Reisverslag Oeganda

Inleiding

Eindelijk naar de aapies, dit jaar stond Uganda op de agenda. Maar voor de zekerheid gingen we de eerste dag van de vakantie naar de Apenheul. Helaas was Piet een week eerder door zijn knie gegaan, en die bleef maar vervelend doen. Knakken en instabiel zijn dus. Niet erg fijn met een aantal stevige wandelingen in de jungle in het vooruitzicht. We zouden het er mee moeten doen, en zien hoever we komen.

Woensdag 16 Juli Hotel Central Inn Entebbe

Om vijf uur liep de wekker af, het lijkt wel bijna weer vakantie. Na kop onder de kraan, een boterham met een bakje thee en de afwas gingen we om kwart voor zes met de rugzakken op naar de bushalte. Natuurlijk waren we veel te vroeg, maar het is nog vroeg in de morgen en voor hetzelfde geld is dan de bus ook veel te vroeg en missen we hem. Helaas kwam de bus op tijd. Maar we waren mooi op tijd op het station om kaartjes te kopen en de OV chipkaart van Piet te vertellen dat hij met mij met korting meereist. We hadden zelfs nog tijd om een bakje koffie te kopen voordat we de trein in moesten. Na een voorspoedige reis met de NS waren we om kwart voor acht op Schiphol en konden we de bagage gaan droppen. Het was gezellig druk, echt vakantietijd, dus flinke rijen. Maar ook dat ging voorbij, en de bagage machine werkte helemaal prima. We zijn maar meteen door de douane gegaan. We hadden zelfs nog tijd om nog een bakje koffie doen met iets kleins erbij. Het werd een flat bread (soort tosti) met kip en wortel. Smaakte prima. Daarna naar de gate en door de veiligheidscontrole. Het vliegtuig was, zoals bijna altijd, vol. Veel mensen die naar familie gaan. Ook veel kinderen, maar het begin was evengoed rustig. We kregen al snel een drankje met nootjes, en het was best al tijd voor een wijntje. Na een prima warme lunch was het uitzitten, beetje lezen, puzzeltje maken en af en toe oogjes een paar minuten dicht. Volgens schema zijn we geland op Kigali in Rwanda. Daar vliegt KLM op omdat er geen rechtstreekse vluchten zijn vanaf Rwanda naar Amsterdam. Dat betekende voor ons een extra stop, en zelfs doorvliegen omdat Kigali verder ligt dan Entebbe. Maar goed, het zij zo. Het was wel vervelend dat bij het landen werd geconstateerd dat de landingslichten allebei kapot waren en we dus niet verder konden zonder reparatie. Dat betekende een extra vertraging van een uur. Je kunt je dus afvragen hoe goed de checks op Schiphol zijn, of zou het kunnen zijn dat de lichten allebei op de vlucht kapot waren gegaan? Hoe dan ook, na een korte vlucht van 35 minuten waren we dan op onze eindbestemming. De douane ging redelijk vlot, en zette ons US$100 achteruit voor het visum. Gelukkig wisten we dat, en hadden we dus het geld klaar. We hebben bij de bagageband kennis gemaakt met onze reisgenoten, in ieder geval met het deel dat bij ons in de vlucht zat. Er waren er al een aantal die een afwijkende vlucht hadden omdat ze later geboekt hadden, of vanuit een andere bestemming kwamen.

De reisbegeleider stond ook al op ons te wachten. Omdat we de volgende dag meteen weg zouden gaan adviseerde hij ons op het vliegveld te pinnen of wisselen. Na een korte rit waren we bij het hotel voor die nacht en konden we de tassen op de kamer gooien. Het was intussen al wel half een, maar we wilden nog wel wat drinken. Gelukkig was de bar nog open, en we hebben met een paar mensen een paar biertjes gedaan. Hert lokale bier was helemaal prima. Toen maar gaan slapen, het was een korte nacht: 6.15 uur liep de wekker af.

Donderdag 17 juli Naar Sipi Falls Hotel Sipi Falls Resort

We waren redelijk fit na de korte nacht en lange dag die er aan vooraf was gegaan. De douche was niet warm, maar gelukkig is het hier niet heel koud. Toen Piet er onder ging bleek ik weer niet genoeg geduld gehad te hebben, want hij had wel warm water. Na een eenvoudig ontbijt zijn we de busjes in gegaan. Na een morgen hobbelen, en zo af en toe eens weg doezelen kwamen we aan bij de lunchplek: een luxe resort bij Mbale. De lunch was prima, begeleid door een biertje kregen we sandwiches met patat. Een flink bord, eigenlijk wel een beetje teveel voor een lunch. Na de lunch weer doorhobbelen en doezelen naar onze eindbestemming voor twee nachten: Sipi Falls.

De lodge is prima, we hebben een eigen rond huisje. De spullen weer op de kamer gegooid en naar buiten. Het was nog licht en de lodge heeft een prachtig uitzicht op een van de drie watervallen waar het stadje zijn naam aan te danken heeft. Ook het hotel heet zo: Sipi Falls Resort. Na het standaard aankomst biertje zijn we de tassen gaan ompakken, en kwamen we echt in Afrika: er was geen stroom. De jongedame van de receptie kwam dat ook zeggen, en ook dat we het water in de douche gewoon vijf minuten moesten laten lopen, dan werd het wel warm. Toen eenmaal de stroom weer aan was viel hij nog een aantal keren uit, maar toen hadden we onze koplampjes al weer tevoorschijn gehaald. We hebben een prima diner gehad, soep vooraf en een buffet met rijst, groenten en vlees. Omdat we twee lange dagen achter de rug hadden zijn we meteen na het eten onder zeil gegaan. We waren ook allebei snel weg, en hebben geslapen tot de wekker.

Vrijdag 18 juli Sipi Falls

Na het prima ontbijt van fruit, gebakken eitje en toast zijn we op pad gegaan voor onze eerste wandeling. Ik nam een stok van de gids. Dat was een houten, maar heeft heel wat geholpen. Het had namelijk de afgelopen nacht geregend, en dat maakte de paadjes erg glibberig. En aangezien de wandeling naar de watervallen ging, was het veel stijgen en dalen. We hadden drie gidsen bij ons en dat was erg fijn. De watervallen waren prima, de wandeling zwaar maar leuk. Onderweg zijn we over veel privé gebied gekomen en hebben we dus ook veel gezwaaid. Er liepen ook vaak kinderen met ons mee die ook een handje boden bij het slibberen, maar daarna ook wat wilden verkopen. We waren al gewaarschuwd om dat niet te doen, die kinderen moeten naar school maar zullen dat nooit doen als ze zo geld kunnen verdienen. We hebben in de koffiebomen zeker acht kameleons gezien. Ze zijn niet zo heel groot, maar wel mooi en voor ons ook bijzonder omdat we ze eigenlijk nog nooit in het wild hadden gezien. Al met al dus een leuke wandeling. Toen we om half twee (een uur te laat) in het hotel terug kwamen was de pizza koud, maar evengoed nog lekker. Een verdiend biertje erbij, en het was weer compleet. Na de lunch ben ik meegegaan met een coffee tour. Daar leerden we hoe je koffie maakt, pellen en branden. Dat was erg leuk, we hebben ook nog Ugandees gedanst. De plek waar we waren was het huis van de gids, en daar werden ook weeskinderen opgevangen.

Een van de dames die er woonde had ook een klein ukkie, net iets ouder dan een jaar. Die stal natuurlijk de show en heb ik (en de anderen) heel wat op de film of foto gezet. Na de tour kwamen we om zes uur terug en heb ik een biertje op ons eigen platje gedaan. Het diner was ook weer prima. Een van de reisgenoten trakteerde op taart omdat hij jarig was, maar vooral ook omdat hij die middag had gehoord dat zijn zoon niet in het vliegtuig zat dat boven Oekraïne was neergehaald. Daar zaten 298 mensen in, waarvan 154 Nederlanders. Het merendeel toeristen die op weg waren naar hun vakantie in Azië.

Zaterdag 19 juli Namwenda Tentje op terrein schooltje

Na een weer prima ontbijt met eitje, fruit en deze keer een bananen smoothie zijn we op pad gegaan voor ons verblijf bij de lokale bevolking. We hebben gekampeerd op het veldje achter een lagere school. Daarmee sponsorden we meteen de lokale gemeenschap. Toen we aan kwamen werd de lunch geserveerd, en daarna zijn we een fietstocht gaan maken door het dorp. We kwamen aan bij de school en kregen daar een warm welkom. Ondanks dat het zaterdag was waren er een aantal leerlingen en leerkrachten om ons te ontvangen. We kregen een toespraak van de directeur en de meisjes van de school zongen voor ons. We hebben ook nog even in de lokalen en de verblijfruimtes mogen kijken.

Toen het programma afgelopen was zijn we verder gaan fietsen, het dorp in. We zijn even gestopt bij een huis waar drank werd gestookt, en waar een stuk of acht mannen met een soort rietje uit een emmer zaten te lurken. Als je zag wat er in de emmer zat werd je al onpasselijk en het stonk ook gewoon. Er werd voor ons toeristen ook een klein emmertje gehaald, maar ik paste deze keer. Ik ben wel van de drank, maar dan moet het er ook wel zo uit zien. Daarna stopten we bij de plaatselijke kroeg met terras. Toen we daar wat dronken kwamen er natuurlijk weer hele hordes kinderen naar ons kijken vanachter het hek. Aapies kijken van beide kanten dus. Na het biertje werden we met onze busjes weer naar de campsite gebracht voor het diner. Net voordat we gingen eten kwam er een politieagent gewichtig doen. Hij vroeg waarom we daar waren, en zei dat hij zou laten opletten dat ons niets zou gebeuren. En daarna was hij weer gewoon weg en hebben we niets meer gemerkt. Het diner was precies hetzelfde als de lunch, maar er was niks mis mee. Het was het lokale eten: geprakte banaan (Matoke), een soort spinazie, zoete aardappelen, witte rijst en een kipstoofpotje. Een biertje erbij en het was dus prima. Na het eten hebben we nog even rond het kampvuur gezeten, maar om kwart over negen gingen wij naar de tent en al heel snel volgden er ook anderen. Even draaien en ik was al weer snel weg.

