Reisverslag Indonesië

Vrijdag 15 juli / zaterdag 16 juli      

Om kwart voor zeven ’s-morgens gingen we rijden naar Schiphol. Patrick heeft ons weggebracht en deze keer kwamen we zonder problemen aan op Schiphol. Behalve dan dat Piet al heel de week pijn in zijn rug had en dus ook de rit naar Amsterdam liggend op de achterbank heeft gemaakt. Heel de week had hij al moeite met bewegen, dus dat zou nog wat worden met een vlucht van 12 uur voor de boeg, nog afgezien van het overstapje van 10 uur en de vervolgvlucht van ongeveer twee-en-half uur. Piet zag dus verschrikkelijk op tegen de vakantie en had zelfs afgelopen donderdag het idee nog om de hele vakantie dan maar te annuleren.Om te beginnen eerst maar met z’n drieën koffie gedronken en afscheid genomen. Daarna zijn we in een andere vertrekhal door de douane gegaan, waar wij eigenlijk moesten was het verschrikkelijk druk, in de andere hal wat minder. Achter de douane samen wat gedronken en een beetje langs de winkeltjes gelopen, allemaal bekend, dus het wordt eigenlijk een beetje saai. We hadden ruim de tijd omdat we zo vroeg van huis waren vertrokken, niet gek: met de ervaringen van de afgelopen jaren durfden we het niet aan om een strak schema aan te houden.Toen we bij de gate aankwamen konden we al gelijk door de securitycheck, mensen waren zelfs al aan het boarden, het verliep dus allemaal heel gladjes. Toch moesten we in het vliegtuig nog wachten, er was een passagier niet komen opdagen. Toen ze uiteindelijk omriepen in het vliegtuig dat alle bagage er weer uit moest om zijn of haar koffers uit te laden kwam meneer aanzetten. Al met al konden we in de tussentijd wel zien dat Singapore Airlines zijn naam eer aandoet, lekker ruime stoelen en ieder een eigen tv-schermpje met een veelheid aan films, tv-series, spelletjes en zelfs taalcursussen. Je had ook een eigen afstandsbediening die zo af en toe een eigen leven leidde, Piet werd bijna verwond. Na ruim voldoende eten en drinken (waaronder een lekkere Chardonnay bij het eten), af en toe een beetje dutten en de vondst van de leesbril van Piet die op de grond was terechtgekomen en door een medepassagier aan de steward was gegeven (ooit raakt hij er nog een echt kwijt) kwamen we aan op Changi Airport in Singapore.

Daar mocht de klok zes uur verder en zaten we dus gelijk in een nieuwe dag, zo gaat het wel erg hard. We zijn gelijk naar het hotel gegaan om een paar uur te kunnen rusten, maar dat was volgeboekt en er kwam pas om tien uur een kamer vrij. Daar heb je natuurlijk niet veel aan als je er om een uur weer uit moet voor je volgende vlucht. We zijn later terecht gekomen in de Premier Lounge waar ze ook een soort slaapzaal hebben. Er staan daar een stuk of twaalf bedden, allemaal apart gescheiden door een kamerscherm en voorzien van een lichtje en een wekker. Nadat we de medewerker daar hadden verteld dat we om half een gewekt wilden worden en ook onze eigen wekker en die van de Lounge hadden gezet zijn we gaan slapen. We hebben allebei heerlijk een paar uur geslapen, weliswaar twee keer zo duur als in her hotel, maar met Piet z’n rugpijn was het geen optie om in een stoel rond te hangen, laat staan een stadstoer of zoiets doen.Uitgerust begonnen we dus aan het laatste deel van onze reis, de vlucht met Silk Air naar Mataram op Lombok. Daarin zaten we de reis naast Ineke, een van onze reisgenoten.Natuurlijk duurde de douane weer erg lang, maar ook daar raken we zachtjesaan aan gewend, verder liep het allemaal prima. Onze reisbegeleider Bart stond al op ons te wachten toen we uit de aankomsthal kwamen. De bus was er ook, dus we konden mooi door naar hotel Lombok Raya, een prima hotel. Misschien iets luxer dan de normale Baobabstandaard, maar vooral na een lange reis geen overbodige luxe.

Dat regelt Baobab dan wel erg goed.We hadden op het vliegveld geen geld gewisseld omdat Bart zei dat hij in het hotel een mannetje had geregeld met een goede koers. We hebben na het inchecken dan ook eerst maar eens € 800,00 gewisseld.€ 1,00 is Rp. 11.000 en nog wat, we besluiten dan ook maar te tellen alsof Rp. 10.000,00 gelijk is aan € 1,00, dat rekent lekker gemakkelijk en valt achteraf niet tegen.Met Angelique zijn we nog even gaan pinnen en daarna met een deel van de groep gaan eten, de anderen gingen vroeg naar bed. Behalve Roel en Trudy, zij gingen met kennissen die in Indonesië wonen eten.Het eten in het restaurantje aan de overkant van het hotel was lekker en goedkoop, hier deden we ook gelijk maar de eerste van vele volgende flessen Bintang (dingin, oftewel koud). “Helaas” waren ze maar 620 ml, wel een beetje tobben na de grote jongens van vorig jaar. Het viel wel gelijk op dat de drankrekening een stuk hoger is dan die van het eten. Dat zouden we in de komende weken wel vaker (eigenlijk altijd) ondervinden.
Heerlijk geslapen.

Zondag 17 juli  

Na een heerlijk Indonesisch ontbijt van nasi en mie goreng aangevuld met een Spaanse omelet zijn we onderweg gegaan naar Gili Meno, een eilandje voor de kust van Lombok voor onze eerste strand/uitruststop. Het eerste gedeelte gingen we met de bus. Halverwege naar de boot stond de bus stil met een kapotte V-snaar.

Dat gaf ons de gelegenheid om een lokale markt te bezoeken. Veel kruiden en vreemde groenten en fruit, maar gelukkig ook water en bananen. De bananen gaven wel enige verwarring, de mevrouw zei steeds “one thousand”, maar bedoelde two thousand. Niet erg, was nog steeds maar twee dubbeltjes voor vijf banaantjes. Toen we na een half uurtje terug kwamen bij de bus was die intussen gefixed en konden we weer door. Een stukje verder stopten we bij een plekje langs de weg waar wat aapjes zaten. Leuk, ze waren helemaal niet agressief en zorgden voor mooie plaatjes. Aangekomen bij het strand moesten we een klein stukje lopen en ging Bart twee boten huren. Toen eenmaal besloten was welke boten ons zouden overvaren kwamen er twee mannen achter Piet die hem zo optilden en in de boot zetten. Handig om droge voeten te houden, maar wel even schrikken als je het niet verwacht. We waren met onze vlerkprauw een klein uurtje onderweg voordat we aan de overkant kwamen, maar het water was rustig, de temperatuur goed en het gezelschap prettig.Aangekomen in ons hotel (deze keer niet gedragen, en dus een kleddernatte broek) bleek er ook een groep van Koning Aap te zitten en waren er twee kamers te weinig. Of er twee stellen in een ander hotel wilde slapen, het was wel wat verder, maar ook wat luxer. Geen bezwaar dus, Roel & Trudy en wij vonden het wel prima.Na de lunch die we in het hotel hebben gegeten zijn we naar onze eigen hotelkamer terug gegaan, hebben wat geslapen en gelezen. Om vier uur zochten we het strand op voor wat zon. Helaas was die al bijna van het strand weg, op een klein stukje na. Daar ben ik dan maar even gaan liggen terwijl Piet ging snorkelen. Daarna lekker gedoucht (jammer dat er maar één kraan is) en gaan lopen voor het eten. Het is allemaal wel heel erg ontspannen.We kwamen uit bij een restaurant waar de enige vrije tafel toch nog bezet was, Roel & Trudy waren net even hun vis uitzoeken. Ze nodigden ons uit om aan te schuiven en dat hebben we toen maar gedaan. Later kwam daar Ineke nog bij. We hebben een verschrikkelijk grote zeebaars met z’n tweeën weggewerkt, prijs wel Rp. 65.000 (€ 6,50) na natuurlijk afdingen, het blijft een raar land.Na het eten hebben we samen nog een afzakkertje gedaan in het hotel waar we niet sliepen en toen lekker naar onze eigen bungalow gegaan om in ons kingsize bed te gaan slapen. Eerst met de fan aan, afgewend van het bed. Piet werd om half drie wakker en heeft hem toen maar uitgezet. Weer heerlijk geslapen, we worden hier echt lui.

Maandag 18 juli   

Uitgeslapen tot na negen uur, we werden van de buren wakker, maar lagen toch al lekker te doezelen. In ons eigen hotel ontbeten terwijl het grootste gedeelte van de groep al klaar was met ontbijt en zich gingen klaarmaken om te gaan snorkelen. Na het ontbijt heerlijk op het strand op een ligbed gelegen. Er komen wel wat verkopers langs, maar de meeste zijn wel om te verdragen. Een verkoper met kettinkjes werd wel heel irritant, daar werd ik zelfs een beetje boos op omdat hij continue loog over de prijs. Na het uitrusten van ?? een poging gedaan om te snorkelen vanaf het strand, maar de stroming was te sterk en er was bijna geen zicht. Het was dus niet echt de moeite waard. Na de lunch, weer in ons eigen restaurant (lekker handig met consumpties op de kamerrekening zetten), zijn we naar de andere kant van het eiland gelopen om daar een biertje te drinken. Ondanks alle verhalen was het een wandeling van wel een heel kwartier. Daar aangekomen deden we dat waarvoor we heel de trip hadden gemaakt: een biertje drinken.

Via een andere weg zijn we toen teruggegaan naar ons hotel om daar met de groep te BBQ-en. Was zeer goed verzorgd, alles was eigenlijk al gebeurd, we hoefden het alleen maar op te scheppen en op te eten. Het eten was lekker, kletsen met de groep gezellig, dus de avond kwamen we wel weer door. Na het eten zijn we met een deel van de groep nog een afzakkertje gaan doen in de Jungle Bar.

Dinsdag 19 juli

Op tijd vertrokken we voor onze reis naar het volgende hotel in Tetebatu. Nou is op tijd vertrekken in deze reis niet zo heftig, als we om half acht vertrekken is dat deze keer al vroeg.Eerst deden we een tussenstop in Sengiggi voor ansichtkaarten, Internet en koffie. We dronken op een terras samen met Gertjan koffie, ik nam een speciale, die wel erg lekker was. Piet en Gertjan namen cappuccino, die was ook lekker.Na deze stop reden we door naar het tempelcomplex van Lingsar, waar we een rondleiding kregen. Voordat we de tempel mochten betreden moesten we, naast fatsoenlijk gekleed, ook nog een belly-belt om, een band om je navel te bedekken. Dat moest zelfs als je navel niet zichtbaar was door de rest van je kleren.De gids vertelde ons veel over het ontstaan van het complex en kocht zelfs drie hard gekookte eieren om de heilige aal te lokken. Voordat we dat gingen proberen zagen we nog een kleine ceremonie. Piet wilde aan de zijkant foto’s maken, maar stapte recht in een open put. Gelukkig liep dat goed af, hij heeft niet veel geluk met zijn ledematen deze vakantie. Daarna de heilige alen. Ondanks verwoede pogingen van onze gids en andere Indonesische toeristen bleven ze zitten waar ze waren. We kwamen ook nog op een kleine offerplaats waar een mevrouw bezig was eten te koken voor de priesters. We mochten proeven van gedroogde en gebakken inktvis. Ik probeer wel eens van alles, maar dit was iets wat ik beter niet had kunnen doen: smerig met hoofdletters. Grote meid, dooslikken en wegspoelen met veel water.De verdere rondleiding bracht ons naar een winkeltje waar we zelf gemaakte rijstwijn konden proeven (en natuurlijk kopen). Deze variant heet bhrum en ziet er uit als Coebergh. Het smaakt even wat anders, maar we namen toch een flesje mee.Na afscheid genomen te hebben van onze gids zijn we gaan lunchen in de Koninklijke Tuinen, gewoon een rijsttafel met verschillende gerechten, niks mis mee. Koud biertje erbij en alles komt goed. Ook hier kregen we weer een rondleiding met uitleg over de verschillende waterbassins en planten.Na de rondleiding weer verder naar onze eindbestemming voor die dag, hotel Wisma Soedjono in Tetebatu.Het hotel bestaat uit een aantal blokjes van 2 kamers met terras verspreid over het terrein van het hotel. Wij lagen zo ongeveer in het laatste blokje, maar hadden wel een ligbad met verschrikkelijk heet water, dus wel lekker zeker voor de rug van Piet.Het enige wat heel vervelend was, was dat het matras van het tweepersoonsbed verschrikkelijk zacht was, zeker niet goed voor de rug van Piet. Als hij er al geen last van had, zou hij dat van de matras gaan krijgen.Het wordt minder maar is nog niet helemaal weg. Voor ’s-avonds regelde Bart een buffet. Toen de drankjes werden opgenomen waren wij als eersten aan de beurt, toen echter het bier werd geserveerd waren wij als laatste en kregen we lauw bier. Gelukkig zei de ober dat en konden we nee zeggen. Tien minuten later kwam hij nogmaals, maar nu met twee geopende flessen bier. Die waren lauw, en die hebben we dus teruggegeven. Daar was de ober niet blij mee. We hebben eigenlijk wel gelachen, zeker ook toen Bart en Piet de gekochte rijstwijn gingen halen en die door iedereen soldaat gemaakt werd. Piet heeft door de slechte matras maar drie uur geslapen, hier moeten we dus wat aan doen, we zijn nog twee nachten hier.

