Reisverslag Nepal

Dinsdag 12 augustus

We gaan vanuit Noord-India onderweg naar nepal. Om zeker te zijn dat het land niet weg is voordat wij er zijn staan we om 3 uur op en vertrekken we om 4 uur (‘s-ochtends dan wel te verstaan). We zouden helemaal niet stoppen voor ontbijt dus hadden we ontbijt/lunch boxen besteld. Deze keer waren ze wel goed, dat is ook wel eens anders geweest. Over de reis op zich valt niet zo heel veel te vertellen. Onderweg hebben we een stop gemaakt bij een theehuis en dat was het wel. Om 7.00 uur kwamen we bij de grens waar we “maar” een uur nodig hadden. Bij de grens van het Chitwan National Park moesten we zelf onze tassen over een loopbruggetje sjouwen en gingen daarna verder met een jeep. Dat bruggetje zorgde ook nogal voor consternatie omdat er een fietsriksja in kiepte. Na een ritje met de jeep kwamen we aan in ons “hotel”. De tuin is aardig, de mensen zijn vriendelijk maar het restaurant ziet er niet uit. De kamer is ronduit SHIT, er is geen warm water, het zeil is overal gescheurd en er hangt een verschrikkelijk gore klamboe boven het bed. Alleen de soort kamer is wel leuk, het zijn geschakelde bungalowtjes met ieder een eigen veranda. We zullen het wel redden, ze hebben in ieder geval Singha bier. De enige die het hier wel fijn zal vinden is Emma, ze kan hier tenminste een paar dagen in bed liggen zonder iets van de cultuur van nepal te moeten missen. Ze blijft ook wel heel erg ziek en dat duurt al bijna heel de vakantie (nu twee weken).

Woensdag 13 augustus

Tot half elf uitgeslapen, er is hier toch niet veel te doen en we nemen ons gemak er maar van. Een koude douche genomen, warm wordt het toch niet en je kunt niet blijven stinken (blij dat we uit de stank van India zijn). Bij het ontbijt werd de olifantentocht van vanmiddag uitgesteld naar morgenochtend. Na half twaalf is het heel de dag verder droog geweest. We hebben geld gewisseld, wat gegeten en verder heel de dag niets gedaan. ‘s-Avonds hadden we een buffet en hebben de obers voor ons een originele stokkendans uitgevoerd bij een kampvuur in de wei. Om tien uur lagen we in bed, ietwat chagrijnig over de accommodatie en dan vooral de smerige klamboe, maar ja je hebt hem wel nodig want de ruiten zijn ook niet helemaal heel en er zullen dus echt wel muggen binnen komen. We hebben overigens wel een voordeel in deze natuurlijke omgeving: we hebben een huispad en nogal wat spinnen in de kamer, misschien eten die de muggen wel op zodat die zelfde muggen mij met rust laten.

Donderdag 14 augustus

Vanmorgen om 6 uur opgestaan om met de olifanten het park in te gaan, het viel met bakken uit de lucht. In overleg met Bram besloten om het ‘s-middags te proberen. Flink balen, daar gaan mijn kanotocht en korte junglewalk. Maar goed, nog maar even naar de hut om wat te slapen. ‘s-Middags zijn we gaan wandelen en bij Hungry Eyes (wat een naam voor een restaurant) een kopje soep gegeten. De zon begon heerlijk te schijnen op het terras op de eerste verdieping en we namen dus nog een pilsje. Dat heb ik achteraf kunnen bekopen met een tweedegraads verbranding van mijn rug. Kennelijk zit je hier toch wat dichter op de evenaar als in de Vorrinklaan. Het was in ieder geval lekker in het zonnetje en ik zal het wel overleven (denk ik, al voelt het nu niet even zo). Daarna omkleden voor de olifantentocht.

