenschap versierd. Als bijvoorbeeld een man een leeuw had gedood werden zijn oorlellen versierd.Zo erg dat er hele gaten in zaten, de hoofdman van het dorp had een gat zo groot dat een hoesje van een fotorolletje er in paste. Dat droeg hij dan ook met gepaste trots. De mensen zijn wel op een hele aparte manier gekleed, allemaal in het rood of tinten daarvan zoals donker oranje. Die kleuren schrikken de leeuwen af, daar hebben zij als veehoeders natuurlijk erg veel mee te maken in het open veld. Na toch maar geen souvenir zoals een vouwspeer te hebben gekocht gingen wij weer verder met onze reis. Onderweg zijn we nog bij een plaats gestopt waar vijfhonderd jaar geleden een vulkaan is geëxplodeerd. En dus echt ontploft, van de vulkaan was niets meer over, wel was een heel groot stuk land overspoeld met lavastromen. Van een afstandje leek het alsof hele stukken aarde waren omgeploegd, maar bij nader inzien bleek het lava te zijn. Leuk was wel dat ook de natuur ook hier weer grond aan de voet krijgt, weliswaar door slechts één struikje in het hele lavaveld, maar het begin is gemaakt. Na een snelle rit over de A103 (gemaakt van los zand en keien) zijn we aangekomen in de Kilamanjaro Buffalo Lodge. We konden afscheid nemen van onze bewaker zonder hem gelukkig nodig te hebben gehad. Natuurlijk adres gevraagd en foto gemaakt. De kamers in de lodge zijn allemaal aparte hutten, gelukkig zijn deze van steen en hebben ze gewoon elektriciteit en warm en koud stromend water, een hutje zoals de Masai hoef ik niet. Lekker gegeten en toen naar een plek in de lodge waar een voederplaats is gemaakt voor honeybugs en hyena’s. De eersten hebben we gezien, het zijn een grote soort dassen. Op de hyena’s hebben we maar niet gewacht, het is een partij koud op de savannen van Afrika. Dus gauw onder de wol, bovendien moeten we morgen weer op tijd op voor onze volgende game-drive.

Woensdag 7 augustus

Om half negen zijn we vertrokken naar het Amboseli-park. Daar zitten pas de echte grote kuddes met wild. We zagen alleenstaande olifanten, maar ook kuddes met twintig of meer dieren, vooral met kleintjes. Een keer moest het busje zelfs achteruit omdat moederolifant vond dat we te dicht bij haar oversteekplaats stonden. Als je zo’n beest op je af ziet komen en een hoop herrie hoort maken, ga je gewoon achteruit. Zulke groepen met kleintjes hebben we zeker vijf of zes keer gezien. Verder zagen we hele kuddes met gnoes, zebra’s, impala’s en een viertal andere gazellen. Ook een aantal giraffen van best wel dichtbij. Tijdens het rijden, toen we even niets groots zagen, kwamen we een enkele gevlekte hyena tegen. Ze zien er in het echt net zo naar uit als op de televisie. Voor de lunch zijn we naar Observation Hill geweest waar we een prachtig uitzicht hadden over het grootste gedeelte van het park. Daar zagen we in de verte een grote kuddes olifanten die tot hun buik in het moeras stonden. Gegeten hebben we in Amboseli Lodge, het was weer zoals we intussen gewend zijn: voortreffelijk eten en een lekker koud pilsje. Na de lunch zijn we via een andere route teruggegaan naar onze lodge voor de overnachting. Lekker gedineerd en daarna naar een Masai dansavond gekeken. Natuurlijk weer genoten van een lekker glas White Cap bier. De naam komt van de eeuwige sneeuw die ligt op de Kilimanjaro.

