Reisverslag Botswana

Donderdag 13 mei Naar de Okavango delta

Na het ontbijt en de fotoshoot gingen we op pad. Het uitchecken uit Namibie ging gelukkig net zo snel als het inchecken in Botswana, helemaal goed dus. Rijdende zagen we dat we nu toch echt wel in Afrika waren, de karakteristieke ronde hutjes bij elkaar in een groepje met een rieten schutting er omheen waren hier wel veel aanwezig.

Sommigen waren voorzien van stroom en dus prompt ook een televisieschotel, maar dat waren wel de uitzonderingen die vaak dicht bij de weg en een stadje stonden. Na een korte rit zijn we maar weer boodschappen gaan doen, vooral vlees. Dat mocht namelijk niet mee ingevoerd worden. Na de boodschappen waren we al snel bij de opstapplaats voor de speedboten die ons een stuk de delta in zouden brengen. Omdat er zoveel water was en er dus een overstroming was over de weg die we normaal gesproken met de safaritruck gereden zouden hebben was de tocht met de speedboten een stuk langer. Toen alle spullen in de speedboten moesten vroeg Frank ons om allemaal mee te helpen, zodat het snel zou gebeuren, en het niet op de schouders van enkele mensen zou aankomen. We waren al snel ingescheept, Frank en Tine & Hilde gingen met de voorraadboot mee, de rest in een andere boot met hun eigen spullen en wat waterkannen. Toen we net voorbij de originele opstapplaats Sepopa Swamp Camp waren gevaren bleek de motor van onze boot niet goed te zijn, hij had niet half voldoende vermogen om ons heel dat stuk naar de volgende stop te kunnen brengen. Dus terug naar Sepopa Swamp Camp, waar we even moesten wachten en toen op twee boten verdeeld werden. De tweede boot waar wij op zaten was ook al niet helemaal goed, maar uiteindelijk kwamen we met een vertraging van een uurtje aan op de volgende plek. Daar was alles al door de drie mensen uit de vrachtboot uitgeladen, en stond zelfs de lunch alweer klaar. Wat een service. Na de lunch moest alles weer worden overgeladen in een vrachtwagen en pick-up met aanhanger om naar de opstapplaats van de mokoro’s te vervoeren.

Wat een gesjouw en gedoe allemaal, als de komende dagen het allemaal maar waard zijn. Toen we aankwamen bij de mokoro’s mocht alles weer overgeladen worden op de kano’s. Wat een hectische toestand, het lijkt wel Afrikaans. Eerst Clever maar eens met een deel van de keuken en de koelbox met het vlees in een bootje gezet en weg laten gaan. Toen wij allemaal met een deel van de tenten, matrasjes en andere zaken. Voor ieder stel was er een mokoro en een punteraar, dus wel lekker luxe. Maar toen we eenmaal allemaal zaten en onderweg waren was het helemaal top: een prachtig gebied, niets hoeven doen als rond te kijken en ontspannen achterover te leunen. Onderweg zag je goed dat het verder dan normaal overstroomd was, we kwamen ook zwemmende kinderen tegen die niet ver van huis waren. We hoefden maar een halfuurtje te varen met Pidi onze punteraar aan de helm voordat we bij ons onbewoond eiland met bushcamp aankwamen. Natuurlijk moest eerst de tent worden opgezet, en kregen we uitleg over het bushtoilet. Dat was een gat in de grond met een berg zand en een schep ernaast. Was je klaar, dan zand erover en dat was het wel. Clever was natuurlijk al weer volop bezig met het avondeten, het is toch fantastisch om te kamperen en zelf bijna niets te hoeven doen. Aan het kampvuur twee kleine glaasjes witte wijn ieder, en de rest van de fles meegenomen naar de tent. Voor de eerste keer deze reis op alleen de matjes van Sawadee geslapen. Na de eerste nacht waren we blij dat dit maar twee nachten hier hoeft en dat we onze eigen matjes hebben meegenomen. Dit slaapt toch iets minder comfortabel dan met een zo’n matje en onze eigen matjes er bovenop.