Met z’n vieren zaten we op een plank met paaltjes, ieder op een punt. Voordat we het park ingingen moesten we een rivier oversteken, dolle pret maar ook wel een hele ervaring op de rug van zo’n beest, het lijkt steeds of hij onder gaat, zeker bij het afdalen van de rivierbedding. Nadat we een tijdje hadden rondgelopen (de olifant dan) zagen we op een afstandje de grassen nogal heftig bewegen. De gids dacht wat te zien en we gingen er dan ook op af. We zagen de neushoorns waarvoor we naar dit park waren gekomen. Eerst een moeder en kind en daarna ook een exemplaar alleen. Het zijn machtige beesten al zijn ze heel anders dan in Kenia. Hier hebben ze echt van die pantserplaten, terwijl ze in Kenia een huid hebben als van een olifant. In nepal zijn ze ook kleiner, maar natuurlijk nog steeds heel indrukwekkend. Ook zagen we gevlekte herten (Bambi), sambaherten en een boom vol bijennesten. ‘s-Avonds zijn we met de groep bij Hungry Eyes gaan eten.

Vrijdag 15 augustus

Weg uit Rhino Lodge, wat ons betreft was de naam “Pig Lodge” beter van toepassing geweest. Vanaf nu kan het alleen maar beter. We hebben de handbagage aan Liesbeth in bewaring gegeven want we gaan een deel van de route raften. Eerst een uurtje met de bus de bergen in. Op het beginpunt kregen we eerst een zwemvest, helm en een korte instructie. Toen met twee boten het water op, dit is leuk met hoofdletters. Binnen vijf minuten waren we kleddernat en binnen 10 minuten lag Peter overboord. Gelukkig had hij gelijk het touw aan de boot vast en konen we hem snel weer binnenboord hijsen. Daarbij kwam Tineke ietwat klem te zitten, maar ook dat werd wel snel weer opgelost. Het grappige was dat Peter toen hij weer op het randje zat zijn bril begon droog te maken met zijn t-shirt. Alsof dat kan met een shirt waarmee je net in het water hebt gelegen. Net toen we goed moe werden van het peddelen gingen we naar een strandje aan de rivier. Daar hebben we lekker gezwommen (we waren tenslotte toch al nat) totdat de captains van de boten ons aan tafel riepen voor de lunch. Lekker boterhammen met tonijn, jam, pindakaas en salade. Ook was er genoeg te drinken zoals lemonwater en mangosap. Maar goed dat er geen alcohol was, we moesten toch nog een eindje spelevaren. Als toetje waren er bananen en koekjes en rond was het buikje weer. Het restant van de lunch werd aan een jochie meegegeven dat in de buurt zat.

Daardoor hoefden wij geen goed eten weg te gooien en waren hij en zijn familie ook weer blij. Nadat de rest van het afval van de lunch was begraven gingen we weer verder in ons bootje. Natuurlijk waren we zo weer nat, ondanks dat het water rustig was. Het zal wel iets te maken hebben gehad met volwassenen die zich als pubers gedragen als ze elkaar in een bootje tegen komen. Het was wel lachen. Toen we aan bij eindpunt waren kwamen er zelfs de hoosemmers aan te pas om toch maar zeker te weten dat iedereen zeiknat werd. Nadat we waren geland hebben we droge kleren aangetrokken en een colaatje genomen voordat we weer verder gingen. We gaan weer verder met de bus waarmee we door nepal zullen reizen. Geen airco en houten banken. Hij kraakt aan alle kanten en de bagage moet bovenop. Er is geen stoelruimte over, dus de handbagage moet tussen de stoelen. Het is maar goed dat we in nepal geen lange reisdagen hebben. Aangekomen in Pokhara horen we dat we een ander hotel hebben dan was afgesproken. We hadden alweer de schrik in onze benen over wat ons nu weer te wachten stond. Bij ons hotel aangekomen vonden we het geweldig ondanks de gaten in de gordijnen: we hadden schoon beddengoed, een werkend toilet en YES een hete douche. Daar zijn we maar gelijk onder gesprongen, wat kan een mens toch met een eenvoudige kamer blij zijn. Na de douche en wat lezen gingen we optutten, ik had zelfs weer puf om mijn lenzen in te doen. Wat een lekkere douche toch kan bewerkstelligen. We zijn met bijna heel de groep gaan eten bij de Pyramid, een restaurant wat Bram had uitgekozen. Zelfs hij nam vlees, dus dan moest het wel goed komen. We hebben genoten van een ontzettend grote en lekkere pepersteak, compleet met friet en salade. Een lekker koud pilsje er bij en als toetje een fruitsalade en we zaten weer bomvol voor 600 roepies (24 gulden, dus een roepie kost hier 4 cent). Na dat feestmaal konden we nog maar één ding doen en dat was lekker gaan slapen.

