Reisverslag Madagaskar

Inleiding

Madagaskar stond al heel lang op de lijst, en het was zeer de moeite waard. Geen groot wild zoals in Oeganda of Namibië, veel klein spul zoals in Costa Rica. De bijzonder beesten zoals kameleons hebben ons altijd aangetrokken en dieren die je nergens anders kunt vinden moeten we natuurlijk ook zien. En van die laatste, de lemuren, hebben we er voldoende gezien. In allerlei soorten en maten, we hebben dus genoten!

Maandag 18 mei naar Madagaskar

We vliegen laat, dus hebben alle tijd van de wereld. Na een rustig ontbijt zijn we de rugzakken gaan pakken, en hebben we de laatste spullen opgeruimd. We hadden gisteren alles al klaar gelegd, dus het was zo gepiept. Na een paar boterhammen gingen we rijden. Na de koffie bij vrienden in Amsterdam hebben we de parkeerwacht gebeld, hij zou klaar staan bij de vertrekhal. Gelukkig was dat ook zo, want het regende flink. We hebben de papieren dan ook maar in de auto ingevuld en zijn daarna snel met een karretje voor mijn rugzak naar de ingang gelopen. Gelukkig was het maar een stukje, maar het pluutje is wel weer kleddernat. Gelukkig zitten er ook zijvakjes aan mijn rugzakje, dus het kan geen kwaad.Toen we de noodzakelijke toiletstop hadden gemaakt zijn we meteen gaan inchecken, dat kon gelukkig. Na het inchecken de grote rugzakken op de band en door de douane. Ook dat is tegenwoordig self service, als je een redelijk nieuw paspoort hebt. Het ging dus allemaal supersnel. Om kwart voor vijf waren we dus al achter de douane. We hebben even rondgelopen, maar zijn al snel gaan zitten voor een borrel en een klein hapje. Helaas was Schiphol één grote verbouwing, en was Café Amsterdam er niet meer te vinden. Maar de tent waar we ook al eens hadden gezeten wel, en daar was het ook prima. Lekker wijntje, sashimi en een broodje gedeeld en we komen de tijd wel door. Daarna zijn we toch maar even gaan shoppen en hebben we, zoals goed gebruik is, twee geurtjes gekocht.Daarna zijn we naar de gate gelopen, het was intussen kwart voor acht, en het boarden zou om half acht beginnen. We zaten net toen onze rijen werden afgeroepen om te boarden, dus we waren zowat als eerste in het vliegtuig. Het duurde vervolgens nog meer dan een uur voordat we gingen opstijgen. Gelukkig hadden we allemaal een eigen scherm, daarmee konden we alvast wat spelen. Na een wijntje en een paar biertjes kwam het avondeten. Vliegtuigeten, maar verder niks mis mee. En toen was het slaaptijd.

Dinsdag 19 mei Antananarivo

We kregen anderhalf uur voor de landing nog een simpel ontbijtje, dus we waren goed verzorgd. Na een rustige vlucht landden we volgens schema op Nairobi Airport, waar ons een transit van zes en half uur wachtte. Maar ook die tijd zijn we doorgekomen, een bakje koffie en een colaatje met chips. Allebei afgerekend met de creditcard, ik had namelijk geen Kenia Shillings, en had de dollars thuis gelaten voor een volgende reis. Het was eigenlijk gewoon uitzitten. Na de tijd uitgezeten te hebben was het tijd om naar de gate te gaan voor de tweede en gelukkig laatste vlucht van de reisdag. Daar hebben we kennis gemaakt met de rest van de groep. We zijn vertrokken met een half uur vertraging, Afrika zeker? Maar de vlucht was verder prima, lekkere lunch en een wijntje. Bij aankomst ging het ook allemaal weer soepel, paspoort laten checken met papiertje dat in het vliegtuig al was ingevuld, het visum kregen we bij de douane. Die zaten met vier of vijf mensen onze paspoorten te controleren en ook dat ging best vlot. Onze reisbegeleider Frank stond al op ons te wachten. Onze bus stond klaar en we waren dus al snel op pad naar het hotel. Het was spitsuur, dus we hebben er wel even over gedaan. Frank had al water gekocht, en we zaten toch lekker, dus maakte het ons niet zoveel uit. In het hotel zat de geldwisselaar, en we hebben meteen € 1400,00 gewisseld. Het advies was voor de eerste weken € 500-€ 600 pp, maar wij kennen onszelf.

Na het wisselen en een schone blouse zijn we samen gaan eten. Heel even snel mama gebeld, dan was die ook weer gerustgesteld. Toen we naar buiten liepen (Frank had al drie restaurantjes aangewezen) werden we begeleid door een soort burgerwacht. Gelukkig waren die er bij, anders hadden we Saka Manga (het restaurant) niet gevonden. Het was goed donker, maar we kwamen er toch, dankzij onze begeleiders. Het was druk, maar er was nog wel een tafeltje. Het eerste werk was een fles wijn: 42.000Ra, dus € 13,00. De gerechten waren ook niet duur, 10.000Ra voor een voorgerecht en 18.000Ra voor het hoofdgerecht. Na het eten zijn we meteen naar de kamer gegaan, geen afzakkertje. Lekker gaan slapen, maar nog net voor het wegzakken een SMS gestuurd naar de kinderen dat de reis helemaal goed was verlopen.

Woensdag 20 mei naar Andasibe

Na een heerlijke nacht lekker onder de douche. Die was, net als de rest van de kamer prima. We waren op tijd voor het ontbijt, en dat was gewoon prima. Lekker omelet met (wit) stokbrood, bakje thee erbij en een yoghurtje en het was weer volle maag. We gingen met het busje op pad en hebben voor de middag alleen een korte plasstop gedaan. Toen we aankwamen op onze picknick plaats, Madagaskar Exotic, ging Frank aan de slag met onze picknick lunch en werden wij in twee groepjes van vijf en zes personen verdeeld. We gingen onder begeleiding van een gids in verschillende open kooien kijken naar mooie beestjes, voornamelijk kameleons.

Die hebben we dan ook mooi op de foto en film, zelfs aan het eten en een prooi aan het vangen. De gids voerde de kameleons met sprinkhanen op een stokje, zodat wij konden fotograferen en filmen. En dan is een soort dierentuin helemaal niet erg, want dat krijgen we in de echte natuur natuurlijk nooit te zien, laat staan de gelegenheid om het op de film te zetten. We hebben ook slangen, krokodillen, kikkertjes, een duizendpoot, tomatenkikkers (die bijna in winterslaap gaan), en een familie bokiboky’s, een knaagdier gezien. Ook een trosje fruitbats hing in een hoekje, maar dat werd pas leuk filmen toen de gids ze wat wakker had gepord. Na onze rondleiding stond de lunch klaar: brood met sardientjes, kaas worst en vergezeld van appeltjes, tomaat, tomaat en wortel. Helemaal prima en lekker. Na de lunch zijn we verder gaan rijden naar ons hotel voor de volgende twee nachten: hotel Feon’ne Ala in Antasibe. Het ligt aan de rand van het regenwoud, we keken er zo op uit. Nadat we onze sleutels hadden gekregen zijn we de foto’s en films gaan veiligstellen en vervolgens een biertje gaan doen op het terras. Frank kwam er ook nog bij zitten, en toen was het al snel tijd voor de briefing en het eten. De briefing was uitgebreid genoeg. In de briefing  hoorden we dat we 1,2 miljoen Ra pp mochten storten in de pot, maar ook dat er best veel uit betaald zou worden. Helemaal goed dus. Daarna kwam het eten. Piet had calamares uit de wok en ik beef uit (waarschijnlijk dezelfde) wok. We hebben samen een portie knoflook aardappelen gedeeld, en dat was mooi voldoende. Nog een biertje erbij en alles was weer vol. Rond half negen gingen we naar de kamer om de spullen op te ruimen en het reisverslag te tikken.

Donderdag 21 mei Andasibe

De wekker liep om zes uur af, en ik ben snel onder de warme douche gegaan. Nadat we zelfs onze tanden al hadden gepoetst (we zouden geen tijd meer hebben om terug te gaan) zijn we gaan ontbijten. Deze keer geen eitjes, maar witbrood. Frank had gezorgd voor beleg: kaas, pindakaas, jam en chocoladepasta. Een broodje jam en een broodje banaan was helemaal prima. Na het ontbijt stonden onze gidsen al klaar en gingen we eerst met de bus een stukje verderop voor de Great Bamboo Lemure en de Woolly Lemure. Die hebben we allebei gezien, en voor die tijd langs het pad ook nog een Parson’s kameleon. Die zat er prachtig bij, van de lemuren staat niet veel op film. Ze zaten ook wel erg ver weg. Nadat we met de bus verder zijn gegaan naar de ingang van het uiteindelijke park werden we in twee groepjes verdeeld. Helaas regende het pijpenstelen, en dat zou ook het eerste uur zo blijven. Maar we hebben evengoed mooie dingen gezien, hoewel het natuurlijk wel erg stressen was voor de camera’s.

Het eerste was we zagen was een familie Diademed Sifaka’s. Dat was wel heel bijzonder omdat er maar één familie is in een gebied van 20 hectare. Ze moesten nog wel wakker worden, en kwamen eigenlijk pas echt tot leven toen de zon een beetje doorkwam en het was gestopt met regenen. Maar het zijn prachtige beesten en we hebben er dan ook nog lang van genoten. Op enig moment werd het tijd om naar de Indri-Indri  te gaan zoeken, daarvoor waren we tenslotte gekomen. En nu het wat later en warmer werd zouden die ook wakker aan het worden zijn. Onderweg naar de eerste familie hoorden we ze al roepen, en ik heb dan natuurlijk het geluid ook opgenomen, dat wordt leuk voor onder de film. Al snel hadden we de familie gevonden, en hebben we natuurlijk veel mooie en minder mooie opnames gemaakt. De camera’s begonnen te beslaan, en die beesten zaten wel erg hoog in de bomen. Intussen begon het ook weer een beetje te regenen, dus heel veel geluk hadden we niet. Evengoed hebben we ze goed gezien, al is het maar met de eigen ogen. Na het bezoek aan de Indri-Indri  zijn we op zoek gegaan naar de gewone bruine lemuur. Die hebben we wel gevonden, maar die zaten zo hoog in het bladerdek dat het onmogelijk was om ze te filmen of te fotograferen. Maar zoals ook gold voor de Indri-Indri: we hebben ze gezien. We zijn verder gaan lopen naar de tweede familie van de Indri-Indri, maar daar hebben we niet veel van gezien. Intussen waren we al een hele poos in het park en voerde de gidsen ons langzamerhand terug naar het beginpunt. Onderweg hebben we nog wel wat dingen gezien. We zagen een mini orchidee, dit is de enige die we in bloei hebben gezien, het was ook helemaal niet de tijd voor bloeiende orchideeën. We hebben onderweg een girafnek kever gezien, ook dat was een zeldzaamheid. Het was echt het einde van zijn “seizoen”, dus we hadden mazzel dat we er nog een tegenkwamen. We zagen ook nog een kikkertje in een grote bromelia/cactus achtige plant. We zagen ook nog een paradijsvogel, prachtig van kleur, maar niet te filmen omdat hij tussen de takken zat en niet stil zat. We hebben ook nog de echte bruine lemuur gezien, maar daar gold hetzelfde voor: te hoog in de boom en teveel tussen de takken om er iets op film of foto van te kunnen zetten. We hebben dus veel gezien, en nu maar hopen dat er iets van terug te vinden is op film en foto.Bij de ingang / uitgang zat er nog een groene dag gekko op het bruggetje, en dat was het wel voor die ochtend.Terug bij het hotel hebben we soep met een biertje gegeten, en hebben we de foto’s veiliggesteld. Het zou jammer zijn als we die kwijt zouden raken, ook al zullen er heel veel slechte bij zijn.‘s-Middags zijn we naar de Vakona Forest Lodge geweest. Daar worden ex-huisdier lemuren opgevangen. Ze hebben voor de lemuren een apart systeem opgezet om ze weer uit te kunnen zetten. De lemuren zitten met elkaar op een eiland, en zodra de wijfjes drachtig zijn worden ze op een ander eiland geplaatst. Daar worden de wijfjes wel gevoed, maar de kleintjes niet. Die moeten op enig moment zelf hun voedsel in de natuur gaan zoeken. Als ze dan groot genoeg zijn kunnen ze voor zichzelf zorgen en worden ze weer uitgezet in een wildpark. We werden met de kano een voor een over gezet, maar het was echt maar 10 meter. Ieder met zijn eigen kano met kanokapitein. Op het hekje aan de overkant zat een Zwart-witte Vari, de grootst nog levende lemuren. In een boom op het eiland zaten er nog een paar, maar die waren wel verder weg. Toen we voorbij het hekje waren kwamen we bij een plekje waar de lemuren gevoerd werden door een gids.   Daar waren ook een aantal Taiwanezen, waarvan een van de dames helemaal in het wit was, compleet met witte laarsjes. Helemaal goed in de modder van een eiland met lemuren. De lemuren daar waren de Common Brown Lemure, de Grijze Bamboo Lemure en nog een Zwart-witte Vari. Die laatste hing ondersteboven in een boom en liet zich graag voeren (en dus op de foto zetten). De andere lemuren sprongen maar al te graag op iemands schouder , in de hoop dan ook wat te krijgen. Maar ze waren niet agressief, je kon goed merken dat ze aan mensen gewend waren. We hebben allemaal wel een tijdje met zo’n beest als sjaaltje gelopen. Een van onze reisgenoten kwam er niet vanaf, die had een heel hardnekkige. Nadat we een poosje op het eiland hadden rondgelopen zijn we, weer met de kano overtocht, terug gegaan naar de bus. We reden even verder en kwamen aan bij een opvangcentrum voor krokodillen. Daar lagen wel wat van die grote jongens te zonnen. Ook deze beesten zijn aangebracht vanuit huisdieren, sommige ook omdat ze gevangen werden en niemand er raad mee wist. We hebben een korte wandeling gemaakt rond de vijvers en het stuk rivier waar ze liggen, gelukkig op hoogte en achter een muur. Anders is het niet zo veilig, het blijven wilde beesten. Aan het einde van de krokodillenvijver stond ook nog een kooi met een Fosa. Deze leeft van lemuren, dus is een echt roofdier. De Fosa lijkt wel een beetje op een poema, dus in potentie is het een gevaarlijk dier. Er scharrelde ook een Stralen schildpad rond. Hij heet zo omdat de tekening op zijn schild lijkt op zonnestralen. Als toetje kregen we nog een reiger op een tak aan de overkant van de rivier, maar toen was het wel op. Na al die beesten gezien te hebben waren we wel een beetje vol. Daar hebben we het eten voor die avond besteld, ansichtkaarten voor thuis gekocht en hebben een biertje meegenomen voor op de kamer. Daar hebben we lekker buiten, onder het genot van dat biertje, de kaarten geschreven. Dan hebben we ze maar klaar als we bij een postkantoor terecht komen.

Om half zes gingen we op pad voor onze nachtwandeling. Die was langs de weg, het is niet goed om dan het woud in te gaan. We hebben veel piepkleine kameleons gezien. Je snapt niet dat de gidsen ze zien, ze zijn niet langer dan een halve pink en ook nog zo dun als een klein takje. We zijn maar een keer van de weg afgegaan en het woud in gedoken (een klein stukje). Dat was omdat er een muis lemuur zat. We kregen allemaal de gelegenheid om per twee personen te gaan kijken. Maar zoals elk leuk beest zat ook deze weer achter de bladeren. We hebben onderweg ook nog wat grotere kameleons gezien. Vooral vlak bij het hotel zat een mooie, en hij zat er ook mooi bij. Terug in het hotel hebben we gegeten, de hotelrekening betaald en zijn we op tijd naar de kamer gegaan om de foto’s veilig te stellen en de tassen te pakken voor de volgende dag.