Woensdag 20 juli

Het ontbijt was om 07.15 uur, we gaan wandelen. Onze eerste echte wandeling voerde ons eerst door de sawa’s waar het landelijke tafereel erg wel heel idyllisch was, maar ook toonde dat het voor de bevolking keihard werken was. Je zou dat overigens niet zeggen, ze stonden goedgehumeurd hun werk in de modder van de velden te doen. Het laatste stuk van de wandeling ging door meerdere dorpen, maar ook door vele tabaksvelden. Ook daar liggen walletjes tussen en hoewel ik bang was geweest in een sawa terecht te komen door de glibberige walletjes gebeurde de val uiteindelijk op een droog stuk. Het viel allemaal best mee, een klein valletje van een klein walletje.Tabaksvelden zijn ook goede plasplaatsen als er een waterstop wordt gehouden. Je moet zeker voldoende drinken met als logisch gevolg dat je ook veel moet plassen, toch??.In de dorpen werden we hartelijk onthaald door de vele blaffende honden, roepende kinderen en zwaaiende mensen. Bij het laatste dorpje stond de bus weer op ons te wachten die ons naar het weversdorpje Pringgasela bracht. Daar hebben we eerst geluncht en daarna een rondleiding gekregen. We hebben uitleg gekregen over alle facetten van het weven, compleet met het verven en anders prepareren van de draden waarmee geweven werd. Het weven kan heel ingewikkeld zijn, met gecompliceerde patronen, maar ook simpel recht-toe-recht-aan. We kregen ook uitleg over de verschillende weeftechnieken en over de manier waarop het dorp was opgezet. Zij zijn een corporatie, eerst nog met inmenging van de lokale overheid.

Die hebben ze op een gegeven moment eruit gewerkt, daar was alleen maar last van corruptie. De opbrengsten van de wevers zijn dus voor de corporatie waarvan iedereen lid is. Zij bieden een redelijke prijs voor het geweven werk en een wever kan dus zelf bepalen hoeveel hij of zij wil verdienen, dat is namelijk afhankelijk van de hoeveelheid en de complexiteit van de geweven stof die aangeboden wordt.Ook Unicef heeft een beetje meegeholpen om het dorp in de lift te krijgen, zij hebben een aantal waterputten gefinancierd, zodat de leefomstandigheden nog wat beter werden.Na de rondleiding kregen we nog een kop koffie koffie en werd het winkeltje geopend. Ze hebben best mooie spullen, maar ik weet echt niet wat ik ermee moet doen.Daarna gingen we met de bus terug naar het hotel. Na even opgefrist te hebben zijn we lekker richting dorp gelopen, we hadden geen zin om weer in het hotel te eten. Met de Planet in de hand liepen we lekker aan en kwamen we langs een restaurantje met de naam Pondok, We waren de enigen, maar hebben lekker zitten kletsen met de ober. Hij vertelde dat er een aantal hotelletjes niet meer bestonden. We hebben ze aangetekend zodat we ze kunnen doorgeven aan de redactie van Lonely Planet.We hebben een heerlijke chickencurry gegeten, lekker op ons gemak.Terug in het hotel hebben we eerst in het restaurant aan een aparte tafel de rest van de ansichtkaarten en het dagboek geschreven. Daarna hebben we ons aangesloten bij de groep aan de lange tafel en hebben nog wat met elkaar gedronken. We zijn zowaar tot wel half twaalf “doorgezakt” met Ron en Ans.

Donderdag 21 juli

We hebben weer op dezelfde tijd als gisteren ontbeten. We gaan een tweede wandeling maken in de omgeving van Tetebatu. Ook nu weer gingen we naar de sawa’s, onderweg kregen we uitleg over allerlei kruiden en bomen. De grap is dat als je ze ook echt ziet, en de gids de vruchten en zo ook plukt, het toch verrassend is hoe kruiden en specerijen groeien. Na de rijstvelden kwamen we natuurlijk ook weer langs en door dorpjes. Daar kregen we dezelfde hartelijke ontvangst als de vorige dag. Het blijft leuk om door de plaatselijke bevolking te worden aangesproken.Een van de doelen van de wandeling was ook een grote waterval in een park Toen we in het park aankwamen moesten we nog ongeveer een half uurtje lopen. Ergens halverwege zag Piet nog een aap ver weg in een boom. Eerst was de aap alleen maar te horen en het duurde dus even voordat hij gevonden was. We hebben hem maar even gezien, maar het was wel een mooie, een mannetje met stukken zilver in zijn vel, dus waarschijnlijk niet zo heel jong meer. Nadat we verder liepen door het park kwamen we bij het einddoel van deze wandeling: een grote waterval. Daar ben ik uiteindelijk niet helemaal naar toe geklommen, het was mij te veel klimmen voor iets waar ik (en de rest van de groep) toch alleen maar zouden kijken. Ik vond dat kijken vanaf een afstandje ook wel kon, dus bespaarde mezelf een waarschijnlijke val vanaf de rotsen. Na de terugtocht naar de bus, deze keer zonder de aap zijn we in ons eigen hotel gaan eten. De lunch werd gevolgd door een korte rustpauze (het is toch een relaxte reis).

Daarna gingen we met de groep naar een dorpje wat verder op om traditionele dansen te kijken. De dansen werden uitgevoerd door mensen uit het dorp in een klein theater. We werden ontvangen met muziek, maar wat zeker heel speciaal was was dat het hele dorp uitliep om ook te kijken. Wij waren dus niet het enige publiek, hoewel we wel de enige toeristen waren, het werd dus speciaal voor ons opgevoerd. De uitvoering was prima, we kregen uitleg bij de verschillende dansen en je kon zien dat de dansers er veel plezier in hadden. Natuurlijk “mochten” wij op het laatst ook weer meedoen, Piet met plezier, hij had tenminste nogal wat succes. Uiteindelijk was het natuurlijk wel leuk. Toen de voorstelling was afgelopen heeft Tini de plaatselijke kleintjes nog vermaakt met een bellenblaas.Onderweg naar het hotel hebben we ons in het dorp laten afzetten, we wilden weer graag samen eten. Voor het eten hebben we eerst nog een tabaksrokerij bezocht, daar kwamen we tijdens onze wandeling langs en ik vond het wel een goed idee om eens te gaan kijken hoe dat nou werkt. We mochten ook foto’s maken en zoals overal vonden de mensen hun eigen foto wel erg grappig. Handig om contact te leggen, zo’n digitale camera.Toen we een leuk restaurantje gevonden hadden zijn we daar maar neergestreken, ondanks dat er niemand zat. Het was een goede tip uit de Planet, dus we zouden het wel zien. Als eerste vroegen we natuurlijk om een koud biertje en dat werd dan ook geregeld. Eerst vertrok er een man op een motor. Hij kwam terug met een doos Bintang op de tank en deed niet zo moeilijk, hij reed gewoon het restaurant in. Met schrik zagen we dat het een volle doos en dus waarschijnlijk niet koud was, maar hij zei ons geen zorgen te maken, het zou allemaal goed komen, en weg was hij weer. Toen hij terugkwam had hij een krat Bintang bij zich, maar deze bleken wel koud te zijn, dus uiteindelijk was het allemaal prima. Een poosje later kwamen er nog drie stelletje binnen uit Tsjechië. Zij vertelden dat dit het beste restaurant was van het dorp, we hadden dus niet verkeerd gekozen. Later kwam er nog een stel binnen, we dachten Engelsen, maar konden het niet echt verstaan en ze waren gaan zitten alsof ze geen contact wilden, dus hebben we dat ook maar niet geprobeerd. We hebben heerlijk gegeten.Na het afreken van weer een wereldbedrag zijn we teruggewandeld naar het hotel. Onderweg was het erg donker, ze hadden daar niks met lantaarnpalen.Aangekomen in het hotel hebben we de totale rekening betaald. Na controle bleken er ook nog de lauwe biertjes op gestaan die we hadden teruggegeven. Toen ik dat zag heb ik alle bonnetjes gecontroleerd en bleken er vier bier en een cola teveel op te staan. We deden nog een paar afzakkertje en lagen op tijd in bed, voor elf uur dus. De volgende dag moesten we om half zes op, misschien wordt het nog wel wat.

Vrijdag 22 juli

We zijn alweer een week onderweg en we voelen ons natuurlijk weer erg thuis. Om zeven uur zijn we vertrokken naar de havenplaats van Lombok om daar de oversteek te maken naar Sumbawa. Compleet met bus gingen we naar de overkant. De boottocht was lekker ontspannen, een bakkie koffie aan boord en lekker in het zonnetje zitten lezen, sommige mensen werden zelfs gemasseerd. Het ging allemaal erg voorspoedig totdat het er op leek dat onze boot, met de wal van Sumbawa al weer in zicht, recht op een andere veerboot voer. Toen schoot er wel even door me heen dat er in deze regio van de wereld toch wel veel ongelukken gebeuren met veerboten en vroeg ik me af of ik dat hele eind wel zou kunnen zwemmen. Ik zag Piet nergens en vroeg me af of ik hem niet moest gaan zoeken, maar kon alleen maar naar de vaarrichting kijken. Gelukkig ging het alleen maar om een overstapje van enkele passagiers (Piet stond op een benedendek en zag dat allemaal al aankomen). Toen we er bijna waren heb ik wat water gekocht en de koffie van vanmorgen afgerekend, die hadden ze niet afgerekend omdat ze niet terug konden van 10.000 Rp.Na aankomst reden we gelijk door naar onze eindbestemming hotel Kencana Beach een paar kilometer buiten Sumbawa Besar, onderweg stopten we bij een wegrestaurant voor Soto Ayam (kippensoep met rijst) en cola. Toen ze eenmaal de fans hadden aangezet waren de vliegen snel weg van de tafels. Het eten smaakte prima, maar duurde wel even, ondanks dat Bart de keuze een beetje had beperkt in verband met de kook- en serveertijd. Daarna verder naar het centrum van Sumbawa Besar waar we wat tijd hadden voor wat bananen, kaarten posten en internetten. Toen iedereen weer keurig op tijd terug was bij de bus zijn we naar ons hotel gegaan. Het was toch wat verder uit de stad als we hadden gehoopt, uiteindelijk bleek het bijna 15 kilometer te zijn, niet te doen om er de volgende dag lekker naar toe te lopen dus. Aangekomen in het hotel bleek het erg mooi te zijn, met voor ieder een eigen bungalowtje op palen. Het hotel is ook voorzien van een mooi restaurant en stuk strand, het is ook erg schoon, elke dag wordt alles geveegd inclusief het gras. De bungalows zijn heel erg mooi ingericht, maar helaas maar één knop op de douche. Het went, maar is nog steeds niet erg lekker. In het restaurant hebben we lekker gegeten. Om half elf gingen we naar richting bed, zoals gewoonlijk in deze vakantie als laatste. We hebben zeer goed geslapen.

Zaterdag 23 juli

We hebben lekker uitgeslapen tot acht uur en daarna op ons gemak gegeten met Gert en Debbie. Daarna gingen we het grote avontuur in: naar de stad met het openbaar vervoer. Het eerste stukje viel mee: een klein stukje lopen naar de weg, dat kon dus niet mis.Mijn ervaring met het openbaar vervoer in Nederland deed ons besluiten de eerste beste bus te nemen die langs kwam. Bij het instappen werden we al vriendelijk ontvangen en afrekenen hoefde pas toen we zo ongeveer uitstapten. De zitplaatsen waren een klein bankje en een autoband die op de grond lag, maar dat mocht de pret niet drukken. We werden naar het centrale busstation gebracht en er daar uitgedirigeerd. Daar waren voldoende mensen die ons wilden helpen, maar toch duurde het nog een paar minuutjes tot er iemand was die ons kon verstaan en dus begreep wat we wilden. Toen ging het vrij snel, we werden naar een bemo (geel busje) geloodst, deze zou ons naar het centrum brengen. het busstation lag namelijk nog een kilometer of vijf uit het centrum waar we wilden zijn. De hele reis kostte voor ons tweeën wel 9.000 Rp, dus ook dat was wel om te doen, in ieder geval een stuk beter dan in Nederland waar je het drievoudige geeft voor één persoon van huis naar het centrum.Aangekomen in het centrum zijn we eerst naar het New Palace gegaan, daar mochten we niet in, het was een regeringsgebouw geworden. We hebben we de foeilelijke plastic palmbomen (groen en geel) kunnen bewonderen. Hoe verzinnen ze het.

