Reisverslag Chili

Inleiding

Chili is een lang gestrekt land, met prachtige natuur. Torres del Paine is een bijzonder gebied, waar het altijd waait, maar waar desondanks mooie wandelingen gemaakt kunnen worden. Ook de andere natuurparken lenen zich voor wandelen, en andere activiteiten zoals het beklimmen van actieve vulkanen. De hoofdstad Santiago de Chile doet oud Europees aan, met mooie gebouwen. De hotels en de restaurants zijn heel erg westers, je waant je niet echt in Zuid Amerika. Als het gaat om eten en drinken kan er weinig op tegen een goede vismaaltijd, vergezeld van een heerlijke Chileense witte wijn.

Zaterdag & Zondag 11 & 12 oktober

Patrick heeft ons om 13.00 uur naar het station in Den Bosch gebracht. Van daar hebben we de trein naar Schiphol genomen, waar we natuurlijk veel te vroeg waren. Dat vinden we niet zo erg, de bagage kan op een karretje en een biertje is er altijd wel te vinden. Rustig aan ingecheckt en achter de douane nog een klein broodje genomen. Piet nam koffie, maar ik was toch al aan het bier dus vanaf dat moment had ik een voorsprong. Ik was wel benieuwd hoe lang dat zou gaan duren, het zal na de nachtvlucht waarin ik slaap en Piet dat niet kan wel weer omgezet zijn in een grote achterstand. Toen we aankwamen in Madrid zijn we maar gelijk naar de gate gegaan, het vliegveld is akelig groot. Eigenlijk is ons Schiphol dan maar een kleintje. Hier moet je met een metroachtig iets naar een andere terminal, op Schiphol kun je alles nog belopen. Bij de gate hebben we nog maar een biertje gedaan, ondanks dat je op een vliegveld was, waren de prijzen meer Spaans dan Nederlands. De lange vlucht duurde 13 uur, maar het leken er voor Piet wel 26. Er was iets met het klimaatsysteem, en op onze plek leek het vliegtuig wel een ijskelder terwijl het op andere plekken veel te warm was. Toen we aankwamen in Santiago stond onze reisbegeleidster Judith al op ons te wachten. Ze lijkt wat op Evelien uit Ecuador, en als ze zo blijft informeren komt het allemaal goed. Ze wees ons waar we konden pinnen en/of wisselen en vertelde er gelijk bij wat een goed bedrag per persoon zou zijn voor de eerste dagen. Heerlijk iemand die je in het begin al wat wegwijs maakt. We gingen eerst maar even pinnen, het was eigenlijk voor het eerst dat we op vakantie gingen met niet al het zakgeld contant en zolang er pinautomaten waren die het deden, gingen we daar maar voor. Met de bus zijn we naar ons hotel Imperio Suites gegaan, het is net nieuw en ziet er prima uit. Omdat we vroeg waren konden we de informatiebijeenkomst niet houden in de ontbijtruimte, daar moesten gasten nog ontbijten.

Dan maar op het dakterras, het was wel fris, maar we hadden tenslotte winddichte jassen gekocht. De tweede helft van de bijeenkomst kon wel binnen, en we werden dan ook gelijk voorzien van koffie en thee. We kregen meteen te maken met de manier van koffie zetten: bijna overal oploskoffie en -chocodrank. Tijdens de informatiebijeenkomst moesten we ook al een paar excursies opgeven, natuurlijk ook met de bijbehorende betaling. Met net de ogen open beseften we dat het een dure vakantie zou worden, want alle dingen die worden aangeboden zijn leuk om te doen of te zien. Na ook de betaling van het eerste deel van de fooienpot kregen we de sleutel van onze kamer en konden we ons gaan opfrissen en gaan wandelen. Eerst liepen we de verkeerde kant op, maar toen we dat eenmaal door hadden kwamen we terecht bij alle bezienswaardigheden. De kathedraal op de Plaza des Armas is indrukwekkend en het plein zelf omringd door mooie gebouwen en vol leven. Kunstenaars, kunstenmakers en flanerende mensen Altijd leuk! We hebben buiten op een terras wat gegeten, en tijdens het wachten oma maar even gebeld dat we de reis goed hebben doorstaan. Toen de zon achter de gebouwen verdween werd het aardig fris en zijn we snel maar weer verder gegaan, het is duidelijk pas het begin van de lente. Onderweg wandelend zagen we een zangeres, zomaar met haar eigen muziekinstallatie op een pleintje. Muziek is hier kennelijk belangrijk, er werd ook gewoon door mensen uit het publiek gedanst. Wat we onderweg ook zagen was dat er aardig wat zwervers op straat liepen, zaten en lagen. Met de metro zijn we terug naar het treinstation gegaan. Toen we daar aankwamen was er een voorstelling van folklore dansen. Er was een podium opgebouwd en dansen uit alle delen van het land werden opgevoerd.