Zondag 20 juli Naar Jinja Hotel Eden Rock Resorts

Na een zeer eenvoudig ontbijt van een witte boterham met een gebakken eitje zijn we gaan wandelen in drie groepjes van zes met ieder onze eigen gids. We hebben heerlijk over het platte land gewandeld en veel uitleg gekregen over het gebruik van planten, hoe een gezin leeft en hoe vroeger traditionele kleding werd gemaakt van de bast van een ficusboom. We hebben een huisje gezien dat gemaakt was door een jongeman, die daarmee liet zien dat hij klaar was om een gezin te stichten. Het huisje was mooi versierd met kranten, maar verder was er alleen een ruimte met een kapstok voor de kleren en een afscheiding met een klamboe waar men sliep. Aan de overkant van het huisje stond een oudere moslimman met een wit gewaad. Hij vertelde dat alleen oudere mensen en dorpshoofden dat mochten dragen. Een ding viel wel op: als een meisje een oudere persoon tegen kwam knielde ze voor hem of haar. Onze gids legde uit dat het traditie was, maar dat het in de steden niet meer gebeurt. We hebben ook een vrouw bezocht die pinda’s aan het planten was, en ik heb dat ook geprobeerd. Het was wel duidelijk dat zij er behendiger in was, bovendien zou ik het in mijn rug krijgen van zo voorover gebukt staan heel de dag (niks gewend zeker). In de maïsvelden waren ook stokerijtjes gemaakt, dus we hebben ook gezien hoe de plaatselijke gin wordt gestookt. Die heb ik dan wel geproefd, die zag er dan ook uit als gewone drank. We zijn ook langs een plek gekomen waar een hoop vrouwen met kinderen op een kleed buiten zaten om eten te bereiden.

Het bleek dat in het huisje een oudere vrouw lag opgebaard. Zij zou de volgende dag begraven worden en daarom waren de vrouwen bij elkaar: voor steun en voor het bereiden van het eten voor de gasten op de begrafenis. Toen we langs het huis van de gids kwamen hebben we daar zijn bezoekersboek ingevuld en jack fruit gekregen. Onderweg stopten we om (weer) foto’s te maken van kinderen en vroeg een oudere man ons of we gehoord hadden van de vliegramp in de Oekraïne. Hij wist ook haarfijn te vertellen hoeveel mensen er van welke nationaliteit in zaten, en hij keek alsof hij het leed van al die mensen op zijn schouders had. Tijdens het verder lopen vertelde Paul onze gids bij een brandende stapel wat dat was: arme mensen hakten bomen en staken ze onder bladeren en aarde in brand om er houtskool van te maken. Dat konden ze dan verkopen en zo wat inkomsten genereren. Hij keurde dat niet af: “arme mensen moeten ook eten, en ook al is het niet goed voor het milieu, je kunt ze dit niet verbieden”. Als laatste stop liet de broer van onze gids zien hoe er traditionele kleding gemaakt werd van de bast van ficus bomen. Na de wandeling zijn we ook weer door de busjes naar de campsite terug gebracht waar de lunch klaar stond. Natuurlijk weer precies hetzelfde, maar dan hebben we in ieder geval een aantal keren echt Oegandees gegeten. Na de lunch gingen we rijden naar Jinja, onze volgende bestemming. Onderweg zijn we in de stad zelf gestopt om mensen de gelegenheid te geven te pinnen of geld te wisselen. Toen ze daarmee bezig waren kwam er een hoosbui naar beneden, het kan aardig regenen in Oeganda. Gelukkig wist een van de chauffeurs waar de pinners waren en heeft hij ze opgehaald. Toen iedereen weer in zijn eigen busje zat zijn we door de stromende regen verder gegaan, maar al snel werd het minder en bij ons resort had het bijna niet geregend. Daar aangekomen kregen we onze sleutels, we hebben een prima kamer. Een soort twee onder een kap met een ruime kamer, ruime badkamer en een eigen veranda. Nadat we, natuurlijk, een biertje hadden genomen in de buitenbar (het is echt een luxe resort) zijn Een reisgenote en ik even naar de Nijl gegaan. We zijn bij een ander resort naar binnen gegaan om naar de oever te kunnen komen. Op de camping van dat resort hebben we nog even staan praten met een Nederlandse jongen die er met zijn ouders kampeerde. Zij waren zelf onderweg met een huurauto en tentjes. Toen we aan het water kwamen (eigenlijk een steigerplaats voor boten van het resort) werd het licht wel heel mooi. Het was ook een heel stil en vredig plekje. Er zaten twee Kingfishers en twee aapjes. Jammer dat ik mijn filmcamera niet bij met had, maar ik was zo weggelopen en had alleen mijn kleine cameraatje bij me. Ik heb nog wel een poging gedaan om een zwarte ibis die op een grasveld liep te fotograferen, maar ook dat is niet helemaal gelukt, veel te ver weg. Na die korte wandeling zijn we terug naar de kamers gegaan om te douchen, om half acht stond het buffet klaar. Dat was helemaal prima. Na het eten hebben we nog een biertje genomen bij het kampvuurtje, het was erg gezellig.

Maandag 21 juli Jinja

Omdat we in een goed resort lagen hadden we natuurlijk ook een prima ontbijt. Daarna zijn we met het grootste gedeelte van de groep gaan varen over de Nijl om vogels te spotten.Dat is prima gelukt: veel Kingfishers, aalscholvers, visarenden en ander vliegend spul. We hebben ook een paar aapjes gezien, en twee watervaranen. Een prima tocht die twee uur zou duren, maar uiteindelijk drie uur was. Na die tocht zijn we gaan lunchen in ons eigen hotel, we hadden allebei een soepje genomen. Na de lunch zijn we in het resort gebleven, lekker een beetje hangen, reisverslag bijwerken, foto’s overzetten en meer van dat soort “werkzaamheden”. ‘s-Avonds zijn we met de groep gaan eten bij Fork & Pandel, een backpackers hotel waar we uitzicht hadden over de Nijl.

Dat uitzicht was prima met een biertje, en het eten was helemaal goed.Piet had een fish & chips, en ik had een salade met kip en avocado. Na het eten zijn we nog even in de bankjes gaan zitten met een tweede biertje. Gezellig dus. Nadat we terug kwamen in het hotel heb ik de rekening betaald, en voor ons klopte die. Reisgenoten hadden problemen omdat ze teveel werden berekend. Het was goed dat ze me dat vertelden, dan kon ik opletten. Maar het ging allemaal goed.

Dinsdag 22 juli Naar Murchison Falls Fort Murchisson Lodge

We moesten op tijd opstaan, om 5.15 uur liep de wekker af. Douchen nu het nog kon, en op tijd naar het ontbijt. Lekker gekookte eitjes voor de liefhebbers. Omdat de route was omgegooid hadden we de gelegenheid om naar het Ziwa reservaat voor neushoorns te gaan. Daar hebben we eerst US$40,00 pp betaald en zijn toen een stukje met het busje het park in gegaan. Voordat we dat deden kregen we instructies van de ranger. Wat we moesten doen als we werden aangevallen. Toen ik vroeg waarom de GPS niet aan mocht zei hij stropers die signalen kunnen opvangen en ze dan komen afschieten om hun hoorn. Dat is natuurlijk het laatst wat we wilden, en Piet had de GPS al uit gezet, dus die ging ook niet meer aan. Na vijf minuten rijden gingen we uit de busjes en onder begeleiding van een ranger naar de neushoorns gewandeld. Eerst kwamen we bij een neushoorn met kalf, maar die stond wel heel erg verstopt achter de struiken. Voor foto en film niet handig, maar het was wel leuk om te zien. De tweede kleine groep die we zagen was een trio jonge mannetjes. Ze lagen lekker lui onder een boom, en we moesten wel heel erg uitzoomen om ze mooi op film en foto te krijgen. Maar ook dit was een bijzonder gezicht, fijn dat we het konden zien. Na de visite van een uur en tien minuten bij de neushoorns hebben we ook in het restaurant daar gegeten.

Na de lunch zijn we verder gaan rijden naar onze eindbestemming voor die dag: Murchisson National Park. Het is het grootste park in Oeganda, en er zouden veel dieren zitten. Onderweg zagen we nog een grote baviaan, die natuurlijk op de foto moest. Iets verderop stak er een schildpad over, er stonden een paar kinderen naar te kijken. Gelukkig probeerden zij hem niet te redden, want er kwam een grote bus aan. Gelukkig voor de schilpad raakte de bus hem niet, en hij kon dus veilig naar de overkant. Aangekomen in ons hotel kregen we geen sleutel van de kamer, want we sliepen in tenten met bedden. Het was wel een warm welkom, compleet met opfrisdoekje en een sapje. Al snel werd gevraagd wat we die avond wilden eten. Het was een set menu, maar je kon wel kiezen welke gangen je wilde hebben. Na het eten was de briefing op het dakterras. Behalve dat de akoestiek in het restaurant verschrikkelijk was, waren er ook andere gasten. Dan is het onhandig als de reisbegeleider staat te roepen wat we allemaal gaan doen en hoe laat we worden geacht aan het ontbijt te verschijnen. Op het dakterras vroeg hij ook nog wat we wilden ontbijten aan eitjes, bacon en worstjes. Daarna zijn we meteen naar de tent gegaan, de pijp was leeg na de lange reisdag.

Woensdag 23 juli Murchisson Falls NP

De wekker liep weer om 5.15 uur af, mooie tijd als je toch vroeg in bed ligt. Na een verfrissende douche (er was geen warm water) gingen we naar het ontbijt. Nog voordat we het park in gingen zagen we redelijk vlakbij de weg een grote olifant, die was buiten de grenzen gelopen.

Bij de poort kregen we een ranger aan boord van ons busje omdat onze chauffeur niet zo bekend is met het park en niet veel dieren kan benoemen. Die ranger was helemaal prima, hij wees ons een hoop dingen. Als eerste kwamen we een mestkeverbol tegen, met twee mestkevers die beurtelings aan het rollen waren. Dat hadden we nog nooit gezien, dus kwam mooi op de film. En toen stak er ineens een nijlpaard over. Dat was natuurlijk heel bijzonder, want die had allang met zijn maatjes in het water moeten liggen na een nacht grazen. Vervolgens olifanten (van heel dichtbij) en vooral veel Oegandese Kobs, een soort antilopen. Maar ook waterbokken, buffels en savanne aapjes. Op een plek zei de ranger tegen John onze chauffeur dat hij moest blijven staan en de motor uit moest zetten. Hij hoorde veel vogels kwetteren en de antilopen stonden allemaal alert. Dat zou kunnen betekenen dat er leeuwen in de buurt waren. Er zaten ook een aantal palmnut gieren op de grond, waarschijnlijk lag daar een door de leeuwen gedood dier. Maar wat we ook zagen, geen leeuwen. Dus gingen we verder. Na een poosje kwamen we ook bij een groepje giraffen. Daar mochten we ook het busje uit, en heeft de ranger zelfs een filmpje van ons tweeën gemaakt. Het was een bijzondere ervaring om zo dicht bij de giraffen te zijn zonder in een busje te zitten. Na de giraffen gingen we terug op leeuwenjacht. En na een poosje rijden zagen we ineens een leeuwin liggen in een gespleten boom.