Donderdag 8 augustus

De ochtend hebben in de auto doorgebracht. We zijn ook door de Great Rift Valley gereden. Erg indrukwekkend zo ver als je door die vallei kunt kijken. Als lunch hebben we een picknick pakket gehad. Waar we het pakket hebben opgegeten hebben we een sculptuur gekocht om als souvenir mee naar huis te nemen. Kees en Joke hebben een houten kop voor US$500,00 gekocht. Na de lunch zijn we verder gereden naar Lake Nakuru, eerst op het meer een hele hoop flamingo’s gezien. Het is jammer dat ze zo ver weg staan en zo schuw zijn als je wat dichterbij komt. Het stinkt er overigens verschrikkelijk. Wat we nog meer hebben gezien zijn kenia Express, impala’s, Thomson gazellen, buffels, bavianen, maar ook een nieuwe soort: waterbokken, giraffen (Rothschild) en zelfs een luipaard. In ieder geval al een paar van de Big Five gezien. Ineens stopte Ali de auto en in de verte zagen we neushoorns. Ze waren alleen te ver weg om mooie foto’s te kunnen maken, maar toch weer een deel van de Five. Ali heeft beloofd ons nog neushoorns te laten zien, maar dan een heel stuk dichterbij, ik ben benieuwd. We hebben in tot nu toe de mooiste lodge van de safari geslapen; allemaal een vrijstaande hut, geschakeld door de badkamer. Alleen jammer dat ik ziek werd, zo als gewoonlijk weer een nacht lekker zweten en over is het weer. Gelukkig maar, met koorts in een safaribusje lijkt me ook geen pretje.

Vrijdag 9 augustus

Heel de voormiddag hebben we gereden, ik ben nog nooit zo door elkaar gehusseld. Dat ze het hier nog over wegen durven te hebben. En als je nou in een park cross country aan het rijden was, nee het was de A2. Het was een zandweg en Ali had de aanjager van de auto verkeerd staan, dus we hebben heel wat stof kunnen happen voordat hij erachter kwam. Na de lunch in onze lodge hebben we eerst nog wat gerommeld en om vier uur gingen we weer op wild uit. Eerst dwars door een wei vol met zebra’s, impala’s en gazellen. Je kunt er zo tussen rijden want dit is het enige park in onze safari waar je cross country mag en niet op de paden hoeft te blijven. Je weet niet wat je zie; echt overal om je heen zijn wilde beesten, het lijkt wel of je midden in een documentaire van Discovery zit. Op de weg naar die volle wei had Piet al leeuwen gezien. Die moest ook in zo’n busje gaan rijden als safarigids, hij ziet alles net zo snel als Ali.

Dus terug naar de leeuwen, met nog tien andere busjes. Dat is wel grappig; als een gids een busje ergens naar toe ziet rijden gaat hij er met een bloedgang achteraan, want de eerste gids zal wel iets gezien hebben. Zo kan het dus dat je met tien busjes achter elkaar naar een groepje leeuwen of zo gaat kijken. Gelukkig was onze gids van het soort dat de dieren niet al te dichtbij nadert, hij staat op het standpunt dat je in hun gebied bent en ze dus met rust moet laten. Andere gidsen denken daar soms toch wat anders over en rijden bijna over de dieren heen om de toeristen een goed zicht te geven. Gelukkig gaan die na tien minuten kijken ook weer weg en hebben wij tijd genoeg. Bij het eerste paartje leeuwen hebben we zeker een half uur staan kijken. Ze waren namelijk op huwelijksreis en om de twintig minuten deden ze het met een grote brul, dus daar hebben we maar op gewacht. Je zult dat zo vierentwintig uur per dag en zeven dagen achter elkaar vol moeten houden. Na een grondige blik op de leeuwen in de witte-broodsweken gingen we weer verder over de vlakten die echt vol stonden met allerlei beesten, het is echt ongelofelijk. Bij de volgende verzamelplaats van busje midden op de savanne stond een cheeta midden tussen de busjes. Toen het beest er zin in had sprong het ook gewoon op de motorkap van een van de busjes. Degene die daar door het open dak foto’s stond te maken schrok zich te pletter, het zijn en blijven natuurlijk toch wilde dieren. Onderweg naar onze volgende stopplaats hebben we nog een busje uit de penarie geholpen. De chauffeur had zonder het te zien over een grote steen gereden en was vast komen zitten. Dus werd het busje los gesleept, je bent zelf ook blij als je in zo’n situatie wordt geholpen.En toen kreeg Ali via de mobilofoon een seintje. In volle vaart achter een ander busje aan, wederom met ons nog een tiental busjes. Op de plaats van bestemming lag werkelijk een prachtige troep leeuwen, leeuwinnen met welpen en 2 mannetjes die wat apart van de groep lagen. Waarschijnlijk zochten ze rust van de welpen die na de maaltijd eens lekker wilden spelen. Intussen was het al knap schemerig geworden en gingen we terug naar de lodge die ligt aan de Mara rivier. De lodge zelf is een beetje minder van kwaliteit als wat we zijn gewend, maar in de rivier ligt steeds een heel trosje nijlpaarden en dat vergoedt een hoop ‘s-Avonds kwam er ook nog op vaste tijden een krokodil op bezoek (niet gek, er werd vlees voor hem neergelegd).