Zaterdag 16 augustus

Lekker uitgeslapen tot 8 uur en toen op de kamer nog maar een uurtje niks gedaan. Dit lijkt op vakantie. We zouden gewekt worden als het helder weer was voor de trekking naar de top van de Sarangkot. Dat was niet gebeurd dus we hadden tijd genoeg. We zouden ook niet met een deel van de groep gaan fietsen, maar zelf wat gaan ondernemen. Toen we zaten te eten met een groot deel van de groep werd besloten toch vandaag de trekking maar te doen, omdat het licht bewolkt was en er dus hoop was op een mooi uitzicht.

Omdat niet zeker was dat de groep morgen weer zou gaan, gingen we mee. Piet onder protest, maar dan in ieder geval omdat ik het zo leuk vond. De beklimming was zwaar, na een kwartier liepen de straaltjes al over mijn rug en dat wil wat zeggen voor iemand heel weinig zweet. Toen we op de laatste taxi stop plaats kwamen hebben we nog een colaatje genomen. Het zou nu nog maar ongeveer een half uur duren. Het werd wel wat langer, het waren allemaal traptreden en dus verschrikkelijk slopend, maar ik heb het gered. Toen we boven kwamen was de rest er al wel. Ik had er hoogstpersoonlijk voor gezorgd dat we het laatste boven waren. We hebben bijna een uur boven zitten uitpuffen en genieten van de hoogte, hoewel het niet het uitzicht op de besneeuwde hellingen was waarop we hadden gehoopt. Na het uitrusten en zo zijn we een stukje naar beneden gegaan om in een restaurantje tegen de bergwand een kopje soep te eten. Daar hebben we anderhalf uur op moeten wachten, je zult een volledige maaltijd bestellen. De soep was overigens wel lekker. Daarna begonnen we aan de afdaling via een andere weg dan waarlangs we naar boven waren gegaan. Eigenlijk was het van boven naar beneden een grote trap, met wat vlakke stukken ertussen. Het was niet helemaal goed voor je knieën maar wel veel fijner dan de asfaltweg van de heenweg. Dolle pret, over kale en beboste stukken en met blote voeten door een beekje. Daar maakte ik natuurlijk weer een uitglijer, dus kon ik het volgende stuk met een natte korte broek lopen. Gelukkig was het niet koud en droogde hij weer snel op. Onder aan de berg waren rijstveldjes met daartussen smalle dammetjes. Natuurlijk ging ik daar weer onderuit, het was waarschijnlijk de vermoeidheid die ging meespelen. Wonderwel viel ik precies op een van de dammetjes en kwam dus niet echt in het rijstveld terecht. Uiteindelijk ben ik tijdens de hele afdaling maar drie keer gevallen. Nadat we de rijstvelden achter ons hadden gelaten kochten we nog een fles water, rustten we nog twee minuten en uit en begaven ons, natuurlijk ook weer wandelend naar ons hotel terug. Daar wachtte ons weer het genot van een hete douche. Daarna zijn we met z’n tweeën nog in de Pyramid een pepersteak gaan eten en vroeg ons bed in gedoken. Piet was zo moe dat hij eerst niet kon slapen. Maar ja, wat wil je dan ook na een trekking in nepal, ook al is hij dan maar één dag.

Zondag 17 augustus

Vandaag deden we lekker rustig aan. Helaas zijn we allebei om 7 uur al klaarwakker, maar dat heb je als je zo vroeg naar bed gaat. Na op ons gemak te hebben ontbeten zijn we wat gaan wandelen. De trekking van gisteren zat ons nog aardig in de benen. Nadat alle winkeltjes waren bezichtigd zijn we het meer opgegaan met een roeibootje. Het was lekker weer en Piet peddelde als een volleerd bootsman naar het eilandje in het meer met daarop een tempeltje. Gelukkig was de afstand tussen oever en eilandje niet zo groot. Met flinke peddelslagen had Piet het wel in drie minuten gehaald, maar we hadden tijd genoeg en hij deed er op z’n gemakkie tien minuten over. Inspanning hebben we tenslotte gisteren al voldoende geleverd. Bij het eilandje aangekomen legden we “onze” boot aan de kant vast en gingen naar het tempeltje. Als er gisteren al rituele dieroffers waren gebracht, zoals werd verteld, dan was daar nu niets meer van terug te vinden, dus het zal wel niet gebeurd zijn. Via een omweg en een fotostop voeren we weer terug naar de oever. Onderweg naar het hotel namen we in een fruitstalletje nog wat drinken.