Toen ik op het terrein van het New Palace de Indonesische naam van het Yellow House liet zien (in de Planet) was een chauffeur zo vriendelijk ons de weg te wijzen. Zelfs onderweg toen hij langs ons reed gaf hij nog aanwijzingen.Aangekomen bij het Yellow House waren er wel een paar schoolmeisjes, maar was er verder niets te zien. Terwijl we weg gingen vroeg een van de meisjes of we een rondleiding wilden, de eigenaar was net thuisgekomen. Voor een rondleiding zijn we natuurlik altijd in. De eigenaar bleek de schoonzoon van de laatste sultan te zijn en hij leidde ons vol trots rond langs al zijn schatten. Veel oude dingen vanuit het sultanspaleis, waaronder een zwaard wat de sultan van de VOC had gekregen. Maar met evenveel trots liet hij de jeugdfoto’s van zijn vrouw de prinses en van de promoties van zijn kinderen zien. We hebben er een heel plezierig uurtje doorgebracht en werden zelfs voorzien van thee met zelfgebakken koekjes. Een donatie was dan ook wel op zijn plaats.na ons bezoek zijn we naar het oude houten sultanspaleis gegaan. Het enige wat er stond was een oude houten troon, je kon wel zien dat ze met de restauratie bezig waren, maar de vraag is hoelang dat nog gaat duren.Nog even langs de markt en daar blijkt weer de waarde van een digitale camera. Je kunt iedereen die erom vraagt ook gewoon op de foto zetten.We zijn met de motortaxi naar het hotel terug gegaan. Piet probeerde nog wat van de prijs af te halen (pin, het was maar 5.000 Rp. pp). Die van mij ging lekker rustig aan, maar Piet had echt een racemonster getroffen, hij stond allang op mij te wachten toen ik bij het hotel aankwam.In het hotel geluncht en daarna nog wat gesnorkeld, lekker ontspannen dus.’s-Avonds hebben we met Angelique gegeten en heerlijk zitten kletsen, erg gezellig dus. Op tijd weer naar bed.

Zondag 24 juli

Onze eerste echt lange reisdag. We zijn om zeven uur vertrokken en hebben maar een paar dingen onderweg gedaan. Eerst wat thee gedronken in een tentje onderweg en daarna uitgestapt om door een vissersdorpje te lopen. Daar bleek de wijsheid van Bart, hij liet ons lekker gaan ook al kostte de wandeling een uur meer dan was gepland. We hebben daar dus heerlijk gelopen en ontelbare foto’s gemaakt van mensen en kleine kinderen en dieren waaronder een zeeschildpad die heel trots werd hooggehouden door een visser.

We kwamen op een gegeven moment ook bij een paar mannen die duveltjes aan het maken waren, gewoon met het handje. Eerst werden de houtjes een beetje op maat gehakt en daarna werden ze met een grote klap door een ijzeren malletje geslagen voor het juiste formaat.Door onze wandeling was de lunch natuurlijk ook een uur verlaat. Maar desalniettemin was hij prima, gewoon weer in een lokaal tentje. Voordat we op de plaats van bestemming Bima aankwamen hebben we nog een bezoek gebracht aan een zoutwinnerij.Het hotel La’mbitu was volgens de Lonely Planet het beste van de stad, en dat zal ook wel. Omdat we (denk ik) op de derde verdieping zaten hadden we alleen geen warm water. De kamer was evenwel voorzien van twee goede bedden en na vragen werden ze ook gewoon opgemaakt met schone lakens. Na het inchecken zijn we nog even gaan lopen voor iets leuks, maar de stad lijkt wel een beetje op Guayaquil in Ecuador. Groot, maar niks te beleven. We zijn met Bart en Angelique gaan eten in een wel heel erg lokaal tentje. Daar was geen bier te verkrijgen, alleen lauwe cola. Het eten was smaakvol, maar niet bijzonder, in tegenstelling tot de rekening. Die was belachelijk laag, we hebben inclusief drankjes voor nog geen twee euro pp gegeten. Aan het tafeltje naast ons kwam een moeder met kinderen en hun vriendinnen zitten ze hadden lekker gewinkeld. Zoals meiden van die leeftijd over heel de wereld zijn, zo waren zij ook: lekker kletsen.Nog een lauw afzakkertje gedaan in het hotel met Gert en Debbie en om tien uur naar bed. Morgen om half vijf op, we gaan naar de Komodo-eilanden.

Maandag 25 juli

Met de bus zijn we om zes uur vertrokken naar de haven. De rit duurde anderhalf uur, maar toen we aankwamen lag er een grotere boot als normaal geregeld is. In het onderruim waren achttien slaapplaatsen als de onderste bedden als tweepersoons werden gebruikt. Plek genoeg dus, er zijn namelijk altijd mensen die op het dek willen slapen. Op de boot zelf zijn we eerst maar eens verder op verkenning gegaan, er waren lekker twee toiletten met bij behorende douche/mandiegelegenheid, dus stinken hoefden we niet. Het enige waar wat op aan te merken was het urinoir. Piet zei dat het er aan de achterkant door een grote scheur weer net zo hard uitliep. Eerst hebben we een viertal uurtjes gevaren onder het genot van zon en een goed boek. Er werd ook prima voor ons gezorgd, er was koffie en thee en je kon ook gewoon een biertje of cola kopen. Na de eerste uurtjes varen zijn we gaan snorkelen, helaas was er al veel koraal kapot, maar er waren wel genoeg vissen en andere zeedieren zoals zee-egels te zien. Na het snorkelen stond de lunch geserveerd en zoals op de Galapagos-boot ook het geval was stonden we weer versteld hoeveel lekkers ze kunnen maken in zo’n klein keukentje als een kombuis is. Heerlijke garnalen in beslag, bami, kippenpootjes, soep en groenten, natuurlijk alles met rijst en, dit keer een heel speciale, kroepoek.

Daarna de schoenen aan en op zoek naar de Komodo-varanen, dat is toch een van de doelen van deze reis en we waren tenslotte op Komodo.Toen we aankwamen op het eiland en Bart de tickets en cameratickets had betaald werden we door een gids voorzien van informatie. Een van de opmerkingen die hij maakte was dat er een kans was dat we GEEN varanen zouden zien. Het was paartijd en dan gaan ze vaak verder de bergen in. Mooi is dat, hebben we daar nou zo lang voor gevlogen. Toch maar aan de wandel. Onderweg kwamen we wel kaketoes en herten tegen. Toen we het bijna hadden opgegeven en ik ervan overtuigd was dat we er echt geen meer zouden zien gingen de “hulp”-gidsen toch nog maar even verder kijken terwijl wij wachtten. Na best lang wachten kwam er een gil van veraf, een gids had er een gezien. Wij natuurlijk in looppas er op af, stel je voor dat hij weer weg was als wij op de plek kwamen.Aankomende zonder adem bij de plek waar onze eerste echte varaan lag zagen we hem, voorzien van een GPS-hoedje in zijn nek. (Hadden ze hem dan niet kunnen opsporen, of was het zo gewoon voor ons veel spannender gemaakt). De gids vertelde dat deze was aangebracht om ervoor te zorgen dat ze hem konden volgen wat hij zoal deed tussen april en oktober. Toen wij er waren deed hij in ieder geval niet veel, nadat we foto’s hadden gemaakt van de liggende variant, deden de gidsen hun best hem te laten bewegen en dat viel nog niet mee. Flink porren zorgde ervoor dat hij een paar passen liep, maar veel was het niet en het kwam zeker niet dreigend over. Maakte niet uit: onze eerste varaan in het “wild” was een feit. Min of meer gerustgesteld dat we er toch één hadden gezien gingen we verder op pad om via een omweg weer terug naar de steiger te gaan. Toen de derde gids riep dat hij er nog een gezien had gingen we daar weer op af. Deze was zonder GPS en dan toch wel anders, hoewel hij minder groot was. Wel moesten de gidsen hem op het “rechte pad” houden om ons de kans te geven de varaan te zien. Onderweg kwamen we er nog een tegen, ook deze keer zonder GPS, het lijkt erop alsof we de enige varaan voorzien van GPS hadden gezien, een uniek exemplaar dus.De derde varaan werd ook weer door de gidsen voor de fotografen geleid, handig want anders zie je ze echt niet zo lang.Na de beklimming van een heuvel voor een Beautiful viewing point (die gaat er nooit meer uit), kwamen we weer aan beide boot. Daar zat een klein probleempje. Omdat we zo laat waren i.v.m. onze zoektocht was het water zover gezakt dat onze boot niet meer aan de steiger kon liggen. Gelukkig weten echte kapiteins overal een oplossing voor: hij stuurde de dinky (deze maal een uitvoering met roeispanen i.p.v. een motor). Met z’n vijven tegelijk werden we naar de boot geroeid, erg spannend allemaal in de schemering.Bij terugkomst stand er natuurlijk een koud pilsje voor ons als avonturiers klaar en werd het diner kort daarop geserveerd. Weer niets op aan te merken. Nog een beetje gelezen en daarna snel het bed in gedoken.

Dinsdag 26 juli

We hebben ontbeten met bananenpannenkoeken en zijn om zeven uur al aan wal van Rinca gegaan voor een wandeling van drie uur. Toen we naar het ticketoffice liepen zei ik tegen Thoni dat ze hier nog niet hoefde op te letten, als er varanen voor de ingang waren zou niemand meer een kaartje kopen. Mis dus, er lang er een lekker in het zonnetje op te warmen lang voordat we bij de ingang waren. Bij het ticketoffice en de omliggende huisjes zelf lagen er ook nog twee, die ook weer door middel van wat porren aan het bewegen te krijgen waren. Na de gebruikelijke fotosessie van die twee kregen we uitleg van de gids, natuurlijk weer met de vermelding dat het wel eens moeilijk zou kunnen zijn om varanen te zien in verband met de paartijd.Na de uitleg gingen we wandelen. Het werd al lekker warm, het was dus maar goed dat we vroeg op pad waren gegaan. We zagen onderweg apen en buffels, maar geen varanen. Totdat we weer op de terugweg waren, het lijkt ons lot deze dagen om eerst op te moeten geven en daarna als we er niet meer op rekenen een varaan te zien. Ineens moesten we een stuk terug omdat de achterste gids wat had gezien. Natuurlijk die varaan uitgebreid op de foto gezet, stel je voor dat we er verder geen tegen komen. Bijna aan het einde van onze wandeling zagen we nog een prachtig, jong mannetje, zeer fotogeniek was hij. Na een mooie wandeling over paadjes met overweldigende vergezichten kwamen we moe, maar voldaan (waar ken ik dat toch van) op de boot terug. Een stukje gevaren tot we weer op een snorkelplek aankwamen. Deze plek was veel mooier dan de vorige, we hebben dus uitgebreid genoten. Weer overheerlijk geluncht en vervolgens nog een stuk gevaren.

