2016 Andalusië

Inleiding

Hadden we een mooie reis geboekt naar Borneo bleken we de enige twee te zijn die dat graag wilden. En dat vond de reisorganisatie niet goed, dus zij annuleerden de reis. Jammer, en omdat we geen zin hadden in een andere verre bestemming besloten we naar Andalucia te gaan rijden. Iets wat we al een poosje op het oog hadden, maar vooral wanneer we wat ouder zouden zijn en alle zware reizen achter de rug zouden hebben. En toch is het er dus eerder van gekomen.Een paar dingen hebben we ook vooraf geboekt, zoals de kaartjes voor het Alhambra en het Guggenheim museum in Bilbao. In Bilbao zouden we eigenlijk alleen maar overnachten op de weg terug naar huis, maar daar hoorde ik zo’n mooie verhalen over dat we besloten daar drie nachten te blijven op de terugweg. Net voordat we weg zouden gaan zag ik op internet dat de “gevaarlijkste wandeling van de wereld” de Caminito del Rey was opgeknapt en weer was opengesteld. Dat vonden we natuurlijk wel de moeite waard, en gelukkig konden we nog aan kaartjes komen. Maar het waren van twee van de laatsten van de dagen dat wij in de buurt waren. Pas na het kopen van de kaartjes keek ik op internet naar filmpjes, misschien wel de verkeerde volgorde. En voor wie dit ook gaat doen: ga niet zoals wij op advies van het informatie kantoor met de bus, maar gewoon met de trein. De bussen staan klaar om je naar de juiste ingang te brengen of daar op te halen

Zondag 22 mei Onderweg naar Poitiers 817 kilometer temperatuur tussen 16 (thuis) en 15 graden

Piet reed het eerste stuk, en al snel waren we zonder problemen bij Antwerpen. Ook verder door België waren er geen problemen. We namen koffie onderweg. Het zou cappuccino moeten zijn, maar leek meer op koffie met veel melk. Maar de appelflap maakte een hoop goed. Toen we halverwege de tank afsloegen naar een restaurant dachten we een kopje soep te nemen, maar die hadden ze niet. Dus maar getankt, geplast en een meegenomen broodje gegeten op de parkeerplaats. Ik reed een stuk verder, we spraken af dat Piet weer rond Parijs zou rijden omdat ik dan de navigatie snel kon instellen op de eindbestemming. We gingen verder naar Parijs, en daar ging het in eerste instantie goed. Piet had een adres gezocht op de buitenring en dus werden we niet over de binnenring geleid. Dat was helemaal prima. Totdat we de A10 op moesten: die was afgesloten. We hebben een mooie toeristische route naar Versailles gedaan, en daar zo ver gekomen dat we ook nog de poort (weer) hebben gezien. Lang leve de navigatie, die leidde ons steeds weer goed zolang Piet maar weigerde om te keren. Uiteindelijk kwamen we natuurlijk weer op de juiste weg, met een half uurtje vertraging maar toch. Na de zoveelste tolbetaling reed Piet weer verder voor het laatste stukje naar Poitiers. Dat liep voorspoedig, de zon ging zelfs schijnen. En na één keer een rondje omdat we het hotel (Campanile Poitiers) hadden gemist waren we er dan toch om half zeven. Het eten in het hotel was niet veel bijzonders, maar voor € 16,90 voor- en hoofdgerecht mag je in Frankrijk ook niet veel voor verwachten denken we dan maar. Bovendien zijn we natuurlijk verschrikkelijk verwende nesten. Toen de bordjes leeg waren hebben we de wijn aan een relax tafeltje en stoeltjes opgedronken en zijn we op tijd naar bed gegaan.

Maandag 23 mei onderweg van Poitiers naar Burgos 704 kilometer, temperatuur tussen 9 en 17 graden, zon, maar ook regen onderweg

Om tien voor acht gingen we rijden, rustig aan, Piet weer als eerste. Die reed door tot aan Bordeaux, dus eigenlijk veel te lang. De rit was wel mooi, we kwamen natuurlijk ook langs allerlei wijngaarden, ook die van Saint Emillion (onze Kerstwijn). Nadat we na Bordeaux koffie met flan taart hadden gedaan ben ik weer verder gaan rijden. En prompt begon het natuurlijk weer te regenen, hoewel niet zo veel dan de vorige dag. Om dat te compenseren hebben we veel wegwerkzaamheden gehad. Maar gelukkig geen files daardoor. Dat heeft vast ook te maken met het feit dat we veel tolwegen hebben gedaan. Daarop is het niet zo druk. Het is dan over het algemeen wel lekker rijden, weinig verkeer en drie banen. Nadat we de Spaanse grens waren gepasseerd zijn we gestopt voor een broodje, en daarna nam Piet het stuur weer over. Dat laatste stuk was het mooiste: veel bergen met groen, veel tunnels en weinig verkeer. Wel weer wat wegwerkzaamheden, maar weer geen echte last van behalve wat langzamer moeten rijden. Om vier uur kwamen we aan bij ons hotel Las Vegas in een buitenwijk van Burgos. Met allebei een grote bier en een zakje chips als tapas zaten we overheerlijk op het terras van het hotel in het zonnetje. We dachten dat we misschien wel de enigen zouden zijn in het hotel, maar er kwamen nog wat zakenlui en een motorclub bij. Het zou best wel gezellig kunnen worden. Het diner was simpel, maar ook heel erg goedkoop. We konden kiezen uit drie gangen, voor-, hoofd- en nagerecht. Er kwam ook nog een fles wijn bij, en dat allemaal voor € 11,30 per persoon. Na het eten zijn we bijna meteen naar boven gegaan om te gaan slapen. Het was intussen toch al half elf en wel weer mooi geweest.

Dinsdag 24 mei Onderweg van Burgos naar Cordoba 669 kilometer, van 8,5 naar 29 graden

 Omdat het ontbijt pas om half acht was konden we een kwartiertje later opstaan. Maar we waren natuurlijk al eerder wakker. Na een prima douche en even goed ontbijtje ben ik gaan afrekenen. Voor € 90,10 was de kamer, al het eten en de drank betaald. Prima hotel dus. Om kwart over acht zijn we gaan rijden en het verliep weer voorspoedig. Omdat we samen kunnen rijden valt de vermoeidheid ook wel mee. In tegenstelling tot de eerste twee dagen hebben we geen enkele tolweg gehad. Dat had ook te maken met onze navigatie die kennelijk nog niet wist dat er een nieuwe tolweg was geopend en ons dus de oude weg op stuurde. Maar ook die weg was prima, en we stopten voor Madrid nog voor koffie met een gedeeld stuk taart. Net voor de koffie hebben we eerst maar weer getankt, de tank was tenslotte al weer half leeg. Het is wel fijn tanken in Spanje: € 1,209 per liter is toch minstens 25 cent goedkoper dan in Nederland. Daarna ging ik weer rijden, en het bleef zowaar droog. Rond Madrid was het wat drukker, maar verder was de weg weer net als de vorige dagen: zo af en toe een auto en/of vrachtwagen. Allemaal best te overzien. 180 kilometer voor Córdoba nam Piet het stuur weer over, na het eten van een broodje met cola en sinas. We drinken niet als we van die grote afstanden moeten rijden. Aangekomen in Córdoba zijn we door het historische centrum gereden, op aanraden van onze hotelier van Hostal Alzahar. Daar aangekomen heeft zij ons kenteken doorgegeven zodat we geen proces verbaal aan onze broek zouden krijgen. Na het uitladen en op de kamer leggen van de spullen zijn we de auto weg gaan zetten. In eerste instantie op een openbare parkeerplaats aan de andere kant van de rivier. Maar die waren vol. Dus we hebben de auto in de parkeergarage gezet, op vijf minuten lopen van ons hotel. Dat is dan natuurlijk wel duurder, maar het was niet anders. Bij terugkomst bij het hotel kregen we nog wat tips voor drinken en eten de aankomende dagen, en gingen we een klein rondje lopen. Al snel zaten we aan een biertje, ik deed nog een klein hapje en een glas rosado (dat werd tijd). Na het drinken zijn we nog even rond gelopen, we hebben ook even gekeken naar de openingstijden van de Mezquita. Die stond voor de andere dag op het programma. We gingen om negen uur eten, maar toen waren alle restaurants nog uitgestorven, het blijft Spanje. Rond half tien zijn we gaan zitten op het terras van Ordoñez. Lekker met een rosado voor mij en een witte wijn voor Piet. Dat werden er natuurlijk voor allebei een paar meer, en oh ja: het eten was ook lekker. We namen een lokaal gerecht, dat bleek een croquet van ossenstaart te zijn. Erg lekker. We hadden er ook patatas brava bij, gebakken aardappeltjes met een pittige saus, en een bordje overheerlijke chorizo. Brood erbij en we hadden genoeg. Ik wilde eerst nog wat vis en garnalen bestellen, maar was bij dat ik dat niet meteen had gedaan, dan was het veel te veel geweest. Nadat we vol waren zijn we rond half twaalf naar het hotel terug gegaan. Voor Piet nog een biertje meegenomen uit de koelkast en dat natuurlijk opgeschreven op de lijst. Dat is dus wel weer goed geregeld in dit mooie hotelletje dat bijna tegen de Mezquita aan ligt.

Woensdag 25 mei Cordoba 28 graden strak blauw

Om half acht liep de wekker af. De Mezquita is pas om 10:00 uur open, dus haasten had geen zin. Omdat we dat gisteren niet hadden gedaan heb ik eerst de koffer en de tas uitgepakt, zodat de kleren een beetje uit konden hangen. Daarna zijn we gaan ontbijten in een klein restaurantje om de hoek. Het hotel heeft geen restaurant, maar er zijn er genoeg in de buurt. We namen allebei een tosti en ik nam er een tortilla punt bij. Ook allebei thee en verse jus en het was compleet. Lekker en ruim voldoende. Ik heb zelfs nog bijna een hele tosti meegenomen omdat het teveel was. Die zou vast nog wel van pas komen.

Na het ontbijt zijn we naar de Mezquita gegaan, er stond al een rij voor de kassa dus ik sloot maar aan terwijl Piet nog wat foto’s nam van de tuin. Het was goed dat ik aangesloten was, want na mij kwamen er nog veel meer mensen. Ik heb een kwartiertje gewacht en toen de kassa klokslag tien uur open ging, ging het best snel. Ik heb maar contant afgerekend, ik zag geen pin apparaat en het was net even te druk om de zaak op te houden. Eenmaal binnen was de moskee én de kathedraal die er middenin gebouwd was net zo indrukwekkend als we al op plaatjes hadden gezien. Daarom wilden we er natuurlijk ook naar toe. Prachtig altaar en koor, maar ook de mihrab is prachtig, met minstens voor 1600 kilo aan gouden mozaïek steentjes. Er waren ook nog originele zaken te zien, zoals een (nog niet gerestaureerde) fresco en een houten, gedraaide kolom. Er was natuurlijk ook een tresury, deze keer te zien zonder extra bij betaling. Er werd ook volop gepoetst, in de tresury, maar ook aan de koperen hekken rondom het altaar. Druk was het wel, met groepen volwassenen, maar ook kinderen. Die zijn op heel jonge leeftijd (een jaar of zes) al helemaal bekend met selfies en poseren voor de camera. Mooi spul. Na het uitgebreide bezoek aan de Mezquita zijn we eerst wat gaan drinken, we kwamen terecht in de Joodse wijk. Eenmaal op het terrasje namen we koffie, maar we waren zo ongeveer de enigen die dat op tafel hadden staan, dus we namen als tweede consumptie maar een caña waarbij ook nog een schaaltje olijven en ander zuur spul werd neergezet. Prima geregeld! Na deze korte rustpauze zijn we verder gaan lopen, eerst naar de mercado. Die wilde ik wel graag zien, het was een gewone markt met verse spullen, vooral vis. Die is hier toch wat anders geprijsd dan bij ons, de rode tonijn kost hier € 10,50 per kilo. We kwamen op de markt via Plaza de la Corredera, een prachtig groot plein vol het terrasjes. Daarna zijn we naar de Templo Romano (Romeinse tempel) gegaan, daar kun je niet in, maar de pilaren en de fundering zijn heel goed vanaf de straat te zien. Na de tempel zijn we naar de Plaza de las Capuchinos gegaan, waar Piet had gelezen dat er een mooi kruisbeeld stond, en dat was ook zo. Het hoeft tenslotte niet altijd pracht en praal te zijn, gewone dingen zijn ook mooi. Onderweg naar het Palacio de Viana kwamen we door een straatje waar kinderen allemaal tekeningen hadden gemaakt met wensen voor kinderen die moesten vluchten, mooi om te zien. Helaas ging het Palacio net dicht, dus die moest de volgende dag in de herhaling. Omdat we hadden gehoord dat het Feria de Cordoba deze week was zijn we naar het feestterrein gelopen. En dat was erg leuk, heel veel tentjes waar muziek werd gemaakt, gegeten en gedronken, maar vooral veel gedanst. De meeste dames hadden een traditionele flamenco jurk aan. En dat waren niet alleen de oudere dames, maar van alle leeftijden tot en met kleine dametjes die nog in een buggy zaten. Er werd volop gedanst op echte flamenco muziek, maar zeker ook op moderne muziek. We zijn een paar tenten in gegaan, waar oudere mensen aan het dansen waren op de muziek van een koor, maar ook waar door de kinderen van een dansschool optredens werden verzorgd. Na het bezoek aan de feria zijn we over de Puente Romano (Romeinse brug) terug gelopen naar de Mezquita om kaartjes te kopen voor de beklimming van de toren. Omdat de kaartjes voor bijna een uur later waren moesten we wat tijd zien te doden.

En hoe kun je dat in Cordoba, bij 28 graden, beter doen dan met een caña op een terras. De beklimming van de toren was ook erg leuk, je kon goed zien dat het vroeger een minaret was geweest. Een aantal oude dingen daarvan stonden er nog. Het uitzicht was mooi, zeker op het dak van de Mezquita zelf. Je kon goed zien dat er middenin een kerk was gebouwd. En toen was de energie weer even op, en was het bovendien tijd om op te gaan frissen, aan het reisverslag te werken en vooral de foto’s veilig te gaan stellen. We namen weer een biertje en een fles water mee naar de patio en zijn daar aan de slag gegaan. Intussen werd het zo laat dat het bad er niet meer van kwam, maar het gewoon een beetje opfrissen werd. Fijn vakantie: niet eens tijd om in bad te gaan. Om half tien gingen we op pad om te gaan eten, mooie tijd. Helaas konden we niet voor het eten terecht op het terras dat we bedacht hadden, maar er waren er genoeg. We zijn in de Joodse wijk gaar eten bij een echt Spaans tentje. Albóndigas (gehaktballetjes), calamaris fritos (gefrituurde inktvisringen) en gazpacho (koude tomatensoep) met brood en een paar wijntjes was voldoende. Het kwam helaas wel allemaal tegelijk, maar gelukkig hadden we tijd genoeg dus namen we die ook. De soep was tenslotte toch al koud en lauwe gehaktballetjes en inktvisringen smaken ook best. Na het eten zijn we nog even gaan rondlopen en heeft Piet nog wat nachtfoto’s gemaakt. Daarna naar huis en naar bed, morgen weer een dag volgepland.

Donderdag 26 mei Cordoba 27 graden, in de ochtend deels bewolkt

De wekker liep weer om half acht af, na een nacht die voor Piet kort was. Ik wist ineens ook wel waarom hij vroeg wakker is: de vogeltjes in Spanje maken veel herrie, zeker als je naast de patio slaapt. Dus niet alleen maar voordelen. Na rustig aan gedoucht en aangekleed te hebben zijn we op pad gegaan. Het ontbijtplekje werd gevonden, we kwamen bij een bakkertje waar we een heerlijk broodje ham en chorizo deelden, vergezeld van een kop thee. Helemaal goed. Als eerste uitstap van die dag gingen we naar het Palacio de Viana.