Ze zag eruit alsof ze lekker aan het dutten was na een lekker ontbijt, dus waarschijnlijk was de kill waar de gieren zaten van haar. We hebben haar uitgebreid op de film en foto gezet. Het was wel heel dichtbij, nog geen drie meter van de weg af. In een bosje aan de overkant van de weg zat ook een leeuw, maar die liet zich niet zien. Na het bezoek aan de leeuwin zijn we doorgereden naar de oever van het meer waar een hoop nijlpaarden in lagen te rusten. Daar mochten we er ook uit, die beesten waren niet heel erg actief. Zo af en toe kwam er een kop boven water, maar dat was het wel. Na de pauze zijn we terug gegaan naar de leeuwin, met de andere busjes achter ons aan. Ook zij hebben dus genoten van dat gezicht, hoewel de leeuwin nu aan de andere kant van de weg lag. Daar lag ze ook mooi onder een boom, dus weer meer foto’s en film. Maar na een korte tijd gingen we toch weer verder, er was natuurlijk nog veel meer te zien. We hebben veel olifanten gezien, waarbij we bij een duo dat heel dicht bij de weg stond niet mochten stoppen. Die waren namelijk te dichtbij en stonden met de oren te wapperen, en dat is een slecht teken bij olifanten. We gingen verder naar de lunchplek. Na de lunch was onze gids er niet meer en moesten we zelf op jacht naar het wild. Dat was niet zo heel moeilijk, er liep genoeg. Weer giraffen en kobs en zwijnen. We hebben die laatste zelfs op de film dat een hele familie naar ons staat te kijken, terwijl wij hen op de film en foto zetten. Maar het hoogtepunt van de middag was wel de hele kudde olifanten die (waarschijnlijk) onderweg waren naar het water. Het waren er zeker vijftig, en ze liepen mooi over een open plek in het bos voor de camera. De dag kon dus niet meer stuk. Onderweg terug naar het hotel zijn we ongeveer bij elke groep hertjes gestopt. We kwamen ook nog een groepje savanne aapjes tegen. En het was ook fantastisch, prachtig licht en dan zo’n omgeving met steeds weer beesten. We waren natuurlijk weer veel te laat terug in het hotel, dus het was snel wat opfrissen en de film en foto’s veiligstellen op de notebook. Daarna eten en op tijd naar bed in onze tent met de opgemaakte bedden.

Donderdag 24 juli Murchison Falls NP

De wekker liep weer om 5.15 uur af voor onze tweede dag in het park. Na een weer prima ontbijt met eitjes en worstjes zijn we in ons busje gestapt. Helaas was er deze keer geen gids bij en moesten we het wild zelf zoeken. Omdat we een bootsafari gingen maken konden we niet stil staan bij verschillende dieren, maar moesten we doorrijden tot aan de plek van de boot. Daar moesten we een half uurtje wachten totdat de safariboot kwam. Toen we even naar het toilet moesten, er was een toiletblokje, bleek het beter om in de vrije natuur te gaan, de toiletten stonken verschrikkelijk. Vlakbij de rand lagen ook wat nijlpaarden en een kleine krokodil in het water. Het lag allemaal heel erg stil, maar we hebben er toch wat film en foto’s van gemaakt. Het is toch wel erg interessant. Toen de boot aan kwam bleken er al wat mensen op te zitten, maar er was op het bovendek plaats genoeg voor een groot deel van onze groep. We hebben veel hippo’s gezien, en een vijftal grote krokodillen. Toen we verder voeren was er ook een zadeldekooievaar met mooie kleuren, en we zagen in de verte een olifant aan de kant staan. Maar de kuddes die we in Chobe hebben gezien was geen sprake van. Halverwege de bootsafari is onze groep uitgestapt om te gaan wandelen naar de waterval. Alleen de reisbegeleider en een reisgenoot bleven op de boot. Die laatste was niet lekker en had geen zin om zich te vermoeien en zo de echt belangrijke dingen te moeten missen. En gelijk heeft hij. De rest van de groep is onder begeleiding van een ranger naar de waterval gelopen, natuurlijk onderweg met de nodige stops op mooie plekjes om film en foto’s te maken. We hebben er een uur en drie kwartier over gedaan, maar dat was wel lekker relaxed. Boven bij de waterval stonden twee busjes, de anderen waren al met al onze rugzakjes in het derde busje naar de lunchplek gegaan. Deze keer was het de Nile River Safari Lodge. Ook dat was weer een fantastisch plekje aan het water. De lunch was ook weer prima, deze keer vis shaslik met rijst. Biertje erbij en alles was weer onder controle. Tijdens de lunch moesten we ook al de lunch voor de volgende dag uitzoeken. Die kaart was wel heel uitgebreid, dus Piet en ik namen allebei een salade. Na de lunch zijn we naar de veerboot om weer aan de overkant, het Murchison NP te komen.

Daar zijn we met ons busje weer game drivend terug gegaan. Helaas was er geen ranger aan boord en moesten we zelf het wild zoeken. Maar dat is daar niet echt een probleem: olifanten, giraffes, buffels, en natuurlijk heel veel antilopen. We zagen ook twee mannetjes giraffen met elkaar aan het stoeien. Ze sloegen hun nekken tegen elkaar zoals je dat op televisie kunt zien. Maar het was waarschijnlijk niet echt menens. De klappen vielen nogal mee, en geen van tweeën probeerde de andere echt onderuit te halen. We zagen ook een familie everzwijn die overstaken, en die ons aan de andere kant in een rij van vier stonden aan te gapen. Van beide kanten uit aapies kijken dus. Het was van onze kant uit in ieder geval een koddig gezicht. Toen we bijna terug uit het park waren stonden er twee olifanten tussen de provinciale en hoofdweg te grazen. Het was een prachtig gezicht, maar ook eigenlijk wel dichtbij. Het waren weer twee grote jongens, en het was dus even afwachten wat ze zouden gaan doen. Er waren fietsers op de hoofdweg die omdraaiden toen ze de beesten zagen, ze durfden er niet langs. Maar op enig moment moesten ze toch echt en gingen ze er met een bloedgang langs nadat ze vaart hadden gehaald. Zelfs de lokale mensen hebben het er dus niet op. Het gaf vanaf ons uitzichtpunt wel prachtige beelden: op de voorgrond etende olifanten en daarachter auto’s, jeeps, vrachtauto’s en dus fietsers. Ik heb het allemaal vastgelegd. We waren weer rond half zeven terug bij onze lodge. Op aanraden van een reisgenote gingen we eerst vanaf het dakterras genieten van het uitzicht. Dat was geen verkeerde tip, en we namen dan ook een biertje met twee glazen mee.

Vrijdag 25 juli Naar Hoima Hotel Kontiki Hoima

De wekker liep lekker vroeg af, en we zijn samen gaan douchen. Jammer dat het in een gedeeld sanitair blok is, en dat het water niet warm is. Maar het is te doen, en dit was de laatste keer. Toen Piet stond te wachten op mij vlogen de vleermuizen om hem heen. Hij stond namelijk vlakbij een lamp en daar vliegt nogal wat lekkers voor die beesten die in het donker jagen. We hebben onze spullen naar de receptie gedragen. Toen we de tweede keer liepen met onze handbagage vroeg een van de lodge mensen of onze bagage klaar was, hij wilde hem kennelijk sjouwen. Dat realiseerde ik me even later, toen ik al had gezegd dat het klaar was en ons tentnummer noemde.

Maar hij zou er vanzelf achter komen dat onze bagage al weg was. Na een weer voortreffelijk ontbijt zijn we weer op pad gegaan. We hadden een niet zo’n lange reisdag, en hadden natuurlijk een tussentijdse toiletstop. Onderweg zagen we ook nog twee keer aapjes bij een brug, dat schijnen ze wel een lekker plekje te vinden. Toen we verder reden zagen we een kleine kudde van koeien met hele grote hoorns. Natuurlijk hebben we geprobeerd foto’s en film van te maken. Aangekomen in ons hotel Kontiki in Hoima stond de vooraf bestelde lunch bijna klaar. We kregen de sleutels bij de lunch. We lagen in een tweekapper, samen met twee reisgenoten. Het was heerlijk weer om een middag niks te doen. We hebben wat door de tuin gelopen en zijn een biertje gaan doen in de bar. Toen kwam ineens iemand vertellen dat er een grote kameleon in de heg bij de ingang zat. Piet gooide in de haast om daarheen te gaan het flesje bier om, maar er was gelukkig geen schade. Verder hebben we alleen maar de foto’s overgezet en zijn we niet eens toegekomen aan het reisverslag. We hebben het avondeten daar natuurlijk ook gehad. Na het eten hebben we ieder nog een borrel genomen. Piet kocht een klein flesje lokale whisky met een colaatje, en ik nam een rum cola. Tevreden weer naar bed, het was niet zwaar geweest.

Zaterdag 26 juli Naar Kibale Forest Chimps Nest Lodge

De reisdag van Hoima naar Kibale Forest voor onze chimpansee trekking. Het zou ongeveer de hele dag duren, dus we hebben onderweg geluncht. Die lunch hadden we al eerder uitgezocht. Toen we aankwamen in Fort Portal bleek het lunchrestaurant van Nederlandse eigenaren te zijn. Natuurlijk stond er weer een lange tafel klaar op het terras, en dat was ook prima. Ze bleken wijn uit de fles te hebben, dus de keuze tussen bier en wijn was snel gemaakt. Een lekker glaasje witte wijn bij een salade is niet te versmaden. Een voor het eten en een er bij, helemaal goed. Toen het begon te regenen en het water wel erg naar de binnenkant sloeg zijn wij met nog een paar mensen naar binnen gegaan, de huiskamer had een paar lekkere bankjes. Daar hebben we onze wijn opgemaakt en daarna nog een cappuccino besteld. In de tussentijd kocht ik in het winkeltje nog een Snickers en een flesje whisky voor Piet. Na de lunch zijn we door gegaan naar de volgende lodge: Chimps Nest. In de rit kwamen we ook bij een brug waar natuurlijk ook aapjes zaten. Aangekomen bij de lodge bleken er allemaal aparte cottages te zijn, en ook boomhutten. Maar die hadden wij niet, wij hadden een van de cottages het dichtst bij het restaurant en de receptie. Helemaal prima, de boomhutten lagen op een kwartier naar beneden lopen (en dus omhoog als je moest eten of iets anders doen in de gezamenlijke ruimtes). Toen de porter de tassen naar de cottage bracht vond ik het helemaal niet erg, het was redelijk steil naar beneden. Toen we aankwamen bij ons optrekje stond er een vuur buiten te branden om warm water te maken. De cottage was goed ingericht, met twee bedden met klamboes, en een tafeltje met twee rieten fauteuils. Er was ook een balkon met uitzicht op de jungle. De badkamer was ook speciaal: die was buiten het huisje, met een deur in de cottage.

