Reisverslag Peru

Inleiding

Op het laatst bijna dagelijks trainen op de loopband in het Studenten Sport Centrum, veel wandelen om lang achter elkaar te kunnen lopen, bijna altijd als het mogelijk was met het weer op de fiets overal naar toe, weekenden in Sauerland en Ardennen om bergen te lopen. Het kon niet op met de voorbereiding voor de Inca Trail die we in deze vakantie gingen lopen. Dus volop voorpret, ook in Peru zelf nog met de verschillende wandelingen. En in tegenstelling tot wat door veel mensen gedacht wordt is de trail van vier dagen helemaal niet zo druk. Ik ben niet snel, maar ben niet ingehaald. We hebben niet meer dan twintig toeristen gezien in die vier dagen (behalve dan op de campsites, maar ook die kwamen we tijdens het wandelen niet meer tegen). Wel werden we regelmatig ingehaald door porters, maar we hebben nooit het idee gehad op een overvol pad te lopen. Veel mooie andere dingen ook gezien: Juanita: het als ijsmeisje gevonden offer van de Inca’s in de bergen; veel festivals voor patroonheiligen met dans en muziek; de vlucht over de Nazca lijnen en als tweede hoogtepunt na de Inca Trail het Inti Raymi festival. We hadden er deze reis niet speciaal voor geboekt, maar het was wel heel erg leuk om mee te kunnen maken. Peru is dus de moeite waard, prachtige toppen van de Andes en de condors boven een van de grootste kloven van de regio.

Dinsdag 4 juni Hotel Grand Faraona

We zijn om kwart voor vijf opgestaan, het lijkt wel weer vakantie. Omdat we met het openbaar vervoer gaan, en geen zin hebben om in de spits in de trein te moeten staan met onze rugzakken hebben we de trein van 6.38 uur naar Schiphol genomen. Het ging helemaal prima, we waren er dus al om kwart voor acht. Maar dat was niet erg, we zijn liever op tijd dan dat we in de trein of bus zitten te stressen. We zijn gelijk naar vertrekhal drie gegaan, omdat ik dacht dat we daar moesten zijn. Dat was ook zo, maar naar wat bleek alleen om de Doppers op te halen. Daarna zijn we gelijk doorgegaan naar de bagage drop off. Daarvoor hebben we nog labels aan de tassen zelf gedaan, niemand zou namelijk weten waar de tassen naar toe zouden moeten omdat er nergens een naam of hotel op stond, en dat is onhandig als ze verkeerd gestuurd worden. De bagage drop off is intussen zelfbediening, maar er was voldoende personeel om te helpen, dus het zou wel goed komen. En dat kwam het ook, gewoon de instructies opvolgen. Nadat mijn tas een keer terug kwam omdat het label niet goed zat was het al snel klaar en konden we door de douane. Omdat het nog vroeg was ging dat ook snel, en zaten we al gauw aan een cappuccino. Na nog een keer rondgelopen te hebben kwamen we langs een winkel met Hollandse souvenirs. Daar hebben we een “Delftsblauwe” pot gekocht met afbeeldingen van Hollandse dingen zoals molens en klompen. Misschien vinden de mensen waar we slapen op het Titicakameer wel leuk, en anders gooien ze hem wel weg. Ik vind het leuk om een aardigheidje mee te nemen.