Het was erg leuk om te zien, maar lastig om te filmen omdat er zoveel mensen waren en ik bepaald niet vooraan stond. Bovendien was het de eerste keer dat ik een videocamera bij me had, dat maakte het ook niet gemakkelijker, routine was er nog niet. Na onze wandeling hebben we boodschappen gedaan in de supermarkt in de straat van het hotel. Biertje, wijntje, en spullen voor de lunch tijdens de busreis van de volgende dag. Het biertje hebben we op het dakterras opgedronken, het hotel had geen bar. Nog even wat gekletst met reisgenoten die met een deel van de groep gingen eten. Het zonnetje was heerlijk, de wind wel koud. Daarna zijn we lekker in bad gegaan, hebben nog een wijntje gedaan, en zijn om tien uur gaan slapen. Om kwart voor vier stond er een kind op de deur te bonken, dus waren we wakker. Piet heeft daarna niet meer geslapen, maar gelukkig had hij er al zes uur op zitten.

Maandag 13 oktober

We waren lekker op tijd wakker, konden op ons gemak douchen en de rest van de spullen inpakken. Na het prima ontbijt werden we met twee busjes naar het busstation gebracht waar we onze eerste openbare bus van deze reis zouden nemen. Terwijl we stonden te wachten hoorden we dat de vorige dag het paspoort van een reisgenote was gestolen, gewoon uit haar buideltasje. De busreis zou twaalf uur gaan duren voordat we Pucón zouden bereiken, dus we gingen er maar eens goed voor zitten. Onderweg zijn we vijf minuten gestopt bij Talca, daarna hebben we een gedeelte van onze lunch maar eens vast in de bus opgegeten. De paté en de ham smaakten prima, als je je ergens op hebt ingesteld valt het vaak reuze mee, en dat was ook hierbij het geval. Heel de dag dus in de bus doorgebracht, met zo af en toe een stop van vijf minuten waarbij we niet heel ver van de bus mochten dwalen.

Maar het ging al met al redelijk snel voorbij: beetje lezen, beetje buurten, beetje slapen en voor je het weet is de dag voorbij en ben je op de plaats van bestemming. Toen we bijna bij Pucón waren zagen we de vulkaan Villarrica liggen die we morgen zouden beklimmen. KAN IK NOG TERUG was mijn eerste gedachte. Het leek een heel grote afstand met alleen maar sneeuw en ijs, we zien het morgen wel.. Na onze aankomst in hotel École hebben we de bagage in de kamer gegooid en zijn we gelijk naar beneden gegaan voor de welkomstinformatie. Het is een kleine kamer, en het hotel is heel gehorig, maar het ziet er verder prima uit. We hebben in ieder geval onze eigen douche en dat is niet bij alle kamers in dit hotel zo. Na de informatie zijn we gelijk de spullen gaan passen voor de tocht op de Villarica van morgen. Het kostte even kracht, maar op enig moment waren we allemaal voorzien van schoenen, broeken, spikes en andere benodigdheden. Na het passen hebben we boodschappen gedaan en zijn we gaan eten in het restaurant van het hotel, we hadden niet zo’n zin om nog verder iets te gaan zoeken. Het eten was prima, alleen de zalm was zout, maar misschien is dat vreemd omdat wij toch meer zoete zalm gewend zijn. Na het eten zijn we nog even in de kleine bar gaan zitten waar we nog even hebben gesproken met een Amerikaan die er al een week was. Daarna hebben we de kids nog even een mail gestuurd vanaf de (voor gasten gratis) internet PC, hebben we de fles wijn leeggedronken en zijn we naar de kamer gegaan om ons voor te bereiden op de zware tocht van de volgende dag.