Onderweg naar onze bestemming zijn we even binnen gelopen bij de Iglesia de San Pablo, een prachtige kerk. Daar werd ook nog gewoon de biecht afgenomen, en hebben we een digitaal kaarsje gebrand. Toen we aankwamen bij het Palacio de Viana bleek de rondleiding door het paleis zelf pas vijf kwartier later te beginnen, dus we kochten kaartjes voor alleen de patio’s en de tuin. En dat bleek ook wel genoeg te zijn. Het zijn wel veel prachtige patio’s, dus we waren blij dat we toch naar binnen zijn gegaan. Maar na het bekijken van al die bomen, planten en andere zaken was het tijd voor koffie. Het terrasje van de taberna tegenover het museum was nu niet zo vol als gisteren toen we er niet terecht konden, dus we zaten snel. Natuurlijk begonnen we met koffie, en natuurlijk waren we weer de enigen. Dus na de koffie was het tijd voor iets anders. Deze keer was het witte wijn met een bord Jamon Ibérico om te snacken. Het was tenslotte al kwart over elf. Rustig aan zijn we daarna naar het Centro Flamenco Fosforito gelopen, een museum over de geschiedenis van de flamenco in Andalusië. Aangekomen bij het museum bleek het niet heel groot te zijn, maar wel leuk. Ik nam ook meteen ansichtkaarten mee, die waren hier goedkoper dan in de binnenstad. Helaas hadden ze geen postzegels, die moest ik bij het souvenir winkeltje ernaast halen. En die waren dan weer niet zo goedkoop: € 1,25 per kaart. Omdat het er tegenover lag en toch gratis (Hollanders !) zijn we in het museum Julio Romero de Torres er tegenover geweest. Daarna was het tijd om naar de Alcazar te gaan. Maar eerst wilde Piet nog een foto maken van het hotel in de zon, en dat was maar goed ook. Onderweg kwamen we al een clubje dames in flamenco stijl tegen die volop aan het zingen waren. Maar op de Plaza del Triunf stonden er nog veel meer. Het bleek het opstellen voor de tocht naar het feria terrein te zijn. Een soort Grobbendonklaan voor de Oeteldonkse Groote Optocht dus. Een heerlijk festijn. Omdat ze om twee uur (een half uurtje later) zouden gaan lopen over de Romeinse brug bleven we natuurlijk wachten. En het was een feestje om al die groepen zingend en dansend over de brug te zien gaan. Mooie plaatjes dus op foto en film.

Toen de hele stoet voorbij was getrokken zijn we naar de Alcazar gelopen. Daar waren ook weer mooie dingen te zien waaronder Romeinse mozaïeken die waren opgegraven op de Plaza de la Corredera. Mooi om te zien. We hebben natuurlijk ook de toren beklommen en uitgebreid door de tuin gewandeld. En toen was het op. Zelfs Piet kreeg dorst. We zijn dus linea recta naar het terras van de vorige dag gegaan, en zijn daar (weer) begonnen met een caña, deze keer een dubbele, en mineraalwater. We hebben daarna ook samen een racion paella mariscos gedeeld, met dan ook nog een wijntje voor Piet. Ik nam Tinto Verano omdat iedereen daar zo over roept, maar het is eigenlijk zoiets als Liefmann’s. Gelukkig hadden we tijd genoeg, dus we konden allebei nog een rosado nemen. We waren wel weer uitgerust en gingen dus nog even een klein rondje lopen om wat foto’s te maken van de waterbassins die we in het begin van onze tijd in Córdoba al hadden gezien. Al rondlopend kwamen we ook langs de synagoge die open was, dus voor een bezoekje in aanmerking kwam. En ook een pleintje met winkeltje met souvenirs. Even verder kwamen we ook langs de parkeergarage en hebben we even de kilometerstand opgenomen, die waren we vergeten te doen toen we aankwamen en we vinden het leuk om te weten hoeveel we elke dag gereden hebben. En toen terug naar het hotel, waar we traditiegetrouw een biertje en een fles water uit de koelkast meenamen. Maar ook als souvenir twee flessen wijn meegenomen. Op de patio natuurlijk weer het reisverslag geschreven en de foto’s en film veiliggesteld. Daarna zijn we gaan eten bij Taberna Salinas, aanbevolen door de Lonely Planet, en het was inderdaad helemaal niet verkeerd.

Vrijdag 27 mei naar Sevilla blauw met een paar wolkjes 27 graden 152 kilometer gereden

We zijn op dezelfde tijd als de laatste paar dagen opgestaan na een onrustige nacht met herrie boven ons bij het slapengaan, herrie naast ons van buren die laat thuis kwamen en vogeltjes toen het licht werd. Bovendien is het warm, en dat slaapt ook al niet al te lekker. De laatste spullen ingepakt, bij het bakkertje gaan eten, de auto opgehaald en op weg gegaan naar onze volgende bestemming: Sevilla. Maar onderweg hebben we ook nog leuke dingen gedaan.

Als eerste gingen we de verkeerde richting uit, naar Madinat Al-Zahra. Dat is de ruïne van de oude hoofdstad van de kalief die in de 10e eeuw het voor het zeggen had in de regio Andaluz. We konden er met onze eigen auto niet helemaal komen, maar moesten de bus nemen vanaf het museum op twee kilometer afstand. We kregen voordat de bus er was een film te zien over hoe het geweest moet zijn, en dat was wel heel erg leuk. Je hebt dan in ieder geval een idee hoe het er uit moet hebben gezien en hoe het leven zich daar afspeelde. Na de film gingen we met de bus naar de ruïne zelf toe. Die was erg indrukwekkend, we waren blij dat we dat uitstapje “even” hadden bedacht. Na het bezoek aan de ruïne zijn we koffie gaan drinken in het museumcafé en hebben we nog even het museum zelf bezocht. Na al dit moois zijn we op weg gegaan naar Sevilla. We zouden onderweg stoppen in Carmona, maar het is uiteindelijk Éjica geworden. Daar hebben we lekker gelucht en een beetje rondgewandeld om wat foto’s te maken van een paar van de vele torens waarom de stad zo bekend is. En toen was het tijd om naar onze eindbestemming te gaan. Daar waren we om kwart over vijf, mooi tussen vijf en half zes zoals ik had aangekondigd. Ik ging inchecken en we konden onze spullen al meteen in het appartement zetten en de auto op de beschermde parkeerplaats parkeren. Het appartement was prima, er stond alleen een slaapbank uitgezet. Die hebben we ingeklapt en toen hadden we ineens een huiskamer met een eettafel en een zithoek. Daarnaast nog een aparte slaapkamer, een badkamer en een keukentje met koelkast en wasmachine. Helemaal goed. Nadat ik nog wat vragen had gesteld over huishoudelijke zaken zijn we boodschappen gaan doen, de supermarkt is dichtbij en we zouden niet meer de stad in gaan. Onderweg van de supermarkt terug naar het appartement kwamen we langs Las Niñas, een kleine bar/cafetaria met een terras. Dat vroeg natuurlijk om een (of zo) biertje. Toen we daar lekker zaten, en het terrasje vol liep hoorden we muziek. Piet is daar even met de camera naar toe gegaan, en ik vroeg intussen aan de ober wat het was. Hij vertelde me dat het voor Semana Santa was, maar dat leek mij een beetje raar. Semana Santa is namelijk de week voor Pasen, en dat was in maart. Toen ik de club muzikanten zag dacht ik dat het een soort repetitie was. De muziek klonk als voor een processie, maar ze waren in “burger” en er was geen beeld te zien. Later kwam Piet op internet er achter dat op de tweede zondag na Pinksteren de Sacramentsdag Corpus Christi wordt gevierd. En dat die dag juist in Sevilla het grootst wordt aangepakt, met vele processies die door de stad lopen. Dat verklaarde dus de “repetitie” van de muzikanten. Morgen maar eens rondvragen voor een dagprogramma. Na een paar biertjes zijn we terug gegaan naar het appartement en hebben we een wasje gedraaid en wat brood gegeten. Het lijkt wel bijna thuis, dit is echt de eerste keer dat ik zelf was op vakantie. Daarna natuurlijk het reisverslag, voor de foto’s had ik geen puf meer. Morgen weer een dag.

Zaterdag 28 mei Sevilla bewolkt, regen en zon graadje of 22

Na een goede nacht hebben we heerlijk ontspannen ontbeten met een broodje , een gekookt eitje en een bakje thee. Jammer dat er geen bakkertje in de buurt zit zoals in Krakau, maar verder is het prima. We hebben zelfs Becel pro-activ boter dus het komt helemaal goed met ons. De was was bijna helemaal droog, ik heb de sokken nog even in de kast opgehangen om helemaal te drogen. Na het ontbijt was de afwas snel gedaan, en konden we onder de douche en daarna op pad. Intussen dat ik aan het ontbijt bezig was heeft Piet de foto’s overgezet en dus veilig gesteld. We zijn naar de bushalte gelopen zonder dat we wisten hoe laat deze zou komen, we hadden al wel gezien dat de bus om tien voor zou komen, maar het was tenslotte wel zaterdag, dus misschien kwam hij wel eerder of later. Gelukkig kwam er ook nog een ander stel, en we gingen er van uit dat zij wel zouden weten hoe laat de bus zou komen. Uiteindelijk kwam hij natuurlijk gewoon vijf minuten later dan de gewone tijd.

Toen we aankwamen in de stad zijn we eerst naar de kathedraal gegaan. We kwamen langs de zijkerk El Sagario. Dat is de kerk die aan de kathedraal zit, en waar de missen voor de parochie worden gegeven. Er was ook een mis aan de gang, dus we konden niet echt naar binnen. Dus maar verder naar de kathedraal, maar helaas waren wij niet de enigen: er stond al een flinke rij. Gelukkig was het droog, en was er ook een soort vermaak. Er stond een klein groepje een showtje weg te geven met flamenco zang en dans. En toen was de kerk ook nog een half uur later open dan normaal, dus geduld moest wel een schone zaak zijn. Toen de kerk open ging liep het wel wat verder door, maar toch hebben we aan de binnenkant van de poort (op het toegangspleintje) nog een parapluutje tevoorschijn moeten halen. Gelukkig hebben we die altijd bij ons, hoewel we nou niet echt voor regen naar Andalucía zijn gereden. Maar het was in de kerk wel droog, en ook gezellig druk. Het is niet voor niets de grootste kathedraal van Europa, en het lijkt wel of dat iedere toerist dat op dezelfde dag als wij wilde zien. Maar hij is werkelijk prachtig, veel beelden en heel veel versieringen in goudverf. En heel grote schilderijen van wereldberoemde schilders zoals Vasquez. Ook de tombe van Columbus staat in de kathedraal, en ook die is niet heel eenvoudig uitgevoerd. En dat betekent dat iedereen er ook mee op de foto wil, dus een foto of stukje film van alleen de tombe zat er niet in. Dwalend door de kerk kwamen we natuurlijk bij het enorme altaar en koor. Prachtig houtsnijwerk en beeldhouwwerk. Ook de sacristie met de zilveren ornamenten die in processies worden meegedragen was fantastisch, net zo goed als de schatkamer met de gouden en zilveren voorwerpen zoals bekers en kronen. Het kon allemaal niet op. Na het bewonderen van al dat moois zijn we de Giralda toren gaan “beklimmen”. Dat was niet met trappen, maar met een helling. Daarmee konden in vroegere tijden de manschappen te paard naar de top van de toren gaan, en voor ons was het ook wel gemakkelijk. Onderweg waren wat vitrine kamers gemaakt met voorwerpen, dat gaf dan ook weer de gelegenheid om even stil te staan. Dat kon ook aan de buitenkant van de toren, daar waren nissen gemaakt waar je naar buiten kon kijken. Daar en ook boven zagen we dat het nog steeds regende. Een beetje jammer voor de foto’s, maar wel fijn dat we binnen waren. In de regen lopen in Sevilla is toch ook niet zo fijn.

En na al dat bezichtigen en klimmen was het tijd voor de lunch, in Spanje tenslotte de belangrijkste maaltijd van de dag. Na even rondlopen kwamen we terecht in een authentieke eettent: Bodega Diaz Salazar. Ze spraken niet echt over de grens, maar hadden wel een Engelse menukaart. Wat je nam werd met een krijtje opgeschreven op een bord aan de wand, samen met je tafelnummer. Toen we klaar waren werd de rekening uitgerekend op de bar. Toen we ons laatste hapje bestelden zei de ober dat de keuken dicht zou gaan, en begon hij maar vast te vegen. En na het betalen werd de tent ook echt dicht gedaan. En toen werd het tijd om iets te organiseren voor het avondvertier, we waren tenslotte in Andalucía en moesten ook een keer een flamenco show zien. We hadden al besloten om niet naar een grote toeristische show te gaan, maar naar iets kleins. In de Lonely Planet stond dat bij Casa de la Memoria er mooie shows waren, en de ruimte was niet zo groot. Er konden maximaal 100 mensen in, inclusief de boven tribune. We kochten kaartjes voor de maandag en zouden daar dan ook na de show eten. We gingen op zoek naar het VVV kantoor, maar dat was echt wel even zoeken. Pas na een paar keer op en neer lopen kwamen we het tegen: het was een heel klein kantoortje. Helaas vertelden ze me daar dat Corpus Christi met alle grote processies de week ervoor was geweest: jammer, maar het is niet anders. Onderweg wandelend zijn we nog langs de Torre del Oro gelopen voor een foto. We hebben ook nog één ansichtkaart bij gekocht, speciaal voor Marijn met flamenco danseressen. De postzegel voor Nederland kostte daar maar € 1,00, kennelijk is in elke streek de porto anders. Onderweg kwamen we nog een kinderprocessie tegen: een draagkruis, drie kleine tamboertjes en een paar meisjes met flamenco jurkjes, lief. En toen was het wel weer tijd om wat te drinken, dat deden we in een Cervezería in de winkelstraat. En ondanks dat je het zelf moest halen was de bediening knap chagrijnig. Maar ze hadden wel tinto de verano van de tap en grote biertjes. Toen waren we klaar met de stad en zijn we met de bus naar huis gegaan. Toen we bij de supermarkt wat boodschappen hadden gedaan zijn we bij Las Niñas op het terras geploft, we hoefden niets te zeggen want de barman herkende ons nog. Twee bier? vroeg hij. Altijd fijn attent personeel, heel wat anders dan in de Cervezería in de stad. Omdat we intussen wel weer ergens zin in kregen namen we een schaaltje kleine slakjes, als een soort bitterballen.

Zondag 29 mei Sevilla 27 graden

Op tijd uit bed, eitjes gekookt, tafel gedekt en lekker samen ontbeten. Daarna zijn we allebei in de douche gegaan en hadden we toch weer de bus van vijf voor tien. We hebben wat langer dan gisteren over de rit gedaan omdat de bus moest wachten op een langstrekkende processie. Jammer dat het wat ver van het centrum was, anders waren we misschien wel uitgestapt. Toen we aankwamen in de stad zagen we dat er een straat afgesloten was door een politieauto, en daar liepen ook veel mensen die straat in. We zijn er dus maar achteraan gelopen, zeker toen we ook nog muziek hoorden. We kwamen uit bij een straat waar een processie stond opgesteld voor het Museo del Belle Artes. Daar hebben we natuurlijk staan kijken, foto’s gemaakt en gefilmd, het was erg mooi om te zien. We liepen terug over het plein voor het museum, waar ze best leuke dingen zoals schilderijtjes hadden, maar waar we niks gekocht hebben. Omdat we al weer een poosje onderweg waren hebben we eerst bij een bakkertje koffie met een donut genomen. Je merkt wel dat het weekend is: er wordt veel Nederlands en Duits gesproken op straat. Ook bij het bakkertje zaten twee Nederlandse stellen op het kleine (drie tafeltjes) terras. Na de koffie gingen we weer verder op pad naar de Alcázar, maar ook bij de tweede poging hoorden we muziek en kwamen we uit bij een processie. Daar konden we natuurlijk ook niet zomaar doorlopen, en we waren zo weer een half uur verder. Maar uiteindelijk was het goed dat we niet meteen doorgelopen waren naar de Alcázar, dan hadden we dit gemist. Toen we aankwamen bij de rij voor de kassa van de Alcázar zijn we doorgelopen, die was echt belachelijk lang. Onderweg naar de Plaza de Toros de Real Maestranza (de stierengevecht arena) kwamen we langs een mooie kerk, maar daar mochten we helaas niet in aan die kant. Hij bleek te horen bij Hospital de la Caridad, en de ingang daarvan lag ergens anders. Daar zijn we nog een naar op zoek geweest, maar hebben we niet gevonden. Later bleek het op zondagmiddag niet open te zijn, dus dat wordt voor een andere dag. Toen we aan het zoeken waren kwamen we wel bij een heel klein kapelletje waar net een mis uit ging. Daardoor konden we ook nog even binnen kijken. Toen we er later op de middag nog een keer langs liepen was het hek ook dicht, dus een klein mazzeltje dat we op het juiste moment daar waren. We zijn doorgelopen naar de Plaza de Toros en hebben daar een rondleiding gedaan met een enthousiaste gids. We moeten even wachten, maar ook dat was niet erg, er stonden genoeg bankjes.