Onderweg zagen we dolfijnen en heeft de kapitein er alles aan gedaan om ons in een goede positie te brengen om ze goed te kunnen zien en te kunnen fotograferen. Helaas is dat niet echt gelukt, blijkt maar weer dat je de natuur niet kunt dwingen. Na deze toch leuke ontmoeting kwamen we al snel aan op ons volgende eiland Flores voor één overnachting in Labuhan Bajo. Vanaf de haven was het nog een aardig eindje lopen, zeker het laatste stuk waarin we best wel omhoog moesten.Onderweg zagen we in ieder geval dat er voldoende restaurantjes en schoenenwinkels waren.We hadden een kamer in hotel Felix. We hadden een aardige kamer (later bleek een van de besten) met een normaal toilet en twee redelijk goede bedden. Helaas was de douche buiten werking.Koffers neergegooid en eerst maar eens op jacht naar schoenen. De rechter Lowa begint nu ook al te scheuren en kan toch niet elke keer de schoenen van Debbie lenen. De eerste winkel vond ik een paar “Adidas”-schoenen die wel pasten en die nam ik dan ook maar gelijk mee. Kosten: € 7,00, ik zie wel hoever ik ermee kom. Na deze diepte-investering zijn we naar terras Nirvana gegaan om onder het genot van wat drinken en een hapje eten te kijken naar de zonsondergang. Die laatste viel tegen, maar het bier was koud en de garnalen in knoflook uitstekend. We waren alleen niet de enige toeristen op het terras, het werd op den duur zelfs helemaal bevolkt door Nederlanders. We hebben ook nog even zitten praten met een stel van onze leeftijd. Zij deden alles zelf en met een taxi. Als ik dat zo hoorde waren zij heel wat meer geld kwijt voor de vrijheid die zij graag wilden. Op die manier komen we nergens, dan is vier weken vakantie veel te duur.Dan doen wij het maar georganiseerd, iets minder vrijheid, maar dat is natuurlijk ook wat je er zelf van maakt.Ron en Ans kwamen ook nog eten, we zijn samen terug gelopen naar het hotel. Daar hebben we nog een bakje thee gedaan op onze eigen veranda voor de kamer. De douche bleek het weer wel te doen, maar lekker warm was er niet bij, er zat maar weer één knop op.

Woensdag 27 juli

We zijn op tijd opgestaan na gewekt te worden door de onvermijdelijke imam en door een stel ruziënde Duitsers in de kamer naast ons. Na een ontbijt met één (en ik twee) bananenpannenkoeken zijn we om zeven uur vertrokken in een hagelnieuwe bus met te smalle stoeltjes. Deze zijn kennelijk gebouwd op de lichamen van Indonesische mensen, maar wij welvarende Hollanders zijn toch over het algemeen wat breder. Dat betekent dat ik dus gedurende de reizen met deze bus op anderhalve bil zit en dat is niet zo comfortabel. Toch niet zeuren, het kan altijd erger.We zijn doorgehobbeld tot aan een theestop met alleen een fotostop tussendoor. Daarna verder en nog even gestopt langs de weg waar we zoals altijd hartelijk werden ontvangen door de inwoners van het dorpje, natuurlijk weer vergezeld door heel veel kinderen.

Aangekomen in Ruteng bleek het door Bart uitgekozen restaurant voor de lunch al door een andere groep bezet te zijn. We zijn dus eerst maar gaan inchecken in hotel Dahlia. De kamer was goed, had alleen geen douche maar een mandiebak en geen warm water. Na de lunch die bestond uit de onvermijdelijke nasi goreng, maar wel aangevuld met een visje, is Piet alleen met een groot deel van de groep gaan wandelen. Ik heb deze moeten overslaan, drie uur zonder toilet is op de eerste dag van mijn menstruatie teveel gevraagd. De wandeling was over sawa’s waarbij halverwege een flink stuk glad en omhoog gelopen moest worden. Natuurlijk kwamen ze ook weer door een dorpje met veel kinderen en lachende en groetende mensen. Wat opviel was dat er wel steeds meer kerkjes te zien waren i.p.v. moskeeën.Toen Piet aan het wandelen was ging ik toch maar eens informeren of er geen mogelijkheid was voor warm water.Na een kort poosje kwam er een meisje met een emmer heerlijk heet water. Ik ben me dus ook gelijk maar gaan mandiën. Verder heb ik alleen maar wat gelezen en een kopje thee gezet.. Volgende keer kan ik gelukkig weer mee.Toen Piet terug kwam heb ik ook voor hem warm water geregeld, daarna zijn we naar de supermarkt gegaan. Morgen krijgen we een lunchbox mee en daar zit vast geen brood in. In de supermarkt kochten we wat koekjes en de laatste twee koude blikjes Bintang. Deze hebben we na het shoppen eerst maar eens lekker op het zitje voor onze kamer opgedronken. Daarna zijn we na een korte wandeling door het dorp terecht gekomen bij het restaurant Bamboo Den. Niet het meest sfeervolle restaurant, een grote ruimte met alleen maar TL-licht en tafels met plastic tafelkleedjes. Piet nam frietjes die wel erg vet waren, mijn bami goreng was prima. We hadden beide ook kip genomen, maar die was wel heel erg mager. Samen met het bier was het nog geen € 6,00, dus wat wil je nou eigenlijk, zeker wetende dat de drank meer dan de helft van de rekening was. Misschien moeten we aan de fris, dan houden we waarschijnlijk nog geld over.Voor de zoveelste keer op tijd naar bed, ik lag er om kwart voor tien in.

Donderdag 28 juli

Ik heb uitgeslapen tot half zeven, toen werd ik wakker. Niet door de wekker of een imam, maar gewoon omdat ik genoeg geslapen had. Piet lag nog lekker te ronken, dus ik ben maar wat gaan schrijven. Na het pakken van de tassen gingen we naar het ontbijt dat deze keer inbegrepen was in de prijs van het hotel. Dat was ook te merken, het ontbijt bestand uit één klein broodje met jam per persoon en wat koffie en thee. Christ ging nog even wat brood bijhalen, maar ook dat leek wel teveel gevraagd te zijn, hoewel het uiteindelijk wel lukte. Noem het maar een continental breakfast en denk maar aan Londen.Bij het inladen van al de bagage keek de chauffeur wel wat bedenkelijk, maar na heel wat passen en meten paste het dan toch. Deze dag konden we wat rustiger aan doen, de afstand was veel kleiner dan de vorige dag, ongeveer de helft. Bovendien hadden we de vorige dag de tijdsdruk omdat er nog een wandeling gepland stond. Lekker relaxed dus, met een fotostop bij sawa’s (alweer??) en een theestop waar de jeugd nog een potje ging voetballen. Natuurlijk stalen de meiden de show weer, meisjes, blond en dan ook nog een aardig potje kunnen voetballen.Voor de lunch bezochten we ook nog een klein dorpje waar ze in een klein fabriekje kokosolie produceerden. Erg leuk om te zien, maar wel heel bewerkelijk.Ons lunchpakket, lekkere nasi met kip en kroepoek, aten we op aan het strand waar we ook nog even de tijd hadden om te wandelen. Er kwam op de terugweg van de wandeling net nog een bootje aan land en gezamenlijk hebben we zijn vangst bewonderd.Na de lunch onderweg nog een fotostop voor vergezichten op de bergen en door naar hotel Edelweiss in Bajawa. Het hotel is niet overdreven luxe en we hebben zeker niet de beste kamer, maar het zal wel goed komen. Na de was te hebben afgegeven zijn we wat gaan wandelen. Het lijkt wat meer stad als waar we tot nu toe op Flores waren geweest. Er is een redelijk grote markt en ze hebben ook nogal wat winkels, waaronder die voor schoenen. Ik had in Labuhan Bajo wel die mooie Adidassen gekocht, maar die waren zo hard plastic dat ik er waarschijnlijk nog geen half uur op kon lopen, laat staan een hele wandeling. Morgen na de wandeling nog maar eens kijken of ik een ander paar kan vinden. Voorlopig leen ik de sneakers van Debbie.Na onze rondgang door het dorp zijn we samen gaan eten bij Camelia’s, een restaurant naast ons hotel. Het eten was prima, de Bintang lekker koud. Zoals deze hele vakantie al het geval is lagen we weer ruim voor onze normale vakantietijd in bed.

Vrijdag 29 juli

Op tijd opgestaan, het ontbijt werd om half zeven geserveerd. Heerlijk met bananenpannenkoeken en een chocolade broodje. Om kwart over zeven gingen we met een truck naar de startplaats van de wandeling. In die truck komen viel nog niet mee, in ieder geval niet voor mij. Het ontbreekt me kennelijk toch aan lenigheid, en misschien ben ik “iets” te zwaar. Toen we net aan het rijden waren was er alweer een fotostop, volgens mij had de gids het idee om ons te leren hoe we het best konden uit- en instappen. Toch bleef ik , met nog een paar anderen, maar even zitten, ik moest nog bijkomen van de eerste keer. Bij de tweede stop ben ik er dan toch ook maar uitgegaan, je kunt niet steeds blijven zitten. De gids ging ook veel uitleggen. Hij was (en is) wel heel erg druk en aanwezig, maar kan ook veel vertellen over dat wat we allemaal zien. Na weer een stukje hobbelen over de extreem slechte weg kwamen we aan bij een dorpje waar cacaobonen en vanille werd gedroogd, gewoon op matten langs de weg.


Na de nodige uitleg gingen we weer een stukje rijden totdat we bij het Bena aankwamen, het eerste dorp dat wij zouden bezoeken waar ze aan voorouderverering deden. Het was erg indrukwekkend allemaal, hoewel het wel een beetje op Volendam leek. Kunstmatig zo gehouden dus. Aan de andere kant zorgt het er wel voor dat deze cultuur blijft bestaan, zoals ook in Volendam het geval is. Als dit niet speciaal voor toeristen in stand werd gehouden zouden de mensen stenen huizen bouwen met schotelantennes en zouden ze de voorouderhuisjes afbreken om op die plaats een speeltuin of iets dergelijks te maken. Met uitzicht op het dorp vertelde de gids over voorouderverering en de speciale verhalen over dit dorp. We hebben lekker op ons gemak kunnen rondkijken, sommigen kochten ook nog een sjaal die door de vrouwen daar op de veranda’s geweven werd. Na een kleine donatie in de bekende box zijn we verder gaan wandelen.Zoals altijd liep ik achteraan en heb lekker lopen kletsen met Bart over van alles en nog wat. Door dat kletsen dachten we even dat we een afslag gemist hadden toen er iemand vanuit het dal begon te schreeuwen. Toch hadden we niet het idee dat we verkeerd waren gelopen, we hadden niet eens een tweesplitsing gezien. Net toen we bedacht hadden dat we er toch wel zouden komen, ondanks een ander paadje, zagen we de groep voor ons.Verder wandelend kwamen we langs een enkel huisje in “the middle of nowhere”. Daar woonde een gezin met oma,opa, papa, mama en één kindje. We werden onthaald met verse kokosmelk, gedronken met “junglerietjes” gemaakt van jonge bamboestokjes. De vader moest nog wel even in de boom klimmen. Hij legde ook nog uit hoe hij zwaarden maakte, met een eigen gemaakte blaasbalg, een best ingenieus systeem. Je snapt alleen niet dat mensen zo willen wonen, maar dat ligt waarschijnlijk meer bij mij dan bij de personen die het echt zo doen.Na een verdere korte wandeling kwamen we aan in het tweede dorpje van die dag. Vlak voor het dorp zagen we al dat er wat gaande was, er was een heel aantal dames bezig met het uitgraven van grond en die te verplaatsen naar het dorp. Ze waren een huis aan het bouwen, het hele dorp hielp mee. Na de uitleg van de gids, die deze keer wel erg lang duurde en bijna slaapverwekkend was zijn we gaan rondlopen. De heren hebben ook nog meegeholpen met het omhoog hijsen van de voorgevel van het huis in aanbouw. Waarschijnlijk zou het wel goed komen. Het traditionele varken was al geslacht, het hart gelezen en ze waren al bezig om het in stukjes te snijden. Sommige culturen hebben voor ons vreemde gewoontes, maar dat is nou juist de lol van reizen en andere dingen ontdekken. Na het bezoek en het helpen met bouwen gingen we verder in de afdaling. Ik kreeg het voor mekaar om op de laatste vijftig meter een duik te maken en weer een gat in mijn broek te vallen. Dat is de tweede al die deze vakantie kapot gaat, zo gaat het wel hard. Ik besloot op Bali maar eens te gaan kijken voor vervanging, op dit eiland was toch niets te vinden.Terug in het hotel heb ik maar eens warm water gevraagd, misschien werkt dat hier ook zo. (later blijkt dat je dat steeds moet betalen). Tijdens het wachten op het warme water hebben we lekker wat soep en chips gesnackt. Toen het warme water er was hebben we lekker gemandied, warm water is toch wel prettig.Als eerste maar op jacht naar nieuwe schoenen. Die vond ik in een winkeltje dat bijna ging sluiten. Natuurlijk wilden ze mij nog wel helpen.Na wat uitzoeken en passen mocht ik weer € 9,00 neerleggen voor de tweede poging om schoenen te kopen die me verder zouden kunnen helpen. (met dank aan LOWA).Na deze wereldaankoop zijn we bij restaurant Lucas een biertje gaan drinken. Toen we daar aankwamen vertelde de vriend van de serveerster dat ze erge hoofdpijn had. Ik gaf ze twee Panadol en was de rest van de tijd verzekerd van koud bier, ze hielden het speciaal voor ons achter toen het wat drukker werd. Toen Gert en Debbie langs kwamen hebben we ze nog getrakteerd op een koud biertje voor bewezen diensten, ik was erg blij met haar schoenen geweest.Daarna kip met frietjes gegeten en om half tien lagen we weer in bed.