Maar verder was hij in de open lucht. Er stond nog net een laag muurtje aan de buitenkant en een iets hoger muurtje boven de wasbak. Heel apart. Er was ook licht, op een soort accu. Dat betekende dat er wel een paar lampjes waren, maar geen stopcontacten om op te laden. Dat was niet erg, want dat kon aan de bar/receptie. Dit mooie plekje moest natuurlijk gevierd worden met een biertje voor het eten, en daarna de spullen opruimen en de klamboe over het bed hangen. Die was hier wel nodig, we zaten met ons huisje echt in de jungle. Tijdens het eten werd er al veel opgeladen, en gaf de reisbegeleider de briefing. We zouden de volgende ochtend een wandeling in een moeras kunnen maken, ‘s-middags was de trekking naar de chimpansees. We kregen ook te horen dat we niet in het donker alleen van en naar de cottage mochten, er konden olifanten en ander gespuis lopen, en die wil je niet in het donker tegen komen. Elke keer als dat nodig was ging er een bewaker met je mee. We gingen met zowat heel de groep na het eten een nachtsafari maken, te voet door de rand van de jungle bij de lodge. We werden begeleid door een gids en een bewaker met een geweer, voor het geval we olifanten tegen zouden komen, of ander groot gespuis. De safari begon niet fijn, de bewaker die voor ons liep had nogal een tempo, waar een aantal mensen een probleem mee hadden. Het was donker, en het terrein is onbekend, dus dat was niet fijn. Op enig moment waren we kennelijk bij het beginpunt en kregen we een beetje uitleg: we moesten stil zijn, en de gids vroeg waar we naar op zoek waren. Toen een paar mensen bushbaby’s zeiden ging hij daar dus naar op zoek. Omdat we met een grote groep waren moest de helft voor hem lopen (achter de bewaker) en een deel achter hem. Dat ging dus niet goed: de bewaker liep te hard, het leek wel of hij bang was in het donker, en keek alleen maar naar de grond. Daar hadden we dus niets aan. Toen ik dat twee keer had gezegd zei de gids er wat van, maar veel hielp het niet. We zijn dus zelf maar langzamer gaan lopen om in de buurt van de gids te kunnen zijn. We hebben wel een paar bushbaby’s zien springen en ook wat vogels die in een boom lagen te slapen. Ook een duizendpoot, een paar motjes en een sprinkhaan, maar dat was het wel. Die ochtend wandeling hebben we over geslagen, ik wilde al mijn krachten sparen voor de trekking van die middag, we wisten niet hoe zwaar die zou worden. We hebben dus lekker geen wekker gezet, op ons gemak ontbeten en de foto’s overgezet. En natuurlijk alles opgeladen.

Zondag 27 juli Kibale Forest

De dag van de chimpansee trekking. We hadden besloten niet mee te gaan met de wandeling in de ochtend en hadden het ontbijt om half negen afgesproken. Het was weer eens wat anders om door de vogeltjes gewekt te worden in plaats van door de wekker als het nog donker was. Toen we bij het ontbijt aankwamen waren er meer die een rust ochtend hadden ingelast, er waren maar zeven reisgenoten gaan wandelen. We hebben lekker op ons gemak ontbeten, en hebben toen de foto’s en film veilig gesteld. Om half twaalf gingen we naar de cottage terug omdat Piet zijn knie moest tapen, en we ook onze wandelschoenen aan moesten trekken voor de lunch. De lunch was een prima bordje spaghetti, met een frisdrank er bij. Om kwart over een vertrokken we voor onze trekking. Voordat we gingen lopen kregen we nog een briefing. En werden we in groepjes van zes personen ingedeeld, ieder met een eigen ranger. Het was een kwartiertje met het busje naar het beginpunt van de wandeling. Dat duurde bij ons iets langer omdat we even terug moesten. Onze gids, had haar geweer vergeten. Dat is niet handig als je ook bosolifanten kunt tegenkomen. Eenmaal aangekomen gingen de groepjes allemaal een eigen kant op, en liepen we even over een paadje. Maar al heel snel werd het een echte jungle wandeling en liepen we dus door de struiken en tussen de bomen door. Na een half uurtje zagen we een andere groep die twee chimpansees hadden gevonden. Helaas stonden er zeventien mensen omheen en konden wij niets zien voordat de beesten er vandoor gingen. Vanaf dat moment bleven de groepjes bij elkaar en zagen we niks. We hadden al weer het idee dat het niets zou worden. En natuurlijk kun je de natuur niet dwingen, maar als je niets ziet omdat je met zo,n grote groep loopt is dat wel zonde van de 280 euro, en daar word ik dan wel chagrijnig van. Uiteindelijk ging een van de gidsen alleen voorop. De chimps waren het grasland in gegaan en daar zijn ze helemaal slecht te spotten. Na tien minuten mocht de eerste groep gaan lopen, maar wij moesten blijven staan omdat de gids van de derde groep op verkenning was en de groep natuurlijk niet alleen in de bush mocht achterblijven. Na nog tien minuten wachten zijn we maar met twaalf mensen achter onze gids aan gelopen, maar zij was niet erg positief over de kans om de chimpansees te vinden. Toch sprak ze zichzelf drie minuten later weer tegen, ze had van de verkenner via de walkie talkíe begrepen dat hij iets gevonden had. Dus vol goede moed weer verder gelopen, en inderdaad. We zagen een chimpansee het pad oversteken, zijwaarts met de rug naar ons toe.

Later vertelde de gids dat het een vrouwtje met jong was. Na een paar minuten zagen we een mannetje die op zijn gemak op een open plek zat. Daar hebben we natuurlijk volop foto’s en film van gemaakt. Hij zat echt heel dichtbij, en was helemaal niet agressief of bang. Na een poosje ging hij er ook maar eens bij liggen, en het duurde dus even voordat hij ging lopen. We gingen hem achterna, in de hoop dat hij ons naar nog meer apen zou brengen. En inderdaad had hij snel een vriendje gevonden, die we natuurlijk ook allemaal op de film en foto hebben gezet. Toen een van de twee ging staan heb ik dat nog kunnen filmen omdat ik redelijk dichtbij op mijn knieën voor hem zat. Maar toen hij schreeuwde en met een halve boom langs gerend kwam ben ik maar even opzij gegaan. Na weer een poosje lopen, wel met de groepjes vlak bij elkaar zagen we nog twee chimpansees, deze lagen lekker een beetje uit te buiken van de lunch. Toen we die ook uitgebreid hadden bekeken, op de foto en film hadden gezet zei de gids dat het hiermee wel klaar was. De trekking zou eigenlijk een uur duren, het was intussen bijna twee en een half uur later. Helemaal tevreden liepen we naar het startpunt terug. Terug bij het beginpunt stonden de busjes klaar en gingen we naar onze eigen lodge terug. Daar kwamen we om half zes aan en moesten we haasten, om kwart over zes zou er lokale muziek en dans zijn. Natuurlijk waren we op tijd, maar de muzikanten kwamen niet opdagen. Jammer, maar een biertje voor de dorst, een flesje wijn bij het eten en een heerlijke schotel met hete kip en rijst maken een hoop goed.

Maandag 28 juli Naar Queen Elisabeth NP Bush Lodge Campsite

De wekker liep om kwart over zes af. De douche had nog warm water, dus we zijn er allebei nog even onder gesprongen. We lieten onze grote tassen staan, die zouden door het personeel naar boven gedragen worden, en dat was maar goed ook. Het was een aardig steil klimmetje van de cottage naar de receptie. Na het weer voortreffelijke ontbijt zijn we weer op pad gegaan, er op vertrouwend dat onze tassen in de bus zaten. Daarna zijn we gestopt bij theevelden, waar wat mannen ons lieten zien hoe ze de thee oogsten. Ze hebben een heggenschaar aan een bakje gebonden, de blaadjes vallen dan in het bakje. Als het bakje vol is gooien ze het leeg in de mand op hun rug. Het was een beetje jammer dat ze steeds om geld zeurden, terwijl ze hun fooitjes al hadden gehad. Verderop waren mensen met de hand aan het plukken, maar die wilden niet op de foto. Ik heb ze wel op de film, maar dat was wel erg ver weg. Iets verder stopten we voor een korte wandeling bij twee kratermeren. Mooie plaatjes. Toen iemand een foto wilde maken van een man met een fiets vol bananen werd die boos. We merkten steeds dat veel mannen niet op de foto wilden. En dat is natuurlijk prima, dan doe je dat ook niet. Na de korte wandeling zijn we naar een markt gereden waar we drie kwartier de tijd hadden om rond te lopen. Een markt is altijd leuk, ook hier contact met de vrouwen, de mannen waren terughoudender. Er was een gedeelte met vlees, en een met vis en groenten. Het viel op dat er ook bij het vlees en de vis weinig vliegen waren, terwijl het er normaal gesproken zwart ziet van het extra vliegenvlees. Maar het overgrote deel was kleding, lappen en schoenen. Er was een kraam waar ze mutsen verkochten, en dan zie je wat er gedumpt wordt vanuit het beschaafde westen. Er was een meisje helemaal blij met haar muts, niet wetende dat het een theemuts was. Ook kerstmutsen en berenmutsen waren er te koop. Ze probeerden er mij een te verkopen voor 1000 shilling, maar ik sloeg af. Later in de bus had ik spijt dat ik niet voor die vier meiden die er stonden een muts had gekocht. Na de markt gingen we door naar Kasese voor de lunch. Piet en ik hadden samen sandwiches met friet genomen om te delen. We eten ons hier helemaal ongans, dus soms doen we even wat minder. Na het eten zijn we dollars gaan wisselen. In principe hadden we genoeg omdat we in de aankomende dagen ook met US$ konden betalen. Maar ik heb wel graag voldoende lokaal geld. Na het wisselen zijn we naar de supermarkt gegaan. Na het winkelen gingen we verder naar onze accommodatie voor de komende twee nachten. Onderweg zijn we nog even gestopt bij de evenaar. Daar stonden alleen twee bogen met Oeganda en Equator er op, maar toch mooi voor de foto’s.