Na het bezoek aan de Plaza de Toros werd het tijd voor de Alcázar, de wachtrij was een stuk korter als die ochtend. Om de wachttijd te verzachten heb ik nog een ijsje gehaald, en toen dat op was waren we bij de kassa. In tegenstelling tot bij de kathedraal moesten de tassen hier wel door een scan en wij door een poortje, maar het ging redelijk snel. Eenmaal binnen in de Alcázar bleek alles wat ze er van zeggen waar te zijn: het is er prachtig. Mooie patio’s, prachtig stucwerk in de zalen en heel veel schitterende tegelwanden. Er was zelfs een paleis in het paleis, met enorme gobelins. De tuin was ook gigantisch, dus we hebben er aardig wat tijd doorgebracht, natuurlijk samen met nog duizenden andere mensen. Zeer de moeite waard dus, maar het blijft een beetje jammer dat er zoveel mensen zijn, dat maakt het maken van film en foto’s wat lastig. Na al dat bezichtigen en wandelen door die mooie plek was het intussen tijd voor wat eten en drinken. We zijn bij El Moderna in Barrio de Santa Cruz terecht gekomen. Daar namen we een menuutje voor € 11,00, voorafgegaan door een grote caña tegen de dorst. Prima eten, niet te grote porties en een lekker glas rosado. En vermaak in de vorm van een groep Tuña’s aan de overkant. En toen was het tijd om de bus naar huis te nemen. Toen we uitstapten bleek onze favoriete kroeg net dicht te gaan, dan maar meteen naar huis om het standaard werk te doen: wasje draaien, reisverslag bijwerken en de foto’s overzetten.

Maandag 30 mei Sevilla 33 graden

Na een prima ontbijtje zijn we weer op pad gegaan. We zijn uitgestapt bij de Metropole Parasol om die te bezichtigen. We gingen eerst naar het platform, maar daar was weinig te zien, zelfs niet eens een ingang. Na wat foto’s en film zijn we naar beneden gegaan en daar was ineens de ingang. We kochten kaartjes, maar kregen meteen ook tips over Sevilla. Bijvoorbeeld dat die middag Palacio de las Duñas vanaf vier uur gratis toegankelijk was. We zouden wel zien of we dat wilden doen, voorlopig wilden we eerst de Parasol op. En dat kon, na het kopen van een kaartje konden we met de lift naar boven, waar we heerlijk hebben rondgelopen op de paden die daar waren aangelegd in de houten constructie. Het weer was prachtig, en het was nog vroeg dus niet te heet. Toen we rondgelopen hadden gingen we naar de bar op het gebouw en namen we koffie met gebak. Het toegangskaartje gaf ook recht op één consumptie. Ik dacht we nemen koffie en betalen het gebak, prima geregeld. Helaas de consumptiebon gold alleen maar voor bier, fris en wijn. Typisch Spanje zullen we maar zeggen. Niet getreurd, we lopen vanmiddag nog wel een keertje langs voor een wijntje. Onderweg naar het Museo del las Belles Artes dat we zouden gaan bezoeken heb ik voor het eerst in Andalucía geld uit de muur gehaald. Dat was tot die tijd niet nodig geweest omdat je daar bijna alles met de creditcard kunt betalen. Helaas was het museum gesloten, dus dat zou moeten wachten op een volgende keer. Onderweg naar de Plaza de Armas hebben we paracetamol met codeïne gekocht. Die laatste kun je hier bij de meeste apothekers gewoon kopen. Aangekomen bij de Plaza de Armas bleek het een winkelcentrum te zijn, met een bioscoop. En bleek alles nog dicht te zijn ook, ook de WC’s. We zijn daarna maar langs het water naar de Puente de Tiriane gelopen, maar de brug viel een beetje tegen. Aan de andere kant van de brug lag Castillo de San Jorge, daarin was een museum gevestigd. Het ging om een oude gevangenis van de Spaanse inquisitie en was best leuk opgezet. Na het bezoek aan het museum zijn we een overdekte markt in gegaan. Daar hebben we op een terras een biertje gedaan, en een ongelofelijk lekkere tonijnsteak gedeeld. Hij was precies goed bereid, met niks erbij, helemaal goed!. We zijn na de lunch aan de overkant van de rivier naar de Plaza de España gelopen. Onderweg kwamen we langs het Palacio de San Selmo, de huidige residentie van de president van Andalucía. De Plaza de España is overweldigend groot en mooi. Het ligt in een groot park, heeft een mooie fontein en vooral veel mooie mozaïeken op de vloer en op de muren. Het heeft zulke brede grachten dat je er ook gewoon een bootje op kunt huren. Het is dan ook een populaire plek voor de inwoners van Sevilla en voor toeristen. Toch was het er niet overdreven druk, dat had waarschijnlijk ook met de maandag en de warmte te maken. Via de universiteit van Sevilla zijn we terug gelopen naar de binnenstad.

En toen liep het tegen vieren en besloten we te gaan kijken bij het gratis toegankelijke Palacio de las Duñas. Toen we daar aankwamen bleken we echt niet de enigen te zijn: er stond een rij van minstens 100 mensen. Maar we gingen vrolijk in de rij, het had ook wel wat. De zon scheen, we hadden tenslotte tijd genoeg. We hadden wel het idee dat we een van de weinige buitenlandse toeristen waren. Toen we bijna aan de beurt waren bleken ze de deur een uur dicht te doen, het paleis was nou ook weer niet zo groot dat er 500 mensen tegelijk in konden. Maar uiteindelijk konden we wel met de tweede lichting van vijf uur naar binnen. Het was ook wel de moeite waard om te wachten. Mooi ingerichte kamers en mooie patio’s.Na dat bezoek zijn we onze consumptiebon gaan inleveren bij de Parasol, we blijven natuurlijk wel Hollanders.

En toen was het tijd om naar Casa de la Memoria te gaan voor onze flamenco show. We namen eerst een wijntje in het restaurant, maar toen we dat op hadden bleken we in de rij te moeten gaan staan, de mensen die er het eerst waren hadden natuurlijk de beste plekjes. En wij waren het tweede stel dat in de rij stond, dus prima. Voor de zekerheid reserveerden we een tafeltje om na de show te kunnen eten. Binnen gekomen in het zaaltje zochten we een mooi plekje uit en hebben we rustig zitten wachten tot de show begon. Eerst met zang, maar natuurlijk ook met dans. Helaas mocht er niet gefotografeerd en gefilmd worden. Maar uiteindelijk heeft dat ook wel wat: je concentreert je dan op de voorstelling en niet op de camera. Toen we aan einde van de show wel foto’s en film mochten maken werd er helaas niet meer gedanst, alleen maar gezongen en meegeklapt. Na de show hebben we in het restaurant gegeten en een flesje rosé leeggemaakt. Tijdens het eten zat er ook een flamenco gitarist, en dat was ook erg leuk. Toen we met de bus “thuis” aankwamen wat Las Niñas alweer dicht, jammer. Dan maar een afzakkertje thuis, lekker met een stukje worst. En dan is een appartementje wel lekker, daar is toch wat meer ruimte als in een hotelkamer waar je op het bed een biertje of wijntje moet opdrinken.

Dinsdag 31 mei Sevilla 34 graden

Omdat het deze dag wat later was, was het ook drukker in de bus en op de weg. Het duurde dus even langer maar het blijft vakantie. Als eerste zijn we naar het stadhuis gegaan, dat zou erg mooi zijn maar helaas konden we daar niet in omdat de ingang voor de mensen die daar niet werken nog was afgesloten. Daar waren ze de overkapping van Corpus Christi nog aan het weghalen. En door de personeelsuitgang zou wel niet mogen, we hebben het in ieder geval niet geprobeerd. Naast het stadhuis was wel een kleine tentoonstelling van een lokale schilder die (bijna) alleen maar vrouwenportretten heeft geschilderd. Daarbij viel op dat de vrouwen allemaal wel mannelijke trekken hadden, maar misschien ligt dat aan de manier waarop de schilder de vrouwen heeft gezien, of heeft hij ze er op uitgezocht. We zijn daarna als eerste naar de kerk van El Sagrario gegaan. Daar konden we u wel in, de eerste keer dat we er langs kwamen was er een mis bezig en dan kun je natuurlijk geen foto’s gaan maken. Omdat het een bijkerk van de grote kathedraal is vonden we het toch wel de moeite waard om er voor terug te gaan, vooral ook omdat we er toch steeds langs komen. Voor de kerk was een demonstratie bezig die een hoop herrie maakte. Het leek een beetje op dat ze vroegen om meer ziekenhuizen, kennelijk waren er specialisten (dokters) genoeg, maar niet voldoende plekken waar ze mensen konden helpen. De kerk heeft een prachtig altaar en gigantische beelden op de bovengalerij, dus zeker de moeite waard om even binnen te lopen. Na dat bezoek zijn we naar Hospital de la Caridad gegaan, ook voor een tweede keer. Ook daar konden we de eerste keer niet in, omdat hijgesloten was. De kerk die er bij hoort is ook weer prachtig, voor de rest is er een mooie patio, maar verder niet veel. Ze waren ook volop aan het restaureren en een expositie over stukken die in een processie werden meegedragen was net de vorige dag afgelopen. Misschien hadden we dus gewoon pech.

Daarna zijn we door kleine straatjes naar het Museo del Belles Artes gegaan. Dat was een aangename verrassing: mooie collectie en dat terwijl het gratis is. Veel religieuze schilderijen, het blijft een zeer katholiek land. De meest belangrijke schilders zijn er ruim vertegenwoordigd, er hangen ook een paar stukken van Velázquez. Maar ook stukken van Nederlanders en Vlamingen. En toen was het tijd voor eten en drinken, het was intussen kwart voor twee, de tijd gaat hier wel heel erg snel. We hebben een schotel en een paar biertjes gedaan op een terras in een achteraf straatje. De jongedame van de bediening deed een suggestie, en die hebben we gevolgd. Dat was prima, niet veel maar wel lekker. En met brood erbij maakt het toch wel een redelijk volledige maaltijd. Omdat we nog een vrijkaartje hadden voor de San Salvador kerk hadden zijn we daar naar toe gelopen. Het vrijkaartje hadden we gehad bij de tickets voor de grote kathedraal, en als echte Hollanders willen we daar natuurlijk gebruik van maken. Bovendien stond hij in de Lonely Planet beschreven als een van de mooiste Barok kerken, dus we moesten wel gaan kijken. En de LP heeft gelijk: hij is prachtig, heel veel snijwerk in de verschillende altaren. Er stond ook een “processie” draagbaar die fantastisch was bewerkt, en waarschijnlijk helemaal van zilver was (of in ieder geval er zo uit zag). Behalve de kerk zelf was er ook een klein museum met zilveren voorwerpen. En net toen we weg wilden gaan werd er nog een gordijn open gedaan waar ook weer een prachtig, zilver altaar achter verborgen was, klein cadeautje dus. En toen was het klaar met de kerken voor die dag, en gingen we naar het Museo del Baile Flamenco. Dat is een duur museum, dus daar verwachtte ik wel wat van. Dat viel mij een beetje tegen. Het was wel leuk met veel interactieve dingen, maar het mooiste was toch wel de repetitie van flamenco dansen (of het was een workshop). Daar hebben we voordat we het museum bezochten even van kunnen genieten. En toen we uit het museum zelf kwamen was er een flamenco show bezig. Daar hadden we geen kaartjes voor gekocht, maar we kwamen wel in die ruimte uit de lift. We zijn dus nog even blijven kijken, de eerste deur was namelijk dicht en “we konden er dus niet uit”. Totdat er twee andere toeristen kwamen die op een gegeven moment de tweede deur door gingen. Jammer, maar toen konden wij eigenlijk ook niet meer met goed fatsoen volhouden dat we er niet uit konden. Maar we hadden intussen wel een paar mooie filmpjes en foto’s gemaakt, dus prima. En toen was het op, we hebben de bus naar huis genomen en nog een paar boodschappen gedaan en zijn bij Las Niñas op het terras geploft. En na een biertje wilde ik wel wat snacken. Helaas maakte ik de verkeerde keuze, het bleken kippenlevertjes te zijn. Gelukkig lust Piet die wel, voor mezelf bestelde ik nog maar even iets anders: vlees in tomatensaus, beter dus. We hebben het bij twee biertjes gelaten en zijn naar huis gegaan.

Woensdag 1 juni Sevilla 35 graden

Voor negen uur zaten we in de auto om naar Santiponce te gaan om daar een paar dingen te bezichtigen. Het was gezellig druk op de weg, je kunt merken dat het een werkdag is, en dat de spits hier in Spanje wat later is dan in Nederland. Maar gelukkig was het niet zo ver, rond de veertien kilometer dus dat was nog te overzien. En we hebben ook gelukkig een auto met climate control: een bord langs de weg gaf 25 graden aan om 8:59 uur.

We begonnen ons bezoek in Itálica, een Romeinse stad uit de tweede eeuw voor Christus. De gebouwen staan er natuurlijk niet meer, maar de funderingen nog wel, dus je krijgt een aardig beeld van hoe de huizen eruit zagen. Maar het mooiste waren toch wel de mozaïeken, daar staat deze site om bekend. Op een van de plekken was een groep mensen ook bezig om nog meer vloeren bloot te leggen (of te zoeken, dat konden we niet zien). Toen wij op de site rond liepen leek het wel of we er alleen waren, maar gelukkig kwamen er wat meer groepen, voornamelijk scholieren en studenten. Er was een Amerikaanse groep op studiereis, maar die hadden bijna geen van allen interesse in wat de gids te vertellen had. Dat heb je zo op die leeftijd. Aan de andere kant waren er ook kleuterschool klassen die uitleg kregen van mensen in Romeinse kleren, die het ook heel leuk brachten voor de kids. Nadat we rond het amfitheater hadden gelopen voor het mooiste overzicht zijn we naar beneden gegaan. Ook daar zagen we weer groepen, en ook “gewone” toeristen. Het amfitheater is immens groot, er schijnen 25.000 mensen in te kunnen. De kinderen van de kleuterschool waren daar onder leiding van een echte gladiator aan het vechten met plastic zwaarden en schilden. Als ze het te warm kregen riepen ze om water, kwam er een van de begeleiders met een plantenspuit het gezicht natspuiten, het was ook wel heel erg warm. Na een uitgebreide ronde door het amfitheater zijn we naar de volgende bestemming gegaan: het voormalige klooster van San Isodoro del Campo. Dat is een klooster met heel erg mooie muurschilderingen. Dus ook de moeite waard. Fijn is het dat allebei de sites gratis zijn voor EU burgers, komt er toch nog wat zinnigs van die club. Maar na het bezoek aan het klooster was het tijd voor een hapje en een drankje. Het eerste terrasje was een koffietent, dus daar zijn we maar weg gegaan. De tweede was gewoon een Bodeguita, en daar zaten we al snel op het terras met een caña. Ik bestelde wat tapas, deze keer de meer bekende om zo’n vergissing als gisteren niet meer te maken. Piet nam nog een colaatje en ik nog een caña, ik hoefde toch niet te rijden. Na de lunch zijn we op pad gegaan naar het grote Romeinse amfitheater, maar dat was helaas gesloten. We zijn er wel omheen gelopen om er toch nog wat foto’s van te kunnen maken. Toen we terug bij de auto waren en niet heel snel ook nog de Romeinse Thermae konden vinden zijn we naar huis gereden. Het was ook veel te heet om nog dingen te doen. Thuis hebben we eerst maar wat kouds gedronken en hebben we wat dagelijkse dingen gedaan zoals het reisverslag zover mogelijk en de foto’s van die ochtend overgezet. Daarna zijn we gaan eten bij Las Coloniales, een tip vanuit de Lonely Planet. We waren net op tijd om op het terras een tafeltje te hebben. Net na ons kwamen ook mensen en die moesten hun naam opgeven omdat er een wachtlijst was. Dat gebeurt vaker is Andalucía, je voornaam wordt dan gewoon op een krijtbord geschreven en als er een tafel vrij komt en je bent aan de beurt kun je gaan zitten. We bestelden een kan sangría, de eerste van deze vakantie. En natuurlijk wat tapas, het gaat tenslotte ook wel eens om het eten. Maar de sangría was ook prima, we namen er uiteindelijk twee. Het was dus weer een prima tip uit ons vakantielijfboek. Na het eten zijn we nog avondfoto’s gaan maken van de kathedraal en de Parasol, en namen we de bus van 23:00 uur terug naar huis. Daar hebben we de koffers deels ingepakt voor het vertrek van de volgende ochtend.