Vrijdag 22 mei naar Antsirabe

We hadden een lange reisdag van 300 km voor de boeg. De wekker liep weer om zes uur af, het lijkt wel bijna standaard te worden. Zeven uur ontbijt en rond kwart voor acht weg. Deze keer werd er een extra omelet bij geserveerd, dus het was weer helemaal goed. Het is wel een beetje jammer dat het steeds wit brood is, maar voorlopig gaat het nog prima. Na het ontbijt gingen we op pad, met een plaspauze vóór de lunch. Daar hebben we mooie opnames kunnen maken van een kameleon die reisgenoten hadden gezien. Het duurde even voordat iedereen voor het beestje weg was, maar toen kon ik ook een heel mooi filmpje maken. Na deze stop gingen we snel weer verder, we hadden tenslotte ruim 300 kilometer af te leggen. Verder zijn we voor de lunch alleen nog maar gestopt voor boodschappen. Daar heb ik wat snoepjes gekocht en een klein flesje whisky. Toen we aankwamen bij de lunchplek was het daar lekker druk: heel veel klassen schoolkinderen, alleen maar van de lagere school dus veel klein spul. We hebben eerst een stukje samen gelopen, maar als snel is Piet Frank gaan helpen met de lunch en ben ik lekker op een bankje gaan zitten. Na een kwartiertje ben ik ook naar de picknicktafel gegaan, onderweg heb ik nog wat filmpjes gemaakt van de kinderen. Toen ik aankwam bij de picknicktafel arriveerden ook al snel de anderen en zijn we gaan eten. Lekker weer brood met worst, kaas en vis, prima verzorgd weer. Onder het eten begonnen aan de overkant schoolklassen te dansen, en dat was dan ook wel leuk om op de film te zetten.

Na de lunch en al het filmen zijn we weer verder gaan rijden, we moesten tenslotte nog een poosje. We hebben een tussenstop gemaakt bij een tankstation om te tanken. Daar hebben we nog wat frisdrank gekocht, al dat water wordt je ook alleen maar kleps van. Een uur later dan gepland door de verkeersdrukte in Antsirabe kwamen we aan bij Stichting Madalief (Madagaskar en Liefde), ons verblijf voor de komende twee nachten. Daar begonnen we met een praatje van Remy, de Nederlandse eigenaresse en voorzitter van de stichting. Ze had voor nu alleen maar wat huishoudelijke mededelingen, vooral ook omdat we zo laat waren en nog naar de kamers moesten. We kregen een sapje, waarin voor de liefhebbers een scheut rum werd gegoten. Nadat de helpers ons naar de kamer hadden begeleid zijn we al snel terug gegaan voor een drankje. Toen ik in de koelkast een fles witte wijn zag staan heb ik daar beslag op gelegd. Na een klein poosje konden we aan tafel. Het eten was helemaal goed, en het gezelschap prima, dus een goede avond. Toch gingen we voor negen uur alweer naar de kamer, ik had de dag ervoor niets aan het reisverslag gedaan, en had dus de tijd nodig om bij te schrijven. We hebben ook de foto’s en films veilig gesteld en zijn daarna gaan slapen, het was intussen toch weer tegen elf uur.

Zaterdag 23 mei Antsirabe

Zoals intussen gebruikelijk was het ontbijt om 07.00 uur, en vertrokken we om kwart voor acht. Het ontbijt was prima, maar vooral ook omdat Frank het weer had aangevuld met pindakaas, pasta en kaasjes. Kennelijk is een ontbijtje in Madagaskar niets anders dan koffie, thee, en stokbrood met jam. Hoe dan ook hadden we weer voldoende gegeten om de ochtend door te komen. We gingen op pad en zijn dwars door de stad gereden voor ons beginpunt van de wandeling. We kwamen bij een parkeerplaats aan waar heel veel verkoopstertjes stonden met stenen en kettingen gemaakt van stenen. Frank zei ons ze links te laten liggen omdat hij een afspraak met ze had: ze mochten ons pas vragen om iets te kopen als we terug kwamen van de wandeling rond het kratermeer. En hij zou dan zeker iets kopen. Toen we uit de bus kwamen werden we toch nog belaagd, maar toen we naar Frank liepen hoorden we al meisjes roepen: “meneer Frank, als jullie terugkomen van de wandeling kopen jullie iets?”. We konden dus ongehinderd onze wandeling rond het kratermeer Lac Tritriva.

Dat meer had natuurlijk een geschiedenis van “Romeo en Julia”, een dochter van een rijke familie wilde trouwen met een knappe boerenzoon, maar dat mocht natuurlijk niet. Toen hebben ze samen zelfmoord gepleegd door hand in hand in het kratermeer te springen en aldus te verdrinken. Op de plaats waar zij gesprongen zijn is een boom gegroeid die bloed gaf als je er een sneetje in maakte. Mooi verhaal, maar natuurlijk niet waar. Toch was er in 1947 een Chinees die het wel wilde checken en naar de overkant van het meer wilde zwemmen om een sneetje in de boom te maken. Helaas is hij verdronken, en dat verhaal is helaas wel waar. We hebben een klein uurtje gedaan over de wandeling die soms lastig was door wat omlaag lopen over het grind padje. Al met al was het toch een prima wandeling. En boven stonden natuurlijk de verkopertjes. We zijn met de bus naar beneden gereden, vooral om de verkopertjes te ontlopen en zijn een dorpje in gelopen. Daar was het leuk lopen, boeren met rijst die uitgestrooid werd en kippen die los rondlopen. Ook de koeien hadden hun plekje midden in het dorp, en er liepen natuurlijk nogal wat kindertjes rond. We mochten in een huis kijken van een gezin. Ze hadden maar een kind dus die woonden best luxe: ze hadden twee kamers en dat voor drie personen is uitzonderlijk in zo’n dorp. Frank gaf de vrouw des huizes een fooitje omdat we binnen mochten kijken. De fooi was 3000 Ra, een maand schoolgeld voor haar kind. Na het bezichtigen van het huis en het nemen van een “paar” foto’s en stukjes film zijn we langs de weg gaan lopen. De bus reed met ons mee, en stopte om de anderhalve kilometer. Dat betekende dat we gewoon rustig konden wandelen en als de tijd op was konden we in de bus verder, zodat we toch op tijd in Antsirabe zouden zijn voor de lunch. Onderweg hebben we veel leuke dingen gezien: ossenkarren, fietsers met en zonder hooibalen, dames met hooibalen op hun hoofd. Allemaal heel fotogeniek. We hebben een banaan en een paar mandarijntjes gekocht bij een klein winkeltje, kosten 20 eurocent. Iets verder kochten we pel pinda’s, een flink zakje voor 30 eurocent. Onderweg kwamen we ook nog een slagerij tegen, de koeienkop werd nog bewerkt. Bij die mensen mochten we in de keuken kijken, maar het bleek hun hele huis te zijn. Een hoek voor het houtskool vuur, in een andere hoek lag een soort matras. En dat was het wel. Die mensen hebben we dan ook maar een fooitje gegeven, we komen zelf niet om van de honger. Ook onderweg stonden mensen te jeu-de-boulen. Een van onze reisgenoten, die goed Frans spreekt omdat ze een aantal jaren in Frankrijk heeft gewoond, deed nog een kort spelletje mee. Het was een leuke wandeling, zeker ook omdat de zon was gaan schijnen vanaf het moment dat we de trip rondom het kratermeer hadden gelopen.We zijn met de bus naar de stad gegaan en hebben daar met de groep bij Chez Jenny een pizza gegeten, met een biertje er bij. Na de lunch zijn we met een pousse-pousse voor ieder naar het treinstation gegaan, en daarna naar de grote markt. En dat allemaal voor 6000Ra per karretje (en dus per persoon). Die pousse pousse drivers konden hun best doen, het was aardig warm en dan van die niet al te lichte toeristen. Maar het ging prima, en we waren na een tijdje bij de grote markt. Daar zijn we even overheen gelopen, we hebben vooral gedroogde vis, en fietsspullen gezien, maar natuurlijk ook fruit en aardappels en huishoudartikelen. Maar het leukste waren natuurlijk toch weer de kinderen, we hebben een kleintje ook flink aan het huilen gekregen. Zolang je op afstand blijft vinden ze het prima, maar als je in de buurt komt zetten ze het op een krijsen. Na een korte tijd op de markt zijn we terug gegaan naar onze drivers die ons naar Hotel des Thermes hebben gebracht. We waren mooi op tijd op het terras van het hotel, waar we op de kaart zagen dat een Tequilla Sunrise wel 7000Ra (€ 2,00) kostte. Dan is het natuurlijk helemaal niet moeilijk, en we zaten al snel samen aan de cocktails. Toen de rest er ook was zijn we met de bus terug naar ons eigen hotel gegaan, waar we deze keer wel in het licht aankwamen. We zijn na de drankjes nog even naar de kamer gegaan om de foto’s en film veilig te stellen, en daarna weer terug om te gaan eten. Ook deze keer was het weer helemaal goed.

Zondag 24 mei naar Ranomafana

Na het standaardontbijt om zeven uur hebben we afgerekend. Al snel gingen we weer op pad, we hadden een lange reisdag van 242 km voor de boeg. De tweede en laatste hele dag bussen van deze reis. We zaten op ons gemak, en zijn al snel gestopt. Dat was bij een opgeblazen brug. Tijdens een coupe waren er twee stammen overgebleven, die strijd met elkaar leverden. Een van de twee blies een brug op, die al wel vervangen is door een andere (gefinancierd door Europa en Frankrijk). Daar hebben we een paar foto’s en films gemaakt. Omdat we niet heel de dag wilden zitten zijn we even verderop een stukje door een dorpje gaan lopen. Altijd leuk met die mensen die het niet erg vinden om te poseren. Vooral de kindjes zijn natuurlijk erg lacherig als je ze dan de foto op het digitale schermpje laat zien. Daarna zijn we verder gereden en gestopt bij een kraampje waar ik voor 4000Ra een hoedje heb gekocht, misschien wel leuk voor Carnaval en anders zullen we er niet arm van worden. Na die werelduitgave zijn we verder gaan rijden en gestopt langs de weg voor een picknick, het was een prima plekje met zelfs een schoon toilet. We hebben, samen met een andere reisgenoot geholpen met het klaarmaken van de picknick. Dat was natuurlijk ook gewoon weer prima. Na de lunch zijn we doorgereden, en zijn we onderweg weer gestopt voor een mooi uitzicht over een van de vele valleien. Mooie foto’s van gemaakt. Daarna zijn we nog een keer gestopt vlakbij onze bestemming. Daar was een prachtige waterval, te mooi om zomaar links te laten liggen.

Toen we aankwamen in ons hotel kregen we ieder de sleutel van een chaletje. Dat was erg klein, maar wel compleet met eigen badkamer en twee eenpersoons bedden met klamboe. We zijn met de groep gaan eten bij een ander hotel. Daar hadden ze een beperkte kaart, slechts drie voor- en drie hoofdgerechten. Maar die waren helemaal prima. Na het eten zijn we nog met een deel van de groep een borrel gaan doen op een terras. We hebben met vieren een klein flesje bruine rum (met ieder een cola) leeggedronken en zijn daarna terug gegaan naar het hotel. Dat was helemaal donker, dus zijn we maar naar het chaletje gegaan. Daar hebben we de foto’s en film veilig gesteld, en heb ik nog wat aan het reisverslag gewerkt. Daarna zijn we onder de klamboe op tijd gaan slapen.

Maandag 25 mei Ranomafana

Gelukkig hoeven we de wekker niet steeds te verzetten en liep die gewoon weer om zes uur af zodat we om zeven uur aan het ontbijt zaten. Daar zat deze keer wel weer een eitje bij, en zelfs een croissantje en een yoghurtje. We zijn met de bus naar de ingang van het Ranomafana National Park gegaan, een van de gidsen was al ingestapt. We werden in twee groepen verdeeld, een snelle en een langzame groep. Wij gingen natuurlijk bij de langzame groep, Piet met zijn knie en ik met mijn klimcapaciteiten zouden de snelle groep waarschijnlijk niet bij kunnen houden. Uiteindelijk viel dat nog wel mee en liepen we toch veel achter elkaar aan in hetzelfde tempo. Maar we hebben wel mooie dingen gezien, in het begin natuurlijk alleen maar planten en spinnen. Maar ook libellen die als het ware rechtop stonden op een blad, en een mooie grote sprinkhaan. En twee vogeltjes, waarvan er een volgens de gids bijzonder was. Opeens moesten we sneller lopen want er waren lemuren gezien. Het begon met de Red Fronted Brown Lemure. Ze zaten wel erg in het bladerdek, dus de vraag is of er goede film en foto’s van zijn. Maar we hebben ze in ieder geval gezien, en dat is ook wel wat waard. We hebben ook nog de Milne-Edwards Sifaka’s gezien, ook die zaten erg ver weg achter het bladerdek. Maar door hun zwart-witte vacht waren die wat gemakkelijker te spotten. In een pauze op een prachtige uitzicht plek over het woud ging Piet natuurlijk nog wat lopen en die zag nog een setje Red Belly lemuren vlakbij. We zijn daar ook nog naar gaan kijken, maar ze waren weer verstoppertje aan het spelen. Toen zijn we zachtjesaan naar de ingang terug gelopen. Gelukkig was het een rondje want de terugweg was wel over een heel lange en steile trap. De heenweg hadden we de hoogte afstand in delen gedaan, dus was het niet zo vermoeiend. Behalve dan de stukken die we door de jungle zelf moesten tijgeren. Al met al een mooie tocht! Toen we uit de jungle kwamen hebben we op een terrasje bij de ingang met ons groepje wat gedronken. Toen de rest terugkwam zijn we terug gegaan naar het hotel. De rest is bij een ander hotel gaan lunchen, wij bleven lekker in het hotel en hebben daar een soepje en een Gratin Fruit de Mer gegeten. Fanta en een biertje erbij, en het was weer genoeg. Op een gegeven moment kwam er een grote zwart witte vlinder op mijn bloesje zitten. Maar voordat Piet de camera had gepakt was hij al weer weg gefladderd. Na de lunch heb ik lekker mijn reisverslag bijgewerkt, dat scheelt straks weer als we thuis zijn. Bovendien zien we zoveel dat het thuis waarschijnlijk niet meer terug te halen is. Ondertussen ging Piet wat filmen bij de rivier. Bij de kamer heb ik lekker nog wat zitten lezen voordat we weg gingen, het was een lekker plekje.

Om half zes stonden we klaar voor de avondwandeling. Een reisgenoot had nog een kikkertje in de plant bij het hotel ontdekt en daar wilde iedereen natuurlijk een foto van hebben. We begonnen de nachtwandeling met een muis lemuur, dat was al heel bijzonder. Het was wel een beetje jammer dat we niet al teveel foto’s en film hadden, het krengetje bleef gewoon niet op een tak stilzitten. Maar toch wel een paar mooie opnames gemaakt. Daarna hebben we nog een aantal kameleons gezien van verschillende soorten. Die waren over het algemeen goed op de film te zetten, ze zaten allemaal stil op takken en boomstammetjes.De wandeling heeft beelden opgeleverd van een grijze muislemuur, de Parsons kameleon en nog wat klein spul in de struiken langs de weg. Filmen was lastig, totdat ik bedacht te gaan wachten tot alle fotografen klaar waren en er dus geen flitsen meer door het beeld kwamen. Maar de beelden waren allemaal niet heel erg scherp, dus weer balen.Terug van de wandeling bracht de bus ons naar het hotel/restaurant waar we voor die avond besproken hadden.Na het eten zijn we meteen naar de kamer gegaan en hebben we de foto’s en film veilig gesteld en niet meer aan het reisverslag gewerkt, het was wel mooi geweest.