Daarna stopten we bij de poort van het Queen Elisabeth National Park. Daar moest onze hoofdchauffeur nog wat regelen voor de volgende dag. Dat duurde een kwartiertje en toen gingen we weer verder. Na een korte rit kwamen we aan bij onze volgende plek. Daar kregen we een handdoekje om ons op te frissen, en een bietensapje. Om onze rekening te laten opmaken kregen we allemaal een leeg vel, waarop een letter werd geschreven. Natuurlijk hadden wij de letter P van Piet. Toen de letters allemaal waren uitgedeeld en opgeschreven kwam De reisbegeleider goed nieuws brengen. Omdat twee reisgenoten met een eenpersoons kamer toeslag samen in een tent wilden kregen we allemaal een safaritent met bedden toegewezen. Helemaal goed dus, twee nachten niet in een koepeltentje kruipen, maar gewoon lekker bedden en stroom. Omdat de gastheer niet helemaal wist hoe het zou werken met het diner heeft De reisbegeleider hem een handje geholpen en konden we ten lange leste toch gewoon opgeven wat we wilden eten uit het set menu. Nadat we onze bagage in de tent hadden gezet zijn we, zoals de traditie eigenlijk vereist, eerst maar eens een biertje gaan drinken. De reisbegeleider en een reisgenote schoven aan, en het werd heel erg gezellig. Kort daarna zijn wij naar onze tent vertrokken. Daar hebben we nog even op ons eigen platje gezeten, de nijlpaarden lagen waarschijnlijk vlak bij onze tent in het water, maar gelukkig komen ze er overdag niet uit. Het diner was prima geregeld toen eenmaal iedereen een drankje had. Dat ging ook wel weer erg omslachtig, ze hebben kennelijk het woord efficiënt nog niet uitgevonden. Maar het eten was prima. Tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht zagen we ineens een jonge hippo op het gras staan. Daar moesten we natuurlijk wel even voor terug naar de tent voor fototoestel en videocamera. Naar alle waarschijnlijkheid was het niet goed te zien op foto’s en film, het was nogal donker. Daarna hebben we nog een biertje gedaan in het lounge gedeelte.

Dinsdag 29 juli Queen Elisabeth NP

Om 5.15 uur liep weer de wekker af, we zouden weer gaan game driven. We zaten om kwart voor zes aan tafel, en het werd allemaal al heel snel gebracht. Het was een prima ontbijt, met alweer gebakken eitjes. Toen we de busjes in wilden gaan zei onze chauffeur dat er een nijlpaard liep. En dat klopte, op de weg tussen het grasland en de tenten. Hij werd weggejaagd door iemand met een kruiwagen, maar ik heb nog wel even kunnen filmen. Hopen dat het gelukt is, want het was nog behoorlijk donker. Gelukkig kwam hij nog wel terug, langs het doucheblok en zo tussen de tenten door. Nog even gefilmd, totdat hij echt in de buurt leek te komen. Toen zijn we maar de struiken in gedoken en naar de busjes gegaan. Het was wel spannend, het beest was groot en echt wel wild. Je zult het maar ‘s-nachts tegenkomen als je moet plassen! Na dat avontuur gingen we op safari. De reisbegeleider ging bij ons in de bus, en we reden voorop. Het eerste gedeelte van de rit was langs grasveld dat wel verbrand leek. Er was dan ook niets te zien. Na een poosje ging de telefoon van de reisbegeleider, het was een van de andere chauffeurs. Hij vroeg zich kennelijk af waar wij waren. Zij stonden al een poosje bij de leeuwen die daar in het gras lagen. Er lagen inderdaad drie mannetjes. Lekker uit te buiken van het ontbijt. Het was wel ver weg, maar we hebben er mooie opnames van kunnen maken. Nadat we de leeuwen op de film hadden gezet zijn we verder gegaan en kwamen we uit bij een zoutmeer waar ook wat souvenirshops waren.

Daar heb ik een sleutelhanger van een Masai krijger. Dat was wel niet helemaal Oeganda, maar Kenia is tenslotte het buurland en Masai zijn een nomadenvolk. Iets verder weg naar het meer was een huisje waar muziek uit klonk. Er bleken een aantal mensen muziek te maken. Later werd er ook gezongen en gedanst, het blijft fijn dat ik een goede camera heb, dan kun je nog eens wat filmen als het ver weg is. We hebben in een van de winkeltjes nog gekeken naar grote maskers, maar er geen gekocht. Als je twijfelt kun je het beter niet kopen, want dan is zelfs € 50,00 voor twee grote maskers te veel. Toen iedereen zijn of haar geld kwijt was zijn we verder gegaan. Omdat we nog steeds in een wildpark rijden kwamen we natuurlijk ook nog steeds wild tegen, vooral veel waterbokken. Na een poosje rijden kregen we nog meer leeuwen in de lens, er was een vrouwtje dat overstak en dus mooi aan de zijkant en voorkant van de bus liep. Jammer dat dan de buizen van het dak van de bus in de weg zitten. De leeuwin verbaasde ons door in een cactusboom te klimmen die een beetje van de weg af stond. Het was lastig te zien, maar we hadden haar zelf in de boom zien klimmen, dus het was echt waar. Na al dat moois zijn we terug gegaan naar de lodge om te gaan lunchen en wat te chillen. We hebben een klein rondje over het terrein van de lodge gelopen waarbij we langs een baai kwamen waar ook nog een paar nijlpaarden lagen. Waarschijnlijk lag die van die ochtend daar ook lekker te luieren. Daarna zijn we weer op pad gegaan voor de bootsafari. We waren wel heel benieuwd. De bootsafari die we daarvoor bij Murchisson Falls hadden gedaan was een beetje tegen gevallen in vergelijking met die in Chobe (Botswana) een paar jaar eerder. Toen de boot kwam zei de reisbegeleider dat we het beste links zouden kunnen gaan zitten, van daaruit had je het beste uitzicht. Dat laten we ons natuurlijk niet twee keer zeggen, beter naar tips te luisteren dan zelf dingen moeten ontdekken. Zo zaten we allemaal prima. Toen we gingen varen naar de overkant stond daar een gigantische olifant te drinken, een majestueus gezicht. We hebben die heel mooi op foto en film gezet, zeker toen hij ging lopen en buffels voor hem opstonden en uit de weg liepen. Het was een fantastische bootsafari, en zeker te vergelijken met Chobe. Veel nijlpaarden, olifanten en heel veel en veel verschillende vogels. Piet heeft eindelijk zijn nijlpaard met open bek op de foto. Ik keek net de andere kant op, dus heb hem niet kunnen filmen. Op het einde van de tocht, voordat we omdraaien om terug te gaan naar de aanlegsteiger, kwamen we langs een soort schiereiland waar honderden vogels stonden. De aalscholvers stonden daar een soort te kokhalzen omdat ze kennelijk altijd maar blijven door vissen en eten en het allemaal niet kunnen verteren. Er stonden dus ook een aantal andere vogels tussen die dan het uitgespuugde wel weer zouden opeten (moet je even niet aan denken). Er stonden maraboes tussen en zadeldekooievaars. Die hadden we ook al eerder gezien en zijn prachtig met hun rood/zwart/gele snavel. Op het laatst zagen we nog een bos zwijn, een gigantisch beest dat niet zo vaak gespot wordt, dus we hadden weer eens mazzel. Het was dus een heel speciale bootsafari, en we waren blij met onze opnamen en aanwezigheid om al dit moois te kunnen zien. Terug in de lodge bleek het personeel de tafels buiten te hebben gezet, en een paar olielampen te hebben opgehangen. We zouden dus buiten eten, prima met deze temperatuur.

Woensdag 30 juli Naar Ishasha campsite met kleine tentjes en zonder voorzieningen

Na het ontbijt zijn we weer op pad gegaan, deze keer naar de boom klimmende leeuwen van Ishasha. Dat moest toch heel bijzonder zijn, maar we hadden het natuurlijk al een dag eerder gezien toen de leeuwin in de cactusboom klom. Aangekomen bij de ingang van het park moesten we even wachten. Het entreebewijs is namelijk 24 uur geldig. En als je er dan te vroeg in gaat, kost dat gewoon de volgende dag een volledig entreebewijs. Beetje jammer van het geld, dus dat deden we niet. Toen het tijd was reden we door naar onze campsite. Een bijzonder plekje, alleen gescheiden door een riviertje van het buurland Congo. Deze was erg basic, er was een toilet huisje waar je niet in wilde zijn en verder niets. Maar het was een bushcamp, dus moet je er ook niets van verwachten en in de natuur kun je prima plassen. We zochten een plekje uit voor ons tentje, maar hebben het ook nog een paar keer versleept. We hadden een mooi plekje uitgezocht, maar dat was nogal drassig. De reisbegeleider zei dat het niet zo’n goed idee was omdat het wel koud zou optrekken. Er liepen ook bavianen die langs de tenten de campsite op kwamen. Maar uiteindelijk stonden alle tentjes en konden we weer op pad voor onze game drive. De gids die we mee kregen vertelde dat we eerst de zuid route zouden gaan volgen omdat het niet zo heet was en de leeuwen dan niet de verkoeling zochten in de bomen. En dat was wel waarvoor we hier naar toe waren gekomen. Natuurlijk kwamen we onderweg allerlei beesten tegen: topi’s, waterbokken, antilopen, buffels, zwijnen en een variëteit aan vogels.