Zaterdag 10 augustus

Op deze dag loste Ali zijn belofte over de neushoorns in. We hadden de keuze óf gewoon de drie drives doen die voor vandaag op het programma stonden, óf maar twee drives maken, zodat we de eerste wat verder weg konden gaan. Hij zou ons naar een plaats brengen waar we heel dicht bij neushoorns konden komen. Natuurlijk hebben we even met Joke en Kees overlegd, maar gelukkig vonden zij het ook een goed idee om naar de neushoorns te gaan. Tijdens de rit naar de neushoorns (helemaal cross country) zagen we natuurlijk de normale beesten zoals onder andere impala’s en zebra’s. Ook zagen we olifantenresten verspreid over een groot deel van de savanne, waarschijnlijk door roofdieren meegenomen om ze op te eten.

In het gedeelte waar de neushoorns stonden worden ze beschermd door een viertal opzichters. Overdag mogen ze vrij rondlopen, maar ‘s-avonds moeten ze worden opgesloten in een kraal om ze goed te kunnen beschermen tegen stropers (eigenlijk te gek voor woorden, maar het is nou eenmaal niet anders). Er waren zes neushoorns, twee mannetjes, drie vrouwtjes en een jong. Het zijn de meest indrukwekkende dieren die ik ooit van dichtbij heb gezien. Ze zouden zo uit de prehistorie kunnen zijn weggelopen. We konden ze tot op vijf meter naderen. Als we dichterbij kwamen begonnen ze te blazen en als een neushoorn je gaat aanvallen wordt je ook niet vrolijk, dus hielden we toen maar wat meer afstand.We hebben daar fantastische foto’s gemaakt (natuurlijk weer minstens dertig teveel). ‘s-Middags hebben we lekker geluierd en om vier uur weer een game drive met het gebruikelijk spul aan beesten. Het wordt een gewoonte om veel mooie dieren te zien. Opvallend was wel dat er best veel vogels in de savanne lopen. Onderweg naar de lodge zegen we ook nog een leeuwenstel op huwelijksreis dus het gebrul was weer niet van de lucht. Als afsluiting van onze tijd in deze lodge en eigenlijk ook een beetje van de safari hebben we genoten van een prachtige zonsondergang, zoals je ze eigenlijk alleen maar op televisie ziet. Prachtige fever-bomen in het licht van de ondergaande zon.

Zondag 11 augustus

Alweer de laatste dag van onze safariweek. Ali brengt ons met het intussen vertrouwde busje naar Nairobi. Tussen de middag aten we in het beroemde Carnivore restaurant. Het is een vreetschuur voor toeristen, maar wel heel erg leuk. In het midden van de tafel staat een torentje met allerlei sausjes en rauwkost. Boven op die toren staat een vlaggetje. Zolang dat vlaggetje rechtop staat is dat voor de bediening het teken om steeds maar weer je bord te vullen met verschillende soorten vlees.