Donderdag 2 juni naar Jerez de la Frontera 93 kilometer

We zijn op tijd opgestaan en nadat we een beetje vaart hadden gehaald met ontbijt en uitchecken zaten we om negen uur in de auto om naar onze volgende bestemming te gaan: Jerez de la Frontera. Speciaal uitgezocht voor de sherry, we moesten het toch een keer goed proeven om te bepalen of we het echt niet lekker vonden. De reis verliep voorspoedig, we hadden een klein stukje tolweg en verder gewoon goede wegen. Omdat we veel te vroeg waren hebben we eerst de auto in een parkeergarage in het centrum gezet en zijn we een stukje gaan lopen. Op een gezellig pleintje hebben we koffie gedronken, helaas zonder gebak. Dat hadden ze niet, misschien maar beter ook. Ze hebben hier wel een mooi systeem tegen de warmte: in de parasols hangt een systeem van dunne slangetjes dat om de paar minuten een fijne nevel van water verspreidt om te koelen. We hadden al in Córdoba gezien dat er een monteur bezig was met het aanleggen van een dergelijk systeem, maar wisten toen nog niet wat het was.

Na de koffie zijn we kaartjes gaan kopen voor een rondleiding bij Tio Pepe, een van de meest bekende sherry bodega’s. We namen de meest uitgebreide versie van de proeverij, met vier glaasjes sherry en tapas. Daarna zijn we naar het hotel gaan rijden. Het was even zoeken, maar we vonden het nadat ik even de hoek om was gelopen op de plaats waar het hotel zou moeten staan volgens de navigatie. We konden de parkeerplaats oprijden nadat ik was uitgestapt en naar de receptie was gelopen. In de kamer zagen we waarom dit een vier sterren hotel is, mooi met alles erop en eraan en met een groot balkon en uitzicht op de tuin. We hebben ons even opgefrist en wat spullen uit de koffers gehaald (niet helemaal uitgepakt) voordat we de stad in liepen. Het was een wandeling van 20-25 minuten, dus best om te doen. We zijn naar Centro Andaluz de Flamenco gelopen, een heel klein museum. Het is eigenlijk meer een bibliotheek waar je alles van de geschiedenis van de flamenco kunt opzoeken. Daar kregen we ook een lijst met peña’s waar mogelijk optredens zouden worden verzorgd. We hebben geluncht bij El Gallo Azul, lekker jamón iberico, mosselen en ansjovis met biertje en wijntje. Na de lunch zijn we zomaar een beetje gaan rondlopen, maar verder nergens binnen geweest. We hebben een mooie kaart voor Marijn gekocht, hij krijgt natuurlijk een eigen kaartje. De postzegel had ik nog niet, het winkeltje verkocht die niet. Dat blijft wel een beetje raar in Spanje: alle winkeltjes verkopen ansichtkaarten, maar voor de postzegels moet je naar een sigarenwinkel. Toen werd het zo zachtjes aan tijd voor de rondleiding bij Tio Pepe waar we die ochtend kaartjes voor hadden gekocht. We waren wat te vroeg, maar er was een ruime ontvangsthal/wachtruimte. Dit zou wel eens een grote groep kunnen worden. Maar gelukkig werd de groep in een aantal kleinere gesplitst, hoewel we nog steeds met rond de dertig mensen waren. We begonnen met een toeristisch treinritje langs een klein aangelegde wijngaard. Daar werd verder niets mee gedaan, maar was om de toerist een beeld te geven hoe wijnranken er uitzien. Een beetje giechelig werden we daar wel van, maar zo’n treintje hoort er kennelijk bij. Ze willen waarschijnlijk liever niet dat we over het terrein zwierven. We kregen natuurlijk uitleg over het productieproces, en werden halverwege de tour in een soort bioscoop zaaltje gezet om een film te kijken. Die duurde wel lang, en het laatste stuk van zeker tien minuten was meer een grote STER reclame voor al hun producten. Daar zaten we dan niet echt op te wachten, maar toe maar. Nadat we nog door wat bijzondere hallen waren gelopen (er lagen vaten voor bekende mensen, zoals bijvoorbeeld de Spaanse koninklijke familie en Winston Churchill) gingen we naar de proeverij. We zaten een één tafel met een Nederlands stel dat al een week of acht aan het rondreizen was door Zuid Europa en ook nog wel even onderweg zouden blijven. Lijkt ons ook wel wat als we later allebei met pensioen zijn. Maar tijdens de sherry proeverij kwamen we er wel achter dat sherry toch echt niet onze drank is. De meest zoete zou dan nog wel smaken als dessertwijn, maar dan houdt het toch echt op.

Na de proeverij zijn we op zoek gegaan naar de tabanco El Pasaje waar die avond de flamenco zang zou zijn, maar die was helaas nog dicht. Toen zijn we gaan lopen om een aantal peña’s te zoeken, in de hoop dat daar wat was. Maar helaas waren die ook allemaal dicht, dus liepen we terug naar de tabanco. Die was intussen open en we mochten op de tweede rij aan een tafeltje zitten. We bestelden natuurlijk wat drinken en tapas, dat was voorwaarde om aan een tafeltje te mogen zitten. De zang was er nog niet, maar kwam al redelijk snel. Het was een gitarist en een jonge zanger. Die laatste wist nog niet hoe de microfoon vastgezet moest worden, maar de gitarist trad op als een soort mentor en legde het geduldig uit. De knul wist dan wel niets van microfoons, maar zingen met de juiste gelaatsuitdrukkingen kon hij wel. Het was prachtig om te zien en te horen. We hebben een heerlijke avond gehad, zeker ook omdat de tabanco ook volliep toen de zang eenmaal bezig was. Waarschijnlijk waren er ook familieleden van de zanger, want de olé’s en het applaus waren niet van de lucht. We kregen nog een biertje van de barman, en toen ging het licht van de bar uit en moesten wij nog teruglopen naar het hotel. Onderweg naar huis nog biertje gekocht voor op balkon van het hotel, jammer om meteen naar bed te gaan met deze temperaturen en na zo’n geweldige avond.

Vrijdag 3 juni Jerez de la Frontera 24 graden

Niet te vroeg opgestaan, we gingen gisteren pas om half twee slapen na een fantastische avond in de tabanco. Om kwart voor negen liep de wekker af, ik was net even iets eerder wakker. Na het douchen en de kamer een beetje opruimen zijn we gaan ontbijten. Het is een vier sterren ontbijt, compleet met zalm en cava. Weer eens wat anders dan zelf eitje koken, ook dat is niet erg, maar een beetje afwisseling is wel fijn. Na het ontbijt zijn we het centrum in gelopen, het is een klein half uurtje, maar we vinden dat niet erg. Als eerste stop kochten we een postzegel voor de kaart van Marijn en deden we meteen alle kaarten op de bus. In het centrum zijn we een stukje gaan lopen, we wilden de Alcázar en de kathedraal gaan bezoeken, maar namen een omweg via de stierenvechters arena. Daarna zijn we eerst naar het informatiekantoor gelopen, ik wilde zeker weten dat we niet iets speciaals als een optreden in een peña zouden missen. De vrouw in het informatiekantoor was zeer behulpzaam, en gaf wat waardevolle tips. Drie ervan zouden we die dag nog gaan opvolgen. Maar ze vertelde ook dat een peña alleen maar zang was, dus dat was vanaf dat moment ook geen moet meer, dat hadden we namelijk gisteren in de tabanco El Pasaje al gezien. Een van de tips was een bezoek met rondleiding aan het paleis Al Virrey Laserna.

Dat was om de hoek, dus dat hebben we meteen gedaan. We kregen een rondleiding in het Engels van de markies zelf. De groep bestond uit ons tweeën, dus het was wel even wennen. Maar toen dat eenmaal gebeurd was vonden we het niet zo erg. Hij vertelde veel over alle mooie spullen die daar hingen, lagen en stonden en over zijn voorouders. Die hadden allemaal hoge politieke functies gehad, maar zijn vader was daar mee gestopt. En hij zelf had kennelijk ook geen politieke ambities, maar hield zich bezig met wonen en rondleiden in het paleis. Er stonden vele mooie dingen, maar helaas mochten we niet fotograferen of filmen. Toch leuk om een keer iets anders te zien. Het leek wel een beetje op het kasteeltje van Mariana in Frankrijk, ook wonen in een museum. Na dat bezoek was er niet genoeg tijd om naar de Alcázar of de kathedraal te gaan voor de lunch. Dus hebben we maar een kopje koffie genomen op hetzelfde terras als gisteren. Tijdens de koffie bedachten we toch maar die avond naar de flamenco show in Taberna Flamenco te gaan, één van de andere tips van het informatiekantoor. We zijn dus na de koffie even terug gegaan en hebben laten reserveren. En toen was het tijd voor de lunchtip: tabanco Cruz Vieja. Daar zou om half drie een flamenco (zang) show zijn, en konden we ook wat eten. Toen we daar binnen kwamen was het niet zo heel druk, eigenlijk waren we samen met een Duits stel de enigen, behalve wat “losse” Spanjaarden die een biertje kwamen doen. We namen natuurlijk wat te eten en te drinken, dat werd ook wel verwacht als je naar de show kwam kijken. Regel was dat je per persoon voor minstens € 6.00 zou consumeren, en dan werd er 10% op de rekening gezet. Geen probleem, meestal zijn we wel wat meer kwijt. We begonnen met een biertje, maar gingen daarna over op wijn en tinto verano voor mij. Natuurlijk namen we er wat tapas bij, een mens moet toch eten. De show begon drie kwartier later dan gepland, maar och we zaten goed. Intussen kwam er wat meer publiek, maar het liep nog steeds niet vol, dus de gitarist en zangeres begonnen toch maar. En het was leuk: na de eerste pauze deden een paar mensen uit het publiek ook mee. Eerst twee jonge vrouwen die meeklapten, later kwam er ook nog een vrouw en klein meisje bij. Op een gegeven moment ging de vrouw er ook bij dansen, en dat deden ook de jongedames. Maar wat vooral leuk was, was dat een meisje (van een jaar of zeven) ook flamenco danste. Alsof ze nooit anders deed, en ook met de air van een echte flamenco danseres. En toen ze klaar was stak ze gewoon haar duim weer in haar mond. Omdat de tabanco intussen wel wat voller was gelopen was het applaus natuurlijk ook voor haar. We hebben niet heel de show afgekeken, maar zijn in de tweede pauze verder gegaan. We zouden de Alcázar gaan bezoeken, maar die was dicht in voorbereiding op de wijnfeesten ? Rare reden om dicht te zijn voor een fort, jammer, maar we hadden er geen hartzeer van. We zouden vast nog wel een alcázar tegen komen. Om toch iets van cultuur te hebben gesnoven zijn we dan toch maar de San Salvador kathedraal gaan bezoeken, hoewel we hadden afgesproken dat hier niet te doen.

De kathedraal is pas sinds 1980 als kathedraal van het Asidonia-Jerez bisdom benoemd door paus Johannes-Paulus II. Bij binnenkomst vroeg de jongeman achter de kassa of Piet een pensionado was, maar dat hebben we maar ontkend en een gewoon kaartje gekocht. De kerk was nagenoeg leeg. Er liepen wel zes of acht toeristen, onszelf meegerekend. Ook deze kathedraal was natuurlijk weer mooi, maar na drie kwartier waren we er wel klaar mee. We zijn op ons gemak terug naar het hotel gelopen, en hebben op ons eigen balkon nog een biertje gedronken uit de bar. Daar maakte ik nog een vergissing met het kamernummer, maar gelukkig schreef de ober het kamernummer op en kon ik het verbeteren. Anders hadden de gasten van de verkeerde kamer de rekening gehad, en dat was zeker niet mijn bedoeling. Na het biertje ben ik aan het reisverslag gaan schrijven, ik liep al drie dagen achter en kon het niet veroorloven ook deze dag niets te schrijven. Na het bad en het verder lummelen in het hotel zijn we weer naar de stad gelopen. We hadden tenslotte een flamenco show laten reserveren in Taberna Flamenco. In eerste instantie liepen we naar het verkeerde adres, maar gelukkig was die waar we moesten zijn wel dichtbij (de hoek om). We waren veel te vroeg (de eersten), maar konden al wel gaan zitten en een wijntje krijgen. Ik bestelde meteen ook maar een bord jámon, we hadden tenslotte nog niet gegeten. Helaas had hij niets anders, maar voorlopig was het wel genoeg. Gaandeweg de tijd dat wij zaten te wachten kwamen er nog wel meer toeristen binnen, maar heel druk was het niet. De show begon een half uur later als gepland, maar ging wel aan een stuk door. En het was fantastisch, heel anders dan in Sevilla, veel rauwer. Er waren twee zangeressen, waarvan een ook danste. Daarnaast een gitarist en een zanger, maar de show was wel helemaal van een mannelijke danser. Die zette een geweldige dans neer, eerst een kleintje, maar aan het einde een van zeker een kwartier. Waarbij hij echt alles gaf, halverwege was hij al helemaal bezweet, maar hij ging maar door. Op een gegeven moment was het ook in interactie met de zanger die opstond om zijn “verhaal” in zang beter tegen de danser aan te geven. Maar ook de zang en dans van de dames, en het gitaarspel was goed. Als laatste werd de dochter van een van de zangeressen ook nog op het podium gehaald, die voerde ook nog een kleine zang en dans act op. Jong geleerd, zullen we maar zeggen. Jammer dat je er niets van kunt verstaan, als je de tekst kunt verstaan is het waarschijnlijk nog mooier en kun je ook meedoen in bv. klappen en op het juiste moment wat roepen of applaudisseren. Hoe dan ook was het een fantastische avond. Toen we afrekenden kregen we van de kastelein nog een wijntje aangeboden, we zijn altijd wel ergens vriendjes van de kastelein. Maar toen was het ook echt over en liepen we naar huis, morgen vroeg op voor een reisdag en de stop in Benaojan.