En aangezien we niet weten of, en hoeveel kinderen ze hebben kunnen we niets anders verzinnen. Gelukkig konden we al snel boarden, en ondanks dat de passagiers geen boodschap hadden aan de volgorde verliep het boarden soepel. Omdat het vliegtuig problemen had met één van de startmotoren en daar even een extra generator bijgezet moest worden vertrokken we een kwartiertje te laat. We zaten helaas aan het raampje (en de stoel ernaast), en dat betekende dat de dame naast ons toch een keer of zes op heeft moeten staan. We gingen dan wel samen tegelijk eruit, zo sociaal zijn we dan ook wel weer. De verzorging was verder prima, KLM heeft wel voordelen. De vlucht duurde lang, maar ja.. Toen we aankwamen op Lima Airport waren we best snel door de paspoortcontrole, maar we hebben erg lang op onze koffers moeten wachten. Eigenlijk zagen we allebei de bui al hangen: zouden wij nu aan de beurt zijn om geen koffers op de heenweg te hebben? Gelukkig was dat niet het geval, maar omdat we vroeg hadden ingecheckt zat onze bagage natuurlijk helemaal achterin het vliegtuig en duurde het dus even. Toen we eenmaal onze rugzakken hadden opgegooid zijn we naar de aankomsthal gegaan. Daar werden we opgewacht door onze reisbegeleidster en de rest van de groep. Nadat we allemaal gepind hadden zaten we al snel in de bus voor de rit naar ons hotel. Annette begon al wat te vertellen, ze zal ons wel veel informeren. Voorlopig bleek dat we naar een ander hotel gingen, maar dat boeide niet zoveel, we waren er allemaal klaar mee. Het werd Hotel Faraona. Aangekomen in het hotel bleek ook niemand meer te willen eten, en hebben we een pisco sour van het huis gekregen. Was lekker, en daarna nog met een paar mensen een biertje. In de kamer hebben we de tassen nog omgepakt en zijn we om half twaalf bekaf gaan slapen.

Woensdag 5 juni Naar Pisco

We moesten weer op tijd op om verder te gaan. Gelukkig hadden we de avond ervoor alles al klaar gelegd, maar toch lieten we de wekkers om half zeven aflopen. We hebben een hekel aan haasten, en het ontbijt was toch al om zes uur. Toen we net klaar waren met het ontbijt wat bestond uit broodjes jam en een roerei kwam de keuken met allerlei lekkere dingen zoals ham en kaas en tomaat. Allebei hebben we daar nog wat van genomen, maar we waren eigenlijk al klaar. We zijn nog even naar boven gegaan om onze tanden te poetsen en de rugzakken te halen, en toen konden we met z’n allen weg. Op weg naar Pisco, waar ze de lokale drank (Pisco dus) brouwen. De weg er naar toe duurde de hele ochtend, en aangekomen bij de plaats van bestemming zijn we eerst gaan lunchen. Dat was op de boulevard, en helemaal niet verkeerd. We namen allebei vis, en deelden een grote bier met elkaar. Dat is eigenlijk genoeg, bovendien zouden we ook na de lunch nog gaan wandelen en dan is teveel alcohol ook niet zo handig als het zo warm is. Na de lunch moesten we nog even wachten op onze gids, en toen die gearriveerd was hebben we onze wandelschoenen aangedaan voor de verkenning van Paracas NP. Aangekomen in het park bleek de wandeling toch niet helemaal hoe we gedacht hadden: omdat de interessante zaken ver uit elkaar lagen zijn we met de bus van de ene naar de andere gegaan.

Ter plekke hebben we soms een klein stukje gelopen. Allereerst hebben we de meest bekende fossielen van het park gezien, er liggen er heel wat. Natuurlijk zijn het schelpen, omdat zowat heel de aarde vroeger zee moet zijn geweest. Daarna zijn we naar El Cathedral gaan kijken. Het is een prachtige rotsformatie in de zee. Een boog was in de loop van honderdduizenden jaren door de zee en de wind uitgesleten. Helaas is deze boog door de aardbeving van 2007 verwoest. Nu staat er natuurlijk nog een stuk rots in de zee, maar het is niet meer zo mooi als het geweest is. Toch was het indrukwekkend om te zien hoe de woeste golven steeds weer tegen de kust en de in zee staande rotsen beukte. Daarna zijn we een paar flamingo’s gaan kijken, maar die stonden redelijk ver weg. We zijn op een speciale plek de zonsondergang gaan bekijken, maar we hadden meer oog voor de vissers die daar bezig waren om een lijn vanaf de klif te gooien door een ankertje te zwaaien en gooien als een lasso. Toch hebben we ook nog kunnen genieten van de mooie kleuren voordat we naar ons hotel San Jorge reden. We zijn samen met alleen het kleine cameraatje en wat geld los in de zak naar het centrum gelopen. Dat bleek nog geen vijf minuten van het hotel te zijn, en was gewoon gezellig druk. We hebben samen even wat rondgelopen en hebben toen op het balkon van Los Balcones (verrassend) een pizza en een pitcher bier weggewerkt. Het balkon keek uit over de winkelpromenade en dat is dan altijd leuk omdat het winkelend publiek gezellig is om naar te kijken. Toch kregen we het op een gegeven moment koud kregen hebben we onze pitcher leeggemaakt en zijn we terug gegaan naar ons hotel. Daar aangekomen was natuurlijk het al snel tijd om naar bed te gaan, maar niet voordat we alles voor de volgende dag hadden klaargelegd.