Dinsdag 26 mei naar Ambalavao

We zouden vandaag een rit van vier uur hebben, maar omdat we een aantal stops onderweg zouden doen zou het wat langer gaan duren. Daar is helemaal niks mis mee, beter zo dan jakkeren en vroeg in een klein stadje zijn waar over het algemeen niet veel te doen is. Het ontbijt was prima, Piet had gevraagd om gekookte eieren, maar we hadden ons niet gerealiseerd dat dat in Madagaskar betekent dat ze voor onze begrippen veel te zacht zijn. Dat was dus geen succes. Nadat iedereen gegeten had, afgerekend en de bagage weer geladen was zijn we gaan rijden. Al snel stopten we bij het dorpje Ambatovaky dat helemaal bestond uit smederijen. Ze maken er voornamelijk spades, maar ook machetes. Het is een pittoresk dorpje waar mensen het niet erg vinden om op de film of foto te gaan, een enkele uitzondering daargelaten. Frank liep met een broekzak vol met kleingeld om de mensen die we filmden en fotografeerden een fooitje te geven. Zo verdienen ze ook weer wat extra’s en voor ons gaat het helemaal nergens over. Je ziet ze van jong tot oud aan het smeden, jongens van een jaar of twaalf die met grote hamers op de gloeiend hete ijzers aan het slaan zijn en jonge meisjes die de blaasbalg bedienen. Grappig is dat, en dat is bij ons natuurlijk niet anders, kleine jongetjes hetzelfde beroep willen uitvoeren als hun vaders. Er was er een met een stuk op een kroonkurk aan het slaan om die als het ware te smeden. Ook hier wordt er veel met de hand gedaan, de koffie werd net zo gestampt als in Uganda, en dat geeft natuurlijk ook een mooi stukje film.Na het uitgebreide bezoek zijn we verder gaan rijden naar onze volgende stop Fianarantsoa. Daar hebben we de studio van een wereldberoemde fotograaf bekeken. Er lagen prachtige zwart wit foto’s van het Malagysche dagelijkse leven, en heel veel portretten. We hebben er geen meegenomen, bang dat het onderweg zou sneuvelen. Naast de studio hebben we bij Salon de The Soafia een kopje thee gedronken, en ik een heerlijk ijsje gegeten. Intussen dat ik lekker zat te wachten hielp Piet Frank en de chauffeurs mee met water inslaan bij de benzinepomp. We namen nog wat lekkers mee, chips, pinda’s, Tuc en 85% pure chocolade.Na die (best lange) stop zijn we naar het postkantoor gegaan. Daar hebben we postzegels gekocht, meteen laten afstempelen en in de brievenbus gegooid. De postzegels naar Europa zijn hier goedkoper dan de postzegels in Nederland voor binnen Nederland zelf. Uiteindelijk moest ik 20.800 Ra betalen voor dertien zegels (12 voor de kaarten en 1 voor onszelf). Samen met de kaarten was dat dus een kostenpost van 32.800Ra, dus nog geen € 10,00. Als we mensen daar dan een plezier mee doen is dat prima, hoewel wij waarschijnlijk eerder thuis zijn dan de kaarten bezorgd worden. Maar ook dat is bijna elk jaar zo. Daarna zijn we naar een mooi picknickplekje gegaan, waar weer een prima tafel gedekt werd. Deze keer met rauwe en gekookte ham i.p.v. sardientjes en knakworstjes. Toen Frank de beheerder van het plekje een fooitje gaf liet hij de chauffeur vertellen dat hij de volgende keer niet zou betalen als het niet opgeruimd zou zijn, er lagen wel wat papiertjes op de grond. Het was allemaal niet zo spannend, maar dat is wel de manier waarop Frank geld geeft. Er moet iets voor teruggedaan worden. En dat is ook goed, mensen weten dan dat het niet zomaar gaat en als je er iets voor moet doen voelt het ook niet als bedelen. Daarmee laat hij ze ook in hun waarde. Ook hierin is hij een goede reisbegeleider. Onze volgende stop was bij een project dat vrouwen de gelegenheid biedt wat te verdienen met het maken en verkopen van sisal producten. Daar heb ik nog een paar onderzetters gekocht voor het goede doel, ze kosten wel 5000Ra per drie stuks. Piet zag nog een leuk hoedje voor Carnaval, ook voor 5000Ra, dat heb ik dus ook maar meegenomen.

De volgende stop was bij een mooi uitkijkpunt over een vallei met rijstterrassen, iets verder stopten we weer voor een mooi uitzicht over de stad Ambalavao. Daar stond ook een monument voor Fransen die gevallen waren tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Madagaskar. Een beetje raar is het wel dat het monument er nog staat, je zou denken dat de Mallagasy dat zouden slopen. Het waren tenslotte hun overheersers.Toen we aankwamen in ons hotel Aux Bougainvillees in Ambalavao kregen we een korte rondleiding van Frank bij het papierfabriekje op het terrein van het hotel. Leuk om te zien. In het winkeltje heb ik nog een houder voor mijn lipstick gekocht, die vergat ik thuis steeds. Een reisgenoot bedacht dat het misschien wel leuk zou zijn om voor iemand die de laatste dag van de vakantie jarig was een fotoalbum van dat papier te kopen. We vonden dat allemaal een goed idee, en we hebben het dan ook gekocht.We zijn samen op pad gegaan en hebben even door de hoofdstraat gelopen in de hoop aan after-bite o.i.d. te kunnen komen. Helaas is dat niet gelukt, maar het was wel leuk wandelen. We zijn natuurlijk ook nog even naar de markt geweest, altijd leuk. Daarna gingen we terug naar het hotel voor een drankje voor het eten.

Woensdag 27 mei naar Andringitra

We konden deze dag uitslapen omdat we pas om half tien zouden vertrekken naar de zebou markt. We waren natuurlijk allang wakker, vooral ook door het gerommel achter onze kamer, dus hebben evengoed op tijd ontbeten. Na het ontbijt ben ik nog even naar het winkeltje gelopen voor de rode wilde zijden sjaal. Ik heb hem niet gekocht omdat hij te groot was voor een zomersjaal, en te koud voor een wintersjaal. We waren dus al snel klaar, en onze tassen werden ook al opgehaald. Omdat we toch niets hoefden liep Piet nog even naar het stadje. Hij heeft daar op het pleintje voor het stadhuis gezeten om mensen te kijken. Ik heb in de tussentijd op een stoel buiten de kamer aan het reisverslag zitten werken, lekker rustig. Nadat iedereen weer mooi op tijd terug was zijn we gegaan, de eerste stop was de zeboumarkt. Maar voordat we daar waren moesten we eerst naar de bakker om het bestelde brood voor de picknick op te halen. De zeboumarkt was erg leuk en werd gedurende de tijd dat wij er waren ook steeds drukker. Soms was het wel spannend als er weer een zebou begon te bokken en uit zijn kudde brak. Misschien was dat ook wel de reden dat de meeste reisgenoten boven op de oude graftombe bleven staan. Die was niet meer in gebruik, maar wel een mooi (en dus veilig) plekje voor het overzicht. Ikzelf ben er niet op geweest om te filmen, dat heeft Piet gedaan. Omdat de zebous verder redelijk rustig waren kon je er gemakkelijk tussendoor lopen, en dat was ook heel erg leuk. Heel veel mannen met stokken om ze bij elkaar te houden zorgden er voor dat ik me veilig voelde. Na anderhalf uur films en foto’s gemaakt te hebben gingen we verder.We gingen naar Anja National Park voor het spotten van ringstaartmaki’s.

Onderweg lopend naar de plaats van de maki’s kwamen we ook kameleons tegen. We hebben zelfs ook een slang gezien. Gelukkig is hier niets voor de mens gevaarlijk, dus we konden er gewoon naar kijken. We hebben veel maki’s gezien, op de foto gezet en gefilmd. Er was ook een groep van een andere organisatie, op een gegeven moment waren we wel met heel veel mensen. Het werd zelfs zo vol dat onze gids aan Piet vroeg om aan te wijzen wie er allemaal bij zijn groep hoorde. Toen we terugliepen zagen we ook nog twee grote kameleons en toen was het tijd voor de picknick. Die had Frank in de tussentijd dat wij aan het wandelen waren klaargezet, dus deze keer hoefden we niet te helpen. Toen we klaar waren met eten zijn we een stukje naar boven gelopen en hebben we daar een biertje gedeeld.Toen we verder gingen hebben we eerst een poosje over asfalt gereden en daarna zijn we met de bus over een zandweg verder gegaan totdat we bij een dorpje kwamen. Frank kreeg bericht dat de safaritruck panne had en dat we met een busje opgehaald zouden worden. Dat busje was er al heel snel, en het was een Afrikaans geval. Lekker gammel dus, maar het zou wel goed zijn anders laat Frank ons niet instappen. De bagage werd op het dak gelegd en vastgebonden met een touw. Intussen was het schooltje ook uitgelopen, er liepen dus weer tientallen kinderen om ons heen. We hebben ze het spelletje “hoofd, schouders, knie en teen” voorgedaan en het samen nog een keer gedaan. Piet heeft voor dat gebeuren zijn videofunctie van zijn camera gebruikt, dus ondanks dat ik meedeed staat het toch op film. Toen we instapten bleek dat het busje precies paste, er was geen plekje over. We hebben een klein uurtje gehobbeld en stof gesnoven voordat we er waren. Een paar keer moesten we stoppen. Of omdat de helper aanwijzingen moest geven als we een bruggetje over moesten. Of omdat de bagage los dreigde te raken en dus weer vastgesjord moest worden. Aangekomen in ons hotel Camp Catta bleek het een mooie plek te zijn, en we trokken de sleutel van het mooiste huisje. Met een prachtig uitzicht, het diende in de ochtend als opwarmplek voor de ringstaartmaki’s, en het had een eigen stopcontact zodat we alles in onze eigen bungalow konden opladen. Frank legde bij een welkomstdrankje de mogelijke wandelingen uit voor de volgende dag. We kozen een flesje wijn voor bij het eten en voor de wandeling naar de Kameleon Rots van 6 uur. We hebben met de groep gegeten en hebben daarna samen nog een borrel gedaan in het zitje van het restaurant. De rest van de cola hebben we meegenomen naar de bungalow waar we de foto’s en film hebben overgezet en toen zijn gaan slapen.

Donderdag 28 mei Andringitra

Om kwart voor zes liep de wekker af omdat Piet moest tapen voor de wandeling. Dat was de eerste keer van deze vakantie, de rest van de tijd had de knie zich prima gehouden met een zwachtel, dus het gaat goed. Natuurlijk waren we op tijd voor het ontbijt. Ik bestelde lekker een omelet voor mezelf en twee hard gekookte eieren voor Piet. Ik weet intussen ook hoe dat moet in het Frans, dus het kwam goed. Na het ontbijt zijn we nog even naar de bungalow gegaan voor het tandenpoetsen en het ophalen van onze spullen. Om acht begonnen we aan de wandeling, we hadden gekozen voor die van zes uur, naar de kameleon rots. We hadden een gids die niet goed Engels sprak, maar gelukkig hadden we een Franssprekende reisgenoot bij ons, die kon mooi vertalen (en dat heeft ze dan ook heel de dag gedaan). We zijn eerst door het Heilige Bos gelopen. Dat heet zo omdat er ook graven liggen van voorouders van de dorpelingen, maar die hebben wij niet gezien. De gids vroeg of we ook maki’s wilden zien, en dat wilden we natuurlijk. Het was dus weer even klauteren, maar ze zaten er schitterend bij. Toen we even stonden fotograferen sloten ook de mensen die de korte wandeling deden aan, en liepen wij weer verder. We hebben veel uitleg gekregen over medicinale planten. Dat deed de gids trouwens gedurende de hele wandeling, en dat was dus best leuk. Een van de eerste dingen die hij ons liet zien was een “horlogeplantje”. Als je de gedroogde stengeltjes met zaadjes nat maakte trokken ze krom en ging het draaien met de klok mee, een heel bijzonder gezicht. Het draaide gewoon tussen je vingers. Het plantje doet dat omdat het zaadje dan als het ware in de grond wordt geboord en daar weer kan schieten. Hij gaf ook uitleg over epifyten die in verschillende soorten in de bomen hangen. Verder waren er planten om gaatjes in tanden te vullen, energie te krijgen, buikpijn te verhelpen en waarschijnlijk nog veel meer. Want de natuur geeft ziektes, maar ook medicijnen.

Na de korte wandeling in het Heilige Bos begonnen we aan de klim naar de top met de Kameleon Rots. Het was soms een zandpad, maar vaak ook een soort treden. Op sommige plekken waren het handgemaakte treden, maar even zo vaak was het ook een padje met rotsblokken als treden. Ik was blij dat ik mijn stokken had meegenomen. Piet liep natuurlijk weer vooruit, zelfs voor de gids, die ons vrouwen een beetje in de gaten hield. We zagen van alles onderweg, kameleons, hagedissen, rode vogeltjes (Red Fodies) en ook grote zwart witte. Dat was waarschijnlijk de Madagascar Mag-pie Robin. Na een poosje hebben we gerust in de schaduw bij de bijna opgedroogde rivier en hebben we gepauzeerd met Tuc in verschillende smaken en een pakje drinken. De gids had een rugzak vol met dat soort dingen en ook onze lunch. Die knul had zeker een rugzak van 20 kilo, maar liep op zijn slippertjes sneller dan wij, en had ook nog tijd om ons te helpen als dat nodig was. Verder gingen we naar boven. Na nog een stuk lopen kwamen we aan bij de voet van de kameleon. Daar hebben we nog even gerust voordat we weer verder gingen. Iedereen wilde naar boven, dus de rustpauze was niet zo lang, maar lang genoeg voor weer wat Tuc en een plaspauze. Het laatste stuk was ook eigenlijk wel heftig, vooral ook omdat er een aantal stukken redelijk langs de kant waren. Maar het was alleen maar spannend en niet echt gevaarlijk, tenzij je natuurlijk echt je evenwicht verloor. Een aantal tripgenoten hadden hun rugzak laten staan, en ik liet mijn stokken halverwege liggen omdat ze meer in de weg hingen dan dat ze hielpen. Bovenaan gekomen hebben we van het uitzicht genoten en een groepsfoto gemaakt. Na even te hebben gezeten zijn we terug naar de stokken en de tassen en daarna naar onze picknickplek gegaan: een grot in de rotsen een klein stukje verder. Daar dekte de gids de tafel met een tafelkleed, haalde hij het eten tevoorschijn en serveerde hij als een volleerd ober uit. We hadden pastasalade met tonijn en vegetarische couscous. Ook brood en bananen waren aanwezig in de rugzak van de gids. Al met al een rustige en vullende pauze. Na het eten begonnen we aan de afdaling aan de andere kant van de berg als waar we omhoog waren gegaan. Ik kon daar wat meer tempo maken omdat de longinhoud geen invloed had. Evengoed was het een behoorlijke afdaling. Met wat kleine stops zijn we naar beneden gegaan totdat we bij Tsara Camp aankwamen. We hebben een frisdrankje met elkaar gedaan en zijn daarna verder gegaan, maar niet voordat een aantal dames (waaronder ikzelf) naar het toilet waren geweest. Dat was er een met een view: achterkant met een deur af te sluiten, de voorkant met een verlaagde muur zodat je over de vallei kon kijken. We zijn verder gelopen, en hebben het dorp maar overgeslagen. We waren al twee uur langer onderweg dan de bedoeling was en waren er een beetje klaar mee. Uiteindelijk kwamen we nog steeds door een klein dorpje, maar ook daar hebben we alleen gezwaaid, we wilden allemaal terug naar het hotel. Daar aangekomen bleken alle anderen al terug te zijn en schoven we dus aan op het terras van de bar. We vonden dat we een biertje verdiend hadden, dus dat kwam er al snel. Na dat daar opgedronken te hebben zijn we met een tweede biertje naar onze eigen kamer terug gegaan en heeft Piet de stoelen buiten gezet om op ons eigen platje nog te kunnen genieten van het mooie licht. Piet heeft nog wat filmpjes gemaakt van de ringstaartmaki’s die rond en op onze bungalow zaten. Hij vergat daarbij foto’s te maken van het effect van de zonsondergang op de bergen op uitzicht van onze bungalow, maar dat is niet erg: beestjes zijn veel leuker. Na douchen en een beetje aan het reisverslag werken zijn we naar het restaurant gegaan, en zijn we aan onze fles wijn begonnen. Het eten was prima, de wijn goed. Na het eten was de was klaar. We moesten wel even zoeken in de tassen van reisgenoten voor onze en hun spullen, maar uiteindelijk kwam alles goed. Voor nog geen € 6,00 hadden we de was weer schoon, ik ga er niet zelf voor staan rommelen. We hebben samen nog een afzakkertje genomen, het standaard recept. Halverwege het opdrinken viel de stroom uit en zijn we maar, met ons lampje, naar onze eigen kamer gegaan. Toen we daar de kaarsjes net hadden aangestoken bleek het licht het weer te doen. Ik ben dus het reisverslag verder gaan tikken. Daarna de foto’s en (schaarse) film over gezet en weer op tijd naar bed.