Ze scheppen dat dan niet op vanaf een schaal, maar zetten een grote spies met daarop vlees op je bord en snijden er met een waanzinnig groot vleesmes stukjes af die dan zo op je bord vallen. Zo komen ze langs met vlees van giraf, zebra, struisvogel, krokodil en nog meer van die exotische dieren. Ook hebben ze kip en braadworstjes, maar die hebben we overgeslagen, dat kan thuis ook nog altijd. Na ons helemaal te hebben volgevreten was het tijd om eens wat aan cultuur te doen. De gelegenheid waar we dat konden doen was het Karen Blixen museum. Het museum is ter nagedachtenis aan de vrouw die als een van de eersten heeft geprobeerd in Afrika een bestaan op te bouwen, maar daar helaas niet in geslaagd is door bijvoorbeeld het klimaat dat niet geschikt is voor het verbouwen van koffie. Het boek dat zij hierover heeft geschreven heet Out of Africa en is later verfilmd. Toen we het museum hadden bekeken en nog wat in de omliggende tuin hebben geluierd was het tijd om van Ali afscheid te nemen. Dat deden we op de parkeerplaats van het museum omdat er op het station waar hij ons naar toe zou brengen geen tijd en/of plaats voor zou zijn. Toen onze trein op het perron aankwam stond ons weer een verrassing te wachten. Op de buitenkant van de wagon stond een naamkaartje met onze naam erop. Die wagon was dus kennelijk voor ons gereserveerd. Dat kaartje hebben we natuurlijk gelijk uit het vakje gehaald, het zou zonde zijn als het voor het album verloren zou gaan door de wind die langs een rijdende trein raast. Het is wel heel speciaal, een tweepersoons wagon met schuifdeuren naar de buren, dus het contact was nog niet helemaal weg. Wel lekker luxe, een wagon met eigen kast en wastafel, zo gek hebben we het nog niet meegemaakt.Het diner hebben we in de trein gebruikt, intussen dat wij aan het eten waren werden onze bedden opgemaakt dat is natuurlijk ook niet verkeerd. Het is overigens verbazingwekkend hoe ze met zulke toch beperkte middelen voor zoveel mensen een heel redelijk diner op tafel kunnen zetten.

Maandag 12 augustus

Na een goede nachtrust in onze tweepersoon coupé hebben we ook het ontbijt in de trein gehad, ook hier weer alle complimenten voor de mensen die het allemaal verzorgden, zelfs gebakken eieren ontbraken niet en in de tussentijd werden onze bedden weer afgehaald. Na deze ervaring in de trein werden namen we afscheid van onze safari-genoten en werden we door een busje naar ons hotel gebracht. We hadden een mooie kamer, lekker groot. Jammer genoeg geen bad, maar wel een tweepersoonsdouche. Eerst maar eens verkennen, dit was helemaal niet verkeerd, twee zwembaden, een gezellige kroeg, een restaurant waar je uitgebreid maar ook een broodje hamburger kan eten en het hotel ligt aan het strand. Lekker met de lange broek nog aan maar eens een stukje in zee gelopen. Je moet echt ver lopen wil je bij eb tot je knieën in het water staan en je loopt over het koraal, dus dat wordt veel snorkelen want er zal dichtbij wel wat te zien zijn. Op de terugweg uit het water trapte ik op een heel klein kwalletje dat een heel gemeen steekje heeft waar ik de rest van de dag toch wel plezier van heb gehad. ECHTE PIJN DUS!!. Toen het een beetje was gezakt zijn we buiten het hotel eens wat gaan neuzen en vonden we al snel de buurtsuper waar we maar gelijk kaarten en waspoeder kochten. Niet alles kon met het handje worden schoongemaakt, bijvoorbeeld niet de dingen die op safari waren gedragen, dus die hebben we maar aan de wasservice van het hotel meegegeven. Die kwamen tenminste netjes en schoon terug en het kost bijna niets. Na onze verkenning lekker douchen en tutten voor het diner. Het douchen lukte nog net, maar toen viel de stroom uit. Gelukkig waren we daar al voor gewaarschuwd en hadden we een zaklantaarn meegenomen. Toch nog maar niet gebruikt, het zou wel zo over zijn, niet dus. Na bijna een uur in het donker te hebben gelegen vonden we het welletjes, in de kroeg is het ook donker en daar is het vast een stuk gezelliger. Buiten de kamer gekomen konden we zien dat de mensen hier toch wel vaker met stroomuitval te maken hebben gehad, overal langs het pas naar de bar en het restaurant stonden kaarsjes dus we konden zo het pad volgen, de zaklantaarn was in het geheel niet nodig. Dus dan maar romantisch met kaarslicht gegeten. Aan het begin van het diner ging het licht weer aan, dus dat viel weer mee, nu konden we ook nog zien wat we op ons bord schepten. Intussen hadden we besloten alle consumpties maar op een rekening te laten zetten, de hele tijd met je portemonnee rondlopen is ook niet alles, en dan hoefden we niet te wisselen, we hebben tenslotte niet voor niets een gouden pas.