Zaterdag 4 juni naar Ronda 22 graden 137 kilometer gereden

We zijn op tijd opgestaan voor onze volgende trip naar Ronda. Voor het ontbijt hadden we de koffers al in de auto gezet, en toen waren we nog te vroeg voor het ontbijt. Het was al druk met mensen die ook op tijd weg wilden. Een groot deel van de mensen was van een groep Duitsers. Helaas deze dag geen gerookte zalm en cava, het zal wel met de dag te maken hebben. Voordat we echt zijn gaan rijden hebben we eerst nog wat geld uit de muur gehaald, we hadden niet zo veel cash meer en dat voelt wat ongemakkelijk. Toen we gingen rijden kwamen we al heel snel tot de ontdekking dat we geen routekaart bij de hand hadden. En dan is het lastig om te gaan rijden, zelfs met navigatie vinden we dat niet fijn. We hebben nog even gekeken of de kaart in de auto lag, maar konden hem niet vinden. We hebben daarom de Navigon op de telefoon ook maar opgestart, en toen die dezelfde weg aangaf werden we wat geruster. Even later hebben we getankt, deze keer voor € 1,199 per liter, goedkoper hadden we het nog niet gehad. Om de gemoedsrust nog wat beter te krijgen kocht ik bij het tankstation ook maar meteen een nieuwe kaart van Andalucia.

Van tevoren hadden we bedacht dat we de grotten van Benaoján zouden bezoeken, weer een tip uit de Lonely Planet, hij heeft zijn geld wel weer opgeleverd.
oen we aankwamen bij de grotten moesten we nog een aardig klimmetje doen, Piet ging vast vooruit. We dachten namelijk dat er mogelijk een rondleiding op het hele uur zou zijn, en die wilden we dan niet missen. Boven aangekomen bleek dat niet het geval te zijn, we moesten zelfs bijna een uur wachten voordat er voldoende mensen waren voor een rondleiding. Onze gids was een oude man, die helaas heel erg weinig Engels sprak, maar de grotten spraken voor zich. Jammer genoeg mochten we geen foto’s maken, maar dat was eigenlijk ook wel begrijpelijk. Aan het begin van de tocht kreeg een Spaanse jongen die zijn telefoon uit zijn zak had gehaald op niet mis te verstane manier te horen dat hij die meteen weer terug in zijn zak moest doen, en dat hij anders kon vertrekken. De tocht in de grotten was prachtig, mooie rotsformaties en bijzondere rotstekeningen. Toen we klaar waren met de rondleiding hebben we wat ansichtkaarten en een plattegrond gekocht om toch wat te hebben. Na de rondleiding zijn we in Benaoján zelf een biertje en een tosti gaan doen op een klein terrasje langs de “dorpsstraat”. Helemaal prima. En daarna doorgereden naar Ronda, onze bestemming voor de eerstvolgende twee nachten. Toen we binnen reden schrokken we wel een beetje: heel veel toeristen, het leek wel Valkenburg op een topdag. En dus ook weer kleine straatjes, veel eenrichtingsverkeer en dus ellende met vinden van het appartement. Op enig moment ben ik maar gaan lopen met mijn telefoon in de hand. Daarop stond de naam en het adres van het appartement. Na een aantal keer vragen kwam ik er dan toch. Het was wel weer een beetje kronkelen door de smalle straatjes, en de toegangsstraat tot het appartement was zo smal dat hij een keer achteruit moest om er recht in te kunnen. We konden even de auto parkeren bij het appartement om de spullen uit te laden, maar moesten daarna de auto weer wegbrengen. We hebben hem in de parkeergarage gezet die de receptioniste aangaf, daar zouden we ook korting krijgen, dus dat was mooi meegenomen. Hij stond daar veilig, beter dan in die smalle straatjes parkeren. Na de auto veilig gestald te hebben zijn we weer teruggelopen naar ons appartement om de koffers een beetje uit te pakken. Daarna zijn we een gaan lopen.

We hebben natuurlijk over de brug gelopen om dat te zien waar Ronda zo beroemd om is: de kloof op welke kanten de stad is gebouwd. We gingen ook op zoek naar de Arabische baden, die heel erg mooi zouden zijn. Natuurlijk ging dat weer niet volgens de normale gang van zaken. Vanaf de kant waar wij vandaan kwamen waren ze een bord vergeten weg te halen en dus liepen wij op een verwaarloosd wandelpad op de heuvel er naar toe. Was wel weer leuk, van de gebaande paden af. Helaas waren de baden dicht, morgen nog maar een keer proberen. Onderweg richting het centrum kwamen we over de Arabisch brug, langs de kapel van Virgin de Dolores, de minaret van San Sebastian en nog wat mooie gebouwen. Op het pleintje bij de parkeergarage hebben we een fris gedronken bij een cervecería. Een beetje tegen ons gemoed, maar we kunnen niet heel de dag aan de drank, bovendien hadden we allebei dorst en dan is een glas fris met ijs ook wel lekker. Omdat we er toch waren hebben we een vest en trui uit de auto gehaald, voor hetzelfde geld koelt het zo af dat je het echt nodig hebt. Via de winkelstraat zijn we gaan lopen naar de uitkijkpunten, maar die waren helaas dicht. Dan maar teruggelopen naar het appartement. We hadden weer een leuke tip uit de Lonely Planet voor het eten, en zijn dus een tafel gaan reserveren bij Casa María voor de volgende dag. En toen op zoek naar een gelegenheid om die avond te eten. We kwamen terecht bij Entre Viños, een wijnbar waar je ook tapas kon bestellen. Dat was helemaal goed, we hadden net een mooi plekje binnen, aan de rand van de openstaande pui. Er waren veel jonge gasten, en weinig buitenlandse toeristen. Prima plekje. Na het diner hebben we nog wat rondgelopen en een paar nachtfoto’s gemaakt. We hebben ook nog met een Nederlands stel staan praten.

Zondag 5 juni Ronda 27 graden

Lekker lang geslapen, de wekker liep om half negen af. We hebben een beetje opgeruimd en zijn na de douche gaan ontbijten. Onderweg naar het ontbijt hebben we nog wat foto’s en film gemaakt van de brug en standbeelden van stierenvechters. Het ontbijt werd geserveerd in het hotel waarvan ons appartement ook is, hotel Hermanos Macias. Het ontbijtje was prima, natuurlijk niet zo luxe als de afgelopen dagen, maar wel heel Spaans: tostada met olie en tomaat, paté van chorizo en lever en verder alleen koffie en thee. Niks mis mee! Na het ontbijt zijn we gaan lopen, we zijn eerst naar het informatiekantoor gelopen, wie weet hadden ze wel weer van die leuke tips zoals in Jerez. Dat viel een beetje tegen, maar ik kreeg wel een kaart met de route van de wandeling tussen de uitzichtpunten op de brug.

We zijn als eerste culturele ding van de dag naar de stierenvechters arena geweest, deze konden we niet overslaan, het is de oudste van Spanje en de ring zelf is de grootste van de wereld met zijn 60 meter doorsnede. Daarmee is hij meteen ook de gevaarlijkste, en toch is de laatste matador in de 20-er jaren daar gestorven. Ik had een audioguide genomen, maar dat is dan ook meteen de laatste keer, ik heb daar gewoon geen geduld voor, bovendien moest je hier zelf maar raden wel nummer je moest hebben. Op sommige plekken stonden er namelijk meerdere, en dan is het lastig welke je moet hebben als je voor een vitrine staat. Maar verder was het wel leuk in de arena, in het begin waren er nog niet al teveel mensen, maar gaandeweg kwamen er steeds meer: Ronda liep weer vol met dagjesmensen. Na het bezoek aan de arena zijn we eerst koffie gaan drinken, het was wel weer mooi met lopen en cultuur, echt is wel vakantie. We namen koffie met taart, dat was alweer een paar dagen geleden, en we zouden het er vandaag toch wel uitlopen. Als tweede nam ik geen koffie, maar een Fanta Limon. Een biertje durfde ik niet, we zouden helemaal naar beneden onder de brug gaan lopen. En naar beneden is dan niet zo erg, maar dan moet je tenslotte ook weer omhoog, en dat in deze hitte….. De ober had het etiket gescheurd, precies op de plek van de uiterste verkoopdatum, het zal wel over de datum zijn geweest. Ik heb er niets van gezegd, ik heb thuis ook wel eens iets over de datum gebruikt, en ben daar nog nooit ziek van geworden. Na de koffie zijn we naar de Arabische baden gelopen, die wilde ik graag zien en we wisten dat die om drie uur dicht zouden zijn. We zijn deze keer niet via het achterpad gegaan zoals gisteren, maar gewoon via de normale weg. Die weg voerde langs een aantal uitzichtpunten op terrassen, en is wel wat saaier dan via het bergpad, maar ook wel comfortabeler. De Arabische baden zijn eigenlijk een hammam uit de 14e eeuw. Het is erg leuk om te zien, het is ook een van de best bewaarde Arabische baden in Andalusië. Het is de € 3,00 pp meer dan waard. En na het tweede cultuurdingetje zijn we op pad gegaan voor onze wandeling naar onder de brug. In het begin van de wandeling kwamen we nog redelijk veel andere toeristen tegen, maar dat werd gaandeweg minder. De uitzichten op de brug en over de bergen zijn fantastisch, en het pad was goed. Maar op een of andere manier hadden we niet het idee dat we onder de brug zouden komen via deze weg. We kwamen wel aan bij de oever, maar dat was bij een herberg. Daar hebben we wat gedronken (weer frisdrank, we moesten tenslotte nog steeds naar boven). De jongedame in de herberg zei dat we weer terug moesten en dan via een pad en een trap steeds naar links. En omdat Piet al die kant op was geweest, maar daar op het pad niet verder was gegaan wist hij waar we naar toe moesten. We namen de korte, maar steile weg terug naar boven. Met voldoende rusten onderweg lukte me dat ook wel, ik moet gewoon naar mijn hartslag luisteren.Toen we eenmaal boven waren op de plek van de afslag zagen we inderdaad daar een pad lopen en konden we verder naar beneden. De uitzichten vanaf dat pad op de brug en de waterval waren prachtig. En zo kwamen we toch nog onder aan de brug, maar soms wel over paden en richels waar ik voorzichtig was. Dat wordt nog wat op Caminito del Rey vanuit Málaga. Ik ga er vanuit dat daar de paden beter zijn afgezet. Op een gegeven moment waren we bijna beneden en zag ik waarom de Caminito del Rey zo gevaarlijk was geweest. Het was daar natuurlijk veel erger, maar ook hier was een stuk beton van het pad afgebroken. En wat zegt me dat een ander stuk niet afbreekt op het moment dat ik er overheen loop? Maar dat was gelukkig niet het geval, en we kwamen heelhuids beneden aan. Er waren wel veel minder toeristen dan op het pad boven. Natuurlijk maakten we een selfie als foto van de dag. Toen we weer boven kwamen was het op, op naar een terras. Het werd een terras bij onze eigen kathedraal. Genieten van het weer en de biertjes en tapas, we gaan de Spaanse levensstijl steeds meer waarderen. Om een uur of vier een drankje en een hapje, en laat op de avond gaan eten. Op het plein zaten ook twee gitaristen die we dan ook met een fooi hebben bedankt voor hun achtergrond muziek. Toen zijn we terug naar ons appartement gegaan en heb ik een wasje aangezet. Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat we kunnen wassen, dus het is handig om van de gelegenheid gebruik te maken. Piet heeft de foto’s en film weer veiliggesteld, en ik ben even het zwembad en de zon in gegaan, we moeten tenslotte de taken verdelen. En Piet geeft niks meer om de zon, die is na zijn “werk” even op bed gaan liggen. Na dat rustig begin ben ik weer aan het reisverslag verder gegaan, het moet wel gebeuren, gisteren waren het ook alleen maar steekwoorden. Tegen negen uur zijn we naar Casa María gegaan waar ik een tafel had gereserveerd. De ober herkende me nog en leidde ons naar de enige nog vrije tafel. Het waren hoge tafels met gemakkelijke krukken en voetsteuntjes. We kozen voor het beroemde “doe maar van alles wat” menu en een flesje rosado. De eerste gerechten kwamen niet al te lang erna, en waren heerlijk: een soort loempia gevild met geitenkaas (goed dat ze in de keuken niet hadden doorgekregen dat ik geen kaas lust) en gegrilde groene asperges. Er werd ook nog een vol bord brood met tomaat bij gezet. Het tweede gerecht was een moot rode tonijn, perfect gebakken maar wel groot. Piet nam één derde en ik kreeg de rest, geen straf. Als vierde gerecht kwam een grote biefstuk, ook perfect maar veel te groot. Daar hebben we een paar stukjes van laten staan. En toen kwam er ook nog een toetje, gebak en ijs. Piet was er helemaal klaar mee, het was veel te veel, en ik heb zelfs een stuk gebak laten staan. Ik vond hem ook niet zo lekker, er zat een klein zuurtje in. We hebben rustig aan onze wijn leeg gemaakt. Toen we koffie vroegen bleek de automaat kapot, toen hebben we toch maar een borrel genomen. De fles werd op tafel gezet en we mochten zelf inschenken. We zijn op ons gemak naar huis terug gelopen en daar heeft Piet nog een biertje gedronken voordat we naar bed gingen. De koffers zouden we de volgende morgen wel inpakken, we worden er handig in en hadden tijd genoeg.

Maandag 6 juni naar Málaga 27 graden 128 kilometer gereden

Nadat we de koffers hadden gepakt en gedoucht hadden zijn we gaan ontbijten. Het was erg druk in de straat waar wij doorheen zouden rijden na het ontbijt, maar het zou wel rustiger worden. En anders zou de politieagent nog wel steeds het verkeer staan te regelen. Na het ontbijt heb ik uitgecheckt en dus de kamer betaald. Toen ik afgerekend had kregen we nog een koffie van de receptionist aangeboden, leuk. Na de koffie zijn we de auto uit de garage gaan halen, uitrijden kostte nog enige kracht omdat de man achter de balie wel het kaartje aanpakte, maar uiteindelijk zijn collega erbij moest halen om de slagboom omhoog te doen. Toch gelukt, en weer door de smalle straatjes naar het pleintje voor het appartement. Gelukkig wist Piet de weg intussen uit zijn hoofd, dus we waren er zo. We hebben alle spullen in de auto geladen, zijn nog een keer gaan plassen en toen was het einde Ronda.

Onze navigatiemevrouw werkte weer prima, dus we waren zo weer op de juiste weg. Ik had het centrum van Torremolinos ingegeven, daar zouden we gaan lunchen en een beetje rondlopen. De rit door de bergen was erg mooi, en we zijn ook nog een keer gestopt om een paar foto’s te maken. Maar op enig moment was het weer gewoon tolweg. Wel gemakkelijker rijden, en sneller maar wel minder mooi. Toen we langs Torremolinos reden zagen we dat het wel een heel grote stad is en zijn we door gereden. Hier hadden we niet veel zin in, zie maar een leuk plekje te vinden voor de auto en voor de lunch. Aangekomen in Málaga kwamen we in een grote bouwput op een van de rotondes terecht en hielp de navigatie niet echt. We hebben dezelfde straatjes minstens drie keer gezien. Totdat ik uitstapte en het aan een barvrouw vroeg. Die wist niet waar de straat, maar wel waar het hotel was. Ze kon me niet helemaal vertellen, maar wel dat het aan de andere kant van een grote straat was. Dus maar weer over gestoken en ook de Navigon navigatie aangezet. Uiteindelijk kwamen we er, en kon de auto voor de garagedeur staan. Ik checkte intussen in. Nadat we de koffers uitgeladen hadden heeft Piet de auto in de garage gezet. Het was een kleine garage alleen voor gasten van het hotel. Met ruime plekken, dus helemaal goed. Nadat we de koffers hadden uitgepakt zijn we gaan lopen naar het informatiekantoor. Daar vertelde de dame achter de balie me dat we beter met de bus naar Camninito del Rey konden gaan, maar ze kon me niet vertellen hoe laat de bus zou vertrekken omdat de website niet werkte. En toen was het tijd voor wat eten en drinken. We zijn gaan lunchen bij een klein restaurantje waar we hadden gezien dat ze vissoep hadden. Die nam Piet en ik een paella, natuurlijk allebei vergezeld van een paar caña´s. Omdat we toch wilden weten hoe laat we moesten vertrekken zijn we naar het station gelopen. Daar heb ik eerst informatie gevraagd voor vervoer per trein. Maar daarna wilde ik toch wel even naar het busstation gaan omdat de dame van het informatiekantoor duidelijk had gezegd dat de bus beter was voor de noordkant, dus de plaats waar wij de wandeling zouden beginnen. Op het busstation was wel iemand van de informatie die Engels sprak, en die gaf me een tijdsschema voor de bus, en wees me waar ik de tickets kon kopen. Dat gaf meer geruststelling en we besloten morgen op tijd naar het busstation te gaan om kaartjes te kopen om op tijd bij de beginplaats van de wandeling te zijn. Daarna zijn we terug naar het hotel gelopen om de tijd op te nemen. We zagen aan het eind van de straat een supermarkt, en omdat de bar in het hotel alleen op woensdag t/m zaterdag open is namen we daar een paar biertjes mee. Op de kamer hebben we wat informatie zitten kijken, en heb ik het reisverslag van de dag gemaakt. We zijn vroeg gaan eten, Piet was een beetje klaar en ik vond zijn aanbod om snel te gaan eten, lekker in bad en daarna vroeg onder de wol wel aantrekkelijk. We hebben nog even door de omgeving gelopen, maar geen leuk restaurantje gevonden. Dus zijn we weer naar La Antigua gegaan waar we vanmiddag ook hadden gegeten. Vier gerechten en evenveel wijntjes verder was het een uurtje later en vroeg ik de rekening. Daarna zijn we meteen naar huis gegaan, onderweg was er kennelijk nog iets van brand in een ander hotel geweest: de brandweerwagen stond aan de zijkant, en er stond politie en een paar gasten voor de deur. Ik ben nog even in bad gegaan, en lag daarna heel snel te slapen.