Donderdag 6 juni Naar Nazca

We moesten op tijd opstaan om net na het ontbijt naar Islas Ballestas te gaan. Daar zouden we een boottocht doen rondom de eilanden waarbij we zeeleeuwen, vogels en mogelijk ook pinguïns zouden zien. Helaas was de haven gesloten en kon de boot, ook niet na bijna een uur wachten niet uitvaren. Het had niet alleen met de nevel te maken, maar vooral met de hoge golven. Toen we hoorden dat de haven de hele dag dicht zou blijven vroeg Annette of we een wijnproeverij en Pisco brouwerij wilden bezoeken. Daar lag de voorkeur niet en dus zijn we vroeg vertrokken naar Huachachina, een oase in de woestijn waar je de duinen kon beklimmen en kon duinsurfen. Voor we daar waren hebben we eerst boodschappen gedaan in een grote supermarkt. We hebben wat lekkere dingen gekocht voor in de bus, en de drank laten staan. Tot nu toe is er steeds in de hotels wat te krijgen, en dan gaan wij niet zelf lopen sjouwen. In de supermarkt kocht Annette een grote taart als troost dat we de boottocht niet hadden kunnen doen. Na de taart zijn we wat gaan lopen en is Piet een stuk het duin op gelopen. Ik had daar geen zin in, zand is niet mijn ding en ik moest mijn Teva’s aanhouden omdat het zand anders te heet werd. Nadat we terug waren hebben we nog wat gedronken bij de bar van het hotel waar we zouden lunchen. Na de lunch zijn we verder gaan rijden naar onze eindbestcemming Nazca. Onderweg naar ons hotel Don Agucho zijn we gestopt bij het Maria Reiger museum. Zij was de ontdekker en de archeologe van de Nazca lijnen. Vijftig jaar van haar leven heeft ze er aan gewijd, en ondanks dat ze de gekke Duitse werd genoemd heeft ze volgehouden. Fijn dat er iemand heeft gezien dat het waarde heeft, want daardoor is een groot erfgoed bewaard gebleven en komen de toeristen naar Peru wat ook inkomsten genereert voor een land dat het niet al te breed heeft. Na het bezoek aan het museum zijn we naar de uitkijktoren gegaan. Daar konden we bijna gelijk doorlopen omdat het nog rustig was. Boven waren de handen en de boom goed te zien. Het is wel bijzonder om te zien dat deze figuren al 2000 jaar geleden waren gemaakt, dat niemand wist door wie en waarom, en dat ze nog steeds bestaan. Toen we beneden waren heb ik nog een sleutelhanger gekocht en een paar ansichtkaarten. Al snel zaten we weer in de bus en zijn we verder gegaan naar ons hotel. Onderweg zijn we nog even naar het reisbureautje gegaan om de vliegers van de volgende dag op de weegschaal te zetten. Dan konden ze rekening houden met de verdeling van het gewicht. Het zijn tenslotte maar Cesna’s en die zijn erg licht. Aangekomen in het hotel hebben we snel onze spullen op de kamer gegooid en zijn we het centrum in gelopen om te gaan eten. We hebben gegeten bij Via La Encantada, een heerlijk restaurant. Lekker flesje wijn er bij en het was weer helemaal goed.