Dinsdag 13 augustus

Voor de middag hebben we lekker in de zon doorgebracht, ook hier komt de meneer van het zwembad aanlopen met ligbedden en de bijbehorende matrassen. Tussen de middag hebben we in het restaurant van het hotel lekker vis gegeten en na de middag zijn we maar eens naar huis gaan bellen. Het was de eerste keer sinds we met vakantie waren gegaan en we vonden het erg fijn te horen dat thuis ook alles goed verliep. Ze hebben daar wel een goed systeem om te bellen zonder dat de kosten echt uit de pan rijzen; in een speciaal telefoonkantoortje kun je het nummer aanvragen via een formuliertje en daarop aangeven dat je niet langer dan drie minuten wilt bellen (dat is ook het minimum). Na de drie minuten wordt dan gewoon de verbinding verbroken. De prijs voor dat alles bedraagt 750 KES (ongeveer ƒ 25,00). Het is alleen jammer dat het twintig minuten lopen is, maar je moet wat met je vrije tijd.

Woensdag 14 augustus

Voor de middag hebben we van de zon genoten (het wordt een goede gewoonte). Na de middag zijn we gaan snorkelen, eerst maar eens half uurtje over het koraal gelopen om een halve meter water tegen te komen, ik natuurlijk heel goed opgelet voor dingen die lijken op een stukje plastic, maar stiekem van die lekkere kwallen zijn. Terug lieten we ons door de vloed naar het strand brengen, lekker ontspannen dobberen en intussen kijken naar alles wat daar onder water te zien is. Veel als je nagaat hoe ondiep het is. We hebben zeker acht soorten vis gezien, van heel klein tot best wel groot. Ook verschillende soorten zeeanemonen en hele grote zee-egels. Piet heeft ook een hele grote vis gezien, maar die heb ik even gemist, ik moet toch eens met lenzen in gaan snorkelen. Verder hebben we de hele dag alleen maar geluierd en nog maar wat eten en doe er ook maar wat drinken bij. Het blijft goed smaken een koud pilsje aan het zwembad. Ze hebben ook lekkere Cuba-libre en het is allemaal niet zo duur.

Donderdag 15 augustus

Tegen de adviezen van de hostess in met de matatu naar Mombasa geweest. Het advies van de hostess was om met een taxi te gaan, maar daar zien wij natuurlijk helemaal geen reden toe. Het lijkt hier met de beruchte criminaliteit wel mee te vallen. Je moet alleen niet met goud behangen in een te volle bus stappen, maar dat moet je in Amsterdam ook niet doen. En verder moet je over heel de wereld op je spullen passen, zelfs thuis in Den Bosch. Opgestapt, het is simpel, je steekt je hand op en ze stoppen. Mensen schuiven gewoon voor je op en als je niet in de spits rijdt proppen ze er ook niet teveel mensen in (gewoon zestien of zo). Betalen doe je door een briefje naar voren te geven en het wisselgeld komt vanzelf terug. De kosten zijn wel 24 KES voor twee personen enkele reis. Eerst de bezienswaardigheden die iedereen aandoet maar eens bezocht. Een hele tijd in Fort Jezus doorgebracht.