Dinsdag 14 oktober Vulkaan Villarrica

SHIT, net niet gered tot aan de top!!!

De dag zijn we begonnen met een ontbijt wat niet heel soepel liep. Hard gekookte eieren kennen ze niet, maar ze komen dat ook niet even melden of vragen wat we dan wel wilden. Toen ik uiteindelijk ging vragen waar het bleef (we waren als eersten en kregen als laatste eten) werden het roereieren. Daar was verder niet mis mee. Met kleine busjes gingen we naar het begin van onze wandeling. Helaas moest ons busje terug, er zat niet genoeg benzine in. Toen we terug waren bij het tankstation gooide hij er wel zes liter in, waarschijnlijk net genoeg voor heen en terug van deze dag. Uiteindelijk aangekomen besloten we allemaal het eerste stuk(je) met de skilift te gaan. Zitten we zo maar voor de eerste keer van ons leven in een skilift. Ik ga niet meer zeggen dat het de laatste keer zal zijn, je weet tenslotte maar nooit. Met hulp zijn we uit de skilift gesprongen en waren we op de startplaats van onze wandeling. Marian: Al snel was het al weer zover, ik liep achteraan met Thomas, één van de gidsen. Mijn tempo ligt ook in de sneeuw niet heel erg hoog. Gelukkig wordt daar bij dergelijke wandelingen rekening mee gehouden: er waren vier gidsen mee, zodat de groep met een gerust hart uit elkaar kon vallen en iedereen in zijn of haar eigen tempo kon lopen. Toen we na een poosje aansloten bij de rest van de groep kregen we instructie hoe we de pikhouweel moesten gebruiken, gewoon bij het lopen en in geval van nood. Daarna ging de rest van de groep op pad, terwijl Thomas en ik nog wat rust namen, wij waren tenslotte pas net aangekomen. Het eerste stuk ging nog in een redelijk tempo, maar was al wel erg zwaar door de sneeuw, maar ook door de spanning van het lopen op een erg steile helling: we konden niet recht omhoog, maar moesten zigzaggend naar boven. Het was prachtig weer, de zon scheen volop en er waren weinig wolken. Het was zelfs zo warm dat we in alleen een thermo T-shirt konden wandelen. Bij de volgende stop waar we de groep weer troffen besloot ëën van de klimgenoten bij ons te blijven, het tempo van de groep was ook voor haar te hoog. Met z’n drieën gingen we dus verder, we stopten zoveel als nodig was. Maar het werd steeds zwaarder en het was goed dat we onze pikhouweel hadden voor evenwicht en steun. De vermoeidheid ging natuurlijk ook steeds meer meespelen, de stappen werden steeds kleiner en de stops steeds frequenter.