Vrijdag 14 mei Okavango Delta

We zijn vroeg opgestaan, hebben snel ontbeten en zijn ingescheept op onze mokoro voor de bootsafari van die dag. Omdat Maaike die dag jarig was (op wat voor mooie plek kun je jarig zijn) was haar stoel en later ook hun mokoro versierd met ballonnen. Natuurlijk hebben we voor haar gezongen en uitgebreid gefeliciteerd voordat we weer op pad gingen. Pidi maakte stoeltjes van onze matrasjes en een stok die hij ter plekke kapten en zo konden we licht bepakt, met alleen camera, water en zonnebrand, genieten van onze tocht. Pidi is een goede punteraar, hij ziet waar wij naar kijken en vaart daar dan ook prompt naar toe. We hebben dus aardig wat andere weggetjes gedaan als de andere mokoro’s met onze reisgenoten erin. Hij wees ook dingen aan die hij vanuit zijn ervaring kan zien, en die wij anders zouden missen. Toen we wegvoeren zag Pidi een olifant op het eiland, en hoewel het beest moeilijk te zien was, konden we er toch vaag een beeld van zien. De tocht was heel erg leuk, omdat we tussen het riet en de papyrus aan het varen waren sprong er ook wat spul in de boot. Al snel was daar zich een eigen kleine biotoop aan het bouwen. Spinnetjes bouwden hun web om de kleine mugjes die in de boot ronddoolden te vangen en te verschalken.

Kleine kikkertjes vielen van het papyrus af en kwamen zo in de boot terecht. Erg leuk allemaal, vooral ook omdat het zo klein was en dus niet echt bedreigend. Na ongeveer anderhalf uur varen kwamen we aan bij wat de startplaats voor de wandelsafari had moeten zijn. Helaas was die door de overstromingen ook wat verlegd, en we moesten dus ook wat capriolen uithalen om aan die safari te kunnen beginnen. Eerst maar eens met de mokoro onder een omheining door, en vervolgens natuurlijk nog wat verder gevaren voordat we aan land konden. Toen we dat land eenmaal hadden bereikt en we zonder al te natte schoenen op het droge stonden kregen we uitleg van onze gids over wat we allemaal konden aantreffen. Voordat we gingen lopen wisten we dus wat te doen als we bijvoorbeeld olifanten, slangen, buffels en leeuwen tegen zouden komen. Spannend werd het er wel van, maar toch gingen we op ons gemak lopen, verdeeld over twee groepen omdat we anders teveel herrie zouden maken. Langzaam en stilletjes wandelend hebben we planten en termieten gezien, en daar uitleg over gekregen. Ook een omgevallen, super grote baobab boom was een bezienswaardigheid. Ook wat vogels vlogen over, en ook daar wist de gids aardig wat over te vertellen. Halverwege de tocht die anderhalf uur duurde kwamen we inderdaad de wat grotere beesten tegen. Geen olifanten of leeuwen, maar zebra’s. Die hadden we al heel veel gezien, maar deze stonden onder een boom in de bush, dus waren lastiger te spotten. Ook wel weer bijzonder :. Na onze wandeltocht waarbij we het andere deel van de groep ook nog tegen kwamen, zijn we weer gaan varen. Op een rustig tempo ook nog even op zoek naar een nijlpaardenpoel. We hadden ze wel de vorige dag van een afstandje gehoord, maar ze nog niet gezien. Uiteindelijk is dat ook niet gelukt, en misschien maar goed ook. In zo’n kleine mokoro lijkt dat niet heel veilig, het blijft tenslotte niet meer dan een kano. Met een omweg van weer ongeveer anderhalf uur kwamen we aan bij onze bushcamp. Daar was het tijd om de tenten af te breken en te lunchen. Helaas kwam daarna ook weer een einde aan het verblijf op ons onbewoond eiland. Frank vroeg nog wie er allemaal zin hadden om in de delta te gaan zwemmen, maar daar was weinig animo voor. We zijn dus wat langzamer opgestart, we hadden toch tijd genoeg. Toen het echt tijd was hebben we alles weer in de mokoro’s geladen. Toen wij zo ver waren, en we moesten wachten op een aantal anderen zorgde Pidi er voor dat we in de schaduw lagen, en het is dus dat Piet dat ook zou doen anders nam ik Pidi mee naar huis. Toen we uiteindelijk weg voeren ging onze punteraar natuurlijk weer een andere waterweg in, deze keer om ons papyrus te laten proeven. Zo kun je dus in de delta overleven als je niet van het water durft te drinken, er zit genoeg gezuiverd vocht in zo’n stengel. Onderweg, aan het einde van onze tocht, hebben toch nog wat mensen gezwommen, maar wij vonden het wel prima zo. Eenmaal aan land moesten we nog even wachten op de vrachtwagen die ons naar onze volgende campsite in de delta zou brengen. Nadat we alles weer overgeladen hadden was het weer hobbelen met weinig plek in de vrachtwagen. Het was gelukkig maar een klein stukje, een minuut of twintig, dus best om te doen. Onze campsite was eigendom van een corporatie van punteraars en andere lokale bevolking en heet Mbiromba Camp. Daarmee hebben we weer een lokale bevolkingsgroep gesteund, en dat vinden we prima. Toen we aankwamen op de campsite was de eerste activiteit natuurlijk het opzetten van de tent, maar daarna was het toch echt tijd voor een douche. Helaas was die niet heel de tijd warm, maar het voelde wel weer lekker om schoon te zijn. Toen we net klaar waren met douchen kwam de receptioniste ons vertellen dat ze wist dat de douches kapot waren. We mochten daarom gebruik maken van de chalets om te douchen. Mooi te laat, maar het gaf allemaal niet heel veel. De accu’s en andere zaken die opgeladen moesten worden konden we bij de receptie neerleggen, en dat hebben we dan ook maar meteen gedaan. Het zal ons niet gebeuren dat we een lege accu hebben, we hebben al genoeg pech met onze apparatuur. De stroom ging pas om half zeven aan, maar het kon er maar vast liggen. Na al die activiteiten zijn we naar de bar gegaan voor een biertje. We hadden niets anders dan ZA Randen, en zouden Botswaanse Pula’s terugkrijgen. Toen we daar op aan het wachten waren kwamen Gerrit en zijn clubje ook aanschuiven, dus toen hebben we maar een rondje gedaan. Ze hebben tenslotte gezorgd dat we weer foto’s hebben van de eerste week. Heel goedkoop was het er niet, € 10,00 voor zes biertjes, en dan kwamen we zelfs nog vijf Pula’s (US$1,00) tekort. Gelukkig had Kees die over, dus kwam toch alles nog goed. Toen we ons biertje hadden kwam Maaike zeggen dat we alles op haar rekening moesten zetten. Maar dat vonden we te gek. Haar feestje was tenslotte bij het kampvuur en daar zijn we na het legen van onze biertjes met z’n allen naar toe gegaan. Alle drank was daar op haar kosten. Om tien uur zijn we naar bed gegaan.