Ze hebben ons daar vreselijk afgezet. We betaalden 45 roepies voor een (groot) glas. Even plat toen we in de kamer waren en daarna zin we lekker een kopje soep gaan eten als lunch. Daarna nog even een YAKYAKYAK shirt voor Patrick gekocht. Toen het begon te regenen zijn we naar het hotel terug gegaan. ‘s-Avonds zijn we met de groep nogmaals bij de Pyramid gaan eten, het beviel daar tenslotte heel erg goed.

Maandag 18 augustus

Om zes uur opgestaan, we hebben tenslotte al een paar keer uitgeslapen, dus hij kan wel weer. We zouden om zeven uur vertrekken, doordat de bediening en de bijrijder het niet haalden werd het toch nog half acht. Het regende nog steeds en zo te zien had het weer heel de nacht gehoosd. Door de regen kon de bagage niet bovenop, maar moesten alle tassen op de achterbank gepropt worden. Er waren maar net genoeg zitplaatsen. Onderweg zijn we nog gestopt voor thee en een lunch. In het restaurant van de lunch liep een eikel van een ober rond, die vond dat hij 25 op een bedrag van 116 roepies kon rekenen. Dat feest ging dus even niet door, ik was al veel te lang wakker. Een keer is genoeg. Verder onderweg kwamen we een groep muzikanten en dansers met maskers tegen. Toen we een foto maakten moest uiteraard de portemonnee weer open. Later vertelde de chauffeur dat dit feest één keer per jaar plaatsvond als eerbetoon aan de doden. Wel vreemd dat ze daar dan geld voor willen hebben, maar toe maar het is een arm land en wij toeristen bulken toch van de poen. Iets verder lag een bus in de rivier. Hij was zeker 10 meter naar beneden gekletterd. Het moet vlak voor ons langsrijden gebeurd zijn want er stonden nog volop omstanders en politieagenten. Het is te hopen dat er niet al teveel mensen zwaar gewond of nog erger zijn. Zelf zitten we ook in zo’n bus die met een bloedgang over de smalle bergweg rijdt (of zijn wij niets gewend met onze vierbaans autosnelwegen). Aangekomen in ons hotel blijkt de douche warm water te produceren en het toilet te werken, dus zijn we weer helemaal blij. ‘s-Avonds zijn we met de groep gaan eten bij Rum Doodle Steak House. Piet nam een pepersteak en dat was natuurlijk helemaal fout. De verwachtingen na de Pyramid waren veel te hoog en het kon dus alleen maar tegenvallen (wat prompt het geval was).

Dinsdag 19 augustus

Feest, Piet is natuurlijk weer eens jarig in een exotisch land. We mochten uitslapen, want we zouden pas om negen uur vertrekken. We gingen lopen naar Durban Square waar alle tempels van Kathmandu staan.