Het was toch een geweldige tocht, met prachtige vergezichten. Toen de groep achter een heuveltje verdween moesten wij nog drie kwartier lopen om ook daar te komen, dus we lagen een behoorlijk eindje achter. We hadden het idee dat we al een heel eind waren totdat we ook daar aankwamen. Thomas spoorde ons aan met de woorden: “Look what a beautiful window I am opening for you”. Toen we daar aankwamen geloofden we inderdaad onze ogen niet: 1. Wat een oogverblindend plaatje, 2. Wat is het nog een pokkeneind naar de top, 3. Dit ga ik nooit halen, 4. Ik ga het toch proberen!! Maar het werd wel steeds lastiger en zwaarder. Op 200 meter van de top (hemelsbreed) namen we een wat langere pauze om te lunchen. Niet dat ik honger had, maar uitrusten en wat drinken kon geen kwaad. Toen we na twintig minuten weer verder gingen heb ik nog tien stappen gezet, terwijl ik me lopende vroeg waar ik nou helemaal mee bezig was. Op dat moment was de strijdlust om de top te halen op en gaf ik op. Dat deed wel zeer, toegeven dat je iets niet kunt is altijd pijnlijk. Toen ik eenmaal had uitgesproken dat ik niet verder ging zei mijn kompaan dat ze blij was dat ik het zei, zij dacht het al een poosje. We besloten ook niet op de rest van de groep te wachten voordat we naar beneden gingen. Thomas belde Gonzalo om te vertellen dat wij vast naar beneden zouden gaan. We gingen deels in de bobbaan, met een pamper om. Dat was lachen, een soort nylon broek waarmee je in de sneeuwgeulen naar beneden kon glijden. Helaas was de sneeuw al aardig aan het smelten zo midden op de dag, dus het ging niet altijd soepel. Maar als het ging, ging het ook aardig hard en moest ik een paar keer afremmen met mijn pikhouweel. Dat ding is toch voor vele doelen inzetbaar, ik was naar boven én naar beneden blij dat ik hem had. Deels moesten we ook lopen met onze klimijzers onder omdat het te steil was. De afdaling was een stuk minder vermoeiend, behalve als de bobbaan te stroef was of we een nieuw pad moesten maken in de helling. Vooral dat laatste was vermoeiend door de spanning die dat met zich meebracht. Toen we bijna beneden waren haalde de groep ons in, en kon ik eindelijk een fatsoenlijke foto van Piet maken. Piet: Ik ben met de rest van de groep mee naar boven gegaan. Uiteindelijk bleek het maar goed dat ik een zonnebril had geleend, op een moment zei Gonzalo tegen me dat ik hem moest opzetten. Toen ik hem later even af had bleek toch wel dat ik hem hard nodig had, fatsoenlijk kijken was er zonder zonnebril niet meer bij. Onderweg moest ik toch echt naar de WC en hebben de gidsen een “baños” voor me gegraven. Gelukkig vind ik het allemaal niet erg meer, als ik moet, dan moet ik. Er waren mensen die een foto wilden maken, maar toen ik zei dat ik dat helemaal niet erg zou vinden deden ze het toch maar niet. Ook voor ons werd het steeds zwaarder naarmate we richting de top kwamen, ik was bang het niet te zullen halen en keek dus op een gegeven moment maar niet meer naar de top. Een paar mensen hebben ook kort voor de top nog hun klimijzers onder gebonden, omdat dat wat gemakkelijker zou lopen. Toen we boven op de top waren gaf de hoogtemeter 2865 meter aan. Helaas konden we niet in de krater kijken door de vele zwaveldamp die ruit kwam. Naar beneden was het lekker glijden, een paar keer wel heel erg hard. Eën keer zelfs zo hard dat ik over de kop vloog en daarbij mijn colaflesje kwijtraakte. Soms was het ook naar beneden wel zwaar, maar het ging in ieder geval een stuk gemakkelijker dan naar boven. Samen: Met de totale groep gingen we verder naar beneden, we waren al een heel eind. Het werd wel steeds zwaarder door de sneeuw die wat aan het smelten was. Die zorgde ervoor dat we tot ver boven onze enkels weg zakten. We liepen dan ook beiden wankelend van vermoeidheid, Piet had niet eens meer de macht om zijn pikhouweel op te tillen, hij sleepte hem gewoon over de grond mee. Ik kreeg van ëën van de gidsen nog zijn wandelstokken. Dat scheelde wel in het evenwicht, maar helaas niet in het door de sneeuw zakken. Vooral het laatste half uur leek geen einde aan te komen. Dodelijk vermoeid kwamen we aan bij de busjes. Terug bij de hicking club konden we ons weer omkleden en zijn we op de bankjes geploft alsof we nooit meer overeind zouden kunnen komen. Gelukkig kregen we een biertje, dan komt alles weer heel snel goed: na gedane arbeid is het goed rusten en drinken. Terug in het hotel heb ik de beloofde foto naar Ronald gemaild, hebben we de kinderen gemaild dat we het overleefd hadden, nog even samen wat gegeten in het restaurant van het hotel en zijn we op tijd naar bed gegaan. Het was een zeer geslaagde, grensverleggende dag: Piet de top gehaald, ik net niet maar wel tot en met het gaatje gegaan!!!