Vrijdag 29 mei naar Isalo

Een reisdag naar Isalo, volgens Frank een van de mooiste parken. Voordat we naar het ontbijt gingen hebben we eerst nog een heel aantal foto’s en film geschoten van de ringstaartmaki’s die op ons dak en in de bomen rondom onze bungalow zaten. Het is geweldig om op dat plekje te zijn: een mooie bungalow, prachtig uitzicht en als doorvoerstation dienen voor de maki’s die ’s-morgens vanaf hun slaapplaatsen in de bergen naar het bos gaan (en ’s-avonds weer andersom).Gisteren avond hadden we besloten dat we met de bus mee zouden gaan, maar toen iedereen ging lopen zijn we dat ook maar gaan doen. Maar eerst ontbijt. Ik had eitjes besteld, en de ober vroeg hoeveel ik er moest hebben. Ik zei twee, maar voelde even later de bui alweer hangen. En ja hoor, hij kwam met vier gekookte eieren aan. Nou ja, hebben zij ook eens een eitje. Na het afrekenen zijn we gauw onze wandelschoenen aan gaan trekken, hebben we onze kleine rugzakken voor Frank klaargelegd en zijn we de anderen achterna gegaan. Al snel hadden we ze ingehaald en hebben we lekker lopen kletsen. Onderweg zijn we gestopt bij een schooltje waar een reisgenoot wat tennisballen heeft afgegeven, de juf was er wel blij mee. Onderweg hebben we nog foto’s en film gemaakt van passerende ossenkarren en mensen met van alles op hun hoofd. Na een uur en een kwartier werden we ingehaald door onze bus en zijn we ingestapt. Maar intussen hadden we mooi vijf kilometer gelopen en dat is niet verkeerd om je spieren los te lopen na de wandeling van gisteren. Een half uurtje hobbelen later hadden we iedereen opgepikt en waren we weer bij het dorpje waar onze eigen bus stond te wachten. Nadat Ineke het restant van de tennisballen had gegeven aan de juf, de chauffeur en zijn helper onze bagage weer hadden overgeladen en een paar dames weer een keer “hoofd, schouder, knie en teen” met de kinderen hadden gedaan zijn we verder gegaan in onze vertrouwde bus, waar iedereen gewoon weer op dezelfde plek ging zitten. We zijn gestopt bij een benzine station waar we getankt, geplast en inkopen gedaan hebben. Na die korte stop zijn we verder gereden voor onze lunch. Die hadden we meegenomen vanuit het vorige hotel, ieder een stokbroodje met voor Piet rauwe ham en voor mij tonijn. Was simpel maar prima. We hebben een plek gezocht met wat schaduw, maar er waren niet echt picknickplaatsen dus hebben we ons broodje langs de kant van de weg gegeten.Na die stop was het nog anderhalf uur, die de meesten een beetje doezelend en lezend hebben doorgebracht.

We kwamen aan in ons hotel Hotel de L’Isalo, dat een kilometer uit het stadje lag. Een mooi hotel met zwembad, waar een aantal in hebben gezwommen. Helaas was er geen stroom, die was alleen beschikbaar vanaf 17.30 uur, net zoals in het vorige hotel. Terug in de kamer heb ik eerst buiten wat aan het reisverslag gewerkt terwijl Piet ging scheren en douchen. De douche was lekker warm, maar helaas konden we de douchekop niet ophangen. Bovendien was die dan wel erg laag geweest, dus het werd gewoon een handdouche. Toen Piet riep ben ik er ook maar meteen onder gesprongen, voor je het weet is het warme water op. Na het douchen was er stroom en kon er weer van alles opgeladen worden en kon ik verder met het reisverslag. Tegen half zeven hebben we ons gevoegd bij de groep. Nadat Frank had uitgelegd wat we de volgende dag konden doen zijn we aan tafel gegaan. Als voorgerecht hadden we allebei de escargots genomen, het waren er heel wat meer dan in Nederland. Daarna hadden we kip en garnalen, beiden prima met frietjes en groenten. Na het eten zijn we meteen naar de kamer gegaan. Ik heb het reisverslag afgewerkt en de foto’s en film veilig gesteld en toen zijn we gaan slapen.

Zaterdag 30 mei Isalo

We zijn, zoals gebruikelijk, om zes uur opgestaan. Piet moest zijn knie nog intapen, en we zouden om acht uur weg gaan. Na weer een prima ontbijt zijn we nog even terug gegaan om onze spullen te pakken en onze tanden te poetsen en toen waren we helemaal klaar voor weer een dag wandelen. We hebben twee gidsen en de drie drager die door mensen besteld waren opgepikt in het dorp. Daarna zijn we over een hobbelweg gereden naar onze startplaats. Daar legde de gids de route uit en zijn we begonnen aan een mooie tocht door het canyon landschap van deze streek. Het eerste stukje was klimmen, maar zeker niet zo erg als eergisteren naar de kameleon rots. Boven aangekomen zagen de gidsen natuurlijk allerlei klein spul, we begonnen met een kleine kameleon. Die heb ik niet op de film kunnen zetten omdat hij zo’n mooie schutskleur had, een echte kameleon dus. Maar het was wel een prachtige omgeving: rotsen die bijna tot in de hemel leken te reiken, en op die plek nog aardig wat bomen. De gids legde prima uit over allerlei zaken, ook over de rituelen van de mensen in de omgeving. Zo vertelde hij ook over de begrafenis rituelen: een overledene werd eerst in een tijdelijk graf in de rotsen begraven (gewoon in een kist). Als dan na drie of vier jaar de resten nog alleen de beenderen waren, werden die opgegraven en, compleet met feest, herbegraven op een moeilijk bereikbare plaats in de rotsen. Later heb ik hem nog gevraagd of er in deze streek om de zeven jaren een herbegrafenis was, zoals in het hoogland. Dat is niet het geval, dus na de definitieve begrafenis gebeurde er niets meer met de beenderen. Iets later op de wandeling, die weliswaar in de zon was maar wel lekker vlak, liet de gids ons een wandelende tak zoeken,. Helaas niet gelukt, ook niet na aanwijzingen. Gelukkig wees hij hem en konden we dus toch genieten van weer een beestje.Na een poosje lopen kwamen we bij een bloemenstruikje. Terwijl de gids daarover van alles aan het vertellen was draaide een van de drager een steen om waarbij een schorpioen tevoorschijn kwam. Toen was het dus over met de aandacht voor de bloemetjes en ging iedereen naar de schorpioen kijken. Die was niet zo heel groot, een centimeter of drie. Maar het was wel een volwassen exemplaar.Na een poosje kregen we uitleg over de olifantsvoet plant. Die komt in verschillende vormen voor in Madagaskar. Mooi om te zien dat de natuur zich aanpast aan de jaargetijden. Nog weer wat later kwamen we bij een Aloë uit, ook daar wist hij weer een hoop over te vertellen. Daarna leidde hij ons naar een mooi uitzicht punt. Daar hebben we van elkaar mooie foto’s kunnen maken. We hebben daar door de gids ook een groepsfoto laten maken. Weer iets verder kwamen we bij een verlaten graf. Buiten de grafgrot stond een ijzeren kist(je). De gids vertelde dat hij van een jongen van rijke ouders was en dat hij verlaten was omdat er veel te veel herrie in de omgeving was. En dat snapten wij ook, er liepen per dag aardig wat toeristen langs. Ze hebben de beenderen van de jongen op een rustiger plek herbegraven. Na nog een poosje doorwandelen op het plateau, met aan de zijkanten op afstand prachtige rotswanden, kwamen we aan bij het natuurlijke zwembad. Daar zijn een aantal mensen gaan zwemmen, ik sloeg even over. Ik ben ook niet naar het strandje gegaan, maar ben lekker boven in de schaduw blijven zitten. Piet is wel even naar beneden geweest, maar heeft ook niet gezwommen. Zijn knie was ingetapet en dat maakt zwemmen wat lastig. Na een poosje zijn de niet zwemmers alvast doorgegaan. Na de volgende drie en halve kilometer gelopen te hebben over de vlakte kwamen we aan bij het pad naar de picknickplaats. Dat was weer heel vervelend: steil naar beneden, met allemaal trappen. Onderweg kwamen we nog een prachtige sprinkhaan tegen. Die hebben we natuurlijk geprobeerd op film en foto te zetten, maar afwachten of het goed gelukt is.Aangekomen op de picknickplaats stond de tafel al gedekt met een kleed erover zodat niet alles vies werd.

Voordat we gingen eten zijn we met de gids mee geweest naar een witte Verreaux Sifaka. Die zat er prachtig bij, en was ook heel bijzonder. Er zijn er maar twee in dat park, dus we hadden mazzel dat we er een zagen. Toen werden we voorzien van een heerlijke lunch: salade met brood vooraf, en een zebou spies als hoofdgerecht. Het toetje was natuurlijk fruit. Vergezeld van een paar flesjes fris was het helemaal af. Maar we kregen wel gezelschap: een paar Red Fronted Brown lemuren zouden het ook wel interessant vinden om wat te eten te krijgen. Een er van sprong zelf op de tafel, een beetje brutaal wel. En hij had toch maar mooi een banaan te pakken. Verder waren er ook een aantal ringstaartmaki’s, ook altijd weer leuk om op foto en film te zetten. Na de lunch gingen we de kloof in. In het begin vervloekte ik mezelf dat ik weer mee was gegaan, ik had ook kunnen blijven zitten op de picknickplek. Maar toen we eenmaal het eerste kwartier hadden gelopen snapte ik ineens waarom Frank dit het Paradijs noemt. Het is werkelijk onwerkelijk. Op de bodem van de kloof is een Garden of Eden ontstaan met prachtige planten en mooie rotspartijen rondom een kraakhelder riviertje. Het was over het algemeen goed te lopen, soms waren de stokken of een handje nodig of handig. Maar het was werkelijk fantastisch en we hebben ons vaak genoeg gelukkig gevoeld dat we daar konden lopen. Er waren ook miniem kleine vlees etende plantjes. Achteraan in de canyon waren twee watervalletjes met meertjes waar je ook in kon zwemmen.Toen we terug kwamen bij de picknickplaats moesten we nog twintig minuten lopen. Ik heb lekker lopen kletsen en dus was de tijd zo om. Aangekomen bij de parkeerplaats stond onze eigen bus er al. Maar ook wat kleine souvenirverkopertjes. Dat heb ik maar afgeslagen, ik ben niet zo van de houten lemuren. Toen we langs het dorp kwamen hebben we de gidsen achtergelaten en zijn we doorgereden naar ons hotel, waar Frank op ons zat te wachten. We hebben een biertje genomen om de mooie dag te vieren en zijn daarna gaan douchen. Na het eten hebben we afgerekend en hebben we een borrel meegenomen naar de kamer. Ik had gekozen voor gember rum, maar dat was wel even wennen. Uiteindelijk smaakte het wel, gemixt met cola. We gingen te vroeg naar bed voor Piet (dat is elke dag zo), dus hij heeft het reisverslag nog gelezen voordat om 23.05 uur het licht uit ging.

Zondag 31 mei naar Ifaty

We hebben allebei goed geslapen en waren mooi op tijd wakker. Omdat Piet tot het licht uit ging had gelezen gingen om vijf over zes de lampen aan, ook een manier om wakker te worden. Na het ontbijt zijn we gaan rijden voor onze 241 kilometer naar de volgende bestemming: Hotel Belle Vue in Ifaty aan zee. Onderweg maakte Frank een fotostop voor een laatste blik op Isalo National Park met zijn mooie rotsen en canyons. Ik heb nog een poosje zitten filmen op de voorste bank.