Lekker als je niet georganiseerd gaat, je hoeft niet op de tijd te letten vind je het leuk dan blijf je gewoon nog wat langer. Ook de grote moskee bezocht en daarna wat rondgewandeld, natuurlijk ook naar de weg met de grote slagtanden. Die blijken nep te zijn, van ijzer. Dat kan natuurlijk ook niet anders ze zijn zo groot, die kunnen nooit aan een olifant hebben gezeten, zelf niet van het soort dat wij in de wildparken hebben gezien. Tussen de middag hebben we heerlijk in het Mombasa Coffeehouse gegeten. Pepersteaks met een saus om je vingers bij af te likken, met frietjes en salade. Drinken erbij en koffie en milkshake toe en dat allemaal voor de lieve som van 500 KES. De moeite van het aanbevelen waard. Na de lunch die we op ons gemak hebben gegeten zijn we op zoek gegaan naar een Indiase tempel. Piet had die gezien in een reisboek en vond hem daarin erg mooi. Zoekende kwamen we zelfs in een industriewijk terecht waar niet de gebouwen, maar wij de kijkende blikken van de daar aanwezige mensen over ons heen voelden. Niet vijandig, ik voelde me niet echt bedreigd. Maar al met al van alles gezien maar niet de tempel die we eigenlijk zochten. Toen we weer in de bewoonde wereld aankwamen zagen we wel een hele mooie andere tempel, de begane grond was alleen voor vrouwen. Dat is weer eens wat anders. De rest van de tempel hebben we niet bezocht. We hadden heel wat afgelopen, dus moe en met zere voeten gingen we weer naar huis.

Vrijdag 16 augustus

Piet heeft vandaag alleen gesnorkeld en niet veel gezien. Ik kon niet mee, je zou tegen de opkomende vloed moeten zwemmen en daar heb ik geen kracht voor. Tussen de middag hebben we bij de afhaalchinees in de buurt van de buurtsuper gegeten. Het was erg lekker en helemaal niet duur. Wel leuk zo langs de snelweg eten. Gelukkig is er tussen de middag niet veel verkeer in verband met de uitlaatgassen.

Zaterdag 17 augustus

We hebben ieder drie duiken afgesproken, het moet hier toch wel erg mooi zijn als je alleen al ziet wat we allemaal tegenkomen tijdens het snorkelen dichtbij de kust in een halve meter water. Heel de dag hebben we verder bij het zwembad gelegen. Alleen na de middag hebben we ons intussen gebruikelijke snorkelrondje gedaan. We hebben zeker twaalf soorten vis gezien en slangen. Ook zat er ineens een murene onder mijn duikbril. Ik schrok me rot en zwom zo snel als ik kon weg. Piet zag hem later en kwam mij nog halen om te kijken, maar ik was er zo van geschrokken dat ik bijna niet meer terug durfde.

Zondag 18 augustus

Lekker aan het zwembad, na de middag weer gesnorkeld. Weer slangen gezien en deze keer ook wat grotere vissen. Natuurlijk ook de meest prachtige zeeanemonen en grote en kleine zee-egels.

Maandag 19 augustus FEEST

We zijn natuurlijk op Piet zijn verjaardag in het buitenland. Gelukkig hoefden we geen gebak te halen, maar konden we voor de middag lekker aan het zwembad blijven liggen. ‘s-Middags gingen we op pad voor onze eerste duik in kenia en mijn eerste duik zonder een instructeur om op me te letten. MOOI!!!, net zoals op de Dominicaanse Republiek, alleen zijn de vissen hier groter. Alain, de kennelijke baas van de duikschool vertelde dat de slangen die ik had gezien alen zijn. Weer niets spannends te vertellen thuis. We zagen hele scholen knorhanen of dergelijke vissen. Ook veelkleurige vissen en veel verschillende soorten koraal. John (onze begeleider) liet ons de anemonen voelen. Ze hebben kleine zuignapjes aan hun tentakels. Ook zagen hij en Piet in een rots een hele grote vis. Ik dus weer niet, tot John mij aan een arm meenam om wat dichterbij het koraal te gaan kijken. Komt dat beest naar buiten, ik schrok me te pletter. Zo’n grote vis had ik nog niet van zo dichtbij gezien. John heeft waarschijnlijk een hele poos met een blauwe plek op zijn arm rondgelopen. In totaal zijn we vijfenveertig minuten onder geweest, de tijd vloog voorbij. In eerste instantie ging ik met zes kilo naar beneden, maar dat was te weinig. John heeft halfweg de duik nog een kilo in mijn jacket gedaan en toen ging het een stuk beter. Van al die indrukken waren we natuurlijk bekaf, we lagen dan ook om half tien al in bed.