Woensdag 15 oktober

Met een gezwollen gezicht en vreselijk opgezette lippen ben ik wakker geworden. Sneeuw en zon zijn kennelijk geen goede combinatie voor mij. Het is niet echt pijnlijk, maar staat wel strak en is dus lastig, maar het ziet er vooral niet uit. We zijn toch maar gaan ontbijten, het ziet er erger uit dan het is en wie het niet aan kan zien moet zich maar omdraaien: ik ga me niet opsluiten (zelfs als dat zou kunnen op een rondreis). De reisgenoten waren allemaal wel bezorgd, en dat is ook wel lief. Piet heeft zoals gebruikelijk weer nergens last van, en dat is maar goed ook: ëën lelijkerd is al lang genoeg. Na het prima ontbijt met gebakken eieren, bonen en kaas werden we opgehaald door de openbare bus voor onze reis naar Puerto Varas. Wat een luxe, daar hoef je bij de BBA niet om te komen. Drinken uit een flesje kreeg ik niet voor elkaar, dus bij de eerste stop zou ik wel een bekertje gaan organiseren. Dat werd lekker koffie, en ik kon gelijk een rietje meenemen, nog gemakkelijker dus. Snel weer de bus in, de stops zijn niet zo lang, maar gelukkig was ik niet de laatste. Het was een goed bakkie koffie, twee stuks voor nog geen Euro. Rond twee uur kwamen we aan bij ons hotel Greco. Het was weer niet verkeerd, behalve dat het aan een steile weg lag, dus dat zou een paar keer klimmen worden. Niet te vergelijken met de Villarica, dus wat boeide dat nou helemaal. Het zonnetje scheen weer, dus we zijn lekker samen het stadje gaan verkennen, hebben wat boodschappen gedaan en hebben een biertje met calamares genomen op een terras. De rest van de groep zat er al, de tafel was vol, dus wij moesten aan een ander tafeltje. Toen het te koud werd op het dakterras zijn we terug naar het hotel gegaan en heb ik het dagboek bijgewerkt. Daarna zijn we samen bij restaurant Fogon gaan eten. Dat leek erg duur, maar de wijn was er weer goedkoop, dus viel het allemaal nog wel mee. Lekker stuk(je) vlees van 350 gram, patatjes, sla, en natuurlijk een flesje. Er zat een Braziliaans gezelschap naast ons waarvan we nog een foto hebben gemaakt omdat zij het zo gezellig vonden. In het hotel hebben we nog een biertje genomen en de voetbalwedstrijd Chili tegen Argentinië afgekeken. Chili won met 1-0, dus Gonzalo was helemaal blij.

Donderdag 16 oktober

We zijn niet met de groep op excursie gegaan, maar hebben een rustdag ingelast. We hebben eerst meer eens tot acht uur lekker uitgeslapen, ontbeten en nog even met Judith en Gonzalo zitten kletsen. We hebben ze gevraagd of ze wilden informeren of het mogelijk was om in Bariloche te paragliden. Daarna zijn we langs het meer gaan wandelen, op zoek naar restaurant La Olla. Dat hebben we niet gevonden, bovendien zou het veel te ver weg zijn en zijn er genoeg restaurantjes in de buurt van het hotel. Onderweg genoten we de bescherming van een hond die elke auto die langs kwam naliep en blafte alsof die ons wat wilden doen. We gingen bij Dane’s koffie drinken en zijn daar ook maar blijven hangen voor de lunch. Het leek in eerste instantie een beetje op Bulgarije: wat we wilden bestellen hadden ze niet, maar de leukste vraag van de ober ging toch wel over de kippensoep: wilden we die met of zonder kip? Ook de wijn was een probleem, de fles die ik bestelde was er niet en de ober kwam met een (veel) duurdere aan. Toen ik zei dat het dan over ging werd de gevraagde fles toch ineens gevonden. Het eten was prima, de wijn lekker en ik had voldoende tijd om het dagboek en alle vakantiekaarten te schrijven. We hebben er dan ook bijna drie uur gezeten. Daarna zijn we naar de drogist geweest voor de nodige spullen voor een volgende trip in de sneeuw: zonnebrand factor 50+, een zeer sterke lippenbeschermer en Blistex voor de genezing van de dikke lippen van dat moment. Samen met nog een leesbril voor Piet weer een aardige duit (19.000,00 pesos). We hebben daarna voor Piet ook nog een zonnebril gekocht en waren dus helemaal klaar voor de volgende beproeving. Dat zou waarschijnlijk een wandeling op een gletsjer zijn, dus laat maar komen. We brachten de spullen terug naar het hotel en toen de douche warm water bleek te geven zijn we dat maar eerst gaan doen. Toen weer naar de stad voor een souvenir, helaas niet gelukt (we vonden € 30,00 voor drie pinguïns te veel), maar wel een paar oorbellen gekocht. Nog even naar de supermarkt voor de lunch van de volgende dag. Daar kwamen we onze groepsgenoten tegen, die heel erg blij waren met het nieuwe paspoort ter vervanging van het gestolen. De lunch hebben we ook nog even op de kamer gelegd, de rekening voor de was en de biertjes van de vorige avond lag ook al klaar. Voor de was werd teveel gerekend, maar gelukkig had Piet het bonnetje nog en kon dat recht getrokken worden. Toen zijn we samen gaan eten bij Mediterraneo, niet heel goedkoop, maar wel erg lekker. Na het eten hebben we nog even gemaild en onder het genot van een halve fles wijn de tassen ingepakt. De volgende dag vertrek naar Argentinië (zie daarvoor het reisverslag onder dat land).