Zaterdag 30 juli

Alweer uitgeslapen wakker geworden. Wel door de altijd aanwezige hanen, maar we hebben lekker nog doorgedoezeld tot zeven uur. De was opgehaald en lekker ontbeten met boerenomelet en toast, aan het ontbijt mankeert helemaal niets. Ik heb de Adidassen maar aan de eigenaresse van het hotel gegeven, misschien kan zij er iemand mee blij maken. Om half negen vertrokken we voor een reisdag. Bart had gezegd onze badpakken aan te doen, we zouden onderweg stoppen bij warmwaterbronnen met de naam Soa.

Ondanks de rare naam hebben we daar heerlijk genoten, wel anderhalf uur lang. Alleen jammer dat we de onderwatercamera niet bij ons hadden. Zoals in Israël hadden we hier ook mooie plaatjes kunnen maken zonder dat we bang waren dat er iets met de camera zou gebeuren.Na een bakje thee en een zoete aardappel zijn we verder gegaan. Nog één stop voor de lunch in een wegrestaurant en daarna nog anderhalf uur hobbelen naar Riung. Na inchecken in hotel Pondok blijkt het een aardig hotel te zijn, alleen het restaurant is niet zo gezellig, maar ook daar komen we wel overheen. We zijn gelijk met Gert & Debbie en Ron & Ans op zoek gegaan naar een kroeg, maar dat viel niet mee. Uiteindelijk zijn we wel ergens terecht gekomen. Een klein restaurantje met terras, ergens afgelegen. Ze zeiden koud bier te hebben, maar de temperatuur was niet helemaal geweldig. De prijs was Rp. 15.000,00, dus nog niet eens zo goedkoop, maar we zaten gezellig, dus niet zeuren. We namen nog twee (net zo lauwe) biertjes mee vanuit een winkeltje die we in het hotel op de veranda met z’n zessen hebben opgedronken. We hebben gezamenlijk gegeten, vergezeld van nog een groep, in het restaurant van het hotel.

Zondag 31 juli

We werden weer vroeg wakker na een warme nacht onder onze badstof deken.Om half acht werd het ontbijt geserveerd, zoete broodjes met jam en een hardgekookt ei. Het houdt niet over, maar is wel voldoende. Om acht uur gingen we lopen naar de haven. Onderweg zagen we nog mensen een grafsteen metselen in hun achtertuin, dat is hier zo de gewoonte. Mijn idee zou het niet zijn, maar zoals altijd is ’s-lands wijs ’s-lands eer.

Verder naar de boot om eerst maar eens een blik te werpen op een kolonie vliegende honden. Het waren er echt honderdduizenden. Erg indrukwekkend, Piet kon best wel mooie foto’s maken, ook al lagen we als verste boot.Daarna gingen we verder naar ons bounty eiland waar we een luie dag zouden doorbrengen. Het was een leuke tocht met vier boten, teveel in een boot mocht niet in verband met het gewicht. Toen we aan land gingen kwam een van de bootsmannen al met drie grote vissen aanlopen die hij maar eens gelijk op de BBQ gooide. Lekker voor de lunch dus, goed dat we geen hekel hebben aan vis. We zijn gelijk gaan snorkelen nadat we een stuk naar een andere kant waren gelopen. Toen we daar het water in gingen viel het eigenlijk een beetje tegen. Wel veel zeegras en een soort zeesterren, maar verder niet veel. Gelukkig werd het hoe verder we kwamen ook steeds mooier en op een gegeven moment kwamen we op een plek recht voor de landingsplaats waar het wel heel erg mooi was. Daar hebben we heel wat tijd in het water doorgebracht. Na het snorkelen was het vervelend: een kleurtje doen, een beetje lezen en uitgebreid lunchen met de gebarbecuede vis en alle andere lekkere dingen die de bootsmannen hadden meegebracht. Toen de lunch was verorberd vroeg Bart of er mensen waren die interesse hadden om een stukje verder op zee nog te gaan snorkelen, daar zeggen wij natuurlijk geen nee tegen, dus weer op pad. Deze keer met drie boten, er bleven een aantal mensen achter op het strand.De plek waar we naar toe gingen had heel mooi koraal en ook veel meer vissen dan de vorige plekjes. Op een gegeven moment zagen we grote sprieten uit een kleine grot komen, maar we konden niet zien wat het eigenlijk was. We zagen Ron en vroegen of hij eens wilde kijken, hij had vinnen en kon dus gemakkelijker onder water komen. Maar ook hij kreeg er geen zicht op en ineens waren ook de sprieten weg. Wat we wel hebben gezien is een trompetvis van zeker 1 meter en veel kogelvissen. Erg mooi dus allemaal. Een half uurtje na onze snorkeltocht op volle zee zijn we met de boten teruggegaan naar het hotel. Toen we aankwamen was een van de bootsjongens zo handig om de punterstok zonder te kijken te pakken. Ik zat kennelijk op het verkeerde plekje want ik kreeg de achterkant recht op mijn neus. Het was goed dat ik mijn lenzen in had, mijn bril was waarschijnlijk dwars door mijn neus gegaan.Na aankomst in het hotel was er eerst gebak voor de jarige Tini. Daarna namen we lekker een pilsje op de veranda. We hebben samen in het hotel gegeten, de anderen gingen allemaal naar hetzelfde restaurantje. Voor ons hadden ze speciaal de tafel gedekt met tweepersoonsporties. Naast ons kwam ook een Nederlands stel, zij waren 58 dagen onderweg en volgden precies onze route.

Maandag 1 augustus

Een reisdag, we gingen na een goed ontbijt onderweg naar het nonnenklooster waar we zouden gaan slapen. De weg was verschrikkelijk, maar gelukkig hebben we een heel goeie chauffeur. We zijn voor koffie en thee gestopt bij een heel erg shabby tentje, zelfs Bart zei dat er niet veel slechtere waren. Daar dronken wij thee, die is toch altijd goed doorgekookt denken we dan maar. Aan de overkant kocht ik nog wat bananen en mandarijntjes. Na de thee zijn we verder gegaan en zijn nog gestopt bij een strand vol met mooie kleuren kiezels. Ze werden daar zelfs verzameld en gesorteerd om te worden geëxporteerd. Ze werden vooral verwerkt in dure Italiaanse vloeren. Later dan verwacht kwamen we aan in Ende. Daar hebben we met zeven personen gegeten bij het plaatselijke Chinese restaurant. het was weliswaar weer nasi en mie, maar toch erg lekker. Na het eten gingen we nog even over de markt. Daar zagen we niets leuks om mee te nemen, maar even verder was de groenten- en vismarkt en die was wel leuk. Daar zagen we dat een Indonesiër voor een redelijk grote vis toch maar Rp. 10.000,00 betaalt, dat is dus ongeveer € 1,00. Een koopje, je kon er gemakkelijk met een gezin van eten.Op de terugweg naar de bus hebben we nog met een oud KNIL-militair gesproken.Terug de bus in en nog een uurtje rijden naar Detusoko voor onze overnachting in het Wisma Franciskus klooster. We werden ontvangen met koffie en thee die we maar op ons gemak hebben opgedronken. Het was toch al te donker om naar buiten te gaan, bovendien had het net geregend. Na de thee gingen we naar onze kamers, die zijn heel erg basic. Er is geen toilet of douche op de kamer, maar een gezamenlijke faciliteit, natuurlijk weer zonder warm water. Voor een nacht prima, maar liever niet meer. De bedden waren ook keihard, maar wel voorzien van een klamboe. Ik heb heel even gelegen, was ineens bekaf. Daarna zijn we gaan eten, dat was weer wel prima. Een buffet, niet uitgebreid, maar wel voldoende. Na het eten werden zang en dans opgevoerd door de kinderen van het weeshuis dat aan het klooster was verbonden. Snel onder de wol, morgen (of eigenlijk vannacht) loopt de wekker af.

Dinsdag 2 augustus

Om 02.15 uur (ja,ja we gaan wat doen) liep de wekker af voor wat een enerverende dag zou worden. Met koffie/thee en wat koekjes eerst maar eens iets kleins naar binnen gewerkt. Daarna met ontbijtpakketjes gewapend zijn we op weg gegaan (het eerste lange stuk met de bus) naar de Kelimutu vulkaan.

Daar aangekomen zijn we in het donker gaan lopen en hebben we er twintig minuten over gedaan om bij de top te komen. Zwaar was de wandeling zeker niet, het laatste stukje ging met trappen omhoog, dus dat was op tijd rusten, maar verder was er niets aan de hand.Boven aangekomen hebben we even moeten wachten op de zonsopgang, maar dat ging prima onder het genot van een glas thee die door de verkopers mee naar boven was gebracht. De zonsopgang was erg mooi, maar zeker ook het uitzicht op de kratermeren, een groen, een bruin en een zwart. Die laatste was steeds omhuld door mist, daar hebben we het langst op staan wachten, en uiteindelijk niet echt zonder mist gezien. Helaas was Bart zijn fototoestel in allerlei verwarrende toestanden vergeten, dat lag nog beneden in de bus. We hebben later maar een aantal foto’s op CD gezet en die aan hem gegeven.Toen we weer beneden waren hebben we ons ontbijt opgegeten, dat was erg karig een witten boterham met kaas en een met jam. Gelukkig zat er ook nog een hardgekookt eitje bij, dus was het toch weer voldoende. Verder met de bus voordat we een wandeling van een uurtje gingen maken. Het tempo lag weer behoorlijk hoog, dus gingen we rusten bij een waterval om niet al te vroeg op de plaats van bestemming te zijn. Dat hadden we beter niet kunnen doen, Bart en Tini zijn daar gemeen gestoken door een grote soort wesp. Na de wandeling hebben we geluncht in Moni, allemaal nasi goreng met een drankje. We zaten lekker op het terras en bestelden een biertje. Het was net geen record, het was “al” 10.20 en het is wel eens vroeger geweest. Roel bestelde een arak-cola, maar dat was meer andersom. Het leek wel thee, zo licht was hij van de arak. Na de lunch doorgehobbeld over een zeer slechte weg, hier op Flores is het allemaal niet zo goed, maar ook dat hoort erbij.Om half drie kwamen we aan in ons hotel in Maumere, een half uurtje eerder dan het schema. Daar hoorde Bart tijdens het wachten op de kamers dat de vlucht die wij de volgende dag naar Bali zouden hebben niet zou doorgaan. Toen heeft hij maar geregeld dat we diezelfde dag nog konden vliegen. Dat betekende dus het welkomstdrankje doorslikken en weer terug de bus in naar het vliegveld. Toch konden de mensen van het hotel ons nog vriendelijk uitzwaaien. Waarschijnlijk krijgen zij hun geld toch en maken ze dit wel vaker mee.Aangekomen op het vliegveldje was nog niet helemaal duidelijk hoe laat we zouden vertrekken, om vier uur of om vijf uur. Het werd vijf uur en met een propellervliegtuig, een Fokker Friendship 27, “maar” 35 jaar oud. Toen Bart dat hoorde werd hij helemaal blij en hij sleepte ons mee in zijn enthousiasme. Helaas duurde de vlucht daardoor wel anderhalf uur langer, maar dat mocht de pret allemaal niet drukken.Zeker niet toen we hoorden dat er ook een groep al drie dagen had gewacht op een vlucht naar Bali. We kregen toch nog een lichte maaltijd aan boord, nog even wat geslapen en de tijd vliegt om.Op Bali werden we opgewacht door de reisagent die ons in een koele grote bus naar ons hotel Swastika Bungalows bracht. Hier blijven we drie nachten en het is geweldig. Grote kamer met twee supergrote bedden, airco, ligbad en bloedheet water. Na opgefrist te zijn gingen we lekker eten bij een tentje in de buurt. Hier is weer leven, dus het werd vanzelf later, ondanks het vroege opstaan en de vermoeiende dag. Lekker garnalen en pepersteak met frietjes.Om half twaalf lagen we in bed, later als normaal op deze vakantie.