Dinsdag 7 juni Málaga 27 graden

De dag van de wandeling op de Caminito del Rey in El Chorro. We zijn op tijd opgestaan om zodat we om half acht konden ontbijten. Het is een prima ontbijt, de broodjes waren zo vers dat de dame van de bediening in ochtendjapon ze kwam brengen. En er was genoeg te kiezen: roerei met spek, gekookte eitjes en allerlei vleeswaren, waaronder zalm. Na het ontbijt zijn we naar de kamer gegaan om onze tanden te poetsen en daarna op pad naar het busstation. Toen we aankwamen op het busstation was het loket nog dicht, maar we hadden toch tijd genoeg. De bus zou pas om half tien vertrekken, dus we hebben na het kopen van de kaartjes nog wel ruim een half uurtje op een bankje gezeten. De bus vertrok een paar minuten later, maar we waren ruim op tijd in Ardales. En toen??? Omdat we geen tijd wilden verliezen met zoeken naar de juiste weg naar het startpunt van de wandeling gingen we het eerste beste winkeltje in om te vragen welke kant we op moesten lopen om bij de ingang van de Caminito te komen.

De dame van het winkeltje bracht ons naar de buurtsuper om d at zij ons niet kon helpen en de vrouw van de buurtsuper belde haar man. Toen hij kwam bleek dat het advies van het informatiekantoor toch niet klopte, want het was nog drie uur lopen vanaf Ardales tot aan het beginpunt van de wandeling. Dan maar een taxi, en intussen dat we daar op stonden te wachten lieten hij en zijn vrouw mooie foto’s zien van de wandeling en van de vrouw met hun dochter op de brug van de Caminito. Na een kwartiertje kwam de taxi, en die mopperde ook al volop dat de mensen van het informatiekantoor in Málaga de verkeerde informatie gaven. Maar hij bracht ons natuurlijk graag naar het beginpunt en dat vonden wij prima. Het koste € 15,00, maar daar kunnen we niet voor lopen. We moesten tenslotte om twaalf uur de wandeling beginnen. Onderweg zagen we inderdaad dat het vast een wandeling van drie uur geweest zou zijn. Toen we aankwamen bij de tunnel waardoor we moesten lopen zijn we meteen doorgelopen, het was nog 1,5 kilometer vanaf dat punt naar de controlepost. Ik had wel ergens gelezen dat het vanaf deze kant gemakkelijker was omdat het terrein omlaag liep, maar eerst maar eens zien dat we op tijd zijn. Dat stuk van de wandeling was inderdaad eenvoudig, omlaag lopen en een goed begaanbaar, breed pad. We waren dus al na een kwartiertje bij de controlepost. Daar liep ik meteen naar een van de controleurs en kreeg ik te horen dat we misschien al met de groep van half twaalf mee zouden kunnen. Helemaal goed ! En we konden mee, het was een groep van ongeveer 50 mensen, van allerlei nationaliteiten, leuk dus. Allereerst werden onze tickets gescand en kregen we een helm met haarnetje uitgereikt. Niet dat die ons zou redden als we naar beneden zouden kletteren, maar misschien zou het hoofdpijn voorkomen als er een steen(tje) naar beneden zou komen. We kregen eerst wat uitleg in het Spaans, daarna ik het Engels. Maar dat laatste was zo snel en met een Spaans accent dat ik er nog steeds bijna niks van verstond. Maar toen we eenmaal gingen lopen was dat ook helemaal niet erg meer. Kijken en genieten was aan de orde, en niets laten vallen van cameraspullen, want dan was het echt weg. Het is een prima pad, en eigenlijk hebben we allebei geen last gehad van hoogtevrees. Ik heb op twee plekjes wat kriebeltjes gehad, en dat was het wel. Maar het was wel fantastisch, prachtige uitzichten en heel bijzonder dat je zo op hoogte langs de rotswand door een kloof kunt lopen. We hebben veel foto’s en film gemaakt, van de kloof, het pad en elkaar. Wat ook leuk was is dat je op veel plekken het oude pad nog ziet liggen onder het nieuwe pad. Op heel veel plekken is dat zoals op het internet te vinden is, voor geen goud had ik daar op gelopen. Helaas liep ik mijn schoenen kapot, de zool van een van de schoenen liet aan de voorkant los. Ik kon er nog wel prima mee lopen, maar moest wel oppassen dat de zool niet verder scheurde. Na twee uur wandelen waren we intussen gemixt met de groep van twaalf uur, wij nemen namelijk onze tijd en dan is er ook geen sprake van file lopen op het pad (in ieder geval niet voor ons). Het laatste stuk was inclusief de bekende brug over het water en tussen de twee kanten van de kloof. Natuurlijk moest daar ook gefotografeerd worden en gefilmd. Ik heb een van de mensen van de organisatie nog gevraagd om daar een foto van ons te maken met mijn telefoon, dat werd natuurlijk de foto van de dag. De laatste etappe was over een stuk pad en een trap, die kon je vanaf de overkant goed zien. En op die afstand zag je ook het beste dat het pad tegen een steile wand is geplaatst, en dat het zonder een goed pad levensgevaarlijk geweest zou zijn. Nadat we onze helmen terug hadden ingeleverd vroeg ik waar het station was, en liepen we daar naar toe. Omdat de trein nog een klein uurtje weg zou blijven deden we een biertje in een restaurant in de buurt. Daar kregen we bier in wijnglazen, ook weer leuk. Toen die binnen waren, die hadden we tenslotte verdiend, zijn we terug gegaan naar het station voor het geval de trein eerder zou komen. Dat gebeurde natuurlijk niet, hij kwam zelfs met vertraging (dat komt omdat Piet erbij was). Maar ruim een half uur later kwamen we aan op Málaga Centraal en liepen we naar huis. In het station hebben we nog een ijsje meegenomen en in de supermarkt kochten we bier en broodjes. In het hotel hebben we lekker uitgerust, een biertje genomen en in bad gelegen. Natuurlijk heeft Piet de foto’s veilig gesteld en heb ik aan dit reisverslag gewerkt, goed bezig allebei ! We zijn laat naar de boulevard gelopen om te gaan eten. Daar zaten een aantal tenten die er wel goed uit zagen, maar die verder nog bijna helemaal leeg waren. Een klein stukje verder zaten eigenlijk alleen maar tentjes om wat te drinken. We wilden eerst helemaal naar het strand lopen, maar Piet had last van zijn scheenbeen en van zijn blaren, dus we zijn aan het begin van de boulevard toch maar in een tent (op het terras) gaan zitten. Daar namen we eerst een cocktail. Die van Piet zag er wel spectaculair uit, een soort emmertje met ijs aan de buitenkant. Behalve dat er niet veel in de cocktail zelf zat was het ijs aan de buitenkant ook niet praktisch: zijn hele placemat werd nat. Mijn Mojito 3.0 was wel lekker. Het eten was helemaal prima, tonijn voor Piet en zwaardvis met garnalen voor mij. Een lekkere rosado erbij en koffie erna en we zaten heerlijk. Thuis hebben we nog een biertje genomen en zijn toen maar gaan slapen na weer een mooie dag in Andalusië.

Woensdag 8 juni Málaga 31 graden

We hebben lekker uitgeslapen, de wekker stond op half negen, maar we waren allebei ruim voor die tijd wakker. Na het douchen zijn we naar ons ontbijt gegaan, dat was natuurlijk ook weer prima. Toen we het ontbijt op hadden vroeg ik aan de receptionist of er een schoenmaker in de buurt zat voor mijn losse zool, en jawel: twee straten verder zat er een, en daar heb ik dan ook meteen mijn schoen naar toe gebracht. Die zou na enig aandringen van mijn kant de volgende dag klaar zijn. Terug in het hotel hebben we even gekeken waar we die dag naar toe zouden gaan en zijn we dus op pad gegaan. Het eerste dat we bezochten was de kathedraal van Málaga. Ook die is weer zeer de moeite waard, ondanks de afzetting van het achterste gedeelte met mooie nissen. Na de kathedraal gingen we naar het Picasso museum. In Parijs was het steeds niet open als wij er waren, daar is jaren een verbouwing geweest. Voordat we bij het museum aankwamen liepen we in een mooi winkeltje binnen. Zo mooi dat we daar een keramieken vaas kochten voor op het dressoir thuis.

Daarna dus naar het Picasso museum. Het was er aardig druk, maar goed te doen. Ook hier weer kleine kinderen die met kunst in aanraking worden gebracht door een enthousiaste juf of meneer, leuk. Inbegrepen in het ticket was een audioguide, en deze was zelfs in het Nederlands. Het is een interessant museum, met mooie schilderijen en andere stukken van Picasso. Hij is tot op hoge leeftijd actief geweest en heeft dus veel mooie dingen geproduceerd. In de kelder van het museum waren ook nog Romeinse opgravingen, dus daar zijn we ook maar even gaan kijken. Na het bezoek aan het museum hebben we daar eerst nog koffie gedronken, maar al snel gingen we op pad naar de mercado Atarazana. Daar hebben we even overheen gelopen en zijn toen bij de Medina Bar wat gaan eten en drinken. We namen een spies met tonijn, inktvis en de beroemde garnalen. Lekker met een glaasje witte wijn erbij, en dus weer een prima plekje gevonden. Op de terugweg naar de stad namen we nog een pond heerlijke aardbeien en twee perziken mee. Na de lunch zijn we op zoek gegaan naar het geboortehuis van Picasso. Onderweg kochten we nog drie mooie kaarten van Picasso replica’s voor in de lijst. Het heeft even wat kracht gekost, maar uiteindelijk vonden we het huis. Via het Romeins amfitheater zijn we naar het strand gelopen om te kijken of daar leuke eettentjes zijn voor de komende avonden. En daar zagen wat we gisteren mistten: restaurantjes langs de boulevard, we waren dus net niet ver genoeg doorgelopen. Maar we hadden nog twee avonden, dus het zou wel goedkomen.

Bovendien hadden we rondom de kathedraal en bij de winkelstraten ook leuke terrasjes ontdekt, dus keuze genoeg. En toen werd het tijd om naar huis te gaan, natuurlijk hebben we eerst de vaas opgehaald, die hadden we laten wegzetten om er niet heel de dag mee te hoeven sjouwen. Maar al heel snel zijn we weer weg gegaan om te shoppen. Ik zou namelijk een jurkje gaan passen in een mooi winkeltje. Alsof de duivel ermee speelde kwamen we eerst langs een speelgoedwinkel waar we een gitaar voor Marijn hebben gekocht, toch nog gelukt. We zijn daarna eerst wat andere kleding winkels in gegaan, en ik kocht bij Punt . Roma een jurkje en een bloes. We zijn daarna toch nog even bij het eerste winkeltje (Ricardo) geweest en daar kocht ik twee mooie jurkjes. Eentje moest vermaakt worden en zou de andere dag rond dezelfde tijd klaar zijn. De eigenaresse belde voor de zekerheid nog met de naaister, maar het zou goedkomen. En toen was het tijd om te gaan eten. We hebben op het terras van restaurant El Resoldo samen een paella en een fles rosado gedeeld. Na de koffie kregen we een glaasje sorbet van het huis aangeboden en kwam de eigenaar afrekenen. Omdat hij dat nog nooit had gedaan moest hij wat dingen vragen, en toen vulde ik ook nog de pincode verkeerd in. Intussen vertelde hij dat hij met zijn man in Hoofddorp was getrouwd omdat trouwen voor homo’s in Spanje destijds nog niet kon (nu wel?). En toen was het tijd om terug naar huis te gaan, het was weer mooi geweest voor deze dag. Geld genoeg uitgegeven, en buikje rond van de paella.

Donderdag 9 juni Málaga 31 graden

Eerst maar eens ontbijt gedaan en daarna naar de schoenmaker om mijn gerepareerde schoen op te halen. Dat was helemaal goed gegaan, en als ik ze dus nog een keer nodig had waren ze bruikbaar. We zijn de dag toeristisch gezien begonnen met een bezoek aan Castillo de Gibralfaro.

Dat kasteel lag boven de stad, op een heuvel dus en dat betekende een venijnig klimmetje naar boven. Maar we hadden tijd genoeg en onderweg waren prachtige uitzichten over de haven. We zijn begonnen in het bijbehorend museum, dat een beeld gaf van de wereld van het kasteel, compleet met wassen soldaten. Natuurlijk hebben we daarna ook over het gehele kasteel gelopen, op de muren, door de tuinen en daar waar kon in de gebouwen gekeken. En toen was het tijd (kwart voor twaalf) om het kasteeltuin café op te zoeken. Daar namen we allebei een grote bier, dat hadden we wel verdiend vonden we. En daarna zijn we nog op ons gemakje verder gelopen, waarbij we ook nog eekhoorntjes zagen. En dan blijkt onze voorliefde voor dieren toch wel weer: die vonden we wel erg leuk. Na dat bezoek zijn we de Alcazaba gaan bezoeken, alweer een complex met prachtige tuinen, en zelfs ook een Nazari paleis waar een deel van was bewaard gebleven en gerestaureerd. Ook daar was een klein museum met spullen die ze bij opgravingen hadden gevonden. Vooral veel keramiek, oud gevonden, maar ook nieuw gemaakt. Voordat we voor de siësta terug naar het hotel gingen hebben we kaartjes gekocht voor de beklimming van de kathedraal. Dat scheen heel speciaal te zijn, dus dat moeten we natuurlijk wel doen. In het hotel hebben we eigenlijk alleen maar wat geslapen, in bad gelegen en verder niets gedaan. Het was ook best wel warm, en dan is aanpassen aan de Spaanse gewoonten helemaal niet zo slecht. Toe we terug de stad in liepen heb ik nog wat voor schoenen gekeken, maar daar ben ik niet voor geslaagd. Ik heb wel het jurkje opgehaald dat voor mij vermaakt was en daarna zijn we naar de kathedraal gegaan voor onze rondleiding op het dak. Die rondleiding begon te laat, noem het de Spaanse twintig minuten vertraging, maar we hoefden gelukkig nergens naar toe. We waren maar met tien mensen. De klim was met veel trappen, maar we konden ook wel rustig doen omdat er een paar stops onderweg waren. Je kon ook in de kathedraal kijken, maar dan is een tip wel handig: ga overdag als de kathedraal open is, dan zie je ook beweging in de kerk terwijl het nu donker en stil was. Maar het bezoek aan het dak was wel erg leuk, je kan er over heel de stad kijken vanuit alle hoeken. Na het bezoek aan de kathedraal zijn we gaan eten bij restaurant El Chinitas dat ik op aanraden van de Lonely Planet die middag had gereserveerd. Ze hadden een gigantische wijnkaart, maar bijna niks in huis. Toch hadden we een prima wijn voor een goede prijs. We hebben alleen een hoofdgerecht genomen. Piet had vis met een zeevruchtensaus, en ik weer eens ossenstaart. Was allebei prima, en allebei afgesloten met koffie. Daarna terug naar het hotel, maar we hebben de koffers niet gepakt, morgen weer een dag en we hebben tijd genoeg.