Onderweg hoorden we muziek in een zijstraat. Toen we, nieuwsgierig als we zijn, gingen kijken zagen we dat een clubje mensen kinderen aan het verkleden waren voor het festival van de heilige koe Gai Jatra. Ook een koe werd versierd en met lekkere hapjes verwend. Toen de kinderen waren verkleed en opgemaakt ging het geheel met de muziek voorop naar Durban Square. Wij gingen ook maar achter de muziek aan, we gingen tenslotte ook dezelfde kant op. Onderweg kwamen we nog langs een pleintje met één grote en meerdere kleine stoepa’s. Ook zagen we een tempel waar nogal wat bedrijvigheid was, dat zal ook allemaal wel te maken hebben gehad met het festival. Maar het grote genieten begon pas op het grote plein met alle tempels. Natuurlijk zijn alle tempels en paleizen fantastisch. Maar het mooist was de mensenmassa. Op de platforms en trappen van de tempels zaten honderden mensen in de prachtigste kleding (echt op zijn zondags) te kijken naar de voorbij trekkende processie van kinderen, koeien en de begeleidende volwassenen. Steeds weer nieuwe groepjes, ieder met een eigen muziekband, een versierde koe en prachtig uitgedoste kinderen. Dit is pas genieten met hoofdletters. De kinderen kregen van alles toegestopt, vaak een van bladeren gemaakt schoteltje met daarop wat rijst en een stukje fruit. Dat ging dan in een grote zak die een vader of grote broer bij zich had. Ook kregen ze soms drinken in hun mond gegoten. Zo ging de hele stoet het plein over, natuurlijk nooit tegen de klok in om een heiligdom. Na ruim twee uur te hebben gekeken naar dit spektakel, de mooie tempels en kleurrijke mensen gingen we op weg naar Swayambhunath (hoe verzinnen ze de namen). Met in het vooruitzicht de 300 treden van de trap naar het boeddhistisch heiligdom gingen we eerst nog even wat drinken. Daarna over de wiebelige loopbrug met daaronder waterbuffels (of gewoon koeien die het warm hadden) om ook deze klim weer te bedwingen. De trap was redelijk steil en met de trap van de Sarangkot nog in de kuiten viel het niet mee. Natuurlijk hebben we het gered. Boven in het heiligdom was ook weer van alles prachtigs te zien, vooral de monniken die een serene rust uitstralen bij alles wat ze doen. Volgens mij heeft dat toch echt niet alleen te maken met het tempo wat ze hebben, maar komt het ook een deel van binnen uit.

Ook wij hebben een aantal gebedsmolens laten ronddraaien en hebben de heiligdommen bezocht. Na genoeg rond te hebben gekeken gingen we de trap weer af, dat ging toch een stuk gemakkelijker. Onderweg hebben we weer een doldwaze rit door de smalle straatjes in een taxi overleefd voordat we in het hotel aankwamen waar we nog wat hebben gegeten. Terwijl ik in het dagboekje schreef en verder gewoon wat luierde ging Piet op zoek naar het restaurant dat Bram had aanbevolen. Het Everest Steak House, het was weer fantastisch dus weer eens een gouden tip van Bram. Helaas begon het te regenen en kwamen we kleddernat thuis. Intussen hadden we 2 fotorolletje ingeleverd, de kwaliteit van de foto’s lijkt goed, morgen eerst nog maar eens in het daglicht bekijken. Waarschijnlijk brengen we dan de rest van de rolletjes ook weg om te laten ontwikkelen.

Woensdag 20 augustus

Om negen uur vertrokken we met de bus naar de twee andere koningssteden in de Kathmandu Vallei. Eerst gingen we naar Patan. De tempels op het Durbar Square hier zijn naar mijn mening mooier dan die van het plein in Kathmandu. Iedereen ging zijn eigen weg, we spraken een tijd af waarop we weer bij de bus zouden zijn voor het bezoek aan de volgende stad. Het was prachtig om te zien hoe tempels en paleizen dia al zo lang gebouwd zijn in een nog redelijke staat verkeren. Vooral het houtsnijwerk was prachtig.

Je krijgt na het zien van meerdere tempels ook steeds meer herkenning van de afbeeldingen. We zijn ook in de Gouden Tempel geweest. Ook dat was weer een hele belevenis, al die mensen die zo diep met hun geloof bezig zijn, sommigen lijken wel geobsedeerd door hun goden en rituelen. Na het bezoek aan de Gouden Tempel zijn we naar het Patan museum geweest. Wat een rust na alle kinderen en verkopers op het plein. Natuurlijk kwamen weer tijd tekort om alle prachtige stukken die opgesteld waren te zien. Dat betekende ook dat we er niet eens wat konden eten. In het museum werd ook verbazingwekkend goed schoongemaakt. Ik heb in India en nepal nog niets zo’n schone toiletten gezien (behalve dan in de hotelkamers). Om half twaalf (op de afgesproken tijd) zaten we weer in de bus. Zoals gewoonlijk waren er weer een aantal te laat. Het is dat Bram ze zag aankomen, anders waren we weggeweest. Het eerste wat Bram deed toen iedereen zat, was duidelijk maken aan iedereen dat er onder geen voorwaarde meer werd gewacht omdat er nu weer een aantal mensen had zitten wachten, terwijl die ook liever nog wat hadden rondgelopen als we toch later vertrokken. Onderweg werd besloten om eerst naar Nagarkot te gaan.