Vóór de lunch zijn we alleen gestopt voor een plasstop en om mooie foto’s te maken van de eerste baobabs die we deze reis zagen. Ze zijn indrukwekkend, de grootste van zeker 25 meter hoog, maar misschien nog wel hoger. Piet was er maar een klein mannetje bij.Voordat we daar waren kwamen we door Ilrakaka, een stad die rondom saffier mijnen was gebouwd. Het was een slapend straatje totdat iemand saffieren vond en het al snel een Wild West stad werd. Alle winkels waren voorzien van tralies, en zeker de winkels waar de kompels hun saffieren te koop aanboden. Tot voor een paar jaar terug was het advies om als blanke daar niet te stoppen, De gehele stad was wetteloos, de grote bazen konden doen en laten wat ze wilden en regeerden de stad.Toen we aankwamen in Tulear reed Frank naar een restaurant dat hij goed kende, maar toen we er binnen kwamen bleek er niets te eten te zijn, alleen maar drinken. Dus gingen we naar een ander restaurant waar we allemaal een pizza namen. Frank stelde daar zijn lief voor. Ook de vrouw van de chauffeur en hun dochtertjes waren er, dus die zagen elkaar ook weer even.Na de stop zijn we over een hobbelige zandweg verder gegaan, het was wel een stofboel, maar de bus kon toch nog aardig vaart halen. Na een poosje zijn we gestopt om foto’s en film te maken van flesbaobab’s. Een andere soort dan die van die morgen, dus dat is ook wel leuk. Deze laatste waren de soort die je vaak op foto’s ziet. Rond vier uur kwamen we aan in Ifaty, in ons hotel Belle Vue. Daar werden we ontvangen met een kokosnoot om uit te drinken. Nadat we wat gedronken hadden ging Piet alvast met de koffers naar ons huisje. We liggen aan het strand, en het is er mooi. Een eigen platje met stoelen, eigen strandstoelen voor de deur op het strand en een mooie kamer. Het enige jammer is dat er geen stopcontact op de kamer is, en dat we dus alles met stroom in het restaurant of bij de receptie moeten doen. Na het opgeven van de gewenste gerechten voor die avond zijn we met een drankje naar onze kamer gegaan waar we het op ons eigen plekje hebben opgedronken. Daarna hebben we de foto’s en films op de notebook en harde schijf gezet. Dat ging net met de accu, maar toen was hij ook leeg.Toen we aankwamen in het restaurant was er een zang en dansgroep die voor ons optrad. Gelukkig hadden we alle spullen bij ons om op te laden, dat kon niet op de eigen kamer. Dat betekende ook dat ik het optreden van de dansgroep op de film kon zetten. Elk nadeel heeft dus zijn voordeel.Daarna kwam het eten, we namen er een kannetje rode wijn bij. Piet had als voorgerecht garnalen, en als hoofdgerecht een stoofpotje zeevruchten. Ik had kreeft genomen, we zouden dan alles delen. De kreeft kwam tegelijk met de garnalen, en die hebben we dus gedeeld. De zeevruchten heb ik een beetje van op, ik had al de grootste helft van de kreeft, dus zat behoorlijk vol. Maar als het om de prijzen gaat, gaat het nergens over. Een hele gegrilde kreeft kost € 9,00, zo kun je nog eens luxe eten. Een halve liter rode wijn was bijna net zo duur (22.000Ra). We hebben gezellig gegeten, en hebben nog een biertje meegenomen naar de kamer, en dat op ons eigen platje opgedronken. Totdat Piet allemaal muggen hoorde zoemen, toen zijn we naar binnen gegaan. Daar hebben we een dertigtal muggen doodgeslagen voordat we onder de (te kleine) klamboe gingen slapen.

Maandag 1 juni Ifaty

Ik heb lekker uitgeslapen, Piet was natuurlijk al weer veel vroeger uit bed. En uitslapen is ook relatief: om tien voor zeven werd ik wakker. En ben daarna koud gaan douchen en een beetje gaan rommelen. Piet was er al gaan kijken, maar ik ging ook voor het ontbijt nog naar het vissersdorpje naast het hotel om de uitvarende vissers te filmen. Het was een mooi gezicht, sommigen met zeilen, anderen roeiend. Na weer een uitstekend ontbijt, het is hier allemaal goed geregeld, zijn we terug gegaan naar de kamer en ben ik lekker een uurtje op een ligbed op het strand gaan liggen. Piet ging intussen een klein rondje lopen, die is niet meer van het stilzitten op vakantie.

Toen we wat bootjes zagen terugkomen zijn we weer terug gegaan naar het dorpje en hebben we een paar inkomende vissers gezien en op de foto/film gezet. Toen we weer even verder liepen naar het andere hotel aan het strand kwamen we een aantal reisgenoten tegen die vanaf de andere kant kwamen en naar het dorpje toe gingen. Wij hadden wel genoeg gezien en liepen door. Een paar reisgenoten sloten zich bij ons aan. Met vieren hebben we in het andere hotel een drankje genomen en geluncht. Dat was prima en gezellig.Later kwamen er nog drie reisgenoten, de snorkelaars daar eten. Daarna zijn we weer naar het eigen hotel gesukkeld over het strand. Het dorpje is arm, en vooral de kinderen komen dan ook steeds naar je toe voor cadeaus en vragen zelfs om geld als je een foto maakt. De mannen zijn zelfs nog het aardigst, die zeuren niet, maar zeggen alleen gedag. Onderweg kwamen we nog een visserman en vrouw tegen die samen zee-egels aan het schoonmaken waren. Ze openden ze met een schelp, schraapten de inhoud er uit en kiepten dat in een emmertje. Het zag er een beetje uit als oranje snot. We weten niet wat ze er mee zouden doen, maar het was waarschijnlijk om te eten. Ik heb het later nog aan Frank gevraagd, hij dacht dat het was om rijst op smaak te brengen. Zodat de mensen niet alleen maar witte rijst zouden hebben. Frank vertelde ook dat de mensen hier erg arm zijn, en dat waarschijnlijk ook zouden blijven. Ze visten waarschijnlijk alleen voor hun eigen gezin. Alleen als ze (min of meer per ongeluk) iets groots vingen kwamen ze daarmee naar een van de hotels. Kennelijk hebben ze dus vrede met hun bestaan, en dat maakt ze dan weer rijk.Terug in ons eigen hotel zijn we op het dakterras van het restaurant de camera’s gaan opladen en aan het reisverslag zitten werken. Piet heeft intussen ook nog een potje Jeu de Boule gespeeld. Hij vormde een paar met de chauffeur en won dat potje dan ook tegen de bijrijder en een reisgenoot. Toen Piet terug was van zijn spelletje en Frank klaar was met zijn werkdag hebben we gedrieën nog een borrel genomen. Toen we na even rusten en lekker warm douchen terug kwamen was er weer een dansgroep bezig. Deze waren wel wat enthousiaster dan de groep van de dag ervoor. Later bleek het een kerkkoor te zijn, maar het was evengoed leuk.We hadden die middag het eten besteld, en het was weer prima. We deelden een zeevruchten salade vooraf. Piet had kreeft genomen en ik een visfilet van de grill. Dat dacht ik tenminste, maar het bleek een hele vis te zijn. De vis was heerlijk, het vlees viel er bijna vanzelf af. De kreeft was natuurlijk ook weer overheerlijk, lekkerder nog dan de dag ervoor. Bij het eten namen we natuurlijk een kannetje wijn.Toen we weg gingen hebben we de consumpties weer geaccordeerd en zijn we met een biertje terug gegaan naar ons huisje. Daar hebben we eerst nog lekker wat zitten drinken op ons eigen terras en zijn daarna naar binnen gegaan om de laatste foto’s over te zetten en alles op de harde schijf veilig te stellen.

Dinsdag 2 juni naar Antananarivo

Een beetje een hangdag: we zouden om half een vertrekken naar het vliegveld voor onze vlucht naar Tana. Voor die tijd hadden we niet veel zin om iets te doen. We hebben ontbeten en zijn daarna weer even terug gegaan naar ons huisje. We hebben de tassen verder ingepakt en ik ben even op ons terras gaan zitten om te lezen.Daar kwam ook nog een grote vlinder langs.

Piet probeerde die te fotograferen, maar ondanks dat hij een stukje vleugel mistte vloog hij steeds weg.Na een uurtje zijn we met de notebook en de oplader van Piet zijn telefoon/MP3 speler naar het terras gegaan. Ik heb aan het reisverslag zitten werken, als dat bijgehouden wordt is het straks thuis alleen maar de laatste paar dagen (want dat is namelijk altijd zo). We hebben nog een colaatje en een Fanta genomen, het was nog wel een beetje te vroeg voor een biertje. De ober kwam nog vragen of we een lunch wilden bestellen, maar dat hebben we afgeslagen. Ook een sandwich mee vonden we geen goed idee, we zijn nou eenmaal niet van het brood in een plastic zakje. En zeker niet omdat ze er hier (heel goed bedoeld) ook allemaal tomaat en zo tussen doen en dan wordt het zo klef. We vertrokken op tijd met de bus om zeker op tijd bij het vliegveld te zijn. Natuurlijk had Frank weer alles goed geregeld met de tassen, en hij deed zelfs een groep incheck zodat wij niet hoefden te wachten. We zijn dan ook meteen naar het luchthaven café gegaan voor een tosti en een biertje. Maar toen was het al weer tijd om door de gate te gaan, waar we natuurlijk ook weer even moesten wachten. Maar uiteindelijk vertrokken we dan toch, met een propeller vliegtuig naar Tana. De vlucht was verder prima, we zaten naast elkaar in een tweezits bankje (er waren geen andere bankjes). Omdat we midden in de spits aankwamen duurde het even voordat we bij ons hotel aankwamen. We hebben onze tassen op de kamer gegooid en zijn samen gaan eten bij Le Carré. We hebben heerlijk luxe gegeten, cocktail vooraf en koffie met verschillende dessertjes toe. Toen we in onze kamer terug kwamen hebben we de spullen voor de volgende dag gepakt en zijn we op tijd gaan slapen.

Woensdag 3 juni naar Diego Suarez

Ook de tweede reisdag onderweg naar het noorden mochten we weer op tijd opstaan: het ontbijt stond om zeven uur klaar. Toen we klaar stonden om weg te gaan kwamen er ook een aantal Franstalige mannen naar beneden. Die hadden twee volle dozen wijn (van ieder een fles of 12) bij zich en koffertjes die leken alsof er geweren in zaten. Frank herkende het type als jagers die met hun geld niet weten wat ze moeten doen en dan maar in Madagaskar op eenden of ganzen gaan jagen, onder het genot van een goed glas wijn. Je kunt maar niet weten wat je met je geld moet doen.Wij gingen met de bus naar het vliegveld, we waren op tijd vertrokken omdat we bang waren door de file in tijdnood te komen. Uiteindelijk viel het allemaal mee en waren we dus veel te vroeg op het vliegveld, we mochten niet eens naar binnen, maar moesten in de hal blijven wachten. Ook goed, behalve dan dat het wat frisser was. Maar ook dat hebben we gered en toen we eenmaal door de controle heen waren konden we gewoon gaan zitten en een bakje koffie nemen. Dat hebben we dan ook maar gedaan, lekker op een paar stoelen bij de koffiecorner. We hadden een half uur vertraging en zouden ook nog via Sambava naar onze eindbestemming Antsiranana (Diego Suarez) gaan. Frank had voorgesteld om meteen na aankomst in Diego op landrovers over te stappen om zo nog de Tsingy Rouge te kunnen bekijken. Het zou spannend worden of we dat zouden redden. Frank had weer een groep incheck gedaan. Na anderhalf uur vliegen kwamen we aan op Sambava. Daar moesten we er allemaal uit, en ook de handbagage mocht niet in het vliegtuig blijven (als we dat al gedaan hadden). Na een trubbelig halfuurtje mochten we weer het vliegtuig in, allemaal op dezelfde plaats. Na nog eens ruim een half uur vliegen kwamen we aan in Antsiranana, waar de Landrovers op ons stonden te wachten. We zijn ingestapt, en er lagen al sandwiches en water voor ons klaar. Daar had Frank al voor gezorgd. Hij ging ook niet mee, hij zou er voor zorgen dat de grote bagage in het hotel kwam. Veel betere reisbegeleiders zijn er niet. De sandwiches waren wel lekker, met kaas en met groenten. Het was goed dat we Landrovers hadden, het eerste stuk over de asfaltweg was al bar slecht. Maar toen we de bush in gingen werd het natuurlijk nog slechter. In totaal was het 65 kilometer, waarvan 20 over de piste, zoals de Malagassy dat noemen. Het was me een gehobbel van jewelste, maar we hadden een goede chauffeur. Helaas reden we achteraan, maar gelukkig kende hij ook de weg, want de andere auto’s wachtten niet (waar kennen we dat toch van). Hoe dan ook kwamen we na een uur en een kwartier hobbelen aan bij de site en zijn we snel naar beneden gelopen.

Beneden in het ravijn zagen we waar we voor gekomen waren: de rode Tsingy. Een heel mooi gezicht, het lijken we van die punten in grotten, maar dan in de open lucht. Het licht was mooi, hoewel de gids zei dat het met de zon erop nog roder was. Jammer dan, daar waren we te laat voor. Nadat we allemaal foto’s en film hadden gemaakt gingen we weer naar boven. Boven aangekomen zijn we met de Landrovers een stukje verder gegaan naar een canyon. Die was ook rood en er stonden ook Tsingy in, een heel mooi gezicht. Daarna zijn we terug naar de stad gereden, de auto’s deden wat rustiger aan, maar dat had meer te maken met het donker worden en daarom dus de gaten en kuilen in de weg niet goed kunnen zien. Maar we kwamen veilig aan bij ons hotel Firdoss. Een echt stadshotel, maar verder prima. We zijn al snel samen gaan lopen om te gaan eten. We liepen naar een restaurant van de Planet, La Bodega. Toen we daar aankwamen zag het er niet zo appetijtelijk uit en zijn we doorgelopen naar Le Melville. Omdat het nogal ver was, en al laat en dus donker zijn we niet doorgelopen. Maar we hadden Frank onderweg zien zitten op een terrasje van een Italiaans restaurant (dat ook in de Planet stond) en zijn daar gaan eten. Omdat Frank buiten zat zijn wij binnen gaan zitten, hij hoeft geen last van ons te hebben. Het was helemaal goed, een lekker zeevruchtensalade samen gedeeld als voorgerecht en garnalen met frietjes voor Piet en voor mij twee spiesen met vis. Een karaf witte wijn erbij, en het was compleet. Ik nam nog geflambeerde bananen en Piet een biertje als toetje. Toen we net hadden afgerekend kwam de eigenaar nog even met ons praten. Hij is een Zwitser die ons met Frank (die hij goed kent) had horen praten en kwam vragen of het eten goed was geweest. We hebben nog even met hem gekletst en zijn toen terug naar ons hotel gelopen. Toen wij binnen waren ging het hek dicht en de deur op slot.

Donderdag 4 juni Diego Suarez

Om vijf uur werden we gewekt door de moskee. Die imam stond zo hard te schreeuwen dat het leek alsof hij in onze badkamer stond. Ik werd er zelfs wakker van, maar dat is niet zo erg, ik slaap wel weer in.Na een prima douche die de hele badkamer nat maakte zijn we gaan ontbijten. Dat was weer standaard: witbrood met jam en een omelet. Er zat deze keer wel een croissant bij, en een bordje met een sinaasappel en een banaan. Het is niet een heel luxe hotel, in de eetzaal stonden de stoelen van de tafels die niet gedekt waren nog gewoon op tafel, niet heel uitnodigend dus. Verder was het prima, het is slapen, ontbijten en weer weg.We werden weer door onze Landrovers opgehaald voor de wandeling langs de drie baaien. We stopten eerst bij een winkeltje om water in te slaan. Daarna zijn we nog gestopt om bij de Suikerbroodberg te kunnen kijken, bij een paar aparte t-vormige baobabs en bij een hele grote baobab. Daar hebben we natuurlijk allemaal foto’s en film van gemaakt. Toen kwamen we aan bij het beginpunt van de wandeling en zijn we voor de laatste keer die ochtend uit de hoge Landrovers gestrompeld.