Vrijdag 7 juni Nazca

We mochten uitslapen, om half negen zouden we vertrekken voor onze tour naar allerlei zaken die belangrijk zijn voor de cultuur hier, en dus ook interessant zijn voor ons. Na een uitstekend ontbijt zijn we, zoals al heel de reis, op tijd vertrokken. Onze gids was er al, deze keer was het Carlos. Als eerste zijn we naar de Nazca begraafplaats gegaan. Onderweg kwamen we nog een paar woestijnuiltjes tegen. Die moesten natuurlijk uitgebreid op de foto. Maar gelukkig hebben we onze eigen bus en gaat het vliegtuig naar huis toch pas de 25e juni. Toen we aankwamen bij de begraafplaats Chauchilla hebben we een uitgebreide rondleiding met uitleg over de Nazca cultuur gehad. Carlos vertelde heel veel, en je kon zien dat hij trots is op zijn cultuur (ook al zegt hij dat er geen echte afstammelingen meer zijn). De tombes met de mummies zijn heel bijzonder, je kunt zien dat er aandacht aan besteedt is om het erfgoed te bewaren. Maar helaas blijft het bij een afdakje om de mummies tegen de zon te beschermen, iets van koeling is er natuurlijk niet. En als het nu al warm was, is het natuurlijk in de echt warme tijd helemaal niet te harden en te conserveren. Er zat ook nog een klein museum bij met daarin een baby mummie en een volwassen mummie. Die zaten wel achter glas, maar ook zonder koeling dus ook niet helemaal zoals het beter zou zijn. Na het kopen van twee kleine zakjes chips tegen toeristenprijzen (zoals de verkoper zelf zei zijn we weer verder gegaan met de bus naar de aquaducten van Cantalloq. Omdat het aan de andere kant van Nazca lag moesten we natuurlijk weer een eindje terug, maar het busje is prima. De aquaducten waren indrukwekkend. Niet omdat ze groot of groots zijn, maar wel hoe ze gemaakt waren en het feit dat ze nog steeds gebruikt worden om de akkers te irrigeren. Om het water naar beneden te krijgen in het waterreservoir hadden de bouwers bedacht dat er windgaten in een spiraalvorm gebouwd moesten worden. Als de wind daarin draaide werd het water naar beneden gestuwd. Hoe meer water, hoe sneller het water naar het reservoir werd “gepompt”. We zagen daar ook een paar mooie vogeltjes, die natuurlijk ook weer op de foto zijn gegaan. Een klein beetje Costa Rica terug, met een zwartrode flycatcher en een kleine kolibrie. We hoorden van Carlos dat er drie aquaducten zijn op de wereld die zo zijn gebouwd en nog steeds worden gebruikt: Marokko, Iran en Peru. Allemaal gezien dus! Als laatste site van deze trip zijn we Paradon, een Inca ruïne gaan bezoeken. Helaas was er niet veel van over, vooral omdat deze van adobe (klei) was gemaakt en dat is nou eenmaal minder goed bestand tegen de aardbevingen die in dit gebied vaak voorkomen. Terug in de stad zijn we eerst naar de supermarkt gegaan om wat voor de lunch te kopen. Dat mocht niet al te veel zijn, we zouden namelijk die middag met een klein vliegtuigje boven de Nazca lijnen gaan vliegen. Om drie uur werden we opgehaald.