Woensdag 29 oktober

We gingen weer op weg naar Chili, Torres del Paine. Om op tijd bij de grens te zijn vertrokken we om zeven uur. Bij de Argentijnse grens hoefden we alleen het paspoort en het visumbriefje te laten zien, Chili in was allemaal wat lastiger: alle bagage moest de bus uit, ook de grote uit de laadruimte en werd doorzocht. Het duurde gelukkig in totaal maar een uurtje. Toen we dat hadden gehad zijn we in een souvenirwinkel annex restaurant een kopje koffie gaan doen, en hebben we wat rond gekeken voor een souvenir. We zagen wel wat mooie posters voor in de lange lijst, die zouden we op de terugweg meenemen. Na de koffie zijn we doorgegaan naar de refugio. Voordat we daar aankwamen zijn we nog een keer gestopt, omdat we weer eens condors zagen. Deze keer kwamen ze aanvliegen en zaten ze ook op de grond. We konden ze dus heel erg goed zien. Als ze lopen zijn het best koddige dieren, terwijl ze in de lucht des konings zijn. Het is dus nogal een verschil waar en hoe je ze ziet.

Om bij de refugio te komen moesten we van de openbare bus overstappen in het busje van de refugio zelf. De kosten van het busje lagen hoger dan die van de openbare bus, je kunt maar een monopolie hebben. In de refugio werden we ingedeeld werden in zespersoons kamers. Na de indeling zijn we eerst maar eens een (of twee) biertjes gaan doen in het “restaurant”. De bar was al bezet door een groep van Summum. Daarin zat ook een collega van de TU/e. Dat is toch wel raar, om zover van huis iemand tegen te komen die je kent. Heel even hebben we staan kletsen, daarna ging hij weer terug naar zijn eigen groep. In het restaurant zat weinig sfeer, het lijkt wel een kibboets. Na de biertjes was het snel kwart voor acht, ook al omdat de bediening vreselijk traag was en was het tijd om aan tafel te gaan. De soep smaakte wel, de lasagne was prima, maar het toetje smaakte nergens naar. Wij hebben die van ons weggegeven, de porties waren zo klein dat een reisgenoot nog wel wat kon gebruiken. Judith is gaan klagen over de grootte van de porties, en daarom mochten wij nog een portie lasagne. Hoe dan ook: de Cassillero smaakte voortreffelijk. Nog een biertje met Judith gedaan en toen naar bed.