Vrijdag 10 juni naar Granada via Nerja 37 graden 168 kilometer gereden

Na het inpakken van de koffers zijn we gaan douchen en ontbijten. En na het ontbijt gingen we de auto inladen en uitchecken. We hadden thuis in Den Bosch al bedacht dat we naar Nerja zouden gaan omdat daar een mooi uitzicht over de Middellandse zee te zien is, het wordt het Balkon van Europa genoemd. Het is een dorpje zoals Benidorm, alleen wat kleiner. Maar ook veel (oudere) toeristen, mensen die aan het strand liggen en winkeltjes met allemaal hetzelfde. Nadat we van het uitzicht genoten hadden, en ik met mijn voeten in de zee had gestaan zijn we koffie gaan drinken op een terras. Piet nam er een stuk appeltaart bij, maar ik had even geen zin en nam een ijskoffie met Bailey’s. Na dit hele avontuur zijn we doorgereden naar Granada voor ons bezoek aan het Alhambra en de drie nachten daar. Na tussentijds nog even getankt te hebben omdat het benzinegebruik in de bergen wel hoog oploopt kwamen we aan bij Granada. En toen begon het feest weer: door kleine straatjes en om moeten keren omdat het gebied afgesloten was. Ik heb het hotel gebeld, en zelfs dat duurde even. Pas toen ik het de vierde keer probeerde (Piet had intussen de auto even in een parkeerhaven gezet) namen ze de telefoon op. Ze vertelde dat we de auto in de parkeergarage van San Agustin moesten zetten en lopend naar het hotel moesten komen. En ook zelfs het vinden van de parkeergarage viel niet mee, ondanks dat hij wel als belangrijk punt op de navigatie stond. Maar uiteindelijk toch gevonden en even staan buurten met een Engels stel die hun huurauto naast de onze zette. We kregen zelfs nog een blikje drinken aangeboden, maar dat sloegen we maar af. Rondrijden in een stad vol kleine straatjes schept kennelijk een band.

Toen we aankwamen bij het hotel vertelde de receptionist dat we met de auto, net zoals in Cordoba, door hadden kunnen rijden, maar dat de straatjes wel heel smal zijn. Toen we onze kamer met uitzicht op Alhambra hadden bekeken zijn we eerst gaan lunchen op de Plaza Nueva, het pleintje midden in het oude gedeelte en vlak bij ons hotel. Daarna zijn we zijn met onze koffers (wat een gesjouw) naar het hotel gelopen waar de receptionist ons heel vriendelijk hielp door mijn koffer naar boven te sjouwen. En toen werd het tijd om de kaartjes voor het Alhambra, die we op internet al hadden gekocht, op te gaan halen. Dat was nog wel even wat: het zou in de boekhandel van het Alhambra zijn, maar daar was het niet. Toen maar naar het VVV kantoor, daar zei iemand achter de balie dat ik bij een andere balie moest zijn. Maar toen ik eenmaal daar aan de beurt was bleek het ticket office toch even iets verder in de straat te zijn. Maar uiteindelijk kwamen we er wel, en het enige wat ik moest doen om de kaartjes te printen was mijn credit card in een apparaat stoppen. Dat herkende mijn card nummer en zo hadden we ineens de felbegeerde kaartjes voor één van de hoogtepunten van deze reis. Op de terugweg naar het hotel om ene beetje bij te komen van de 37 graden die het intussen was hebben we bij twee supermarktjes nog biertjes gehaald, we hadden tenslotte een koelkast op de kamer. Ik heb een begin gemaakt aan weer een deel van het reisverslag, maar al snel vond ik het tijd voor een klein dutje. We gingen om negen uur eten, en liepen kennelijk de verkeerde kant op. Er waren wel terrassen, maar die waren zo ongezellig dat ik er niet wilde eten. Kapotte stoelen, niemand die kwam bedienen, eigenlijk helemaal niks. Dus liepen we terug en zijn we in het restaurant onder het hotel gaan eten. Dat was dan wel weer prima, bij elk drankje een tapas, van een broodje warm vlees tot olijven en chips. We namen nog chorizo en tuinbonen met spekjes en toen waren we vol. De wijn was lekker gekoeld en de tinto de verano wordt daar zelf gemixt, dus dat was ook helemaal goed.

Zaterdag 11 juni Granada 31 graden

We hebben de wekker op half acht gezet en lekker rustig aan gedaan. Ontbijten konden we niet in het hotel, dus na het douchen zijn we naar de Plaza Nueva gegaan en hebben daar lekker ontbeten in een ander tentje dan waar we de dag ervoor hadden geluncht. Er zijn tenslotte restaurantjes genoeg. Na het ontbijt zijn we aan ons klimmetje naar het Alhambra begonnen, en het was ook weer een venijnige. Maar gelukkig hadden we tijd genoeg, we waren redelijk vroeg. Aangekomen bij de site bleek dat we zo overal konden lopen, en dat alleen voor de Alcazaba, het Nazari paleis en het verder op gelegen zomerpaleis in de tuinen van Generalife een kaartje (die we vooraf hadden gekocht) nodig was. Er stond al een rij voor de ingang van het Nazari paleis.

Ik ging eerst maar eens vragen of we daar al voor ons tijdsslot moesten aansluiten, maar dat was gelukkig niet het geval. Voordat we voor het Nazari paleis in de rij zouden gaan staan zijn we eerst het palies van Carlos V gaan bekijken. Dat was nog niet af, en ook niet heel veel aan. Maar er was ook een klein museum bij en dat was dan wel weer leuk. Daarna hebben we de Alcazaba bezocht, compleet met de uitkijktoren waar de vlaggen op stonden. Op die toren keken we uit vanuit onze hotelkamer, dus dat maakte het extra leuk. De Alcazaba zelf was redelijk leeg, er stonden een paar kanonnen en dat was het wel. Maar natuurlijk wel interessant om doorheen te lopen. En toen het hoogtepunt van ons bezoek aan het Alhambra: het Nazari paleis. Het is er prachtig mooi, met heel veel stucwerk, houten bewerkte plafonds en veel kleurig tegelwerk. Maar het lijkt wel een beetje op de gebouwen in Iran, Marokko en Turkije. Dus waar een hoop bezoekers och en ah riepen hadden wij een stuk herkenning vanuit de eerdere reizen. Dat maakt het overigens niet minder mooi, het is werkelijk een wonder, en we hebben er dan ook met heel veel plezier rondgelopen. Ook de patio’s en tuinen waren weer helemaal mooi verzorgd, met fonteinen en beelden. Dan zie je toch dat er vroeger (voor een select gezelschap) toch prachtige dingen werden gemaakt. Na het bezoek aan het Nazari paleis zijn we naar de Generalife gegaan. Dat is een zomerpaleis omricngd door prachtige tuinen, ook hier natuurlijk weer met fonteinen en alles wat je maar kan wensen in een tuin. Er was zelfs een trap met in de leuning een waterval. We hadden van daaraf ook een mooi uitzicht op het Alhambra zelf. En toen was het lunchtijd, we zijn gaan eten net buiten de poort van Generalife, bij restaurant La Mimbre. We namen een lekkere salade met avocado, zalm en garnalen. Ook hier weer tapas bij het drankje: aardappelkroketjes en chips. En dan zie je toch ook wel rare mensen: een drankje bestellen en vervolgens op het terras een papieren zakje openen en daaruit je broodje gaan zitten eten. Toen we terugkwamen van ons bezoek aan het Alhambra zijn we naar El Bañuelo, de Arabische baden, in onze straat gelopen, maar die waren helaas dicht. Dan maar een wijntje en een tinto de verano op een klein terras tegenover het hotel, vervelend allemaal. Maar omdat we toch niet heel de dag op een terras kunnen zitten (waarom eigenlijk niet?) zijn we naar de supermarkt gelopen voor biertjes en water voor op de kamer. Toen ik daar nog een beetje zat te lezen wat er allemaal nog meer te doen is in Granada zag ik dat er in de straat ook een kleine peña was, Le Chien Andalus, dus ik ben kaartjes gaan reserveren. Helaas had ik geen kleingeld en konden zij niet terug, dus ik kon bij het optreden betalen. Daarna heb ik een paar steekwoorden opgeschreven, en heb ik een klein dutje gemaakt. Voor het eten zijn we de show van de volgende dag gaan betalen, Piet had nog een briefje van € 20 en dat was precies voldoende. We hebben heerlijk gegeten bij Bodegas Castañega op het terras. We namen op advies van de ober een heerlijke fles wijn, en hebben het voor- en hoofdgerecht gedeeld. Dat kan hier gelukkig allemaal nog. Na het eten zijn we nog even naar de kroeg onder het hotel gegaan. Daar was voetballen op TV, dus het was lekker vol. Maar aan de bar waren nog plekjes en daar namen we nog wat biertjes en Piet een cola whisky waarbij hij de helft van de cola heeft laten staan.

Zondag 12 juni Granada 31 graden

We hadden deze dag geen wekker gezet, toch om waren we om tien over acht al weer wakker. Piet had wel een onrustige nacht gehad door de gehorigheid van het hotel en de drukke toeristenstraat voor de deur. Maar ja… dat heb je nou eenmaal als je in hartje centrum zit, en dat heeft natuurlijk ook voordelen. Na het douchen zijn we weer gaan ontbijten op de Plaza Nueva en zijn we op pad gegaan naar de kerk van San Juan de Dios die heel bijzonder zou zijn.

Helaas was die dicht, daar om zijn we het klooster van San Jerónimo gaan bezoeken, toch een beetje Jeroen Bosch idee. Toen we in de kloostergang kwamen klonk het gezang van de mis die er bezig was, daar mochten we natuurlijk niet naar binnen. Maar we liepen verder en kwamen in kale zalen met mooie schilderijen, en als laatste in een prachtige kerk. De hele kerk was helemaal vol geschilderd met muurschilderingen, werkelijk heel bijzonder. Er was ook een aparte kapel met oude muurschilderingen, maar in de kerk zelf waren ze al aan het restaureren. Om het altaar te verlichten heb ik nog € 0,50 in de licht box gedaan, zo zag je het toch nog wat beter. Toen we uit het klooster weg gingen hebben we de gekochte gids terug gegeven, wij doen er verder toch niks mee. We zijn rustig terug gelopen naar onze eigen wijk, en hebben op het terrasje tegenover het hotel nog wat gegeten en wat gedronken. Daarna zijn we uit elkaar gegaan: ik had twee uurtjes hammam gereserveerd, compleet met scrub en massage maar dat is niet het ding van Piet dus die ging niet mee. De hammam was geweldig: diffuus licht, heerlijke baden, rustgevende muziek en overal plekjes waar je even kon gaan zitten en thee drinken. En halverwege werd ik uit een van de baden geroepen voor mijn scrub en massage. Allebei helemaal fijn, een goede masseuse en lekkere olie en zeep. Daarna kon ik lekker nog een klein uurtje in de baden genieten. Ik kwam er dus ook helemaal ontspannen uit. Piet is zelf gaan lopen met zijn fototoestel en mijn videocamera. Hij is naar de kathedraal gelopen, maar die was ook dicht. Hij is verder gaan lopen naar de universiteit van Granada en daar ook nog even binnen gelopen. Ook daar was weer het Moorse stucwerk, zoals in het Alhambra. Die Moren hebben toch een mooie erfenis achtergelaten. Ook de Arabische wijk met zijn kleine straatjes heeft hij lekker op zijn gemak doorgekruist. Intussen had hij ook ontdekt dat de Arabische Baden bij ons in de straat om vijf uur open gingen. Toen hij weer langs de Plaza Nueva liep was daar een flamenco show bezig, en daar heeft hij natuurlijk ook wat film van gemaakt zodat ik het later ook kon zien. Nadat de show was afgelopen is hij naar het historisch archief van Granada gelopen. En toen was het al kwart over vier en is hij terug gelopen voor onze afspraak. Onderweg heeft hij nog wat foto’s genomen van de andere kant van het Alhambra en een oud boogbrug gezien Nadat we elkaar weer getroffen hadden konden we niet meer terecht op een van de terrasjes tegenover het hotel en zijn we dus maar naar de kroeg onder het hotel gegaan. Daar deden we een paar drankjes, natuurlijk weer met de gratis tapas.

We zijn even terug gegaan naar het hotel om de spullen thuis te leggen en gingen toen terug naar de Arabische baden El Bañuela in de straat. Helaas konden we daar niet in omdat we geen kleingeld hadden. Toen zijn we maar naar Casa de Zafra gelopen, een woonhuis/museum met moderne kunst en historie van de stad dat gratis toegankelijk was. Omdat we in onze portemonnees toch nog voldoende kleingeld vonden zijn we toch nog in de baden geweest. Daarna zijn we terug gegaan naar het hotel, lekker als dat allemaal in dezelfde straat ligt. Tegen half acht zijn we naar de peña Le Chien Andalus gegaan voor onze (echt) laatste flamenco show. Het was is een kleine kelder, er konden niet meer dan veertig mensen in en was vol. We zaten aan de tweede tafel vanaf het podium. Ik had de pech dat er een grote man tegenover me kwam zitten, dus zag niet zo veel. De man en zijn vrouw waren een stel uit Catalonië, en vooral zij ging helemaal op in de muziek en zang, ze was op het einde tot tranen toe bewogen. Het was ook indrukwekkend, hoewel er weinig ruimte was om foto’s te maken en te filmen. Maar zelf kijken en luisteren is ook wel eens fijn, en het was zeker de moeite waard. Na de show hebben we nog even rondgelopen en een afzakkertje genomen in de intussen vertrouwde kroeg onder het hotel.