Bij het beginpunt stonden een paar jonge meisjes die zich heel mooi hadden opgemaakt, met figuren van een soort pailletten in hun gezicht. We mochten daar ook foto’s van maken, maar als we zelf beschilderd wilden worden kostte dat natuurlijk wel geld. We hebben lekker gelopen langs de drie baaien, die er als een tropisch paradijs bij liggen. Bij de derde baai zijn een paar mensen gaan zwemmen, terwijl de rest van ons lekker met een drankje in de schaduw zaten. Na die pauze zijn we met de Landrovers verder gegaan naar de lunchplek. Die was niet half zo leuk als de plek van de eerste stop, maar daar kon niet voor ons gekookt worden. Het eten was helemaal prima, een lekkere groentesalade met avocado vooraf, natuurlijk met brood. Daarna kwam er rijst, een groenteprutje en spiesen met zebou en vis. Als toetje kregen we ananas en banaan. De ananas was prima, de banaan hebben we allebei laten staan, we worden nog eens een banaan. Omdat we met meerdere landrovers waren hoefden we niet op elkaar te wachten. En dus gingen we, nadat ik naar het lokale toilet was gegaan (een schutting met niets erachter) terug naar het hotel. We moesten wel nog even wachten, want de koks gingen mee en die moesten natuurlijk ook nog eerst de rotzooi opruimen en afwassen.Toen we aankwamen bij ons hotel zijn we naar de kamer gegaan en ben ik eerst maar eens begonnen om het reisverslag bij te werken, ik lag intussen een paar dagen achter.Na de noeste arbeid zijn we op tijd, in het licht, gaan lopen naar hotel/restaurant Le Melville. We wilden daar gaan eten, en zouden daarvoor daar een cocktail doen. Die cocktails lukten wel, we namen een Caipirina. We zaten op een heerlijk plekje aan de zijkant, met uitzicht op zee. Piet zag natuurlijk allemaal weer beestjes: een ijsvogel, een rat en rondrennende krabbetjes. Na de eerste cocktail namen we er nog een, maar toen hoorden we dat het diner pas vanaf zeven uur opgenomen zou worden en dat het dan ook pas rond half acht uitgeserveerd werd. Omdat het pas kwart voor zes was, en de cocktails aardig aan de maat waren (mijn tweede waren ze volgens mij de limoen vergeten, maar de drank zeker niet) hebben we de tijd van het diner niet afgewacht. Dan zouden we namelijk al dronken zijn voor dat het voorgerecht kwam. We zijn dus na de tweede borrel terug gaan lopen. Wij zijn bij Tsara Be terecht gekomen, daar hadden de reisgenoten de dag er voor gegeten en dat werd ook aanbevolen door Frank als een niet goedkoop, maar wel goed restaurant. Toen ik de menukaart bekeek stonden er twee overheerlijke schotels op (meer nog, maar deze sprongen er uit). Ze waren niet heel goedkoop, voor Piet bestelde ik een Plat du Mer van 49.500Ra en voor mezelf een Marmite du Mer van 34.500Ra. Een karaf wijn er bij, geen voorgerecht en zeker geen cocktail vooraf. Die hadden we namelijk al gehad bij Le Melville. Toen de schotels kwamen waren we blij dat we geen voorgerecht hadden genomen, en dat we alleen een portie aardappelen erbij hadden gevraagd. Ik heb daarvan twee partjes genomen, Piet helemaal niks. Piet had een volledige krab, langoustines, garnalen en calamari beignets op zijn schotel. Ik had ongeveer hetzelfde, maar dan zonder de krab en de beignets. Maar ik had dan wel weer een stuk vis, dus kwam niets tekort. Piet kon het allemaal niet op, en ik had al wat beignets op. Hij heeft van de laatste beignets het beslag afgehaald om de garnalen en calimari zo op te eten. Wat helaas wel vanaf het terras van het restaurant te zien was, waren de oude blanke mannen die op jonge meisjes lopen te geilen. Een zo’n vieze vent kwam de serveersters wat snoep of zo brengen en stond daarna steeds naar die meiden te kijken. Als hij dichter bij onze tafel was gekomen had Piet hem weggestuurd, maar nu stond hij ver genoeg weg. We werden bijna misselijk bij het beeld dat je dan krijgt. Maar aan de andere kant doen die meiden het ook om wat extra te verdienen, dus in hoeverre moet je het dan erg vinden? Vraag is steeds wie dan wie misbruikt.We konden natuurlijk na onze schranspartij van de Plats du Mer geen dessert meer hebben, dus ik heb een fles bier meegenomen naar het hotel en daar hebben we uit liggen puffen onder genot van het biertje.

Vrijdag 5 juni naar Ankarana

Omdat we redelijk vroeg waren gaan slapen, en de tassen niet meer hadden gepakt stond de wekker op kwart voor zes. Daarmee zouden we ruim genoeg tijd hebben voor inruimen van de tassen, het ophalen van de was en douchen. Een paar dingen daarvan verliepen niet helemaal soepel: toen ik wilde douchen was er geen water en de was die ik had afgegeven was er nog niet. Dat laatste was natuurlijk wel vervelend: ten eerste zat er nogal wat in, en ten tweede moest die schone was natuurlijk ook in de grote tassen. Nadat ik het twee keer had gevraagd zijn we toch maar gaan ontbijten. Piet had in zijn tas nog een zwarte thee gevonden, dus die nam hij mee. Groene thee is niet zijn ding, maar zelfs ik vond deze niet lekker. Na het ontbijt ging Piet achter de was aan, maar ook dat hielp niet. Uiteindelijk kwam hij er wel, en kon hij ook nog in de grote tas. Toen alle bagage op het grootste busje was vastgesjord zijn wij in de kleinste gestapt. Dat bleek geen verkeerde keuze, die was veel luxer. Uiteindelijk kwamen er drie reisgenoten bij, maar daarvoor was ruimte genoeg. We zijn eerst bij een lokale Chinese supermarkt gestopt om wat lekkers en water in te slaan. Onderweg begon onze  (roodharige) chauffeur af te geven op zijn collega van de grote bus, eigenlijk was het gewoon een balletje. Toen we eenmaal vroegen waarom hij dan niet in de grote bus reed als hij de weg zo goed kent (qua gaten en kuilen) kwam er een kulverhaal over twee bazen enz. Dat klopte niet, Frank wilde hem gewoon niet in de grote bus laten rijden omdat hij veel te hard rijdt. Daarom mocht hij ook niet voorop rijden, maar moest hij als tweede blijven rijden. Omdat de weg belabberd was zijn we nergens echt gestopt, alleen om de benen te strekken en te plassen.Tegen lunchtijd kwamen we aan bij Chez Aurelien, ons onderkomen voor de aankomende twee nachten. Daar vielen de eenvoudige hutjes een beetje mee: we hadden allemaal een eigen badkamer. Bij gebruik viel het weer een beetje tegen: geen warm water, het toilet doorspoelen met een emmertje en matrassen die er bijna net zo goed niet hadden kunnen liggen. Dat laatste gold vooral voor het tweepersoonsbed waar Piet in sliep. Het waren verder ook wel eenvoudige hutjes, er waren gelukkig wel klamboes. Die waren nodig omdat er best veel beestjes zaten, vooral insecten. De tassen hebben we dan ook gesloten gehouden (zeker toen Piet die avond een levensgrote kakkerlak had geplet). We hebben een prima lunch geserveerd gekregen, lekker salade vooraf, hoofdgerecht een viscurry met rijst en toe ananas. De kok die voor ons gekookt had tijdens de drie baaien wandeling was ook meegekomen, en we hadden onze eigen privé restaurant ruimte.Na de lunch zijn we naar de Petit Tsingy gegaan. Dat was een mooie wandeling waarbij we de eerste keer over tsingy liepen. Je kon goed zien waar de grens was tussen de tsingy en de basalt/lava blokken van de Amberberg. Het was een vrij technische wandeling. Dat betekende veel klimmen en klauteren, je vasthouden aan de tsingy (en oppassen dat je jezelf niet bezeerde aan de scherpe randen) en soms balanceren zonder houvast. Nog voordat we begonnen had een van de gidsen een uiltje gezien. Dat hebben natuurlijk allemaal op film en foto gezet. Wij gingen met een aantal mensen mee met Julio, de gids die Engels sprak. Hij zei dat hij de ronde andersom dan de andere groep wilde doen: eerst de grotten en daarna de tsingy. Ik en nog een reigenoot protesteerden daartegen, we hadden al een keer weinig licht gehad omdat we te laat waren. Dat was bij de Tsingy Rouge het geval geweest en dat ging me niet weer overkomen.

Toen we begonnen met de wandeling zagen we meteen een slangetje in de berm van het pad. En omdat we van de beestjes zijn, en daarvoor ook hier zijn moest die natuurlijk uitgebreid op de foto. Daarna gingen we verder en kwamen we langs een van de weinige orchideeën die op dit moment bloeien. Het was een kleintje, maar wel heel mooi. We kwamen al snel bij de scheiding van basalt, lava en tsingy. Dat was mooi om te zien, voor zover dat mogelijk is met stenen J.  Er zaten ook kleine natuurlijke zoutpannetjes is. Hoe die ontstaan (zijn) is mij niet helemaal duidelijk. Volgens mij komt de zee daar al heeeeel erg lang niet meer, en regenwater is zoet. Onderweg zagen we ook rare bomen, vaak een soort of ondersoort van de olifantsvoet familie. Die hadden lange stammen waarin ze water opsloegen. Naar mate het vocht in de stammen opdroogde werden de stammen steeds dunner en het leken wel zwepen. We gingen steeds verder, het was op veel momenten aardig klimmen en klauteren, en niet altijd door al te brede doorgangen. Maar het was leuk om te doen, hoewel het wel erg warm was. We kwamen op een uitkijkpunt over een klein veld met tsingy (vandaar Petit Tsingy), maar het was evengoed wel mooi. Daar hebben we even gewacht totdat onze reisgenoten van de andere groep weg waren zodat wij op ons gemak konden kijken. Julio legde daar uit hoe de tsingy waren ontstaan.We gingen verder met klimmen en klauteren, soms ook wel door smalle stukken. Een aantal keren moesten we zelfs de rugzakken afdoen omdat we zijdelings moesten klimmen of afdalen. Maar ook omdat de “treden” zo hoog waren dat we achterstevoren de “trap” af moesten. Na een poosje zo modderen en ook lopen over de tsingy zelf kwamen we aan bij de Cathedral Cave. Daar zat de rest van de groep ook. We gingen met een aantal mensen eerst de gemakkelijke grot in. Al heel snel kwamen we bij de vleermuizen en bij het eindpunt van de wandeling in de grot. We mochten niet verder om de kolonie niet te verstoren. Daarom mochten we eigenlijk ook niet schijnen, maar ja, we willen wel wat zien en een paar foto’s / film maken. Nadat we uit die grot kwamen gingen we met een klein aantal mensen onder leiding van Julio de moeilijke grot bezoeken. Dat was wel wat lastiger, alleen al naar de ingang waren er flinke stappen te nemen naar boven en naar beneden. Maar dat lukte nog wel, het was tenslotte licht. In de grot was dat natuurlijk anders en daar schoof ik dan ook prompt van het pad af omdat dat glad was. Maar het was gelukkig niet diep weg, en Piet liep achter mij. We hebben in die grot mooie stalagmieten gezien, er was ook een platte die er uitzag als een kristallen tafel. Na nog een lange trap omhoog, die wel ging, maar natuurlijk in etappes waren we boven. Daar vandaan hoefden we nog maar een stukje hoefden naar de parking. Omdat Piet, Julio en ik achteraan liepen zag Julio ook weer een uiltje dat ik mooi op de film heb gezet.Moe maar tevreden zijn we naar de huisjes terug gegaan. Daar zijn Piet en ik eerst naar de plaatselijke kroeg gegaan, douchen kon altijd nog. Frank sloot aan, en toen Piet de malariatabletten ging halen zijn Frank en ik terug gegaan naar het eigen restaurant. Daar werd een lekkere salade en een spaghetti bolognese geserveerd. Na het eten ging natuurlijk iedereen weer meteen naar bed. Piet en ik hebben nog even gezeten en hebben wat rum cola op. Totdat ze ook mij begonnen lek te steken, ondanks de DEET. We zijn naar het huisje teruggegaan en op tijd naar bed, en vooral onder de klamboe.

Zaterdag 6 juni Ankarana

De dag van de wandeling over de grote tsingy. Na een eenvoudig ontbijt zijn we met de busjes op pad gegaan, naar de parkeerplaats waar we gesplitst zijn: een groep voor de korte wandeling en met zes deden we de lange wandeling. We begonnen in een bos en vlak, dus dat was wel lekker. We zagen al heel snel beestjes: we begonnen met een grote vogel, de Madagascar Hop. Hij had een kop zoals de Hamerkop die we ook in Oeganda hadden gezien, maar een zwart witte staart. En daarmee leek hij dan weer op een ringstaartmaki.Onze gids Julio keek ook steeds rond of hij iets zag. We zagen eerst wat verschillende vogels, heel mooie kleuren, zoals je dat in de tropen verwacht. Julio bleef maar rond kijken en op een gegeven moment zag hij een nacht lemuur die in een holletje in een boom zat. Hij zat met zijn oogjes open, en er heel fotogeniek bij. Daarna kwamen we op een plekje waar ook dag actieve lemuren zaten. Daar hebben we erg van genoten, en natuurlijk alles zoveel mogelijk gefilmd, maar zeker ook gekeken. De wandeling door het bos duurde best lang, maar op enig moment kwamen we dan toch uit bij de tsingy. De eerste stukken zei Julio dat het helemaal niks was, hij wist natuurlijk wat ons nog te wachten stond. De wandeling was een stuk gemakkelijker dan de dag er voor, het was de meeste tijd lekker plat. Bovendien waren we van de dag eerder al gewend aan op de tsingy lopen en je er aan vasthouden. Op een gegeven moment kwamen we aan bij wat je gerust een zee van tsingy mag noemen.

Zo ver als je kon kijken waren er tsingy te zien, soms onderbroken door een klein bos of zelfs door een enkele boom. Het was een indrukwekkend gezicht. We deden dezelfde wandeling als de anderen, maar dan andersom. Bovendien was die van ons een uur langer, en dat uur zou het wel weer technisch zijn. Maar voor het gelijke gedeelte gingen wij andersom en dat betekende dat we eerst naar de grot gingen, en op het laatst de hangbrug zouden doen. Na een stuk wandelen kwamen we aan bij de grot. We moesten eerst een stuk stijgen en dan weer dalen voordat we bij de ingang waren. Het bijzondere aan deze grot is dat je als het ware onder de zee van tsingy loopt/kruipt. Het was gelukkig geen grote grot, en het ging redelijk soepel. Toen we uit de grot kwamen waren we aan de andere kant van de tsingy zee en keken we dus over een ander gedeelte uit. Het was in ieder geval erg mooi en bijzonder. Na weer een stukje verder liepen we naar de hangbrug toe. Daar hebben we eerst even gerust, en zijn toen een voor een over de brug gegaan, natuurlijk onder foto’s en film maken van elkaar. Eenmaal over de brug was het nog een flink poosje wandelen, maar gelukkig zagen we onderweg mooie dingen zoals dag- en nacht actieve lemuren en vogels. Toen een reisgenoot en wij een stukje vooruit liepen riep Julio ons terug, maar wij hadden geen zin meer, het was wel een beetje klaar. Op foto’s van de anderen zagen we dat er een bladstaartgekko was gezien. Als laatste zijn we naar de natuurlijke put gegaan waarin in de regentijd drie rivieren verdwijnen in een ondergrondse rivier, de grootste van Afrika. Toen was de koek echt op, en zijn we terug gelopen naar de parking waar de bus op ons wachtte. We waren wel bijna een uur later bij de huisjes terug. De anderen hadden al gegeten en wij kregen ook snel onze lunch. Salade met een heerlijke zebou steak. Dat was de lekkerste die we tot dan hadden gehad, en dat in de middle of nowhere. Snel gingen we weer op pad, we zouden een saffier dorpje gaan bezoeken. Wij zijn samen aan de kant van het dorpje gebleven en hebben vanaf de andere kant de saffier wassers gefilmd.Terug bij de huisjes zijn we met twee reisgenoten de lokale kroeg ingedoken voor een biertje. Frank sloot ook nog even aan, en toen stonden er ineens drie grote flessen lokaal bier op tafel, samen met een Sprite. Daarna ben ik toch even ga douchen, en was het alweer tijd voor het avondeten. Deze keer weer salade vooraf en toen kip met rijst. Erg lekker allemaal. Omdat het de laatste avond in de huisjes en dus van onze eigen kok was werden we getrakteerd op geflambeerde banaan, ook lekker. Een deel van de dames ging vervolgens naar de discotheek, maar waren ook na een half uurtje weer terug. Wij zijn met Frank lekker blijven zitten. Hij haalde zijn flesje wijn, wij hadden nog whisky en rum, en cola was er voldoende in de koelbox. We hebben heel gezellig zitten kletsen en gingen pas na half elf naar ons hutje.