Woensdag 3 augustus

Uitgeslapen tot wel zeven uur, vroeg opstaan went kennelijk. Eerst maar eens lekker gesukkeld en wat gelezen op de veranda. Om negen uur zijn we gaan ontbijten, dat was inbegrepen en goed. Daarna hebben we eerst maar eens een privé-taxi geregeld voor de volgende dag, we gaan dan een klein rondje Bali doen, dus toch wat cultuur snuiven. Daarna hebben we heerlijk ontspannen rondgelopen, ik moest tenslotte nog wat broeken kopen. Eerst dus maar naar de zogenaamde kunstmarkt, waar ze dus echt alleen maar souvenirs en kleding verkopen. Toen we op dat plein aankwamen werd ik door een Balinese vrouw verzocht om naar Shop number one te gaan. Ik vond dat ik dat zelf wel kon bepalen, maar ze bleef ons maar achtervolgen. Zelfs toen ik broeken aan het kopen was bleef ze zeuren, dus voor mij reden om daar helemaal niet naar toe te gaan. Nadat ik alles had gekocht en het plein weer verliet vertelde ze me dat dit niet de gewoonte was op Bali. Toen ik ze terugzei dat ik zelf wel uitmaak waar ik mijn geld uitgeef vertelde ze me doodleuk dat ik dat dan maar in mijn eigen land moest doen, maar hier me had aan te passen aan de gewoonten van Bali. Toen heb ik maar geen antwoord meer gegeven, ik was het aardig beu. Zelfs toen bij het verlaten van het plein een man van een drankenkiosk wat tegen me zei begon ze tegen die man op ons te foeteren. Toen zijn we er maar hartelijk om gaan lachen, het is tenslotte grappig als je ziet hoe mensen zich druk maken en vervolgens het tegendeel bereiken.Als pauze koffie gedronken bij de Mango Bar en weer verder gelopen. Geluncht hebben we bij een restaurant waar we ook ’s-avonds wilden gaan eten, Piet had een heerlijke sweet and sour soep en ik een voortreffelijke salade. Weer verder op pad, totdat we Leon en Fokko zagen in een supermarkt. Zij waren bezig een CD te branden, samen met Roel en Trudy. Dat leek ons ook wel een goed idee, het leek er op dat we niet voldoende geheugencapaciteit bij ons zouden hebben. Dus hebben we een paar CD-tjes gebrand om wat ruimte te kunnen maken als dat nodig mocht blijken. Tijdens het wachten kocht ik een Fanta. Bij het openmaken daarvan zag ik een kippenveertje, dus dat blikje gaf ik maar terug. Ook voor Bart hebben we toen een CD gebrand, hij had tenslotte geen foto’s van de zonsopgang en de kratermeren van de Kelimutu vulkaan. We hebben ook in de tussentijd het fotorolletje uit het onderwatertoestel laten ontwikkelen. Dat was zoals Piet al had voorspelt niet veel, doordat we geen vinnen hadden kon hij niet dichtbij genoeg komen.We hebben koffie en iced koffie gedronken in weer een andere tent, we zijn nog steeds op zoek naar lekkere tentjes. Daar was het niet veel, dus we besloten om naar andere kant van de straat te gaan om eens te kijken of het bij Lotus Pond wat was. Dat was het, maar de prijzen lagen wel een heel stuk hoger. Eigenlijk mag dat ook wel eens, na al die shabby en simpele tentjes.. het biertje was lekker, gekoeld in een wijnkoeler bij de tafel en twee keer zo duur als normaal, maar wel met liefde ingeschonken. Na al dat gesjouw (we waren wel vier keer de hoofdstraat op en neer gelopen) gingen we terug naar het hotel voor een heerlijk warm bad. De was werd in de tussentijd ook nog gebracht, het kwam dus allemaal in orde. Daarna zijn we, ik in mijn nieuwe broek, gaan eten bij Lotus Pond. Dat liep wat kosten betreft aardig uit de hand. Cocktail vooraf, flesje wijn en een borrel bij de koffie is hier niet goedkoop. Al met al was de rekening Rp. 700.000,00, een godsvermogen voor hier. Een derde was voor het eten, dus de verhouding was wel zoals overal hier. We hebben nog een afzakkertje gedaan in een kroeg vlakbij ons hotel waarbij ook nog Ans & Ron, Roel & Trudy en Ineke erbij kwamen. Nadat zij weggegaan waren hebben wij nog een biertje genomen en samen wat gekletst. Toen we aankwamen in ons hotel hebben we nog een kwartiertje met Roel & Trudy staan praten, zij hebben de kamer naast ons en zaten nog wat buiten op de veranda.
En toen naar bed…

Donderdag 4 augustus

We zijn op tijd opgestaan om met onze privé-chauffeur het eiland te gaan verkennen en wat Balinese cultuur te snuiven. Om kwart voor negen gingen we weg met Eddy onze driver. Eerst werden we door hem naar een toeristische trekpleister gebracht waar een Barongdans werd uitgevoerd. De prijs was erg hoog Rp.100.000,00 maar het was zeer de moeite waard. De familie was er ook, zij waren ook een beetje verbaasd over waar ze terecht waren gekomen, dus daarin waren we niet alleen.Na de prachtige show zijn we naar Goa Gajah gebracht, de rotstempel. Die was erg mooi, vooral ook de buitenkant van de tempel zelf. Er was een grote olifantenkop in uitgehouwen. Aan de binnenkant stonden wat relikwieën in een drietal nisjes. Ook het complex zelf was mooi alhoewel het niet erg groot was. Als volgende tussenstop deden we een zilversmederij aan, natuurlijk ook weer voorzien van een grote winkel waar we (ook bijna natuurlijk) niets kochten.Daarna bracht Eddy ons naar berg Kalimanta voor de lunch in een duur, maar vooral leeg restaurant. Om op het “terrein” van de berg te komen mochten we eerst nog entree betalen, waarvoor was me niet helemaal duidelijk, maar misschien moest dat nog komen.In het restaurant was zeker plaats voor driehonderd mensen, maar we waren er met z’n tweeën totdat er nog vier mensen kwamen. Vanaf het begin probeerden ze ons te bewegen het buffet te nemen, maar daar hadden wij even geen zin in. en bordje mie goreng en een biertje waren voor ons voldoende. Eigenlijk werden we dus op een te dure plek gedumpt, maar er was wel een mooi uitzicht.Na lekker te hebben gegeten liepen we terug naar het beginpunt, maar al heel snel kwam Eddy ons achterop gereden.

Toen we net waren ingestapt en een stukje verder waren gereden zagen we dat hij ons eigenlijk was komen redden: er werden twee toeristen volledig omsingeld door heel vervelende verkopers. Wij reden lekker rustig door naar de Keneh-tempel, een van de oudste tempels. Erg mooi vooral de toegangspoort was erg indrukwekkend. Toen wij er waren was er niemand anders en konden we dus rustig rondlopen en kijken naar al het oude, maar ook naar de stukken die al gerestaureerd werden. Op sommige plaatsen gaf dat een heel raar effect. Daarna zijn we naar de Beshaki-tempel gegaan, een heel groot tempelcomplex. Daar moesten we de opdringerige gidsen bijna letterlijk van ons afslaan. Ook de “goedbedoelende” lokalen die ons wel in het complex zouden begeleiden begrepen in eerste instantie niet dat we veel liever zelf rond wilden lopen. Uiteindelijk lukte het toch om rustig rond te lopen en toen konden we wel ineens gewoon met mensen praten. Toen we bovenaan kwamen werd ons verzocht om een offerande te brengen en toen we zeiden daar geen zin in te hebben werd ons duidelijk te kennen gegeven dat we niet welkom waren in dat gedeelte van het complex. Dan gaan we toch weer!!. Onderweg naar de uitgang kwamen we nog een Frans stel tegen. Zij waren al op leeftijd en voor het eerst sinds de pensionering voor een lange tijd van huis. Al kletsende iepen we naar beneden, totdat er ineens allemaal processies plaatsvonden. Mensen met offerandes, mooi aangekleed en voorzien van de onvermijdelijke kinderen. We hebben daar ook ons eerste offervarken gezien, het werd nog niet geslacht, maar al wel op bamboestokken naar boven gedragen. We hebben een poosje staan kijken en zijn toen het complex uitgelopen, het was wel mooi geweest. Met Eddy hebben we nog een biertje (hij aan de energydrink) gedronken voordat we de terugreis naar ons hotel aanvingen. Onderweg hebben we ook nog gestopt bij een andere tempel, maar daar zijn we niet naar binnen gegaan. Ook een stop bij een mooi uitzichtpunt ontbrak er natuurlijk niet aan. Toen we terug waren bij het hotel hebben we Eddy betaald en een zeer ruime fooi gegeven, hij had ons tenslotte een prima dag bezorgd.Om half zeven lagen we dus weer in bad. Toen we weer schoon en fris waren ging ik maar eens op onze was uit, die bleek er niet te zijn. Ik heb toen toch wel heel duidelijk gemaakt dat het niet mijn fout was dat de was pas laat was opgehaald en dat ik hem de volgende morgen terug wilde, schoon of vuil. We zouden namelijk om zeven uur vertrekken. De wasserij bleek dicht te zijn, niet mijn probleem ze regelen het maar. We hebben nog even een CD gebrand van de tweede geheugenkaart van Piet en zijn daarna gaan eten bij Alise’s. Daar werden we ontvangen met een bloem, een welkomstdrankje en een stukje warm brood. Heel wat anders dan bij de lunch dus. We hebben heerlijk gegeten, ik kon de seafood tempura niet eens op. Na een bakkie koffie zijn we terug gegaan naar het hotel waar de was er ineens (schoon en wel) bleek te zijn.

Vrijdag 5 augustus

Na een hectisch ontbijt met voor sommigen alles en voor anderen niets zijn we om kwart over zeven naar het vliegtuig gegaan voor onze vlucht naar Sulawesi. De rit verliep voorspoedig, in Makassar stond de bus ook al weer op ons te wachten voor onze lange transfer naar Sengkan. De transfer was zelfs zo lang dat we onderweg nog hebben geluncht in een truckerrestaurant. Onderweg zagen we gaandeweg steeds meer moskeeën, kennelijk waren we weer in moslimland. Behalve dat zagen we ook de typische Toraja-huizen, het lijkt niet eens alleen maar voor toeristen en cultureel erfgoed, maar ook voor echt gebruik in het dagelijkse leven.We zagen ook steeds meer vlaggen in allerlei kleuren en vormen, deze waren vermoedelijk voor het bevrijdingsfeest van 17 augustus Aangekomen in Sengkan in hotel Pondok Eka dachten we dat het helemaal niets zou zijn. De kamer was daarentegen prachtig, met nieuwe bedden en een prima badkamer met warm water. Misschien hadden we mazzel dat we op de eerste verdieping lagen, de kamers daar waren gloednieuw. De rechtervleugel van de bovenverdieping was nog niet een af, je kon zo onder de sterren slapen.Na het inchecken hebben we gauw een andere tas gepakt, we zouden een boottocht maken over een vogelrijk meer. Aangekomen op de “kade” gingen we met z’n vieren in een boot en voeren we de rivier af naar het meer. We kwamen inderdaad wat vogels tegen, maar de tocht was leuker dan dat we vogels hebben gezien. Ergens midden op het meer lag ook een drijvend dorp.

Daar hebben we thee gedronken en de lekkerste gebakken bananen van de hele vakantie gegeten. We werden dus gastvrij onthaald en de gids vertelde ons ook nog allerlei wetenswaardigheden over het leven van de mensen in het drijvende dorp. Na het bezoek zijn we terug gevaren naar het hotel, het werd al knap schemerig, dus een beetje haasten was het wel. In diezelfde schemer zagen we wel veel vogels overvliegen, vermoedelijk ook onderweg naar hun slaapplaats.Terug in het hotel bleek de stroom uitgevallen maar dat weerhield ons niet van het nemen van een biertje. Toen het allemaal wat langer leek te gaan duren als gedacht zijn we met de hele groep onder begeleiding van de gids bij een lokaal Chinees restaurant gaan eten. Daar was wel licht, hoewel het ook weer niet de meest gezellige tent van de stad was. Ik koos de verkeerde bami, deze was knapperig (dus eigenlijk rauw gebakken) en ook nog de verkeerde kip (deze was verschrikkelijk heet, gewoon niet om te eten). Daar bovenop moesten we het ook nog doen met frisdrank, bier was niet verkrijgbaar. Eigenlijk was alleen de saté lekker.Bij het betalen bleek dat ze ook zo ongeveer op elke rekening een fout hadden gemaakt, wat we toch maar even recht hebben getrokken.Terug in het hotel namen we lekker een koud biertje en een kaars naar boven. Om tien over tien ging het licht weer aan en om half elf ging mijn licht uit, bedtijd dus.