Op enig moment kwamen we andere toeristen tegen die zeiden dat er een stukje verder leeuwen waren. Maar zij gingen een stuk verder, het werd veel te druk. Wij gingen door en zagen inderdaad een leeuwin in een boom liggen. Onze chauffeur zette het busje uit en we konden op ons gemak kijken, foto’s maken en filmen. Toen de anderen er aan kwamen gingen wij een stukje verder staan zodat zij er ook bij konden. Toen de leeuwin de boom uit ging was dat natuurlijk ook een schitterend gezicht, ze liep op haar gemak weg. Ze ging in een bosje liggen en toen was er niets meer voor ons te zien. Iets verder rijden kwamen we langs een plek waar gieren om de resten van een kill aan het vechten waren. We konden niet zien wat het was geweest, het was ook erg ver weg. Na deze ervaringen zijn we naar de canteen gegaan voor de lunch. Het was, net als de campsite, erg eenvoudig. Het eten was verder prima, de drankjes niet koud. Piet heeft nog mooie vogeltjes gefilmd. Na het eten gingen we terug naar de campsite om wat te rusten voordat we onze tweede drive later die middag zouden doen. Intussen hadden een stuk of tien nijlpaarden bezit genomen van het strandje aan de rivier. Gelukkig lag het strandje wat onder aan een dijkje, dus er kon niks gebeuren (als die beesten sowieso al zin hadden om te bewegen midden op de dag). We hebben er mooie opnamen van gemaakt, en ook van een hagedis. Twee reisgenoten waren er intussen achter gekomen dat hun tent op een mierensnelweg stond en gingen die dan ook snel verzetten. De beestjes waren nog niet in de tent, maar dat risico namen ze toch maar niet. De mieren in Oeganda zijn namelijk nogal agressief. Maar ook dat was allemaal op tijd geregeld. Ik heb nog wat liggen lezen op een betonnen randje, net als een aantal anderen. Toen het tijd was zijn we weer gegaan voor onze tweede gamedrive van die dag. Daar zijn we helaas geen leeuwen meer in bomen tegen gekomen, maar wel een mannetjes leeuw die lekker in het hoge gras lag. Ook die lag helaas niet aan de rand van de weg, dus inzoomen was weer heel erg nodig. Op een gegeven moment kwam er een auto met andere toeristen aan die niet helemaal begrepen dat je de motor af zet als je naar zo’n beest staat te kijken, en ook de hints van de ranger niet begreep. Je vraagt je soms af waar het verstand van mensen zit. Helaas hebben we verder niets nieuws gezien, en ook niets in grote hoeveelheden. Alleen een boom met leuke aapjes. Daar konden we natuurlijk weer geen genoeg van krijgen, het licht werd rond dat tijdstip ook wel weer heel erg mooi. We hebben de ranger terug naar de poort gebracht en zijn toen met ons busje nog een poosje gaan rondrijden. Terug op de campsite had de reisbegeleider gezorgd voor een paar kratten drinken, inclusief bier. Na het “aperitief” zijn we met de busjes naar de canteen gegaan voor het diner. Daar was al een andere groep die de grote tafel buiten in beslag hadden genomen. Maar dat lossen ze heel snel op: al de tafels en stoelen van binnen werden naar buiten gezet. Helaas was er niet al teveel licht en moesten we ons behelpen met onze koplampen en een paar lampen die zij hadden. Het eten was hetzelfde als die middag, niets bijzonders maar voedzaam. Terug op de campsite zijn we meteen naar de tent gegaan, Piet heeft daar nog zijn whisky en cola opgedronken, en we gingen al snel slapen.

Donderdag 31 juli Naar  Bwindi Gorilla Safari Lodge

Na een onrustige nacht waarin het aan het einde van de dag wel koud werd zijn we de tent gaan afbreken. Onderweg stopten we natuurlijk eerst bij de canteen voor het ontbijt. Dat was ook wel weer erg eenvoudig, maar wel met gekookte eitjes en fruit, dus eigenlijk wel prima. Nadat we afscheid hadden genomen van de beheerder van de canteen zijn we doorgereden naar de poort van het park. We moesten er wel op tijd uit zijn, omdat het entreekaartje maar 24 uur geldig was. Onderweg verder kwamen we natuurlijk ook nog wel beesten tegen, waaronder een zadelbekooievaar, maar ook een grote groep kraanvogels. Die hebben we op de grond gezien, maar ook in volle vlucht. Dat was dan in ieder geval een cadeautje die dag. Verder was het een lange reisdag, met zoals steeds slechte wegen. Onderweg zijn we gestopt in Kihihi, een stadje met een supermarkt en een postkantoor. Helaas was dat gesloten, dus we gaven het op om kaarten te sturen naar het thuisfront. We zijn dus door gereden en hebben met de rest van de groep “geluncht” met koekjes en fruit dat de reisbegeleider had gekocht in Kihihi.

De lunchplek lag mooi aan een meer. Piet zag daar ook nog een otter. Na de pauze zijn we verder gaan rijden naar onze hoofdbestemming op deze reis: Bwindi Impenetrabel Forest. Daar zouden we op gorilla trekking gaan. Aangekomen in de Gorilla Safari Lodge bleek die erg leuk te zijn, maar helaas overboekt. Dat betekende dat er vier mensen, samen met de reisbegeleider naar een ander hotel moesten. Helaas hadden wij deze keer niet alleen een huisje, maar een soort familiekamer met twee slaapkamers (wel met eigen badkamer). De kamers waren gescheiden door een dun wandje en een tussendeur die op slot was. Het was dus erg gehorig, maar wel heel leuk. We keken vanaf onze veranda met eigen bank uit over het dorpje onder ons en iets verder over het oerwoud waar we later op zoek zouden gaan naar de gorilla’s. Nog voor het eten namen we een wijntje. De bar was goed voorzien, maar niet heel goedkoop. Dat zou het eten ook wel niet zijn, dat heb je in een luxe lodge aan de rand van het oerwoud. En dan ook nog een lodge waar rijke toeristen komen die veel geld neerleggen voor een uurtje gorilla’s kijken. Dan weten ze zelfs in Oeganda raad met de prijzen. We hadden om zes uur de briefing over de komende dagen, en daarin bleek dat wij de tweede dag op bezoek zouden gaan bij de gorilla’s. Vier andere reisgenoten zouden de volgende dag al gaan, maar moesten wel eerst anderhalf uur met het busje onderweg naar de startplaats. Wij zouden de volgende dag de community tour doen. Dat geeft een beeld van hoe de mensen hier wonen en leven, en geeft ook financiële steun aan die community. Het eten was verder prima, de wijn ook. Dus prima vertoeven, we zijn dan ook niet heel vroeg naar bed gegaan.

Vrijdag 1 augustus Bwindi Impenetrabel Forest

Onze eerste dag in de buurt van de gorilla’s. Vier mensen van de groep gingen al op trekking naar het hoofddoel van onze vakantie in Oeganda. Zij moesten eerst anderhalf uur met het busje, en vertrokken dus om half zeven. Wij hadden het ontbijt om acht uur afgesproken, we zouden met een aantal mensen de community tour gaan doen. Het ontbijt was redelijk chaotisch.

Wat we de vorige avond hadden doorgegeven moest nu weer, een het duurde een aardig tijdje voordat alles er was. Uiteindelijk kregen we geen fruit, maar was er wel een lekker eitje. De worstjes vertrouwde ik niet, die waren wel heel zacht. Die hebben we dus maar laten liggen. Om tien voor negen zijn we gaan lopen onder begeleiding van twee gidsen. We zijn langs een aantal “bijzonderheden” gelopen. Het eerste bezoek was aan het kantoor waar we 50.000 shilling per persoon mochten neerleggen. Maar nog voor dat waren we al aan het shoppen. We hebben een klein gorillaatje als sleutelhanger gekocht. Daarna gingen we lopen en hebben we eerst een bezoek aan het schooltje gebracht. Daar werden we ontvangen door het hoofd van de school, die ons uitlegde hoe groot de school was en uit welke klassen deze bestond. We hebben ook een rondleiding gekregen. Daarna werden we met zang en dans door de kinderen welkom geheten, dat was wel weer heel erg leuk. Daarna gingen we verder lopen, we liepen langs een paar pygmee vrouwen, die het kennelijk niet fijn vonden dat we langs liepen, en zeker niet wilden dat we foto’s maakten. Ze stonden aardig te schreeuwen, de gids zei dat ze dronken waren. De pygmeeën waren in 1991 in de gemeenschap opgenomen omdat ze uit het woud weg moesten. Het werd een natuurpark en het kon niet zo zijn dat zij daar nog leefden en de dieren schoten. Maar geen van hen was daar vrijwillig weg gegaan, en dat merkte je ook. En de Oegandese gidsen spraken ook niet zo lovend, ze vonden ze vies en klein. Die volgorde zegt wel wat. We liepen naar de rand van het bos, daar zagen we een grot waar de pygmeeën vroeger in woonden. Het was nogal een verschil, dus ik snapte wel waarom die mensen het niet fijn vonden in het dorp. In de grot hadden ze eigen ding, ze leefden in het groen en waren van niemand afhankelijk. In het dorp werden ze wel opgevangen, maar niet als volwaardig gezien (dat was in ieder geval mijn indruk). Na het bezoek aan de grot zijn we naar een pygmeeën familie geweest waar we ook weer werden verrast met zang en dans.

Daar kwam wel een mandje voor een fooi tevoorschijn. We hadden aan onze gids gevraagd wat een redelijke fooi was, maar die gaf zo’n belachelijk hoog bedrag op dat we dat niet deden. We hebben zowat allemaal wat gekocht, ik een onderzettertje. Daarna hebben we een kleinere fooi gegeven. We hebben daarna ook nog aan de school gedoneerd. Daarna zijn we naar een vrouwenproject gegaan. Het zijn allemaal vrouwen met hiv, die mandjes en onderzetters van een soort riet maken om te verkopen. Ook daar weer zang en dans, en we werden ook nog uitgenodigd mee te doen. En toen was het tijd om uit het winkeltje van de vrouwen iets te kopen als sponsoring. Ik had al wel wat gedoneerd gedoneerd, maar een potje voor de oorbellen kon er nog wel bij. Ik heb er ook meteen een voor Saskia en Joke gekocht. Zijn die misschien ook wel blij mee, vooral als ik zeg dat het voor een goed doel is. Nadat we de gids ook nog een fooitje hebben gegeven zijn we terug gelopen naar de lodge voor de lunch. En daarna hebben we niet heel veel meer gedaan dan de foto’s en films overzetten en wat aan het reisverslag gewerkt. En natuurlijk alle accu’s en batterijen opgeladen voor de grote dag. Alweer een lekkere luie middag, dat bevalt wel, zo een paar luie middagen er tussen. Rond half drie kwam de eerste groep terug van hun trekking. Ze hadden het prima gehad, hadden maar een uurtje gewandeld door de theeplantages en twintig minuten door de jungle toen ze de gorilla’s tegen kwamen. Ze hadden veel gezien en mooie foto’s gemaakt. Natuurlijk hebben we die avond ook lekker gegeten, maar niet zoveel gedronken, en op tijd naar bed. De volgende dag stonden de gorilla’s op het programma.

Zaterdag 2 augustus Bwindi Impenetrabel Forest

Om half zeven liep de wekker af. Het ontbijt was op tijd klaar voor iedereen, we waren ook allemaal een beetje gespannen, hoe zou het gaan lopen? We gingen in twee busjes naar het startpunt (dat op vijf minuten lopen van de lodge af lag).