Zondag 16 mei Onderweg naar Chobe National Park

We konden lekker uitslapen en hebben dus geen wekker gezet. Natuurlijk waren we wel weer op tijd wakker. Omdat we tijd genoeg hadden hebben we de tassen opnieuw ingeruimd, het was intussen een aardige puinhoop geworden. We hebben heel erg op ons gemak kunnen ontbijten, en er was ook weer spek. Dat wordt weer afkicken als we thuis zijn. Om half tien zijn we vertrokken naar Chobe, waar we om vier uur aankwamen. De lunch hadden we op een plekje vlak voor de grensovergang, vlakbij een brug.

Toen we op de brug reden zagen we olifanten langs de kant van de rivier staan. Dus iedereen er naar toe om de eerste blik op de beesten waar Chobe mee vol zou zitten te werpen. Op de lunchplek waren ook de eerste echte baobab bomen van dichtbij te bewonderen, dus een mooi plekje. Nadat we over een matje met ontsmettingsmiddel waren gelopen en de zoveelste grensovergang waren gepasseerd konden we onze weg naar het park vervolgen. Onderweg kwamen we wat vogels en wild tegen, maar de grootste verrassing stond net voor de ingang van het park: een kleine kudde olifanten onder de bomen langs de kant van de weg. Alweer een teken dat het wel goed zou komen met dat wild in Botswana. Toen we aankwamen op de campsite bleek die voor het grootste gedeelte overstroomd te zijn. We moesten dus inschikken en stonden op een zanderige plaats dicht op elkaar. Nadat de tenten waren opgezet hebben we met z’n allen wat gelummeld rond de tent, biertje gedaan, beetje zitten kletsen en wat geprobeerd te lezen. Na het eten kreeg ik last van mijn maag, en ben ik dus op tijd naar bed gegaan, ik lag er om half negen in met het idee dat het dan wel weer over zou gaan (en dat was gelukkig ook zo). Frank had al wel gamedrives georganiseerd voor de volgende dag, en natuurlijk ging iedereen mee.