We werden opgehaald door een busje en hoopten alleen maar dat de staat van het vliegtuigje beter zou zijn dan van het busje. Evengoed waren we mooi op tijd bij het vliegveld, en nadat we de kosten en de vliegtax hadden betaald mochten we met vieren door naar de vertrekhal. Daar moesten we natuurlijk door een poortje, stel je voor dat we een bom bij ons zouden hebben. Op de foto met de captain en als snel zaten we in een (bloedheet) vier passagiers vliegtuigje.De co-piloot gaf uitleg en we moesten onze gordels omdoen. We moesten koptelefoons op. Daarin hoorden we de co-piloot die de figuren aanwees. En het was fantastisch, bijna een half uur gevlogen in een piepklein vliegtuigje en ook alles goed kunnen zien. We zaten natuurlijk alle vier aan een raampje en de captain liet aan beide kanten alles zien. Dat betekende wel dat we af en toe behoorlijk overhelden, maar alle vertrouwen. Het ging helemaal goed, en was dus veel te snel voorbij. Een prima landing was de afsluiting. Maar tijdens de landing bedacht ik ineens dat ik geen geld had terug gekregen bij het betalen van de vliegtax. Ik had S100 gegeven en de tax was voor twee personen S50. Ik ging dus terug naar het loket in de verwachting dat ik bot zou vangen. Maar dat was niet zo, het geld lag apart en de jongedame herinnerde zich het nog. Toen wij uit het vliegtuigje stapten moest het andere groepje nog gaan, dus hebben we een half uurtje zitten wachten. Niks mis mee, tijd genoeg. Toen iedereen zijn vlucht had gedaan kregen we een certificaat en gingen we met hetzelfde gammele busje weer terug. In het hotel hebben we nog een biertje genomen om het te vieren. We zijn gaan eten bij El Porton. Het eten was prima, maar de sfeer was bij Via La Encantada een stuk beter. Na het eten wilden we nog even over de Plaza lopen, maar daar was niet veel meer te doen. We hebben wel nog wat ansichtkaarten en postzegels en een klein fotoboekje van de lijnen gekocht.

Zaterdag 8 juni Naar Arequipa

Een lange reisdag, het was ruim 550 kilometer en daar doe je in andere landen toch al snel langer dan vijf uur over. Dus vroeg vertrekken, om half zeven zaten we in de bus. Onderweg zijn we alleen gestopt voor een plaspauze en heel even een paar dingen bekijken.

Het ging dan om kwartiertjes waarin we mooie kusten konden bewonderen en ook even naar de WC konden gaan. Helaas waren er niet al teveel zeehonden, op een paar na die ver in het water aan het spelen waren. Dolfijnen hebben we helemaal niet gezien. Maar och, daar kwamen we ook allemaal niet voor, het ging vooral om de gelegenheid om de benen te kunnen strekken. Rond twee uur kwamen we aan voor de lunch bij restaurant L’Oasis in een klein dorpje. Dat was helemaal goed, het was een buffet zodat het niet al te lang zou duren, en dat is gelukt. We hebben heerlijk gegeten van wel twaalf gerechten. Klein biertje erbij en het was voldoende om de reis voort te kunnen zetten. Het werd wel wat stil in de bus, zowat iedereen ging ene klein dutje doen. Het was wel een fantastisch mooie rit, veel langs de kust en ook door de bergen. Die waren soms van rots, maar ook deels van zand. Dat is iets wat we nog nooit hadden gezien, dus die kon ook weer van het lijstje af (stond er helemaal niet op, maar toch..). Soms werd er wel hard gereden, maar al snel zei Annette daar wat van en ging het wat rustiger. Maar inhalen moest nog steeds (anders waren we er de volgende dag nog niet geweest). Dat inhalen ging best veilig, de chauffeurs keken goed uit, en bovendien houden ze hier rekening met elkaar. Iedereen houdt wat gas in en dan komt het wel goed. Dat is in Azië wel anders, daar gaat het er om wie het meeste lef heeft. Rond zeven uur kwamen we aan in ons hotel Majestad, en na de zware lunch had ook niemand meer zin om te gaan eten. Iedereen ging de kamers op, en later weer de stad in voor een wandelingetje of een paar boodschappen. Toen we reisgenoten tegenkwamen zijn we met z’n vijven naar Starbuck’s gegaan voor een bakje cappuccino. Gezellig gezeten en daarna naar het hotel om van alles op de notebook te doen, zoals foto’s en reisverslag.