Zondag 7 juni naar Nosy Be

We zijn op de normale tijd opgestaan, zes uur liep de wekker af. Het lijkt wel bijna een gewoonte te worden om eerder op te staan dan voor een werkdag. Nadat we ons ontbijt hadden gegeten zijn we met de twee busjes weer verder gegaan. Wij zijn maar in de minder luxe gestapt, eerlijk is eerlijk en we verdelen de goede en slechte zaken. Natuurlijk hadden we weer een hobbelweg, en deze dag viel het natuurlijk harder op omdat we de minder goede bus hadden. We hadden een lange rit voor de boeg, en we hebben een paar keer gestopt.

De eerste stop zagen we allebei een mooi rood vogeltje, maar we hebben hem beide niet op film of foto. Toen ik vroeg aan Piet waar hij was, ik kon hem niet vinden in de camera, vloog het stomme beest weg. We zijn ook gestopt bij een ylang-ylang plantage. Dat zijn de meest geurende bloemen van de wereld, en worden heel veel in parfums gebruikt. Helaas stonden de planten niet in bloei, dus de bloemen en de bijbehorende geuren hebben we gemist. Maar het was wel duidelijk dat ze ook hier in Madagaskar weten hoe ze zaken moeten aanpakken: de bomen waren zover teruggesnoeid dat ze maar tot ooghoogte groeien, en daarmee zijn de bloemen natuurlijk gemakkelijk te oogsten. We zijn ook nog bij een cacao plantage gestopt. Daar zagen we natuurlijk de cacao vruchten hangen, maar ook een mooie skink. Het was wel jammer dat er ook prikbeestjes zaten. Zowat alle dames werden in hun enkels geprikt, maar Piet die op de grond lag om foto’s te maken van de skink had er weer geen last van. Hij is gewoon niet lekker voor prikbeestjes. Fijn voor hem, anders had hij waarschijnlijk helemaal onder gezeten.Toen we aankwamen bij de haven waar we onze oversteek naar Nosy Be zouden doen werden we verwelkomd in een klein restaurantje waar we een broodje kregen. Frank heeft daar ook de pot gesloten, vanaf nu moesten we alles zelf weer gaan betalen. Omdat er te weinig in de pot zat om te verdelen spraken we af om er op de afscheidsavond een aperitief van te nemen.Na de lunch ging ik, en met mij nog een paar reisgenoten, plassen. Het was een betaald toilet en brandschoon. We moesten zelfs onze schoenen uit voordat we naar het toilet gingen. Dan blijft het in ieder geval schoon, maar ik nam ze voor de zekerheid toch maar mee.
Uiteindelijk gingen we varen, er was een bootje voor ons en een bootje voor de bagage. Ik vertrouwde het niet helemaal en ging toch maar even kijken of onze tassen aan boord lagen. Ik kon ze niet zien, maar de gids verzekerde me dat ze er op lagen, dus toe maar. Het was een leuk tochtje, we haalden ook nog een volle veerboot in onder hard zwaaien. En toen viel onze motor uit, dat was dan weer minder leuk. De veerboot kwam ons weer ingehaald, maar gelukkig kreeg de kapitein de motor weer aan de gang en konden we toch nog voor die veerboot aanmeren. Anders was het wel erg gênant geweest. Toen we aan de kade stonden hebben we nog even naar het uitladen van de veerboot staan kijken, er werd met enige moeite een gloednieuwe jeep afgeladen. Voordat het helemaal klaar was moesten we in het busje stappen om naar ons hotel te gaan. Er zaten precies genoeg stoelen in het busje, maar we waren meer ruimte gewend. Al met al ging het wel, het was toch maar een stukje, een half uurtje rijden. We kwamen aan bij ons hotel voor de aankomende drie nachten: The Boucaniers in Nosy Be. Een prima hotel, met mooie kamer, een lekkere (hand) douche en een eigen terrasje met zitje voor de deur. Dus zoals heel vaak bij Sawadee weer een luxe hotel voor de afsluitende dagen van de vakantie. Lekker om bij te komen zodat we opgeladen zijn voor de lange vlucht en het aankomende werkjaar. Nadat we onze spullen op de kamer hadden gelegd, en deze keer wel de tassen hadden uitgepakt zijn we een biertje gaan doen in de bar. Die was bij het zwembad, en behalve niet groot ook niet druk. Er was in eerste instantie niet eens een barman, maar die kwam al snel om ons van een biertje te voorzien.Daarna zijn we gaan lopen. We zijn over het strand gewandeld, ook omdat Frank had gezegd dat vanaf het strand de goede restaurants goed te zien waren. We zijn na de korte wandeling, want heel groot is het allemaal niet, via een wijkje en de hoofdstraat terug. Onderweg hebben we nog wat rum, cola, wijn en Pringles gekocht bij een kleine supermarkt. We hadden tenslotte een eigen terrasje, en dan is het wel lekker om er ook wat op te kunnen snacken en drinken. ’s-Avonds zijn we samen gaan eten. In eerste instantie wilden we bij Ba Tu Moch gaan eten, een restaurant dat door Frank was aanbevolen. Maar die konden we helaas in het donker niet vinden. Toen zijn we maar in hetzelfde restaurant waar Frank ook zat gaan eten. We zaten niet naast elkaar, dus het was geen probleem. We zijn begonnen met cocktail, en kozen zo lekker ontspannen onze gerechten uit. Natuurlijk namen we vis en kreeft, je zit tenslotte aan zee, dus dan is het zeker vers. Het plekje waar we zaten was erg mooi, we hadden vol uitzicht op het uitgaansleven vanaf het terras van het restaurant. Het uitgaansleven lijkt wel een beetje op dat van Pattaya in Thailand, veel hoertjes. Maar ze waren wel wat ouder dan die van Diego en bovendien leken we er wel gewend aan te raken. We zijn ons diner geëindigd met rum met limoen van het huis. Thuis op ons eigen terras heeft Piet nog een rum cola genomen en ik een glaasje wijn. Toen was het echt genoeg.

Maandag 8 juni Nosy Be

Een dag samen “thuis” was het plan. We gingen dan ook pas om half negen ontbijten. We hadden geen zin om mee te gaan snorkelen. We hadden daar de dag ervoor toen het besproken moest worden geen zin in. We hebben een beetje rondgewandeld, maar dat was snel klaar. Het is echt een klein plaatsje. Alleen in Daresalama, het gedeelte waar de mensen zelf wonen, was het gezellig druk. Daar was al heel vroeg het gewone leven weer op gang gekomen, de winkels waren open en er werd volop gehandeld. Na de korte wandeling zijn we koffie gaan drinken bij de Beach Bar.

De koffie was niet te drinken (vond ik dan), maar het was nog wel vroeg voor een drankje, dus werd het Coca Cola en Fanta. Terug in het hotel heb ik nog een beetje aan het reisverslag gewerkt, maar het is wel zoals bij elke reis: de laatste dagen worden niet meer geschreven en moeten dus thuis gebeuren.Na het schrijven was het al weer tijd voor de lunch, en zo lummelden we de tijd een beetje door. De lunch hebben we ook bij de Beach Bar genomen. Voor mij vis/garnalen curry en voor Piet spiesen. We hebben niet alles van de rijst en frietjes opgegeten, zelfs ik raak een beetje vol. Natuurlijk dronken we wel een kannetje rode wijn er bij leeg. Die was flink gekoeld en dat is dan toch weer anders dan we gewend zijn, maar met deze temperatuur (en even wachten tot de ergste kou eraf is) was het eigenlijk wel prima.Na de lunch zijn we terug naar het hotel gegaan, en hebben we een duik in het kleine zwembad genomen. Natuurlijk moest dat beloond worden met een biertje. Nadat we afgekoeld waren zijn we naar ons eigen terras gegaan. Omdat Frank had gezegd dat hij altijd rond zes uur bij de bar zat voor zijn “spreekuur“ zijn we hem gaan opzoeken en hebben hem gezelschap gehouden. Dat was zoals altijd niet verkeerd. Daarna lekker gaan douchen voordat we gingen eten. We hadden die middag Ba Tu Moch opgezocht en zouden daar samen gaan eten. In het restaurant kozen we een lekker flesje witte wijn. Ik nam een stoofpotje en Piet calamari in knoflookolie. Het waren niet van die grote porties en dat was helemaal goed. Als afsluiter namen we lekker nog een kopje espresso. In een goede tent is die prima te doen, in tegenstelling tot de gewone koffie van die ochtend.

Dinsdag 9 juni Nosy Be

We begonnen de dag natuurlijk met een prima ontbijt. De serveerster kwam ook nog even met een tas vol met T-shirts en pareo’s. De T-shirts waren niets, maar ik heb wel een mooie rode pareo gekocht voor wel 20.000Ra (dus € 6,00).We hadden voor die dag samen met een reisgenoot een excursie geboekt naar het Lokobé reservaat. De rest van de groep had voor die dag een catamaran met bemanning gehuurd, en we gingen dus in twee groepjes uiteen. Na het ontbijt gingen we naar de receptie. Omdat we er allemaal, inclusief de organisator, al waren zijn we om tien voor acht vertrokken. Onderweg hebben we de gids, met de verse boodschappen, opgepikt. Het duurde toch nog bijna een uur met de bus voordat we bij de opstapplaats van de pirogue, onze boot. Een deel van de uitstap was dat we zelf zouden roeien, en dat is verder niet erg. Gelukkig hadden we onze Teva’s aan, het was een wet instap, de boot lag natuurlijk in het water. Uiteindelijk hebben we een uur heen geroeid. In de tussentijd heeft Armand ook een aantal keer moeten hozen, maar dat hadden we ook al van andere pirogues gezien, dus dat vonden we niet eng of zelfs maar vreemd. Gelukkig scheen de zon niet zo hard, anders was het waarschijnlijk niet te harden geweest op het water. Ook de landing was wet, maar ook dat gaf niks door onze Teva’s. Natuurlijk zaten die wel onder het zand, maar ze hadden bij het plekje waar we zouden lunchen een emmer water klaargezet zodat wij onze voeten schoon konden spoelen voordat we onze wandelschoenen aandeden. Goed geregeld dus. Toen we klaar waren, en we even op Armand hebben gewacht omdat hij nog een telefoontje moest doen, zijn we gaan lopen in het bos. Natuurlijk kwamen we eerst langs allerlei souvenirstalletjes, maar we hebben niets gekocht. We kwamen ergens anders voor: beestjes. En die hebben we gezien, we zagen kleine kameleons en grote slangen. Het begon allemaal met een klein oranje kikkertje, het kleinste kikkertje van Madagaskar volgens onze gids. En ook al is dat niet waar, klein was hij zeker. Daarna zagen we ook kleine kameleons, echt maar een centimeter of vijf inclusief staart. Na dat kleine kameleonnetje zagen we nog veel meer moois: zwarte lemuren, mannetje en vrouwtje. Helaas zaten die veel te hoog in de boom, dus daar hebben we niets van kunnen fotograferen of filmen. En na een tijdje lopen zag de gids ineens een grote boa constrictor op een tak liggen. Het was echt een groot beest, zo’n twee meter en dus ook niet zo dun. Eindelijk na al onze jungletochten een keer een grote slang op de lens en op het netvlies. Daarna zagen we een nog veel kleiner kameleonnetje, deze was ongeveer twee centimeter en heel erg dun. We hebben een stukje gefilmd met de duim van Piet er bij om te zien hoe klein die was. We hebben ook nog een tweede paartje zwarte lemuren gezien, die waren wel te filmen en fotograferen. Maar het laatste allen het vrouwtje omdat die naar beneden kwam. Het mannetje bleef boven zitten, maar kon ik net door een gaatje in het bladerdek mooi filmen.

We kwamen ook nog een klein slangetje tegen, en ook een Boa constrictor van een meter of anderhalf. Toen ik naar zijn kop ging zoeken schrok hij en ging hij er vandoor. Daarom heeft Piet hem niet op de foto. Zo zachtjes aan terug lopend zijn we nog een nacht lemuur tegen gekomen die lekker in zijn holletje in de boom zat. Het blijft raar dat die beestjes slapen met hun ogen open. Als laatste kwamen we een klein slangetje tegen, en toen we uit het bos waren zagen we nog een grote Gouden web spin die een mooi web had gebouwd aan het begin van het dorp. We hebben natuurlijk alles geprobeerd te filmen en op foto te zetten, maar zien thuis wel of alles gelukt is. Helaas kunnen we niet meer backuppen, de harde schijf van de notebook is vol. Nu maar hopen dat de kaartjes niet kapot gaan.Toen we terug waren zijn we natuurlijk weer langs alle souvenirstalletjes gegaan. De gids wilde me vanille verkopen, en uiteindelijk is dat ook gelukt. Hij bracht uiteindelijk een bosje dat redelijk ingedroogd was en wat ik dus mee kon nemen in de bagage. De lunch werd voor ons drieën geserveerd en was overheerlijk: een lekkere salade met tomaat en avocado, een bak rijst met kokos, een mooi opgemaakte bol met spiesen met vis en garnalen en een zoete ananas als toetje. Natuurlijk geserveerd met het onvermijdelijke stokbrood. Een niet te koud biertje er bij maakte het weer compleet. We hebben het bij eentje gelaten, we moesten tenslotte ook nog terug roeien. Ik heb bij de mevrouw van het stalletje dat bij onze lunchplek hoorde nog een sleutelhanger gekocht voor 3000Ra en toen was iedereen blij. Toen weer terug in de pirogue, om te roeien. En natuurlijk hadden we weer wind en stroming tegen, maar gelukkig was het eb geworden en was de afstand een beetje kleiner. We hebben het eerste stuk dan ook moeten wandelen, terwijl Armand de boot bracht naar een plekje waar we in konden stappen. Dat ging een beetje met hindernissen: Piet zat er al in, maar moest er weer uit omdat de boot met ons allen op het zand liep. Toen we eenmaal onderweg waren begon het wel wat donkerder te worden, en ik had al helemaal visioenen van roeien in de regen. En nat worden is niet erg, maar we hadden ook onze camera’s met al die mooie beelden bij ons. Gelukkig viel het mee en voeren we even later weer in de zon. Omdat de baai ook aan de overkant minder water had hebben we nog een stuk gelopen over de mangroven. Het is grappig om daar dan van die vissers pirogues te zien liggen met hun netten er op. Ze wachten als het ware op de vloed zodat ze weer kunnen gaan vissen. Toen we na die korte wandeling uit de mangroven kwamen stond het busje klaar en hebben we afscheid genomen van Armand. Het busje bracht ons in drie kwartier terug naar ons hotel. Daar hebben we heerlijk gedoucht en een wijntje genomen op ons terras. Daarna zijn we nog naar het “spreekuur” van Frank gegaan om een biertje met hem te doen. Omdat we allebei weer eens een keer vlees, en geen vis of garnalen, wilden eten zijn we weer gaan eten bij Ba Tu Moch, dan wisten we zeker dat het goed vlees zou zijn. We namen, zoals bijna gebruikelijk werd als we samen gingen eten, een cocktail vooraf maar deze keer geen fles wijn, maar ieder een glaasje. Piet had een zebousteak en ik een eendenborstfilet en het was helemaal goed. Kopje koffie er achteraan en toen naar huis terug. We waren helemaal moe. Op ons terras hebben we allebei nog een cola rum genomen, maar ik heb hem niet eens meer opgedronken. We lagen om half tien in bed. Dat was ook niet erg want de wekker zou om vijf uur aflopen, we hadden een vroege vlucht naar Tana.