Zaterdag 6 augustus

Na een warme douche hebben we lekker ontbeten met een gebakken eitje. Om acht uur zijn we verder gegaan naar Tana Toraja. Voordat we echt een lang stuk gingen rijden hebben we eerst nog naar een zijdeweverij bezocht, met natuurlijk weer de onvermijdelijke winkel. Daarna door naar Rantepao, de hoofdstad van Tana Toraja, de plaats waar we vier nachten zouden slapen en die onze uitvalsbasis voor een aantal leuke activiteiten zou zijn. Onderweg hebben we nog een stukje langs de weg gewandeld om de lange busrit wat te onderbreken en onze benen te strekken. Het liep toch bergafwaarts, dus was niet eens vermoeiend. De lunch hebben we genoten in een klein restaurantje langs de weg met als “bezienswaardigheid”een haan en een roofvogel geketend aan de balustrade. Niet echt leuk om te zien, zeker de roofvogel niet, hij zag allemaal soortgenoten boven de vallei vliegen en kon zelf niet weg. De haan had er kennelijk minder moeite mee, hij liet zich de gegeven chips en rijst goed smaken.

Toen we na de lunch echt het Toraja-land inreden gingen we onder een grote poort door, natuurlijk in de specifieke bouwstijl. Daar zijn we nog even uitgestapt om de “grens” te voet over te steken. Je kon ook de poort beklimmen en ook dat hebben we natuurlijk niet nagelaten, we komen hier tenslotte naar alle waarschijnlijkheid maar één keer.Onderweg zagen we ook de typische Toraja-huizen, het lijkt niet eens alleen maar voor toeristen en cultureel erfgoed, maar ook voor echt gebruik in het dagelijkse leven.Natuurlijk werden daar weer de nodige foto’s gemaakt, maar dat hoort dan ook zo.Onderweg hebben we ook een aantal keren gestopt voor foto’s, zelfs een keer voor Piet alleen. Tijdens de rit viel wel op dat er steeds meer bloempotten buiten stonden, dat hadden we hier in Indonesië nog niet zoveel gezien, elke streek dus inderdaad zijn eigen gewoonten.Na een klein uurtje na de laatste stop waren we bij ons hotel Indra I. Helemaal niks mis mee, met ligbad en warm water. Bovendien ziet het hotel er ook prachtig uit en ligt het gewoon weer midden in de stad bij alle winkeltjes.Na inchecken zijn we maar een gelijk de stad gaan verkennen, eerst liepen we nog op met anderen, maar die gingen op het gemakje winkelen. Helemaal niet erg, maar wij wilden graag even onze mail checken en zijn dus doorgelopen. We hebben even een mail naar huis gestuurd om te laten weten dat we nog steeds in leven zijn en het goed maken. Er was ook een mail van Piet en Hennie binnen gekomen, zij hadden vanuit China geschreven, dus dat is dan wel weer erg leuk. Na het internetgebeuren zijn we wat verder gelopen en kwamen we terecht bij restaurant Gazebo. Daar hebben we heerlijk zitten kletsen met een Engels/Frans stel dat ook al een poosje onderweg was. Toen het stel wegging omdat ze een andere afspraak hadden zijn wij blijven zitten en deden we nog een biertje. Ondanks dat ik erg bloot gekleed was en we geen smeer bij ons hadden zijn we toch maar gebleven voor het eten. Piet had een heerlijke bami goreng en ik een gado-gado die wel wat flauw was, maar uiteindelijk toch lekker. Terug in het hotel hebben we eerst aan de overkant in het restaurant wat bij het hotel hoorde een biertje gedaan. Daarna hebben we in onze eigen hotellobby ook nog een afzakkertje gedaan met Bart en Angelique. Onderwijl kwam er een flinke hoosbui naar beneden, maar wij waren toch binnen. Een aantal van onze groepsleden nog niet, ze kwamen hard hollend en/of kletsnat binnen. We hebben heerlijk geslapen.

Zondag 7 augustus

Na een zeer goed ontbijt zijn we om negen uur vertrokken voor een rondje langs de culturele hoogtepunten van de omgeving van Rantepao. Eerst maar eens naar de markt van Bolu. Dat waren niet alleen groenten en fruit, maar er was ook een veemarkt gaande. We hebben heel veel mooie en waarschijnlijk knetterdure karbouwen gezien, maar vooral veel varkens. De laatste lagen vast opgebonden op een soort bamboerekje, dat maakt kennelijk het vervoer wat gemakkelijker. De varkens zelf vonden het waarschijnlijk minder, gezien het kabaal wat de beesten produceerden. We zijn daarna ook nog even over de vis- groenten- en fruitmarkt gelopen, je moet tenslotte wel alles gezien hebben. Wat wel grappig was is dat ze daar op de markt de koffie die je wilt kopen ook vers voor je malen en in blikjes verkopen. Onderweg terug naar de busjes hebben we een lauw colaatje gedronken in een zeer lokaal tentje.Met de busjes gingen we verder naar Siguntu, een traditioneel Torajan dorp waar we uitleg kregen van de gids, helaas met erg veel heel erg flauwe grapjes er tussen.

Na mooie foto’s van het dorp te hebben gemaakt gingen we verder naar Lemo voor onze eerste kennismaking de specifiek door dit volk gebruikte graven en de bijbehorende Tau-Tau poppen. Erg indrukwekkend, goed dat we ook de kijkertjes hadden meegenomen, zo konden we elk detail zien. Ook hier weer uitleg door de gids, deze keer wat serieuzer en dus wat ons betreft beter. Na een poosje weer de busjes in voor een ritje naar onze FOX-lunch. Was wel lekker, soep vooraf, als hoofdgerecht rijst, groenten, buffelvlees en kip in bamboe. Begeleid door een koud pilsje was het weer prima. Afgesloten met fruit en rond was het buikje weer. Helaas was de rit naar de volgende stop niet lang genoeg voor een after-lunch-dutje, dat was best wel lekker geweest na zo’n zware maaltijd, maar toe maar. Het leven van toerist is niet altijd gemakkelijk.Onze volgende stop was Kambira, een plaats met een babyboom, een echte boom en niet het populaire woord voor veel baby’s in een bepaalde periode. Daarin werden baby’s begraven als ze zo jong waren gestorven dat ze nog geen tandjes hadden. Het verhaal was dat de zieltjes van de baby’s door de groei van de boom richting hemel groeien. Na bekijken, uitleg en het maken van foto’s van deze toch wel heel bijzondere manier van begraven zijn we nog een koningsgraf in Suaya gaan bezoeken. Natuurlijk ook weer in de rotsen uitgehouwen en voorzien van Tau-Tau poppen, deze keer ook nog de originelen. Van daar af hebben we een stukje gelopen naar Tampang Allo, een grot waarin veel botte, schedels en eenmalige huizen (een soort doodskisten) lagen. Daar werden we begeleid door de plaatselijke jeugd die goed op ons pasten. Later bleek dat niet geheel gratis te zijn en wilden ze geld. Helaas, daar begint niemand van deze groep aan. Ze kregen wel wat snoepjes en uiteindelijk waren ze daar ook wel tevreden mee. Onderweg wandelend terug naar de busjes kwamen we langs een aantal souvenirkraampjes en daar hebben we twee poppen gekocht voor op ons glazen plankje. Teruggekomen in het hotel stond de koffie en thee klaar met een versnapering en kregen we een briefing over de volgende dag. We gaan naar een ceremoniële begrafenis YES!!. Het is wel gepast dat we als groep een varken doneren, kost een flinke rib van Rp. 1.700.000,00, maar dat is tenslotte ook nog geen € 10,00 per persoon en dat heb ik er in ieder geval voor over.Na de briefing hebben we lekker allebei even in bad gelegen en hebben we wat foto’s gewist voor het geval we ruimte tekort zouden hebben (alles staat toch op CD). We zijn samen in het hotelrestaurant gaan eten, franse frietjes stond alweer een poosje op Piet z’n lijstje en we hadden van Gertjan de dag ervoor gezien dat ze goed waren.Na het eten nog twee afzakkertjes gedaan op de veranda voor onze kamer en toen ging het licht weer plaatselijk (bij ons dus) uit.

Maandag 8 augustus

Eerst maar weer eens een goed ontbijt in het hotel gedaan en daarna met twee busjes een stukje de bergen in. We gaan twee uur wandelen. Natuurlijk maken we onderweg een aantal fotostops, het is ook verschrikkelijk mooi., behalve de gebruikelijke sawa’s zijn er ook oogstende mensen en graven met en zonder Tau-Tau poppen gewoon in het rijstveld en langs de weg. De wandeling zelf was natuurlijk door dorpjes en sawa’s (het blijft erg leuk) maar omdat het zo glad was deed iedereen zijn best om overeind te blijven en hadden we weinig gelegenheid om echt te kijken. Daarom zijn we natuurlijk ook maar een aantal keren echt stil blijven staan. Voor mij was het extra vervelend omdat ik op mijn Indonesische schoenen niet al te stevig stond, een echt profiel zat er niet onder en ze waren dus spekglad. Terug van de wandeling hadden we minder dan een uur om te eten. De tijd kennende die je er voor uit moet trekken besloten wij een broodje te gaan halen in een winkeltje en verder wat bouillon en thee te maken. Gewapend met en gekleed in een zwarte sarong die onze gids had geregeld gingen we met de busjes naar de ceremonieplaats. De meesten van ons hadden ander kleren en schoenen aangedaan, maar daar kregen we een beetje spijt van. We moesten vanaf de parkeerplaats van de busjes nog twintig minuten lopen naar de echte ceremonieplaats, en dat was ook net als de morgen meer glibberen door de modder. Hoe zou het hier in de regentijd zijn????. We kregen wel onderweg complimenten over ons uiterlijk, onze sarongs werden dus zeer gewaardeerd.Op het terrein zelf was het ontzettend druk, bij aankomst al op de plek waar we ons moesten aanmelden. Toen onze Bart dat had geregeld mochten we naar het grote plein waar alle activiteiten werden gehouden.

Het ceremoniële dorp is speciaal voor deze gelegenheid gebouwd, het is dus niet gek dat de begrafenis een jaar is uitgesteld, het kost nogal wat. Degene voor wie de ceremonie was opgetuigd was een belangrijk man in de regio en er waren dus ook heel veel bezoekers. Iedereen die een donatie gaf werd op een speciale manier ontvangen. Toen wij aan de beurt waren om onze donatie aan de familie te geven werden we gevraagd om ons varken aan te bieden. Het werd gedragen door onze vier mannen Fokko, Christ, Gertjan en Piet. Onder luid gejoel (positief) werden we aangekondigd als de Baobab-groep en brachten de heren het varken naar het middenplein. De rest ging er in processie achteraan, samen met ook nog een Indonesische groep mensen. Dat voelde wel heel speciaal, je doet echt mee. De processie werd, zoals bij alle gasten geleid door een streng uitziende man, geflankeerd door een aantal zeer mooi geklede en opgemaakte dames. We werden begeleid naar de ontvangstruimte, waar de mannen en vrouwen gescheiden werden. We kregen thee of koffie en voor de heren een sigaret, de dames een betelnoot en de toeristen (wij dus) een snoepje. Na de thee en proberen een praatje aan te knopen wat niet meeviel i.v.m. de taal gingen we weer uit de ontvangstruimte en werden we geacht de slachting van ons eigen varken bij te wonen. Het is geen prettig gezicht, maar hoort er wel bij. Nadat het beest door middel van een messteek in het hart was gedood werd de mag eruit gehaald en in een bamboebuis gedaan om aan de familie te overhandigen. Dat viel nog niet mee, de slager had moeite de maag te vinden en dat zag er al helemaal niet fris uit. Hij moest tot ver voorbij zijn elleboog het varken in en beschermende handschoenen of zo hebben ze hier nog nooit van gehoord. Niet fijn om te zien dus en Piet heeft het dus alleen door zijn fototoestel gezien en dan nog stond zijn gezicht niet helemaal vrolijk. Nog even kijken hoe de haren eraf werden geschroeid boven en in een vuurtje en het beest was klaar om in stukken gesneden te worden. De helft van de groep had het op dat moment helemaal gehad en wilde terug naar het hotel. De andere helft wilde liever nog even blijven en daarmee hebben we nog een uurtje naar het gedoe gekeken. We zagen ook andere toeristen, gekleed in korte broek en topje. Het gaat werkelijk alle fatsoensregels te boven. Het is misschien wel niet jouw verdriet, maar een beetje gepaste kleding mag wel.Na een klein uurtje zijn wij met de rest van de groep ook terug gegaan.In het hotel hebben we nog even zitten napraten met een bakje koffie en thee, we werden goed verzorgd hier. Ik had een lichte hoofdpijn van alle indrukken, maar die was best snel over.We zijn samen gaan eten bij Riman, heel vroeg omdat we tussen de middag natuurlijk niet veel op hadden. Bij het restaurant hadden ze helaas maar één koud biertje, maar we moesten toch op tijd terug zijn voor de briefing over de trekking. Het eten was verder goed.De briefing was kort en duidelijk. We hoorden dat er vijf en mogelijk zeven mensen niet mee zouden gaan. Ineke, Ans&Ron, Roel&Trudy en mogelijk Gert&Debby, Gert was goed ziek. We hebben Debby wat soep en onze dompelaar gegeven voor Gert, misschien knapte hij snel genoeg op.Samen hebben we nog een pilsje genomen in het hotelrestaurant, we hadden geen zin meer om te gaan lopen.