Donderdag 30 oktober

We kregen een ontbijt met brood, jam en roereieren, daarna onze lunchbox. We hebben de wandelaars eerst maar eens uitgezwaaid. Het begin was niet erg best: pokkenweer met harde wind en wat regen. Het was te hopen dat het later wat beter zou worden. Wij zijn onze spullen gaan halen (namen ook nog wat van een reisgenote mee) en zijn daarna met het busje van de refugio naar de entree van het park gegaan. Op de terugweg hoefden we niet uit het busje te stappen om over de brug van de refugio te gaan, dat was op de heenweg wel het geval geweest. Het is een smalle brug, dus het was wel even afwachten of het allemaal goed ging, maar er was geen probleem behalve dat de spiegels ingeklapt moesten worden. Toen we bij het meer aankwamen waar we met de catamaran over moesten steken, moesten we anderhalf uur wachten. Dat was een kwestie van een schuilplaats zoeken voor de wind, en de tijd gewoon uitzitten door een beetje te kletsen. Judith was met ons meegegaan. Het was helaas ook geen weer om te wandelen, anders hadden we ons nog prima kunnen vermaken, het was tenslotte een mooie omgeving. Aan boord van de catamaran kregen we koffie met een koekje en konden we onze kaartjes wisselen van een enkeltje naar een retourtje (voor de terugreis van de volgende dag). Toen we aankwamen in de volgende refugio kregen we weer een kamer aangewezen, met dezelfde indeling en gingen we wat drinken. De refugio, maar ook de prijzen zijn hier een stuk beter. Het is er wel groot, maar er zijn meer zithoekjes. In één van die zithoekjes hebben we onze lunchbox maar open gemaakt en hebben we wat gegeten.

Daarna zijn we toch maar even gaan wandelen, ook op de ploeteraars die het hele stuk hadden gelopen in te halen. Het waaide verschrikkelijk, op sommige punten was het niet eens leuk meer en waaide ik bijna om. Na ongeveer anderhalf uur kwamen we de wandelaars tegen, ze hadden er net acht uur over gedaan, dus heel erg snel. Een aantal daarvan was wel helemaal kapot, maar ze hadden het toch maar mooi gered. Bij binnenkomst in de refugio hebben we eerst wat met elkaar gedronken. Helaas was het geen Happy Hour en waren de biertjes ineens een stuk duurder, maar dat mocht voor ons de pret niet drukken. Ook de jongelui zelf namen er niet eentje minder om (hoeft ook niet als je net een dergelijke wandeling hebt gemaakt). Na het drinken zijn we gaan eten, het restaurant s ook niet heel gezellig, maar het eten is er in ieder geval beter dan in de vorige refugio. We namen er gewoon weer een flesje bij, deze keer moesten we alleen uit plastic glazen drinken. Na het eten zijn we met de hele groep naar de bar gegaan, ik nam gewoon de fles wijn mee en heb daar echte glazen gekregen. Dat drinkt toch een stuk prettiger! We kregen ook een tegoedbon voor een welkomstdrankje, een licht alcoholisch, lichtzuur drankje, de specialiteit van Chili. Ik ben de naam kwijt, maar het was ook niet zo lekkere, anders had ik het vast nog wel geweten.