Een aantal mensen stapte uit in Bhaktapur en gingen niet mee naar boven. Het was een mooie rit, maar helaas weer tevergeefs. Het lijkt erop dat we geen besneeuwde toppen van de Himalaya te zien krijgen deze vakantie. Toen wij ook in Bhaktapur aankwamen zijn we eerst wat gaan eten in een restaurantje tegenover de tempel met de vijf daken. Dit restaurantje stond aanbevolen in de reisboeken, dus was wel wat duurder. Helaas stond de tempel in de steigers (het zal weer niet zo zijn), maar de soep smaakte er niet minder om. Na de lunch zijn we naar het pottenbakkerspleintje gegaan, waar alle potten kennelijk al gebakken waren. Er waren alleen nog spelende en ruziënde kinderen. We liepen dus op ons gemak weer terug naar Durbar Square waar we nog wat hebben gedronken. Weer terug naar de bus, waar iedereen op tijd was, de donderpreek van Bram heeft kennelijk toch geholpen. Onder de indruk van alle moois dat we hadden gezien gingen we terug naar Kathmandu. Na het schrijven van het grootste gedeelte van dit verhaal en een korte douche zijn we maar weer op pad gegaan voor het diner. Voor het eten nog even 14 fotorolletjes weggebracht. We zijn samen bij Yin Yang eten, een Thais restaurant. Het was weer ouderwets, iemand die de deur voor je openmaakt en een vochtige washand aanreikt. Heerlijk hebben we weer gegeten, garnalen in knoflooksaus en varkensvlees met zoetzure groenten. Allebei een toetje genomen, die zagen er fantastisch uit, Piet had een zwaan van bladerdeeg gevuld met chocolademousse en ik iets van een vanillesoufflé met mangosaus. Eigenlijk was het te mooi om op te eten, maar ja. Daarna nog een bakje thee met witte suiker (en die witte suiker zag je niet zoveel). Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Gelukkig bood de gouden pas weer uitkomst voor het totaal van 910 roepies (wel ƒ 33,34). De schone was opgehaald en de rest van het verhaal geschreven: bedtijd!!

Donderdag 21 augustus

Vandaag gaan we met een taxi naar Pashupathinath aan de rivier Bagmati, die uitmondt in de heilige Ganges. Dit is als Varanasi in India. Ook hier komen Hindoes uit heel nepal naar toe om te sterven en gecremeerd te worden. We gingen samen met Peter en Vera in een taxi die Bram al had geregeld.