Maandag 17 mei

Om kwart voor vijf zijn we opgestaan voor een licht ontbijt en onze eerste gamedrive in Chobe National Park. Het ontbijt bestond uit wat muesli en een kopje thee, maar dat was op dat tijdstip eigenlijk ook wel voldoende. Daarna zijn we met de hele groep gaan lopen naar de ingang van de campsite waar de safarivoertuigen stonden te wachten. Natuurlijk waren we niet de enige groep die het park in ging. Iedere groep had zijn eigen voertuig, dus dat was prima geregeld. Het was een soort vrachtwagen met een tribune er op, wel met een dak maar aan de zijkanten zat helemaal niets. Toen we net zaten kwam de gids ons vragen of we onze paspoorten bij ons hadden, bij een controle zou dat wel eens nodig kunnen. Dus de halve groep (inclusief ik) terug naar de tent om de paspoorten op te halen. Omdat het zo donker was kon ik ze natuurlijk niet heel snel vinden. Maar dan waren we dan toch eindelijk op weg. Eerst moesten we een aardig eind rijden, het was goed dat Frank ons had gewaarschuwd dat het koud kon zijn, dat was het namelijk ook. Toen we aankwamen bij de echte toegangspoort moest onze (hoofd) gids ons registreren, en dat duurde een hele tijd. Andere voertuigen kwamen en gingen, en wij stonden maar te wachten. Uiteindelijk kwam die van ons natuurlijk ook wel terug, en kon hij ons vertellen dat de paspoorten niet nodig waren 9. Dus toen zijn we maar het park ingereden. We hadden eerst het idee dat iedereen in de voertuigen achter elkaar zouden rijden, maar gelukkig waren er meer paden en ging ieder zijns weegs. Al heel snel sloeg onze gids een zijweg in waar we snel een kudde impala’s zagen. Natuurlijk veel foto’s gemaakt hoewel dat niets uit zou halen omdat het nog volop schemerde en het licht dus verre van optimaal was. Op zulke momenten baalde ik nog steeds dat mijn videocamera kapot was. Na de impala’s hebben we een stop gemaakt voor het landschap, en daarna heel veel stops voor vogels en vogeltjes. Er waren wel hele mooie bij, maar op een gegeven moment had ik het daarmee toch wel gezien. Gelukkig was ik niet de enige en zei zelfs de gids dat hij niet meer zou stoppen voor vogels. Onderweg stond er ook nog een nijlpaard op de weg en lagen er wat in het water. Daar lag ook een krokodil bij, maar het was allemaal wel erg ver weg. Vervolgens hebben we marabouts, visarenden, een koedoe, en een buffel in het struikgewas gezien, maar geen olifanten. Toch zou Chobe het park met hele kuddes moeten zijn, maar daar hebben wij weinig van meegekregen. Op een gegeven moment kreeg de gids bericht dat er leeuwen gesignaleerd waren en daar gingen we naar toe. Aangekomen bij de leeuwen: geweldig. Een leeuwin die aan het jagen was, ze kwam zo langs de truck gelopen met zowat al haar spieren zichtbaar omdat ze zo aan het sluipen was. Maar ze komen dan wel heel dichtbij, en zijn dan ook wel heel erg groot. Gelukkig had ze nog nooit mens gegeten en herkende ze ons dus niet als prooi, anders was een sprongetje genoeg geweest om één of meerdere hapjes te kunnen nemen van die mensen die in het voertuig zaten. Even later kwam aan de andere kant van de truck ook nog het mannetje onder de bomen uit. Hij stond daar prachtig alsof hij zijn wijfje vroeg waar het eten bleef. We hebben lang staan kijken en toen we doorreden zagen we nog wat leeuwen onder bomen liggen. Het was allemaal heel bijzonder. En toen was het alweer tijd om terug te gaan, onderweg hebben we natuurlijk nog wel wat gezien, maar het hoogtepunt was toch wel het kijken naar de leeuwen. Toen we Op de campsite aankwamen waren Frank en Clever alweer bezig met het warme ontbijt: gebakken spek, tomaat en eieren. Helaas is dat laatste niet gelukt, de eieren waren niet goed. Clever probeerde er nog een heel aantal, maar durfde het toch niet aan om ze ons voor te zetten. Uiteindelijk heeft hij ze balend allemaal weggegooid. We hebben heerlijk ontbeten en zijn daarna in de bar een beetje gaan schrijven. Natuurlijk kwamen er anderen bij zitten, dat vertraagd het schrijven, maar blijft wel gezellig. Een biertje erbij en het was weer compleet. Om twee uur hebben we een lichte lunch gedaan met een tonijnsalade. Voordat we weg gingen had Frank ook het goede nieuws dat hij de kas opgemaakt had, of we allemaal maar even wat extra Euri wilden geven om de drankjes en de gemaakte excursies af te rekenen. Gezien ons drankgebruik gedurende de hele vakantie viel de schade nog wel mee, ruim € 10,00. Om drie uur vertrokken we voor onze bootsafari, een heuse sunsetcruise. De koelbox en een vaatje rode wijn gingen mee aan boord, dus het moest goed komen, beesten of niet. We hadden onze eigen boot, dus precies goed. Omdat de boot niet zo groot was moesten we wel tactisch gaan zitten, zeker omdat de koelbox zwaar was en voorin moest staan. Toen we allemaal geïnstalleerd waren zijn we gaan varen. Ineens stonden er drie koedoes langs de kant die het helemaal niet erg vonden om op de foto te gaan, en lagen er ook krokodillen op de oever en nijlpaarden in het water. Heel erg mooi allemaal, het was wel een beetje jammer dat Maaike ervoor sprong toen Piet een mooie foto wilde maken van een hippo met zijn bek open, maar dat kan gebeuren. Net toen ik zat te mopperen dat we in heel de reis al wel “vier” olifanten hadden gezien zagen we in de verte een olifant langs het water. Vanaf dat moment hebben we er zeker twintig gezien, aan het water en oude en jonge exemplaren.