Zondag 9 juni Arequipa

Heel de dag vrij in Arequipa, dus we mogen los. Na een prima douche zijn we gaan ontbijten. Goed verzorgd, niet overdreven luxe maar voldoende. En toen ik om een eitje vroeg werd dat zo voor ons gebakken. Na het ontbijt zijn we natuurlijk gelijk de stad in gelopen, en toen we een blok van de Plaza des Armas waren hoorden we muziek en zag Piet in de verte een soort parade. Natuurlijk zijn we meteen daar naar toe gegaan, het was inderdaad een parade met groepen met en zonder muziek. Veel militairen, maar ook een groep dansers in klederdracht uit Cabanaconde. Prachtig om te zien, er was ook genoeg publiek. Het was wel even op je spullen passen, het is tenslotte Zuid-Amerika, en dat is niet altijd even veilig. Maar we hebben prachtige opnames kunnen maken. Toen de parade afgelopen was, en de hoogwaardigheidsbekleders weg waren begon er aan de andere kant van het plein een band te spelen. Dat was de muziek van de groep in klederdracht. En die begonnen natuurlijk heel uitbundig te dansen. Dat zijn nog veel mooiere opnames geworden, zeker ook omdat de zon scheen en de lucht dus strakblauw met wat witte wolkjes was. Prachtig plaatje dus. Na dit alles zijn we de kathedraal in gegaan, zoals alle kathedralen vol pracht en praal. Daar hebben we even rondgelopen en zijn toen aan de achterkant in een klein straatje vol met restaurantjes een kopje koffie gaan doen. Die koffie was prima en vervolgens zijn we naar Juanita gegaan. Het is goed geweest dat we zo maar zijn gaan lopen, en niet gekeken hebben waar zij ligt. Dan hadden we namelijk gezien dat het in onze eigen straat was, en waren we niet eerst naar de Plaza gelopen. En dan hadden we dus de parade en de dansers gemist.

In het universiteitsmuseum waar Juanita ligt werden we hartelijk ontvangen door een paar studentes. We moesten onze tassen en camera’s inleveren, die werden in een kluisje gestopt en lagen dus veilig. Nadat we een film hadden gezien van National Geographic over de ontdekking van het graf van Juanita en een reconstructie over wat er toen gebeurd kon zijn, werden we door een studente rondgeleid door een paar kleine zalen met voorwerpen uit de graven (er zijn meer kindergraven gevonden uit de Inca tijd). Ze vertelde er veel over, en uiteindelijk gingen we de zaal in waar de “Ice maiden” ligt. Ze ligt in een soort glazen vrieskist, en het was best indrukwekkend om te zien, zeker ook als je het verhaal er omheen kent. Terug buiten zijn we eerst naar de Plaza terug gelopen en hebben we de Iglesia de la Compania bezocht, met de daar achter liggende kapel. Het is een prachtige kapel met heel veel muurschilderingen die vooral bestaan uit wat lijkt tropische bloemen en vogels. Natuurlijk staan er ook religieuze dingen als kelken en hangen er schilderijen. Toen we al dat moois hadden bezocht zijn we gaan lunchen bij Restaurante Antojitos, een prima lokaal tentje. Piet een kippensoep en ik een broodje kip met avocado. Biertje erbij en het was weer helemaal top voor 25 Soles. Na de lunch zijn we naar het Catalina klooster gegaan. Dat is groot en daarom hebben we er zeker twee uur in rondgelopen. Je kunt zien dat de nonnen niet altijd erg arm waren, of helemaal geen spullen hadden. Hoe rijker de familie van de non, hoe groter de cel en hoe mooier de aankleding. Het lijkt in niets op wat de nonnen in Myanmar en Tibet tot hun beschikking hebben. We hebben halverwege ons bezoek nog een bakje koffie genomen in de cafetaria van het klooster. Na de koffie gingen we verder en hebben we op het dak van een van de complexen staan wachten tot El Misti uit de wolken zou komen. Helaas net niet helemaal gelukt, maar wel mooi op de foto. Na het bezoek aan het klooster zijn we een biertje gaan doen in het straatje achter de kathedraal. Daar heb ik ook de kaarten zitten schrijven, er zijn tenslotte slechtere plekken en momenten om dat te doen. Nadat die klus ook weer was geklaard en we een paar biertjes op hadden zijn we naar Chicha gegaan om te eten. Ik wist dat het niet het goedkoopste restaurant van de stad is, maar dat het zo chique zou zijn had ik ook niet op gerekend. Maar och: we komen hier niet meer en dan is het minder erg om in je (een beetje vuile) kloffie daar te zitten. Maar omdat we nou toch luxe zaten besloten we een voor- en een hoofdgerecht te nemen. De voorgerechten waren subliem, de hoofdgerechten ook. Maar helaas komt hier alles snel achter elkaar en kennen ze ook geen kleine porties. Piet heeft dus van zijn hoofdgerecht zijn risotto maar laten staan (gelukkig vindt hij die toch niet lekker). Maar met twee wijntjes erbij en een kopje koffie was het helemaal prima. Onderweg naar huis hebben we nog een paar dingen gezien: een mooie kerk in onze eigen straat en een leuk iets op de stoplichten voor de voetgangers. Dat telt af naarmate de tijd dat het groen staat, en hoe minder tijd je hebt, hoe sneller het poppetje gaat lopen. Op het laatst holt hij gewoon, erg grappig om te zien.