Daar aangekomen waren er natuurlijk meer toeristen, er worden vanaf daar vijf families gorilla’s bezocht, dus dat betekende 40 toeristen. Samen met een aantal reisbegeleiders, rangers en porters was het een gezellige drukte. We kregen eerst de gelegenheid om t-shirts en andere gorilla spullen te kopen. Daarna kregen we een algemene briefing en werden we toegewezen aan onze gorillafamilie. We gingen de Nshongi familie bezoeken, een familie van 10 gorilla’s. We namen allemaal een porter, niet alleen om onze rugzak te dragen, maar ook om ons een handje te helpen als dat nodig was. We kregen ook allemaal een stok. Ik had van verschillende mensen begrepen dat het niet zo handig was om je eigen stok mee te nemen omdat die zou kunnen breken. Omdat wij vanaf die plek vertrokken hoefden we niet eerst met een busje een stuk verder gebracht te worden, en begonnen dus al snel te lopen. Het begon al goed, de eerste drie kwartier was alleen maar stijgen. Het was dus flink aanpoten, maar naar het eerste stuk werd het even wat vlakker en liep het soms ook wat naar beneden. Omdat een aantal van ons sneller liepen is de groep gesplitst. De voorste groep wachtte steeds wel als ze een poosje voorop waren gelopen, we moesten wel als een groep blijven lopen. Op enig moment moesten we heel steil dalen, toen die afdaling was gedaan liepen we een stukje bijna vlak, en daarna begon het pas echt. We moesten op een gegeven moment naar boven op een helling van ongeveer 44 procent, met veel grote stappen. Het was loodzwaar en een paar keer heeft mijn porter me echt naar boven moeten hijsen. Het was intussen ook een aardig smal paadje geworden, met wortels op de grond, en laaghangende takken boven je hoofd. Ik was dus erg blij met mijn eigen mannetje. Maar de verkenners hadden de gorilla’s gevonden en we wisten waar we de gorilla track op moesten. Dat laatste was echt heftig. Door de jungle, over de jungle bodem met lianen waar je achter bleef hangen en takken met stekels waar je aan bleef hangen. Er moest vooraan dan ook echt gekapt worden door de rangers.

Op een gegeven moment stonden we stil en zei de ranger dat we onze tassen, stokken en porters moesten achterlaten. Het was nog maar een paar minuten tot de gorilla familie. We namen onze camera’s uit de tassen en gingen opgewonden verder. De eerste die we zagen was een gorilla van vier jaar, die ging al snel weer de bosjes in. Maar niet nadat hij op een tak een staaltje roffelen op zijn borst had laten zien (nadat de ranger dat ook had gedaan). En toen kwam er een kleintje van een half jaar de show stelen. Hij begon met zijn neus leegpeuteren voor de camera en buitelde toen langs en over verschillende takken heen. Hij kwam zelfs heel dichtbij, probeerde Piet zijn veters los te maken en sprong bijna bij iemand anders op schoot. Toen hij ook nog probeerde iemand aan te raken kreeg hij van een ranger tikken op zijn vingers. Gorilla’s mogen mensen niet aanraken, niet vanwege ziekte maar zeker ook niet vanwege vermenselijking. Hij keek wel een beetje beteuterd, en je zou bijna zeggen dat hij pruilde en wilde gaan huilen. De silverback van de familie bleef maar een beetje met zijn rug naar ons toe zitten, terwijl de kleine dondersteen bezig was. We hebben wel een paar keer een beetje verder moeten lopen om ze te volgen, maar dat waren maar kleine stukjes. Op een gegeven moment hadden we een scène waarbij de silverback op zijn buik lag, de kleine op zijn rug zat alsof hij paardje wilde rijden, en twee andere gorilla’s de silverback aan het vlooien waren. De kleine kletterde ook een paar keer van zijn rug af, en kroop er dan vrolijk weer op. Totdat papa het genoeg vond, en er vandoor ging. De kleine en een van de anderen ging met hem mee, en een gorilla bleef mooi voor de camera zitten. Het was een fantastisch gezicht. We moesten nog even doorlopen om de silverback weer te zien, maar die bleef op zijn buik liggen, dus we zagen niets dan zijn zilveren rug. Dat heeft hij minstens tien minuten vol gehouden, precies de tijd die wij nog hadden. Maar toen we weg liepen zat hij een stukje verder er wel mooi voor. Toch snel nog een paar shots kunnen nemen. Toen we allemaal het laatste shot hadden genomen zijn we weg gegaan. Een kwartiertje later kwamen we op een plekje waar we onze lunch hebben gegeten. Toen iedereen klaar was zijn we weer op pad gegaan, terug naar de lodge. Het leek heel erg gemakkelijk te gaan, we hoefden niet meer over een gorilla track, en dat scheelt al een hoop. En we hoefden niet de heel steile helling weer af. Maar we moesten wel de helling op klimmen waar we eerder vanaf waren gegaan. Maar toen was het ook gedaan en liepen we verder alleen nog maar vlak of omlaag. En dat loopt toch een stuk gemakkelijker. Onderweg naar beneden heb ik mijn camera uit de tas gehaald, ik wilde toch wel wat van de omgeving filmen, en naar boven lopend was dat die morgen geen optie geweest. Aangekomen bij de banda bij het startpunt kregen we allemaal een certificaat en gaven we de tip af die onze reisbegeleider had meegegeven. Daarna gingen we terug naar de weg waar het busje weer op ons stond te wachten. We liepen nog even het winkeltje binnen om te kijken of ze een t-shirt had met de naam van de gorilla familie er op, maar dat was niet het geval.

Ik had er al een gekocht, dus zat toch niet zonder, maar het was leuk geweest om de algemene te ruilen voor een met de naam van onze eigen gorilla familie. Om vier uur waren we terug in de lodge en hebben we er eerst een biertje op genomen. Daarna zijn we naar de kamer gegaan, en hebben we lekker warm gedoucht. Daarna zijn we met de spullen om foto’s en films over te zetten terug gegaan naar de bar. We hadden namelijk geen stopcontacten op de kamer. Toen de laatste groep om zeven uur terugkwam stonden een paar gezichten op onweer. Zij hadden heel ver moeten lopen en de meesten van hen hadden geen mooie foto’s kunnen maken door het struikgewas. De gorilla’s liepen ook steeds weg. Gelukkig hadden wij dat allemaal niet gehad, en hadden wij minder ver hoeven lopen en ze wel goed gezien en op de foto’s en film.

Zondag 3 augustus Naar eiland op Lake Bunyoni Bushara Island Camp

Om kwart voor zes liep de wekker af, we moesten alles nog inpakken. We hebben zo zachtjes mogelijk gedoucht en de tassen ingepakt. Na het ontbijt met pannenkoeken (de eieren komen ons neus uit) zijn we gaan rijden voor onze overtocht naar een eiland op Lake Bunyoni. We gingen in twee boten over, een voor de bagage met een paar passagiers, en een met alleen passagiers. Aangekomen moesten we een klein klimmetje doen, maar gelukkig werd onze grote bagage gedragen. In het restaurant annex receptie hebben we even gezeten tot de reisbegeleider de tenten / huisjes uitdeelde. Wij hadden een familie cottage, met een huiskamer en twee slaapkamers. Het toilet en de douche waren In een apart blok naast de cottage. Nadat we onze tassen op de bedden hadden gegooid zijn we nog even naar boven gegaan om te horen wat er afgesproken was over de fooien.

Terug bij de cottage hebben we snel het tafeltje en twee stoelen buiten gezet om lekker op ons eigen platje te kunnen zitten. Ik heb daar aardig aan het reisverslag kunnen werken. Halverwege de middag zijn we weer naar boven gelopen om warm water voor zes uur te bestellen. Dat komen ze dan brengen, en storten ze in een tank boven de douchekop. Ik ben daarna weer even verder gegaan met het reisverslag op ons eigen platje. Om zes uur was het warme water er en hebben we gedoucht en zijn daarna naar het diner gegaan. Dat was verder prima. Ik heb twee filmpjes van de gorilla’s laten zien waar iedereen erg van onder de indruk was. Piet heeft ook de Garmin uitgelezen, en we konden onze groep dan ook vertellen wat we allemaal hadden gedaan op onze tocht aan klimmen en dalen en hoogte enz. Na het eten hebben we nog en biertje gedaan bij de open haard, dat was wel weer gezellig. Daarna zijn we samen, dwars door de wolken van muggen, naar onze cottage gegaan. Daar hebben we wat kaarsjes aangestoken, en heel veel kleine muggetjes geplet. Moeten ze maar van mijn iPad afblijven.

Maandag 4 augustus Naar Lake Mburo campsite

De wekker liep om zes uur af, we zouden nog een keer warm water krijgen om te douchen. Helaas kwam dat pas toen we allebei al klaar waren en bezig met het inpakken van de tassen. Maar we hadden de avond ervoor nog gedoucht, dus het was wel prima zo. Bovendien was het donker, en dan is douchen ook niet zo handig als er geen licht in de badkamer is. We hebben de grote rugzakken op de veranda gezet, die zouden opgehaald worden. Dat was maar goed ook, het was nogal een klim naar boven. Het ontbijt bestond uit dikke pannenkoeken, scones en toast. De bagage werd naar beneden gedragen en in de boot geladen. En na tien minuutjes varen waren we alweer op het vasteland. Toen we eenmaal op weg waren hebben we even gereden totdat we in een stadje aankwamen waar we konden wisselen en nog wat boodschapjes konden doen. Ik werd volledig gefouilleerd voordat ik de bank in mocht. Piet bleef daarom maar buiten staan met de spullen, ik nam alleen mijn portemonnee mee naar binnen. Daar heb ik 150 US$ gewisseld. Het was eigenlijk de bedoeling om er 160 te doen, maar op een briefje van 10 of 20 kreeg je een heel lage koers, dus dat heb ik maar niet gedaan. Toen we naar het postkantoor gingen voor een paar postzegels bleek dat weer dicht te zijn. We geven het maar op. We gingen weer verder, over een prima asfaltweg. Na een poosje stopten we weer voor een toiletstop bij een benzinestation. Daarna reden we langs een bananenmarkt. Onze chauffeur stond daar even stil om ons een foto te laten maken, maar kennelijk was dat niet de bedoeling. Er kwam een mannetje op ons af die de chauffeur een flinke klap met een stok op zijn arm gaf en goed tegen hem tekeer ging. Toen zijn we maar snel doorgereden. We zijn er allemaal wel een beetje van geschrokken en durfden verderop dan ook geen foto’s meer te maken van de fruitstalletjes. Na een poosje kwamen we aan in Mbarara voor de lunch.