Dinsdag 9 augustus

We begonnen aan de tweedaagse trekking, toch zonder Gert hij was te ziek. Debby ging wel mee, maar zou niet blijven overnachten.We gingen om negen uur weg (het is allemaal wel heel relaxt), natuurlijk een half uurtje met een busje, daar zijn we intussen aardig aan gewend. De wandeling was door sawa’s en dorpjes, het is nog steeds leuk. Jan viel een keertje van een dijkje af maar verder was er nog niet veel gebeurd in het kader van valpartijen of blessures. Rond elf uur deden we een bakje thee of koffie in een lokaal tentje langs de weg. De meegebrachte lunchboxen aten we op bij een familie op het gazon. De vrouw des huizes zette thee en koffie en was blij met het restje van de nasi goreng. Ze gaf die aan de varkens en dat scheelde gewoon weer een dag voer. Na lekker uitgerust te hebben in het zonnetje gingen we weer verder op pad naar onze overnachtingplaats. We hebben de middag eigenlijk alleen maar waterstops gedaan, het was gewoon lekker wandelen. het was niet al te warm en toch scheen zo af en toe het zonnetje, maar het was over het algemeen licht bewolkt. Heerlijk dus, soms een stukje zwaar, maar dat kan ook geen kwaad.Een kwartiertje voordat we bij onze bestemming aankwamen viel ik languit in de modder. We waren op het roepen van en vrouw een heuveltje op geklommen om via een klein omweg over privé-terrein gemakkelijker te kunnen lopen. De normale weg was namelijk een groot modderveld geworden. Toen onze gids ons terugriep omdat hij dacht dat we dat niet mochten gleed ik zo van dat heuveltje af, zo de modderpoel in. Het zag er dus weer niet uit, broek volledig onder de modder en er maar één bij me. Aangekomen in het dorpje (met drie huizen) waar we zouden slapen heb ik een korte broek van Leon geleend en mijn broek uitgespoeld. Dat viel nog niet mee, warm water was er niet en hij zat echt helemaal onder. Door de val had ik wel het recht op een koude Bintang en die stond dan ook na de was voor me klaar. Na het eerste pilsje hebben we de slaapplaatsen verdeeld. Piet en ik lagen in de voorkamer van het Torajahuis, met uitzicht op het centrale pleintje. Leon en Thoni hadden de andere kamer en Gertjan sliep op de overloop. De rest werd ondergebracht onder de rijstschuren die waren afgedekt met laken om de muggen en de wind buiten te houden.Na de douche (br…) werd een kampvuur aangestoken en werd het diner opgediend in de woonkamer van de familie waar we te gast waren. Daar stonden ook twee Tau-Tau poppen, wel een raar gezicht, maar ze zullen dat wel tegen diefstal doen. het eten was prima en zeker ook voldoende en werd natuurlijk afgesloten met thee en koffie.Daarna hebben we bij het kampvuur nog wat gedronken onder begeleiding van een lokale “boysband”met gitaren. Lianne heeft ook nog wat bananen in het kampvuur geroosterd, de meningen over de smaak waren erg verdeeld, maar het was wel leuk.Om half elf zijn we naar bed gegaan, na een leuke, maar redelijk vermoeiende dag.

Woensdag 10 augustus

De tweede dag van de trekking, we werden om zes uur wakker van de kraaiende hanen en ander gespuis wat herrie aan het maken was. We hadden een rustige nacht achter de rug, behalve dat we om kwart over twee gingen plassen en Piet bijna het hele huis wakker maakte met het klapperende deurtje. We begon de dag met een ontbijt van gebakken rijst met ei. Piet had nog een broodje en hardgekookt ei, dus die deed het even op z’n Hollands. Na het ontbijt hebben we nog even de snoepjes uitgedeeld aan het kleine grut en afscheid genomen van Angelique. Die ging met het busje mee terug omdat ze zich niet lekker voelde. Datzelfde busje had net Debby weer gebracht, dus die liep ook lekker weer mee. Heerlijk uitgerust weer op pad, in een schone broek, dat voelt een stuk beter. De band was nog een beetje nat, maar dat zou snel opknappen.

Gelopen langs sawa’s, door dorpjes en over hele stukken onverharde wegen. Zoals te doen gebruikelijk liep ik achteraan, Piet bleef ook wat achter hangen zodat hij me kon helpen op de moeilijke stukjes. Dat ik niet de enige ben die last heeft bleek tijdens de dag heel duidelijk. Jan zat er verschrikkelijk doorheen, terwijl ik eigenlijk helemaal niet moe was. Wat we ook ondervonden was hinder van zeer smalle bamboebruggetjes. Zelfs Bart had het daar niet breed op en kon wel wat hulp gebruiken, we blijven gelukkig allemaal mensen met ieder zo zijn eigen angstjes. Onderweg heeft nog een vrouw koffie en thee voor ons gezet en rond half een kwamen we aan bij de Tau-Tau site die we een paar dagen daarvoor al hadden bezocht. Deze keer zonder gevallenen. De busjes stonden al op ons te wachten. In het hotel hebben we eerst lekker gedoucht en daarna zijn we bij Mambo een overheerlijke tomatensoep gaan eten. Nog even het eten voor die avond besteld bij Mart’s café, we zouden daar onze laatste gezamenlijke maaltijd hebben en ook Bart als groep bedanken.Het was nog vroeg dus we gingen nog even een foto maken van de moskee en hebben een biertje gedronken in een restaurantje onderweg. Toen we bij de grote supermarkt aankwamen voor wat water en lekkers voor onderweg begon het verschrikkelijk te hozen. We hebben tot grote hilariteit van het personeel allebei een poncho gepast en gekocht en gingen zo terug naar het hotel. Redelijk droog (op de schoenen na dan) kwamen we thuis in ons hotel. Daar hebben we nog een kopje koffie gedronken, die had Debby teruggebracht omdat we haar ook wat spullen hadden geleend voor Gert. In de tussentijd heb ik de speech voorbereid. De tekst van ons afscheidslied was ook al rondgedeeld, dus niets stond een gezellige avond in de weg.We gingen dus op tijd naar het restaurant en hebben eerst gegeten. Ik had natuurlijk weer teveel besteld, maar het was allemaal wel erg lekker. Na het eten hebben we eerst het lied gezongen, op de melodie van Heb je even voor mij. Daarna richtte ik het woord tot Bart en heb hem namens de hele groep bedankt en zijn envelop overhandigt. Bart was danig onder de indruk en gaf in zijn antwoord nog een compliment aan de groep omdat het wel een hechte groep, maar ook lekker los was geweest. Toen iedereen weg was hebben Bart, Angelique en wij nog even zitten napraten en zijn toen terug gelopen naar het hotel. We hebben daar nog een afzakkertje gedaan en het laatste flesje bier van het hotel met Bart gedeeld.

Donderdag 11 augustus

We gingen onderweg naar Makassar en dus eigenlijk een beetje onderweg naar huis. Om kwart over zeven reden we weg voor een lange reisdag. Er was nog even geen tijd voor een theepauze omdat we een truck moesten vlottrekken die met pech stond op een viaduct (dat ook nog een beetje omlaag liep). Wij moesten uitstappen en heel vreemd dacht ik er aan dat ik de reispapieren mee moest nemen. Stel je voor dat de bus met de papieren omkiept en voorlopig niet geborgen kon worden, dan zaten we zonder onze papieren en volgens mij wordt je daar ook niet vrolijk van. In eerste instantie werd geprobeerd om hem met een andere truck aan een sleepkabel vlot te trekken, maar die kabel knapte al snel. Onze mannen hebben samen met de lokale bevolking hun allergrootste krachten moeten laten zien om er voor te zorgen dat de truck een beetje langs de kant kwam en de bus er langs kon. Onder luid gejuich reed de chauffeur van onze bus langs de truck, het was nog steeds kantje boord.Toen de bus er langs kon zijn we verder gaan rijden met als eerste stop een theestop in het restaurantje met vastgebonden haan en roofvogel waar we voorheen ook al een geluncht hadden. In de tussentijd probeerde de chauffeur ergens te tanken, maar dat viel nog niet mee, een heleboel tankstations waren kennelijk al uitverkocht.Voor onze tweede FOX-lunch moesten we nog een stukje verder, maar het was een lekker vismenu in een luxe restaurant, daar rij je wel even voor door.Na de lunch zijn we in één ruk doorgereden naar Makassar, daar aangekomen bleken we in hotel Citra Wisata een kleine kamer te hebben, maar wel voorzien van alles wat nodig was. Lekker gedoucht en daarna op pad voor wat drinken en eten. Toen we in het gekozen restaurant aankwamen bleek er geen plaats te zijn waar wij graag wilden zitten omdat er twee grote tafels voor groepen waren gedekt. Toen we weggingen werd er alsnog een tafeltje bijgeplaatst en konden de grote tafels ineens opschuiven. We hebben er heerlijk gegeten, het was niet zo luxe als we gewend zijn tijdens onze laatste avond samen, maar evengoed gezellig. Er kwamen ook nog een aantal mensen van de groep binnen, maar die gingen aan andere tafels zitten, dus we zaten lekker samen. Na het eten zijn we terug gegaan naar het hotel en na even gerust te hebben weer terug de stad ingelopen om een leuke kroeg te vinden, in het hotel was er geen. We hebben er geen gevonden, de stalletje waar Bart het zo enthousiast over had gehad waren verplaatst en daar kwam alleen maar een hoop herrie uit en bovendien hadden ze geen bier. Een andere mogelijkheid waren twee terrassen met livemuziek, maar daar werd zo hard gespeeld dat je ook niet rustig kon zitten. We hebben uiteindelijk maar een paar blikjes bier in een supermarkt gekocht en die op de kamer opgedronken.

Vrijdag 12 augustus / zaterdag 13 augustus

’s-Middags zouden we gaan vliegen, maar de ochtend was tot half drie vrij. We hebben lekker uitgeslapen, gedoezeld en zeer op ons gemak ontbeten in het hotel. We werden zelfs bijna weggestuurd omdat het ontbijt om tien uur afgelopen was en de meneer van de afdeling poets ook zijn werk wilde doen. We hebben Fort Rotterdam bezocht en natuurlijk ook het bijbehorende museumpje gezien.

Na afloop van ons cultureel uitje zijn we nog even in hetzelfde restaurant als de avond ervoor gaan lunchen, de garnalen waren er weer overheerlijk. In het hotel terug hebben we lekker gedoucht en de rest van de tassen ingepakt. Om half drie gingen we naar het vliegveld voor de eerste van onze drie vluchten vandaag. Nog wat gedronken en snoep en een boekje gekocht om echt van onze Roepies af te komen. De eerste vlucht ging voorspoedig en we kwamen eerder dan verwacht aan op Bali. Dat kwam goed uit, we hadden niet zo heel veel overstaptijd en moesten onze bagage nog inchecken.  Ook de vlucht naar Singapore ging zeer voorspoedig, lekker gegeten en even de ogen dicht gedaan. We hadden op Singapore Airport nog net even tijd om een lipstick en wat drank te halen en toen moesten we alweer boarden. Allemaal zeer goede aansluitingen dus. Tijdens de lange vlucht heb ik, na een lichte maaltijd, lekker een viertal uur geslapen. Piet heeft helemaal geen oog dicht gedaan. Toen ik wakker werd ging ik eens kijken waar hij was en toen trof ik hem aan bij het toiletblok. Hij kwam daar allemaal mensen van de groep en andere Nederlandse toeristen tegen waarmee hij heeft staan praten, onder het genot van een of twee pilsjes. Ik deed samen nog wat drinken met hem en ben toen weer teruggegaan naar mijn plekje om een film te gaan kijken. Al met al een lange reisdag, maar voor mij wel om te doen. Toen we aankwamen op Schiphol hebben we afscheid genomen en afgesproken dat we elkaar bij de reünie zouden zien. Nog even het traditionele patatje voordat de trein kwam en zelfs dat ging vlekkeloos. We hadden een prima aansluiting, geen vertraging en ook de bus duurde niet lang. Volgende keer durven we het openbaar vervoer weer aan.
Afsluitend: mooie reis, leuke groep en weer vol van indrukken. What’s next?????

Op 2 oktober zijn we naar de reünie geweest. Het was erg gezellig, daarna zijn er nog wat digitale foto’s via mail verstuurd.