Dinsdag 20 augustus

Te voet gingen we naar Bombululu. Het is een aardig eindje lopen zo langs de weg in een uitgesleten paadje. Het is een dorp waar gehandicapten wonen en werken. Het dorp is voor het grootste gedeelte zelfonderhoudend. Vooral door de producten die er gemaakt worden en over de hele wereld worden verkocht aan de Wereldwinkels. Het is een erg mooi dorp waar we werden rondgeleid door onze eigen gids Ali. (Het is zekere een veel voorkomende naam in kenia, of ze noemen zich zo om het gemakkelijk te maken voor de toeristen). Ali heeft ook een handicap, hij draagt een bril met loupes als glazen, anders ziet hij helemaal niets. Hij bracht ons naar alle werkplaatsen, waar gehandicapte mensen bezig waren met het maken van souvenirs, knopen, textiel en alles wat maar goed verkocht wordt. Ze hebben ook een werkplaats waar rolstoelen worden gerepareerd. Je wordt door al de mensen in de werkplaatsen heel hartelijk ontvangen. Iedereen wil op de foto en er was zelfs een man die eerst zijn schort afdeed en zijn haar kamde voordat we mochten knippen. In het dorp is een gedeelte gereserveerd voor een aantal hutjes, zodat bezoekers kunnen zien hoe de verschillende stammen in kenia wonen en leven. In een aantal van die hutjes zijn ook mensen aan het werk. In één hutje was het zo dat de mensen die daar riemen aan het vlechten waren, ophielden met hun werk en op inheemse muziekinstrumenten een deuntje begonnen te spelen. Je voelt je dan wel wat opgelaten, ze doen dat alleen voor jou.

Na een gedeelte van de rondleiding hebben we in het openluchtrestaurant een lunch genomen. Lekker en begeleid door dansen die door de verschillende stammen in kenia werden opgevoerd. Dit waren overigens geen gehandicapten. Na de lunch hebben we alle souvenirs in de winkel van het dorp gekocht. Mooie dingen en de prijzen zijn niet hoog. Misschien zijn de dingen die we hebben gekocht in een grote winkel wel wat goedkoper, maar hier helpen we deze mensen ermee en dat is wel wat waard.

Woensdag 21 augustus

Voor de middag hebben we buiten het rif gedoken. We hebben veel en grote vissen gezien, waaronder vier roggen en een levensgrote murene. Piet werd na de duik op de boot een beetje misselijk. Het leek op zeeziekte, hij wilde dan ook het liefst zo snel mogelijk terug. Een andere duiker had er ook last van, maar die ging dus echt kotsend over de reling hangen, terwijl Piet het nog wel binnen kon houden (met moeite). Toen ik op de boot zat zag Alain ineens wat bloed langs mijn been lopen en hij vroeg wat ik had gedaan. Er bleken twee grote schrammen op mijn been te zitten. Langs het koraal geschoven zeker, ik had er onder water niets van gemerkt. Bovendien loop ik hele blauwe knieën op van het terug in de boot klimmen LEUK DUIKEN!!. Al met al geen schildpadden of haaien gezien, maar wel veel mooie andere dieren. Vanmorgen vond ik het idee van duiken buiten het rif nog wat eng, nu zou ik het wel elke dag willen. Alain gevraagd of we de volgende keer niet op zoek zouden kunnen gaan naar rifhaaien. Hij kon niks beloven, maar zou het proberen. Na de middag eerst aan het zwembad gelegen en daarna gingen we naar Nature Trail. Dat is een dierenpark opgezet in een grote kuil, die vroeger een steengroeve was. Zo is het landschap toch weer opgeknapt, anders zou er alleen maar een grote kale kuil liggen. Het parkje is opgezet door de eigenaar van de steengroeve. Het is leuk opgezet en daar hebben we dan toch uiteindelijk nog foto’s kunnen maken van hippo’s buiten het water. Ook de op de safari door ons gemiste eland-antilopen hebben we daar kunnen bewonderen. Bovendien was het een klein beetje afkicken, we hadden al zo lang geen antilopen en dergelijke gezien. Voor het diner hebben we Saskia nog even gebeld, nou ja even. Natuurlijk twintig minuten lopen. Toen bleek ze in gesprek en hebben we nog eens twintig minuten moeten wachten. Na het telefoontje was het natuurlijk de inmiddels bekende twintig minuten teruglopen. Toch is het fijn nog eens naar huis te hebben gebeld.