Woensdag 10 juni naar Antananarivo

Om zes uur ontbijt, we moesten om half zeven weg om op tijd op het vliegveld te zijn. Maar het ontbijt was toch compleet met croissants, fruitsalade en eieren. Prima geregeld dus. Intussen werd de bagage op de bus geladen, dus toen wij klaar waren konden we gaan. We hadden enige moeite om tegen het heuveltje bij het hotel te komen, niet gek met een bus die afgeladen is met niet al te dunne Europeanen. Maar bij de vierde poging lukte het dan toch. Gelukkig was het niet echt druk op de weg, dus we waren toch mooi op tijd. Toen zagen we ook waarom: er kwamen busladingen vanuit een luxe resort. Omdat wij vroeg waren kon Frank snel inchecken en kregen wij al snel onze boardingpassen. Intussen waren wij aan de overkant wat gaan drinken, gewoon een Coca cola en een Fanta, het was nog wel erg vroeg. Toen we eenmaal naar de gate moesten gaan waren we blij dat de mensen uit het luxe resort naar de internationale ingang moesten, terwijl wij nationaal vlogen. We zijn meteen doorgelopen naar de gate, door de security. Die was geweldig: we moesten onze handbagage in een bak leggen en zelf door een poortje lopen. De handbagage werd verder niet gescand of gecheckt, en het vermoeden is dat het poortje wel aan stond, maar niets deed. Natuurlijk hebben we nog even bij de gate moeten wachten, maar al snel ging de deur open. We hadden weliswaar boardingpassen met stoelnummers, maar die waren doorgekrast dus het was free seating. We kwamen terecht op een tweezits bankje bij de nooduitgang, dus helemaal prima. Het vliegtuig was ook niet vol, dus een driezits met tweeën was ook nog mogelijk geweest. Al snel vertrok het vliegtuig en kregen we frisdrank met nootjes. Toen we al even vlogen keek ik op mijn horloge en zag dat het vijf voor negen was, onze oorspronkelijke vertrektijd. Even hebben we met elkaar gelachen dat we het verkeerde vliegtuig hadden genomen en dat we dan waarschijnlijk op Mauritius terecht zouden komen. Helaas: Frank was ook aan boord dus we zaten goed. Na even wat overleg hebben we een van de vliegtuigzakjes genomen voor de fooi van Frank, en ik heb die geopend en aan een reisgenoot doorgegeven.Aangekomen in Tana hoorden we dat de bus in de file stond en moesten we dus even wachten. Dat was verder geen probleem, maar het was wel een stukje kouder dan in Nosy Be. Vooral ook om dat de zon niet scheen, maar het behoorlijk mistig was. Gelukkig hadden we onze fleece vesten bovenop de grote rugzakken liggen, dus die waren er zo uit. Maar toen de bus er was begon de zon te schijnen. Natuurlijk kwamen we weer in de drukte van het verkeer terecht, maar och het hoort een beetje bij een grote stad. Toen we aankwamen in ons hotel lagen daar ook de souvenirs klaar die we hadden achter gelaten toen we naar het noorden gingen, dus die gingen ook op de kamer.We zijn meteen samen met een taxi naar het Paleis van de Koningin gegaan. Frank had met een bevriende chauffeur 10.000Ra afgesproken. Toen we aankwamen bij het Paleis begon er alweer een gids te zeuren. We moesten toegangskaartjes kopen en een gids was verplicht. Toen zijn we maar weggelopen en zijn we naar het Paleis van de Eerste Minister gegaan, daar zit een museum in. Ook daar begon er weer iemand te zeuren dat een gids nodig, ofwel verplicht was. Maar uiteindelijk mochten we dan toch zelfstandig naar binnen, natuurlijk na betaling van 10.000Ra per persoon. We kregen geen ticket, maar toe maar. Toen we het eerste zaaltje met voorwerpen in gingen en daar even hadden gekeken werden we ineens naar buiten gestuurd. Piet kreeg het entreegeld weer in zijn handen gedrukt en we moesten snel weg. Toen we buiten kwamen zagen we een dikke Jeep aankomen met mannen in pak, en een beveiliger met een oortje in. Er zou wel iemand belangrijks komen, of het was controle op de bouw die binnen bezig was. Als dat laatste het geval was zouden de bouwvakkers zomaar argeloze toeristen naar binnen hebben kunnen lokken, terwijl het museum eigenlijk gesloten was. Hoe dan ook hadden we wat gezien, ons geld terug gekregen en weer wat meegemaakt. We zijn weer terug gelopen naar het Paleis van de Koningin en zijn daar ook maar het hek binnen gegaan. Ook hier weer de gids verplicht, maar we hebben alleen maar kaartjes gekocht en zijn zelf gaan rondkijken.Na al dat bezichtigen hebben we ons door een taxi naar het station laten brengen. Aangekomen bij het station zijn we eerst bij Cafe de la Gare gaan eten. We namen een biertje voor de dorst, THB was er niet, dus een Castel. Ook niks mis mee. Voor bij het eten bestelden we ook een wijntje, maar kennelijk hebben ze verschillende. Mijn wijn kostte 12.000Ra en die van Piet 27.000Ra. Deze keer dus de boot in met een glas wijn voor € 9,00. Maar het eten was helemaal prima. Piet had een sandwich met kip, een veel te grote portie, en ook nog met patat. Ik had een vegetarische pasta genomen. Dat was genoeg, vooral ook omdat ik nog mee moest eten met Piet. We namen nog een koffie toe en toen mocht ik 76.000Ra aftikken. We hebben vaak voor datzelfde uitgebreid gedineerd. Hoofdstad en topchoice kost wat. Maar het was er wel leuk, het decor is mooi en het eten goed, dus niet zeuren.Na de lunch zijn we wat rond gaan lopen en hebben we ook wat souvenirwinkels bezocht voor een cadeautje voor Marijn. Nog niet geslaagd, maar het komt vast nog wel goed. We zijn ook nog even langs het restaurant gelopen waar we het idee hadden die avond te gaan eten en zijn toen terug gegaan naar het hotel. Ik ben daar gaan schrijven en Piet heeft de grote tassen opnieuw gesorteerd. Na al dat drukke gedoe hebben we op de vlucht naar huis ingecheckt. Ik wilde het beneden gaan doen en dan ook meteen de boardingpassen afdrukken. En misschien was de computer daar ook wat sneller. Maar toen ik beneden kwam bleek het een Azerty toetsenbord te zijn (logisch in een Franstalig gebied), en daar kan ik niet zo goed mee omgaan. Ik kreeg dan ook prompt weer het beeld van mijn mislukte inlogpogingen in Turkije. Dat kostte me een paar dagen internet bankieren, omdat ik drie maal het verkeerde wachtwoord had ingegeven. Dus liep ik weer naar boven om mijn eigen notebook te gebruiken, dan maar geen boardingpassen afdrukken. Dat kon op de luchthaven altijd nog. In eerste instantie ging het helemaal prima, we weten intussen dat de KLM site veel moet opzoeken en dus niet meteen komt met de gegevens, maar dat we even geduld moeten hebben. Na het ingeven van de passagiers waar voor ingecheckt werd ging het mis: er kwam een foutmelding en ik moest me maar op de luchthaven melden. Toch kon ik doorgaan, en heb ik de stoelen kunnen wijzigen. Gelukkig maar, want we zaten op de lange vlucht achter elkaar en dat is niet fijn. Dus de stoelen gewijzigd, en ook die voor de korte vlucht. Toen alles klaar was kreeg ik toch de melding dat we waren ingecheckt en kon ik iets met de documenten doen. Ik heb ze maar laten mailen, afdrukken kon niet.Na al dat geregel hadden we ook geen zin meer om de stad in te gaan voor het eten. Dus besloten we in het hotel te blijven en daar in het restaurant een pizza met een wijntje te nemen. Dat smaakte best, maar we hebben wel allebei wat laten staan. Het restaurant is niet hoogstaand, en ook de bediening niet. Maar we deden het er maar mee. Na de pizza en de wijn bestelden we ieder nog een limoncello. Maar die was heel erg anders dan thuis, het leek wel pure alcohol met een limoensmaakje. Om het nog enigszins drinkbaar te maken bestelde ik er een flesje Spa rood bij, maar ook dan kon ik er niet veel van op.Nadat we de tassen voor een groot gedeelte hadden gepakt zijn we gaan slapen. De wekker stond op kwart voor zeven zodat we op tijd klaar zouden zijn. Onze kamer werd als wisselkamer gebruikt, en er konden dus rond half acht mensen voor de deur staan.

Donderdag 11 juni Antananarivo en onderweg naar huis

Om half acht naar beneden gegaan, we zouden met het grootste gedeelte van de groep bij een bakkertje ontbijten en dan met taxi’s naar het Lemure Park gaan. Toen Frank hoorde dat we buiten gingen eten stelde hij voor om de taxi’s om negen uur te laten komen omdat we het anders niet zouden halen. Uiteindelijk gingen we naar buiten en bleek het bakkertje gesloten te zijn. Dus weer terug naar het hotel om daar te ontbijten. Dat ging chaotisch, maar wel redelijk vlot. Na het eten en weer afrekenen, deze keer van het ontbijt (6100Ra) gingen we op pad. De taxi’s stonden er al, en wij stapten samen met een reisgenoot in de taxi van André, die van gisteren dus. Gelukkig stonden we weer aardig in de file, dus duurde het even voordat we de stad uit waren. Maar toen waren we er ook al snel. We kregen groepskorting en moesten 20.000Ra per persoon entree betalen. Dat was inclusief gids, die we wel een fooitje gaven (1.000Ra pp).

Het parkje was leuk en we hebben mooie lemuren gezien, wel acht soorten. Het filmen en fotograferen ging goed, ik hoop er wel wat te hebben van de zwart-witte sifaka’s die mooi springen. Bij die beesten hield de camera van Piet er mee op, hij moest de accu of het kaartje wisselen. Na de rondwandeling waarbij we dus een hoop bekends, maar ook nieuwe dieren hebben gezien hebben we wat gedronken op het terras van het park. Daarna ben ik souvenirs voor Marijn gaan kopen, ze hebben hier wel mooie T-shirtjes en pluchen maki’s. Het mag wat kosten voor zo’n kleintje, voor € 24,00 hebben we vaak genoeg ’s-avonds gegeten. Maar we hebben dan wel mooie dingen en niet de standaard. Na het afrekenen zijn we naar de taxi’s terug gegaan. Die stonden braaf volgens afspraak op ons te wachten. De terugreis duurde korter dan de weg naar het park toe, dus dat viel mee. Het was wel warm in de auto, dus ik viel zomaar in slaap. Toen we terug kwamen bij het hotel zijn we naar de kamer gegaan om (ik dan) andere schoenen aan te trekken en de souvenirs op te bergen. Daarna zijn we samen gaan lunchen bij Hediard, het restaurant waar we gisteren eigenlijk zouden gaan dineren. Het was heel erg goed, niet het goedkoopste, maar daar kreeg je dan ook wel wat voor. We hadden allebei twee glazen wijn en een Nespresso. Piet had een heerlijke steak, en mijn calamari waren beter dan ik ze ooit had gegeten.Na de lunch zijn we terug gegaan naar het hotel, we hadden beiden geen zin meer om de stad in te gaan, het was warm en we waren wel een beetje klaar met de vakantie. We hebben ons op onze eigen kamer kunnen douchen. Die was aangehouden als wisselkamer en daar stond dus ook onze bagage. Omdat we vroeg waren was er nog niemand en hebben we lekker rustig aan kunnen doen. Ik het daarna in de lobby nog aan het reisverslag gewerkt. Zoals gebruikelijk was er de laatste dagen weer niets van gekomen, en ik had dus aardig wat in te halen. Maar toen Frank tegen vijven kwam en zei dat hij altijd om vijf uur een biertje in de bar deed sloten we ons daar natuurlijk bij aan. Ik nam lekker een cocktail, de heren een biertje.Toen het tijd was zijn we naar met de hele groep naar Le Carre gegaan, daar zou het afscheidsdiner zijn. Er was nog geld in de pot voor een aperitief, en ook de jarige reisgenoot gaf er nog een weg voor haar verjaardag. Dus voor het eten had ik al weer twee cocktails op. Dat betekende bij het eten nog één glaasje wijn. We namen allebei sashimi en tonijn, en hebben dus weer heerlijk gegeten. Bij de koffie namen we allebei ook nog een borrel, het kan maar af zijn.De jarige reisgenoot kreeg haar cadeautje van Frank, en ik heb de envelop met fooi aan Frank gegeven. Na het eten gingen we terug naar het hotel om onze grote tassen op te halen en met de bus naar het vliegveld te gaan. Daar hebben we afscheid genomen van Frank en zijn we snel door de douane gegaan. Omdat we veel te vroeg waren moesten we natuurlijk nog een uurtje of twee-en-half wachten, het hoort er een beetje bij. Maar zachtjesaan stortten we allebei wel in, de vlucht was om 01.40 uur dus we hadden al een lange dag achter de rug. Uiteindelijk konden we boarden, de tijd om te slapen kwam ook aardig dichtbij. We zaten op een rijtje van vier, met alleen op de andere hoek een man. Maar die ging voordat we vertrokken al naar achteren zitten en is de hele vlucht niet meer terug gekomen. Helemaal goed, nu kon Piet languit liggen, en ik heb aan een stoel genoeg om te kunnen slapen.

Vrijdag 12 juni bijna thuis

In Parijs moesten we overstappen, maar daar hadden we niet al teveel tijd voor, dus het was doorlopen, plassen en daarna weer boarden. Dat was verder prima, een transit van een paar uur is ook niet alles als je onderweg naar huis bent. De korte vlucht naar Amsterdam had wat vertraging, waarschijnlijk door onze bagage, maar dat vinden wij niet erg. We hebben de bagage liever mee, dan dat we weer een uur kwijt zijn voor het invullen van formulieren op Schiphol. Daar aangekomen hebben we afscheid genomen van onze reisgenoten, hebben we samen nog een bakje fatsoenlijke koffie met een tosti genomen en heb ik de Valet Parking Service gebeld. Die zouden er na 20 minuten zijn, en we hebben lekker in het zonnetje staan wachten. Helaas waren ze er na drie kwartier nog niet. Ik heb dus nogmaals moeten bellen. Met excuses waren ze er toen binnen tien minuten en toen konden we eindelijk gaan rijden. Omdat de auto zo laat was reden we natuurlijk vet de file in, we hebben er uiteindelijk anderhalf uur over gedaan. Maar Piet was zo moe dat hij niet eens energie had om te mopperen. Omdat het zo laat was zijn we meteen langs de Chinees gegaan voor onze standaard portie bami. Na het eten zijn we gaan rommelen om niet in slaap te vallen, maar om negen uur ging het licht echt uit. Ondanks de wedstrijd van het Nederlands elftal! Piet heeft die maar opgenomen en de volgende dag gekeken, hij was natuurlijk weer om vijf uur wakker.

Al met al: een mooi land, veel gezien.