Er ging er ook nog eentje het water in, en dat gaf wat commotie: er lagen nogal wat boten omheen en toen onze bootsman dichterbij wilde varen moest hij de boot tussen de olifant en de oever manoeuvreren. Een olifant vindt dat niet fijn, hij denkt dan namelijk dat hem de weg naar het land wordt afgesneden (en dat is natuurlijk ook zo). We zullen maar zeggen dat het goed is dat een olifant in het water minder snel is dan op het land. Hij kwam in ieder geval aardig boos op onze boot af. Na nog wat krokodilletjes op de kant voeren we verder naar een olifant en wat nijlpaarden om daar de zonsondergang rustig te kunnen zien. Toen we dichterbij het uitgezochte plekje aankwamen zagen we dat er ook nog een aantal giraffen stonden. Het was een plaatje en een prachtige afsluiting van ons verblijf in Chobe. Van pure vreugde hebben we net z’n allen het vaatje wijn maar leeg getrokken. Op de terugweg hield onze bootsman de vaart er goed in, en voeren we ook ver van de oever om die vaart er in te kunnen houden. Op de campsite waren, zoals intussen goed gebruik was, Clever en Frank alweer bezig met het diner. Intussen gingen wij met z’n allen lekker douchen. Daarna kwam er iemand die speciale T-shirts kon laten maken en die we dan zouden kopen. We konden zelf de opdruk en de kleuren daarvan kiezen, dus toen we een mooi setje hadden uitgezocht heb ik er ook een besteld. Tijdens het diner gaven we de heren alle drie hun fooi, onder dankzegging met natuurlijk de nodige zoenen. Ik deed het woordje voor Frank, en Hilde voor Fineas en Clever. Jammer dat juist bij dit diner het vlees voor de eerste keer van de vakantie taai was. Na het eten hebben we tot half elf zitten kletsen, maar toen werd het koud en zijn we naar bed gegaan.