Maandag 13 juni naar Jaén 32 graden 95 kilometer gereden

Na het inpakken van de koffers en douchen zijn we eerst met de kleine bagage (fototoestellen, notebooktas en een boodschappentas met wat klein spul) naar de garage gelopen om dat vast in de auto te leggen. Daarna zijn we aan ontbijten in het zelfde tentje als de afgelopen dagen, maar nu buiten op het terras. Ik nam een eitje uit het “ontbijt” gedeelte van de kaart, en daar zat ook spek en chorizo bij, lekker. Natuurlijk hebben we die, en het broodje serrano van Piet, gedeeld. Na het ontbijt zijn we de koffers gaan halen. Omdat de tandenborstels daar nog in zaten konden we ook nog (voor de tweede keer die morgen, onze tanden poetsen. Na het uitchecken konden we met de koffers via lift naar de kroeg van het hotel, dat scheelde weer sjouwen op de trap. Het was, vooral voor Piet, weer even sjouwen met de koffers naar de parkeergarage. Maar toen ik eenmaal € 75,00 parkeergeld had afgetikt konden we onderweg naar onze volgende bestemming: appartement In House in Jaén. Eigenlijk waren we er zo, het was ook maar 95 kilometer, en het grootste gedeelte over de snelweg. Toen we de afslag namen leek het even of we in een verre buitenwijk van Jaén terecht zouden komen, maar dat viel reuze mee. Het is wel een rustig straatje, dus we konden er ook onze auto parkeren. We waren wel veel te vroeg, ooit had ik aangegeven dat we tussen 15:00 en 16:00 uur zouden aankomen, maar we waren er al om kwart over twaalf. Toch was de “conciërge” mevrouw aardig en legde alles zoveel mogelijk uit. Jammer dat ze alleen Spaans en Frans sprak, maar we kwamen er toch wel uit. Na de uitleg zijn we de stad in gelopen, dat was inderdaad erg dichtbij. We zijn eerst naar het informatiekantoor gelopen. Daar gaven ze me een foldertje mee, en een plattegrond van de omgeving en van Jaén zelf en daar kon ik het mee doen. Ik moest zelf maar bellen om een afspraak te maken. Daarna hebben we wat gedronken bij Peña Flamenco Jaén. Lekker bij elk glas een tapas, jammer dat het twee keer brood met kaas was. Maar de tortilla die er tussen kwam was wel erg lekker. Omdat het zo heet was zijn we terug gegaan naar het appartement waar ik eerst de was ging doen. Ik was alleen vergeten te vragen hoe de wasmachine werkt, dus heb alles maar met de hand gewassen. Het gaat er om dat de stank van de warmte er een beetje uit is, heel vuil is het allemaal niet. Piet heeft intussen de foto’s van gisteren veilig gesteld. Ik heb ook de olijfoliefabriek gebeld, maar die spraken geen Engels. Of ik om vijf uur maar terug wilde bellen. Daar twijfelde ik wel wat aan, dus we zijn nog even terug gelopen naar het informatiekantoor om hen te laten bellen. Dat ging een stuk beter en we hadden een afspraak voor de volgende dag om half vijf. Na wat gerommel in het appartement zijn we in de stad gaan eten. Het restaurant El Pato Rojo, wat ik had uitgezocht op basis van tips in de LP, was nog niet open, dus hebben we nog een rondje gelopen. We hebben ook nog wat foto’s genomen van de fontein. Na het rondje was het restaurant, eigenlijk gewoon een tapasbar met een paar tafeltjes buiten, wel open en zijn we op het terras gaan zitten. Eerst maar een biertje voor de dorst en meteen kwamen de eerste goede tapas: gamba’s en krabsticks. Bij de volgende consumptie, voor allebei een wijn, kwam er een bordje calamares bij. Maar daarna wilde ik toch wel wat bestellen, alleen drank met een klein hapje is ook niet zo’n goed idee als de middaglunch ook al een soort van overgeslagen was. We kozen een media schotel a la plancha, dus gegrild. Het duurde wel even voordat die kwam, zo ongeveer drie kwartier, en dat was toch wel erg lang. Maar toen hij kwam was het ook prima, een kleine kreeft, gamba’s, tijgergarnalen, scheermessen en kleine coquilles. Stukje brood erbij en het was weer genoeg. Maar zelfs toen nog tapas bij het wijntje: garnalen in beslag gefrituurd. Na het eten nog een wijntje genomen, het was ook zo’n lekker weer, nog steeds 28 graden. Op de terugweg naar huis heb ik nog een fles water gekocht. Ik denk in mijn beste Spaans te zeggen dat ik alleen groot geld heb, blijk ik te zeggen dat ik alleen grote muntjes heb (moneda). De man heeft me nog even uitgelegd dat dat echt anders heet dan wat ik had, namelijk alleen een briefje van vijftig euro. Gratis Spaanse les, altijd leuk.

Dinsdag 14 juni Jaén 35 graden

Na het wakker worden en douchen zijn we gaan ontbijten in een cafetaria iets verder richting het centrum. Daarna zijn we op pad gegaan naar een museum, natuurlijk waren daar ook Arabische baden. Het stikt er hier van.

Het museum had gelukkig meer te bieden dan de baden: een expositie over de olijvengaarden, kinderspeelgoed, klederdracht, koetsen en andere karren en keramiek. Een beetje van alles wat ze bij elkaar hadden kunnen vinden dus. Ze hadden ook een mooi terras met uitzicht over de stad. Na het bezoek aan het museum hebben we spullen in de supermarkt gehaald voor de lunch, we hadden even geen zin in een zware lunch. Voordat we gingen lunchen hebben we op een leuk terras koffie en een paar wijntjes gedaan, en toen hebben we in het appartement een broodje gegeten voordat we gingen rijden voor onze geboekte excursie voor de olijfolie fabriek. Die was 99 kilometer uit de stad, dus we reden op tijd weg.

En zoals gebruikelijk hadden we het weer verkeerd ingeschat en waren we dus veel te vroeg in het dorp daar. En er was natuurlijk helemaal niets te beleven, het was echt een gehucht en het was ook nog tussen de middag, dus op het heetst van de dag. Maar gelukkig was er naast de kerk ook een kroeg, en daar zijn we dus maar even gaan zitten. Een biertje, met de bekende tapas was natuurlijk toch niet verkeerd. Piet nam als tweede drankje maar een colaatje, het werd allemaal wel een beetje veel. Ik deed met hem mee, een beetje zoetigheid was wel lekker, ook met de chips met ansjovis er bij. Het was een echte dorpskroeg, er zaten mensen te patiencen en de krant te lezen, de kastelein zat op zijn gemak achter de bar zijn ding te doen, en intussen werd er kennelijk ook verbouwd. Want als je naar de WC ging moest je wel een gat van een halve meter doorsnee overbruggen. Maar het was prima om even wat tijd door te brengen. Toen het tijd was zijn we naar de olijfolie fabriek gegaan waar we als enigen waren. We kregen een rondleiding van de marketing/sales manager, de enige in het bedrijf die Engels sprak. Het was ook niet een heel groot bedrijf, in de “normale” periode waren ze maar met zeven mensen. Het was leuk om te horen hoe de olijfolie en andere bijproducten werden gemaakt, hoewel we het productieproces niet hebben gezien: de oogsttijd is november, dus er was niets in bedrijf. In het bijbehorende winkeltje hebben we natuurlijk olijfolie gekocht, en voor de kinderen olie, zeep en chocolade. Terug in Jaén was er helaas geen parkeerplekje in de straat te vinden, dus na even rondrijden hebben we de auto maar in de parkeergarage gezet. Daarna zijn we naar het appartement terug gegaan, hebben daar wat gedronken en uitgerust. Voordat we weer de stad in gingen heb ik nog wat steekwoorden opgeschreven, anders komt er van het reisverslag helemaal niets terecht. ’s-Avonds hebben we gegeten waar we die ochtend ook koffie hadden gedronken. Er was helaas in het begin geen plek op het terras, dus hebben we met een wijntje even aan de zijkant zitten wachten. Er was als snel een plekje en we hebben heerlijk gezeten, natuurlijk weer eens Jamon Iberico genomen en wat tapas.

Woensdag 15 juni naar Bilbao 761 kilometer gereden van 31 naar 16 graden

De eerste reisdag onderweg naar huis. Na het ontbijt hebben we de auto uit de garage gehaald, die had daar lekker de laatste dag veilig gestaan. Om tien voor half negen zijn we gaan rijden, we hadden een lange rit voor de boeg, dus konden niet echt uitslapen. Er waren veel donkere wolken en er viel ook aardig wat water uit. Na een paar uur hebben we koffie gedronken en halverwege hebben we in een wegrestaurant een soepje gegeten. Daar wilden ze dat we een volledig menu zouden nemen, maar daar hadden we geen zin in. Colaatje en Fanta erbij (we moesten tenslotte nog wel wat kilometers maken) en dan was het wel weer genoeg. Toen we aankwamen bij Bilbao waren daar ook donkere wolken, het is wat weer betreft echt een andere wereld. We waren om kwart voor zes bij het hotel en hebben de auto daar in de garage gezet, die had ik vooraf al gereserveerd. De kamer was mooi, net zoals de rest van het hotel. Het is zijn vier sterren waardig. Toen we onze spullen op de kamer hadden gezet zijn we eerst een paar wijntjes gaan drinken in de lounge van het hotel, daarna zijn we de stad in gelopen om te gaan eten. Het is een stukje lopen, maar prima om te doen. Onderweg hadden we wat regen, dus we moesten wel uitkijken omdat het daardoor wel glad werd op de straten. We hebben gegeten bij Bar-restaurant Casa Victor Montes: inktvis in zwarte saus, chorizo en gevulde paprika. Wijntje er bij en het was weer compleet. We hebben een afzakkertje genomen in het hotel: een gin-tonic van € 11,00 per stuk, vier sterren zeker.

Donderdag 16 juni Bilbao 21 graden

Na de douche gingen we ontbijten, de kamer zouden we later wel opruimen. Het ontbijt was fantastisch, wat je ook mag verwachten van een vier sterren hotel en voor € 14,00 pp. De cava was nog dicht, maar ook dat was snel geregeld. We kregen dus aan tafel een glaasje bubbels ingeschonken. Een man stond een omeletje voor ons te bakken en er was te kust en te keur aan vers fruit, melk en yoghurt en vleeswaren. Na het ontbijt zijn we gaan lopen naar het Guggenheim museum.

De kaartjes waren wel voor de volgende dag, maar het was nu droog en de buitenkant moeten we natuurlijk ook op de foto zetten. We hebben onderweg wat foto’s en film gemaakt, maar waren mooi op tijd bij het museum. Het was er gezellig druk, er waren wat muzikanten, natuurlijk liepen er schoolkinderen voor een bezoek aan het museum en er liepen ook veel mensen die het museum kwamen bekijken. En het bleef droog, af en toe kwam zelfs de zon er een beetje door. We hebben rondom het museum gelopen om zo alle kanten te kunnen zien. Nadat we voldoende foto’s en film hadden van het museum en van alles wat daar omheen zich afspeelt zijn we via een aantal bruggen terug het centrum in gelopen. Daar hebben we bij Breton eerst maar eens een paar pinxtos en rosada genomen. Maar we moesten natuurlijk ook nog wel wat cultureels doen, dus zijn we naar Museo Vasco gelopen, een museum over de historie van Bilbao en Baskenland. Daar op het binnenplein stond het oudste beeldhouwwerk van Bilbao, een beer uit het stenen tijdperk. Na al het bezichtigen van de verschillende thema’s in het museum zijn we wat gaan drinken op Plaza Nueva (die hebben ze in Spanje echt in elke stad). Omdat het hotel redelijk vlakbij het centrum is zijn we nog even naar het hotel terug gegaan om een dutje te doen en in bad te gaan. Uitgerust gingen we weer terug naar de stad om te eten bij Zeruan. Dat leek heel erg sjiek, maar was heel erg betaalbaar. We deelden het voorgerecht van zalm en andere vis en namen ieder een hoofdgerecht (Piet vlees en ik nog een keer paella). Lekker flesje wijn erbij, en erna nog koffie met een grote cognac voor Piet. Thuis in het hotel hebben we nog een afzakkertje genomen en op tijd naar bed.

Vrijdag 17 juni Bilbao 20 graden

Na het weer uitgebreide ontbijt (deze keer geen cava) zijn we naar het museum gelopen. Onderweg hebben we nog paracetamol , ragertjes en Monoï gekocht. Dat spul is hier wel verkrijgbaar en ook nog goedkoper.

We zijn ook nog naar het VVV kantoor gegaan voor informatie over de Puente de Vizcaya brug in Portugalete. Toen ik bij het museum met mijn afgedrukte mail bij de informatiebalie kwam zei de receptioniste dat op basis van het reserveringsnummer de kaartjes zouden worden afgedrukt. In het museum hebben we alle zalen bekeken, en voor liefhebbers van moderne kunst zal het wel een Walhalla zijn. De mooiste zaal die wij hebben gezien was die van de Europese school, met Picasso’s en dergelijke stukken. Dat kan dan wel, veel moderner hoeft voor ons niet. Maar het gebouw buiten en binnen is prachtig. We mochten alleen geen foto’s of film maken van de kunst, alleen van het gebouw. En er werd ook heel erg op gelet, dus zelfs stiekem kon het niet echt.
Toen gingen we naar het treinstation voor de rit naar Portugalete. We stonden eerst op het verkeerde station, dat voor de treinen naar andere delen van het land, wij moesten de lokale treinen hebben. Toen we kaartjes hadden gekocht bleek de trein al klaar te staan, dus dat was een gelukje. Toen we aankwamen in Portugalete kwam de regen met bakken naar beneden, dus zijn we eerst maar wat gaan eten en drinken in een lokale kroeg.

Natuurlijk pinxtos en wijntjes, het leven in Spanje is goed. En in de tussentijd werd het ook weer droog, dus de pauze was helemaal niet zo verkeerd gepland. We liepen naar de brug en kochten daar kaartjes om naar boven te kunnen gaan. Het is een heel bijzondere brug, een zweefbrug. Hij is 45 meter hoog en heeft een hangende gondel als pontje. De opdracht was de twee oevers met elkaar te verbinden, zonder dat de scheepvaart er last van zou hebben. De brug staat er al meer dan 120 jaar en functioneert nog steeds. Als toerist kun je ook met een lift naar boven en dan op de brug lopen. Gelukkig is het bovenste deel helemaal met hekwerk afgezet, het waaide ook best hard toen wij er op stonden. Je kunt je voorstellen dat het bij mooi weer druk is, maar wij waren eigenlijk de enige twee (later kwamen er nog een paar toeristen). Omdat er weinig toeristen waren was de lift naar boven maar aan één kant operationeel en moesten we dus eerst met het pontje over. Geen probleem natuurlijk, dat zat ook in de prijs van het kaartje, en anders hadden we het ook wel gered. Na het wandelen op de brug zijn we langs de boulevard naar de haven gelopen, met het idee om daar wat te eten. De wandeling was best leuk, vooral ook omdat het weer eens bewegen was, en droog. Er stonden prachtige huizen langs de boulevard met uitzicht op de Golf van Biskaje, dat is hier niet anders dan op andere plekken. Aangekomen in de haven was het er toch niet zo gezellig als we verwacht hadden, dus wilden we terug naar Bilbao. Alleen stonden er nergens bordjes “trein” of “metro”. Gelukkig was er bij de haven ook een VVV kantoor. De dame daar gaf ons de juiste informatie om weer verder te kunnen, en een kaart van de omgeving. Bovendien gaf ze ons een tip voor een leuke taverne, dus daar zijn we eerst maar eens wat gaan drinken. Om naar het metrostation te komen konden we met een soort lift naar boven, natuurlijk hebben we die genomen, het scheelde een hoop trappen. En bovendien kostte het wel € 0,20, dus ja… We hebben een paar keer de weg gevraagd naar het metrostation, maar uiteindelijk kwamen we er natuurlijk wel. We zijn uitgestapt in het oude centrum van Bilbao. Daar hebben we voor de tweede keer bij Victor Montes gegeten. Het was een diner bestaande uit pinxtos, lekker allemaal hapjes dus.

Zaterdag 18 juni Naar Tours 694 km gereden

Afscheid van Spanje, we gingen op weg naar Tours in Frankrijk voor onze laatste overnachting van deze reis. De reis verliep rustig, veel tolwegen en we kwamen dan ook ruim op tijd in Tours aan, Het hotel Balladins was niet veel. Omdat er in ons eigen hotel niets te krijgen was, en de sfeer ook niet zo gezellig was zijn we een stukje gaan lopen. Omdat we op een industrieterrein zaten was er niet zoveel te beleven, maar er waren wel een paar restaurants. We kozen een steakhouse om die avond te gaan eten, en zijn daarna bij het Ibis hotel in de lobby wat gaan drinken. Het eten was verder prima, en we hebben nog een afzakkertje genomen in de lobby van het Ibis hotel. Daarna zijn we naar ons eigen hotel terug gegaan om te slapen, morgen de laatste reisdag.

Zondag 19 juni naar Den Bosch 727 km gereden

Ook deze dag gebeurde er onderweg weinig, om de drukte rond Parijs te vermijden hebben we weer de buitenste rondweg genomen. Maar iets verder ging het wel mis: een afslag was afgesloten, en er stonden verder geen borden hoe dan wel onze weg te kunnen vervolgen. Dus het was maar gokken, en we kozen de weg naar Antwerpen omdat Brussel wel erg uit de richting lag. Ergens in België hebben we langs de weg nog een kleine snack in een frietkot langs de snelweg gegeten, natuurlijk met een niet-alcoholische versnapering. Na het laatste stuk door België en Nederland kwamen we redelijk op tijd aan in Den Bosch, na een totaal van 5295 kilometer te hebben gereden. Al met al een mooie reis, en zeker de moeite waard om nog eens met z’n tweeën op pad te gaan naar een land of deel van een land in Europa.