Vrijdag 31 oktober

Om kwart voor acht zijn we opgestaan. Daarna opfrissen, spullen opruimen en ontbijten. Dat was ook weer prima: kaas en worst, roerei en cornflakes. En natuurlijk ontbraken het witbrood met jam en de mierzoete jus d’orange niet. Na het ontbijt moesten we van de kamer af en zijn we in het restaurant gaan zitten. Hoewel het wat minder begon te regenen was het weer toch niet helemaal geschikt om te gaan wandelen, en dat hebben we dus ook maar niet gedaan. Na een poosje kregen we ons lunchpakket, waarbij het brood belegd was met ham en kaas. Maar toen ik om alleen ham vroeg was dat ook geen probleem: er werd zo een ander brood voor me gemaakt. Daarna hebben we de tijd gedood met lezen en kletsen in de huiskamer waar de kachel lekker brandde en waar we konden kijken hoe het nog steeds regende. Toen we de boot zagen aankomen zijn we naar de aanlegsteiger gelopen om daar aan te sluiten in de rij. Het was gelukkig droog, al waaide het nog wel erg hard en was het niet bepaald zonnig. We konden net op tijd de boot op, het begon weer te regenen, maar op de boot was het warm en werden we weer voorzien van koffie met koekjes. Het openbaar vervoer in deze landen is toch wel heel goed geregeld. Na de overtocht stond onze bus alweer klaar voor de verdere reis. We zijn terug gereden naar de grens, niet zozeer voor de grens maar voor de souvenirwinkel van de heenweg. Helaas hadden ze de posters die wij wilden hebben niet (meer), dus hebben we niets gekocht. We kijken verderop wel weer voor iets anders om mee naar huis te nemen als herinnering aan deze reis. En anders blijft het bij de film en de foto’s, ook niet erg. We moesten nog zestig kilometer met de bus, in de tussentijd vertelde Judith over de excursies in Ushuaia en Buenos Aires. We besloten de boottocht in het Beagle Canal, het beverspotten en de tangoshow te doen. Het kostte wel weer een bult geld (US$ 396,00), maar dan hopen we ook weer mooie dingen te zien en te beleven. Toen we aankwamen in ons hotel Los Pinos in Puerto Natales zijn we eerst maar gaan wisselen, nadat we hadden bedacht hoeveel geld we ongeveer nog nodig hadden. Jammer genoeg regende het, dus we hebben niet heel veel van het stadje gezien. Onderweg kwamen we een aantal kinderen tegen die voor Halloween verkleed waren. Het is natuurlijk niet te vergelijken met dat wat we in New York gezien hebben, maar het was toch wel leuk om te zien. We hebben maar weer een biertje gehaald in de supermarkt, ons hostal Los Piños had ook weer geen bar, maar ook hier hadden ze geen enkel bezwaar om ons te voorzien van glazen, en ze hebben voor gasten gratis internet. Toen het droog was (bijna gered tot aan het restaurant) zijn we gaan eten bij La Tranguera. Ik had de specialiteit van het huis: een heerlijk stoofpotje met kingcrab, Piet had biefstuk met gegratineerde aardappeltjes. Natuurlijk met een flesje, deze keer de huiswijn die prima was. Op de terugweg naar het hotel hoorden we een hoop herrie en hebben we nog even gekeken naar de presentatie van rally auto’s voor de race van de volgende dag. Erg spectaculair was het allemaal wel, de halve stad was ook uitgelopen. We hebben nog een biertje gehaald voor in het hotel en zijn lekker terug gegaan naar de kamer waar de kachel brandde en de natte kleren intussen droog waren.

Zaterdag 1 november

Lekker uitgeslapen tot half acht. We hebben een prima ontbijt gehad en zijn daarna nog even naar buiten gelopen omdat de zon scheen. We hebben de beschilderde muur nog wat gefilmd omdat het gisteren wel erg regende en we dachten dat het niet goed gelukt was. Het was nog steeds wel erg koud, maar daar hadden we op gerekend en waren we op gekleed. De openbare bus kwam ons weer ophalen bij het hotelletje, dus het was weer eens goed geregeld. Daardoor moesten we natuurlijk wel wachten bij het buskantoor, maar dat is minder erg dan met de bagage in taxi’s of lopend die kant op moeten. Na weer een paar uurtjes lezen en doezelen kwamen we aan in Punta Arenas waar we twee blokjes moesten lopen met onze bagage voordat we bij hotel Chapital aankwamen. Aan de buitenkant leek het niet veel, maar het was pas open en dat was te zien ook: alles nieuw en zelfs een massagedouche was in elke kamer aanwezig. We zijn gelijk maar het stadje gaan verkennen, maar het was geen best weer: het regende alweer.

We zijn eerst naar de begraafplaats gegaan, daar staan echt complete huisjes (en zelfs huizen) als familiegraf. We zijn na het bezoek aan de begraafplaats koffie en chocolademelk gaan doen in een chocolaterie. Daarna zijn wij op zoek gegaan naar het restaurant waar we die avond zouden gaan eten met de groep. Toen het min of meer droog werd zijn we toch naar hét uitzichtpunt van het stadje gegaan, eigenlijk wel leuk plekje. Daarna maar weer naar de supermarkt voor de lunch van de volgende dag, het is een aardig ritueel geworden deze vakantie. Terug naar de kamer voor een soepje en een warme douche. Ik heb wat gedoezeld met MTV op de TV, daarna zijn we naar het restaurant gelopen. Binnen brandde de kachel en was het lekker warm en droog. Al snel kwam de rest ook en konden we een keuze maken van de kaart. Wij kozen allebei voor het menu. Dat bleek een fantastische keuze te zijn: een zeevruchten cocktail vooraf, als hoofdgerecht een wrap met kingcrab en als toetje Grand Marnier ijs. Als afsluiting van onze tijd in Chili was het dus niet helemaal verkeerd, morgen weer terug naar Argentinië voor het laatste deel van de reis en aan het einde daarvan terug naar huis..