Eerst zijn we nog gestopt bij het postkantoor, eindelijk konden we aan postzegels komen. We hebben er maar zes genomen. Daarna reden we snel door naar de lunchplek, waar er samen een tosti met patat deelden. Aangekomen bij de kampeerplek hebben we eerst de tent opgezet. Ondanks dat het redelijk hard waaide ging het best wel soepel. Na die exercitie hebben we een game drive gemaakt met ons eigen busje. We kregen een ranger mee, maar daar hadden we niet veel aan. Wij zagen steeds iets het eerst, en dan vertelde hij wel wat het was. We hebben voor het eerst deze reis impala’s en zebra’s gezien. Verder nog wat vogels en een scène met een half aangevreten zebra waar gieren en maraboes aan bezig waren. Daar hebben we mooie opnamen van kunnen maken, dus de drive was toch wel weer goed. Maar je merkt aan alles dat het wel een beetje klaar is. We worden moe en een beetje melig, en kijken dus ook niet meer zo verwonderd naar alles wat langs komt. Behalve die zebra met gieren dan, maar zoiets hadden we nog niet eerder gezien. Het eten was een drama. De soep was niet te pruimen, ze hadden een pak poeder genomen en daar te weinig water bij gegooid en niet goed geroerd. Te zout en klonten meel. Dus iedereen liet het staan. Het hoofdgerecht was op delen wel lekker, de rijst en kip waren prima. Maar na het eten deden we als groep een praatje voor de reisbegeleider en de chauffeurs, en werden de enveloppen uitgereikt.

Dinsdag 5 augustus Naar Kampala Hotel Le Bougainviller

We hadden de wekker om zes uur gezet, maar ik werd om half zes wakker omdat ik moest plassen. Piet zei dat het niet handig was om naast de tent te gaan zitten omdat er een bewaker rondliep met een grote schijnwerper. Toen hebben we ons maar aangekleed en zijn we ons gaan wassen. De andere groep werd ook al wakker, die zouden een game drive gaan maken om half zeven.

Er was dus alom leven op de camping. Nadat we de tent hadden afgebroken hebben we onze grote bagage bij een van de bussen gezet, die ging eerder naar kampala, en het is wel handig als dan de bagage er is als wij er ook zijn. Onderweg naar de uitgang van het Lake Mburo NP en net daarna hebben we nog wat wild gezien, waaronder ook de elandantilopen die alleen hier in Oeganda voorkomen. We zijn onderweg nog even gestopt om te tanken, en om de band van de bus wat verder op te pompen. Het is wel een rustige bus. Wat we wel meemaakten was een hele grote kudde van de koeien met de grote hoorns op de weg. We konden er bijna niet doorheen, en toen er twee in de knoop zaten botsten ze onder het losmaken tegen de bus. Maar we zijn er ongeschonden, en met mooie film en foto’s doorheen gekomen. We merkten niets van agressiviteit van de herders, ook niet bij de volgende plek. Daar werden de beesten gewassen, ook dat hebben we vastgelegd. We waren mooi op tijd bij de evenaar en hadden drie kwartier om te shoppen. Die hadden we niet nodig, in een heel korte tijd had ik een schilderij gekocht op ficusbast, daarbij twee ovenwanten en een klein cadeautje voor Marijn: een houten giraf op wieltjes. Als we thuis zijn kopen we wel een pluchen gorilla voor hem via het WNF, hier kom je daar niet aan. Na al dat vermoeiende shoppen zijn we naar de winkel/restaurant gegaan voor de lunch. Daar kochten we nog een nieuwe fruitschaal en twee biertjes. Snel daarna kwam de lunch die helemaal prima was. Piet had chicken wraps, en ik chapati met rundvlees. Na de lunch gingen we weer verder rijden naar Kampala, onze eindbestemming. We hebben wat foto’s onderweg gemaakt vanuit een rijdende bus, maar ik heb aardig wat zitten doezelen ook.

Aangekomen in ons heel erg mooie hotel zijn we eerst bij een aantal mensen de kamers gaan bewonderen, en daarna op het dakterras om een biertje te drinken. Omdat we niet voldoende shillings hadden, en een reisgenote er teveel had hebben we een aantal US Dollars bij haar gewisseld. Na het biertje zijn we samen even het hotel uitgelopen om te kijken of er restaurants in de buurt zijn. We willen namelijk niet in het hotel eten. We liepen het hotel uit en kwamen al snel bij twee restaurants uit. Een Indiaas en een algemeen. Al lopende kwamen we bij een markt uit, altijd leuk om overheen te lopen. Maar wij werden daar de bezienswaardigheid, zoveel mozungo lopen daar niet. Onderweg naar het hotel kwamen we ook nog langs een Italiaans restaurant, dus er was keuze genoeg voor die avond. We hebben de reisgenoten die op het terras zaten ook nog verteld wat we gevonden hadden en zijn toen met een biertje om te delen naar de kamer terug gegaan. Daar hebben we lekker op ons eigen terras / binnentuintje gezeten. Rond half zeven zijn we onder een heerlijk warme en grote douche gegaan. Het was lastig om eronderuit te gaan, maar je kan er niet heel de avond onder blijven staan. Wijzijn bij het Italiaanse restaurant in de straat gaan eten. Daar zat de reisbegeleider ook, ik heb voor de zekerheid nog US$ 20 bij hem gewisseld. Toen de menukaart kwam vroeg ik om twee limoncello om mee te beginnen, maar helaas was die er niet. Dan maar een flesje wijn. Ze hadden niets alles van de kaart, maar een lekker Tamao was er wel. Die was niet koud, maar ze zou een ijsemmertje brengen en dan zou het wel goed komen. Uiteindelijk kwam ze toch nog met een koude fles, en toen ik alsnog een wijnkoeler vroeg kwam die ook. Helemaal goed dus. Toen ze de fles open wilde maken greep Piet in, ze verpeste bijna de hele kurk. De bestelling die we opgaven was er gewoon, dus we namen steak met pepersaus en kipfilet met champignonsaus. Vergezeld van een lekkere salade en patatjes was het prima. Het was allebei erg lekker. Na het eten en het leegmaken van de fles wijn hebben we ter afsluiting een cappuccino genomen, en die was ook voortreffelijk. Terug in het hotel wilden we nog een biertje meenemen voor ons terras, maar de bar was dicht. Toen hebben er de receptionist / bewaker maar een op de kamer laten bezorgen.

Woensdag 6 augustus Naar huis Nacht in vliegtuig

De laatste dag in Oeganda. Na een warme en woelige nacht zijn we om zeven uur opgestaan en zijn we begonnen aan de tassen. Na dat karwei, wat een beetje lastig is omdat we ook wat souvenirs hadden gekocht die nogal breekbaar waren zijn we met een deel van de groep naar het Mabamba moeras gegaan, op zoek naar de zeldzame schoenbekooievaar. We moesten nogal een eindje met de bus onderweg, dwars door de buitenwijken van Kampala. Het werd steeds armoediger, maar daar zijn we intussen wel aan gewend. Mensen (vooral kinderen en vrouwen) blijven wel steeds zwaaien en lachend groeten. Toen we eindelijk aankwamen op de opstapplaats lag onze boot al klaar en zijn we snel ingestapt. Het was een grote roeiboot met een buitenboordmotor. We hadden ook een gids aan boord, maar die vertelde niet veel. Dat was ook niet nodig, want het was sowieso een leuke tocht.

En we hebben de gezochte ooievaar ook snel gevonden. Het is een heel speciaal beest, alsof hij een miljoen jaar geleden is ontwikkeld en verder stil heeft gestaan. De krokodil onder de vogels kun je wel zeggen. Maar we hebben ook meer gezien: eendjes, koeten, maar ook de bladlopers die we in Costa Rica “kippen” noemden. Ook een heel aantal kingfishers, reigers en aalscholvers waren weer present. Deze keer wel de kleine kingfishers, de zeer kleurige soort. Deze boottocht leek wel een beetje op de tocht in de Okanvanga Delta, maar dan met motor en dus iets minder rustig. Toen we uit de boot kwamen hoorde onze chauffeur dat het pontje tussen Kampala en Entebbe weer voer. Dat scheelde nogal wat hobbelen over een slechte weg. Het was leuk om te zien hoe het leven zich daar afspeelde. Bijvoorbeeld met brommers die vracht kwamen afleveren. Er was er een die een kist met tomaten achterop had. Die was zo zwaar dat hij door drie jongens moest worden afgeladen. De koerier liet vervolgens die krat gewoon staan. “Zo, ik heb mijn vracht afgeleverd, en verder zoeken jullie het maar uit”. Toen de pont na de eerste overtocht terug kwam stond er ook een vrachtwagen op met een onderdeel voor een andere pont die kapot in het water lag. Toen die vrachtwagen van de pont was gereden hoorden we dat er niet meer gevaren zou worden. Dan maar weer hobbelen dachten we, maar gelukkig viel het mee. De havenmeester vond toch dat je niet zomaar een hoop mensen kon terugsturen en sommeerde dat er nog een keer gevaren moest worden. Dat was op zich ook wel een hele belevenis, maar ik was uiteindelijk blij dat we heelhuids aan de overkant waren. Het blijft een rare gewaarwording op zo’n pont als je weet dat er nogal regelmatig van die dingen zinken. En zeker als je dan ziet hoe vol dat ding geladen wordt. Maar het was weer goed afgelopen. We hoefden nog maar een stukje te rijden naar het restaurant aan het water waar we een laatste pizza of iets anders zouden nemen voordat we naar het vliegveld gingen. Omkleden konden we in het toiletblok van het restaurant aan de overkant van de straat. Het eten ging allemaal prima.

Na het eten werden we door onze busjes naar het vliegveld gebracht. Aangekomen bij het vliegveld hebben we onze chauffeur nogmaals bedankt, en hebben we afscheid genomen van de reisbegeleider. Ik heb het grootste gedeelte van mijn overgebleven shillings terug gewisseld naar US Dollars. De paar die ik nog over had waren goed voor een biertje, ik wilde toch niet meer shoppen. Na wat hangen op het vliegveld, wat slapen in het vliegtuig kwamen we redelijk snel aan op Schiphol. Daar namen we afscheid van al onze reisgenoten, het was mooi geweest. We hebben geen koffie meer gedronken, maar zijn via het toilet meteen naar de trein gegaan. De treinreis verliep net zo voorspoedig, en toen we op het station in Den Bosch aan kwamen stond de bus ook al klaar. Zo zou het altijd moeten zijn. Het was in alle opzichten weer mooi geweest!