Donderdag 22 augustus

Niks, nada, niente gedaan!!!!

Vrijdag 23 augustus

Een uur gewacht op de Buccaneer (onze duikschool). Ze waren ons gewoonweg vergeten.Toen zijn we nog maar eens naar Mombasa gegaan, dat blijft leuk. Eerst rondgekeken voor een boek, ze waren wel erg duur. In hetzelfde eettentje als de vorige keer gegeten, weer pepersteak, weer overheerlijk. Aan al het volk te zien dachten we dat er een demonstratie zou komen, maar bij navraag aan een politieagent bleek dat de president later die middag naar de stad zou komen. Verschillende groepen voor- en tegenstanders van de president waren langs de weg gaan staan. Allemaal met muziek en volop dansend. We zagen toen wel dat het tijd werd om de stad uit te gaan, omdat dat op een later tijdstip wel eens wat moeilijker zou kunnen zijn. Na de middag zijn we nog gaan snorkelen, weer wat nieuws gezien: een soort rupsen. Ook felgroene vissen en op vijftig centimeter een grote murene in een kuil. Dat was dus weer schrikken, die beesten mogen ze wat mij betreft uit de wereldzeeën verwijderen. Helaas kwam de vloed niet zo erg op, dus we hebben niet zoveel vis gezien.

Zaterdag 24 augustus

Voor de middag hebben we twee duiken gemaakt. Het was pokkenweer; een harde wind en geen zon, dus ook nog knap koud. Voor we weg gingen hebben we maar een pilletje genomen tegen zeeziekte, die werken wel. Piet was alleen een beetje naar. Het was wel een prachtige vaart, het leek wel of we op de kermis in een attractie zaten. Soms maakten we tussen twee golven een vrije val van anderhalve meter. De eerste duik waren niet zoveel vissen, wel hele grote. Twee hele mooie koningsvissen en een heel ander soort zeesterren dan we al eerder hadden gezien. Ik had weer eens te weinig lood (12 kilo). Tussen de duiken door maar anderhalve kilo erbij. Ik, en iedereen met me, was blij dat we weer onder gingen, het weer is daar een stuk rustiger. De duik was minder diep maar er zat wel meer vis. Twee hele grote zwart-gele en stapels grote, kleine, getekende en effen vissen. Er is ook een groot aantal verschillende soorten koraal, we hebben zeker twaalf verschillende soorten gezien. Hele wanden vol en niet van die kleine stukjes. Tussen de middag hebben we weer bij de Chinees gegeten en zijn we naar huis gewandeld. Daarna hebben we tot zes uur geslapen (ja Piet ook). Pure vermoeidheid, FIJN VAKANTIE!!.

Zondag 25 augustus

Onze laatste volle dag in kenia. Gewoon lekker aan het zwembad gezeten, wat gesnorkeld. ‘s-Avonds voor we gingen eten belde de receptie of we onze rekening wilden voldoen. Dat kon na het diner zodat de drankjes daarvan ook nog op de rekening konden. Toen hadden we dus een probleem voor de avond. Geen geld en met de creditcard niet meer kunnen betalen. Heel de vakantie aan de Bacardi en whisky-cola gezeten en uitgerekend op de laatste avond moesten we het doen met bier. Dat was overigens ook niet verkeerd, dus het kwam toch wel goed.

Maandag 26 augustus

Na drie weken Kenia is het welletjes geweest.
Op naar huis!!! .