Toen we op de crematieplaats aankwamen was er van crematies nog geen sprake. Er waren wat kinderen in de rivier aan het zwemmen, en wat andere kinderen deden de was. Natuurlijk waren er ook weer de onvermijdelijke verkopers. Na even min of meer wat doelloos te hebben rondgelopen had Bram een zogenaamde Willy-man geregeld. Het is ongelofelijk wat die man met zijn Willy deed. Ik kreeg er zelfs pijn van, terwijl ik die pijn toch niet echt kan voelen zo zonder Willy. Nadat hij zijn kunstjes had vertoond en wij hem hadden betaald liepen we nog wat rond te slenteren totdat Piet een lijkstoet zag. Toen zijn we, zoals echte toeristen doen, er een goed voor gaan zitten aan de overkant van de rivier, recht tegenover de burningghats. De plechtigheid was hier vele malen mooier dan in Varanasi. De doden werden hier eerst met rivierwater gewassen. De houtstapel werd netjes en met beleid neergelegd, zodat de crematie zonder problemen zou verlopen. Nadat de zonen een aantal keren met het lijk rond de brandstapel hadden gelopen, werd de dode netjes op het hout gelegd, zijn lijkwade uitgedaan en in de rivier gegooid en afgedekt met een soort gras. Daarna werd de stapel aangestoken en gingen de nabestaanden rustig op de trap bij de rivier zitten wachten totdat de dode was verbrand om de as in de rivier te strooien. Bij een volgende rouwstoet waren huilende vrouwen aanwezig. Dat is iets wat in India niet gebeurt, daar mogen de vrouwen niet mee naar de crematie. Eigenlijk is dit veel erger, je wordt direct geconfronteerd met het wezenlijke verdriet dat mensen hebben. Ik voelde me heel erg opgelaten en heb zeker drie keer op het punt gestaan om weg te gaan.. Na een poosje te hebben toegekeken zijn we op een terrasje (als je het zo mag noemen) wat gaan drinken. Grappig is dat je zelfs nog op je bier kunt afdingen. Daarna namen weer voor 50 roepie een taxi naar de grote stoepa van Bodnath. Heel erg mooi, om de stoepa waren allemaal winkeltjes. Ook was er een fantastisch mooi lamaïstisch klooster. Na hier op ons gemak te hebben rondgekeken zijn we (weer met een taxi) naar de liggende Visjnu gegaan. Heel mooi, maar vooral erg rustig en zeker niet toeristisch. Terug naar het hotel hebben we eerst bij een nepalees restaurant een kopje soep gegeten. De rijstwijn en bananen kregen we gratis. ‘s-Avonds hebben we de foto’s opgehaald en zijn nog maar eens bij de Everest Steakhouse gaan eten. Jammer voor ons was er een luidruchtig groepje. Het bleken Nederlanders te zijn, maar het zouden Duitsers hebben kunnen zijn.

Vrijdag 22 augustus

Fijn!!! Staking in Kathmandu, dat heb ik weer: één vrije dag en dan zijn alle winkeltjes dicht en is er geen taxi te krijgen om het dan wat verderop te gaan zoeken. ‘s-Morgens eerst maar eens lekker uitgeslapen, toen ik wakker werd was ik nog steeds bekaf. Na het ontbijt zijn we wat gaan lopen naar Durbar Square. Daar waren ook alle winkels gesloten, er liepen wel wat toeristen, maar de sfeer van ons eerste bezoek met het festival is toch niet helemaal meer aanwezig (kan ook niet anders). Tijdens het lopen werd ik steeds vermoeider en ik heb dan ook die middag van half een tot half vier geslapen.

Na een poosje onder de straal te hebben gestaan zijn we op een terrasje wat gaan drinken. ‘s-Avonds hebben we met de groep ons afscheidsdiner van nepal genoten bij de nepalees waar we met Peter en Vera al een keer een kopje soep hadden gegeten. Tijdens het eten hebben we onze grote reissmurf Bram zijn cadeautje gegeven, het was de Lonely Planet van Tibet, omdat hij daar nog eens naar toe wil.


Zaterdag 23 augustus

Vandaag vertrekken we uit nepal met bestemming Dehli. Daar gaan we de laatste dag van de vakantie doorbrengen voordat we weer naar ons net zo regenachtig maar zeker koudere kikkerlandje vliegen. Tijdens de vlucht kwamen we over de besneeuwde toppen van de Himalaya. Ik mocht van mijn (Duitse) buurman aan het raampje over hem heen hangen om foto’s te maken. Het was een fantastisch gezicht. Toen we in Dehli geland waren zijn we na het inchecken in het hotel nog een keer door de oude stad gelopen om afscheid van India te nemen. Verder hebben we het lekker rustig gedaan, ik heb het eigenlijk na 26 dagen wel gezien. ‘s-Avonds hebben we samen nog het laatste diner bij The Oriënt House gedaan. Op tijd naar bed, want morgenvroeg moeten we op tijd op om naar het vliegveld te gaan.

Zondag 24 augustus

Terug naar huis………Goede vlucht en verder niets meer te vertellen. (Oh ja, we spreken nog af een keer bij elkaar te komen om de foto’s te bekijken, we horen het wel en zien dan nog wel wat we doen)
Uiteindelijk zijn we naar de reünie in een Indiaas restaurant in Utrecht geweest, hebben het dagboek ontvangen en wat foto’s bekeken. Het was niet bijzonder, het was wel leuk om sommige mensen weer te zien.