Maandag 10 juni

Op tijd opgestaan voor het ontbijt, lekker weer een eitje besteld. We zijn met de groep op pad geweest voor de Reality Tour, een toertje dat ook de andere, minder mooie kant van Peru laat zien. Het is opgezet door Miguel Fernandez en die gidste ons ook. We begonnen op de markt waar de arme Peruanen hun inkopen doen, voordat we daar waren had hij ons al veel verteld over de verschillende klassen van arm tot rijk.

Op de markt was het natuurlijk weer een feest, kleurrijk ook door al het fruit. Vrouwen met kinderen op hun rug die wel erg fotogeniek waren en ook oudere getekende vrouwen die gefotografeerd mochten worden als je het maar vriendelijk vroeg (en het toch niet deed als ze wegdoken). Met name de kinderen en oudere mensen vinden het dan geweldig als je ze de foto laat zien. Lang leve de digitale camera’s met schermpje. Ik heb nog een vrucht of zoiets gekocht, zal hem wel proberen. Er waren helemaal geen toeristen op de markt, die kwamen daar ook nooit behalve met het toertje. Al met al was het bezoek aan de markt alweer uitgelopen. Daarna zijn we naar een steengroeve gegaan om te zien hoe de dagwerkers daar hun brood verdienen. Het gaat helemaal nergens over: ze verdienen maximaal 2 Soles per steen en ze kunnen er per dag 10 uithakken. Dat betekent 20 Soles per dag, terwijl het minimum om te kunnen leven 800 Soles per persoon per maand is. En dan zat hij daar met zijn vrouw en vijf kinderen. De arme mensen hebben veel kinderen omdat ze zich geen pensioenopbouw kunnen veroorloven. Dus maar even een kleine tip achtergelaten. We zijn verder gegaan naar de begraafplaats voor arme mensen. Dat was verder niet bijzonder, behalve dan het verschil in graven van arme en nog armere mensen. Maar dat is bij ons ook zo, dus dat is niet zo schokkend. Wat dat wel was, was het verhaal dat oma’s en opa’s uit de arme klassen d.m.v. rattengif zelfmoord plegen als ze ziek zijn om de familie te ontlasten. En wat dan nog veel erger is, is dat ze van de katholieke kerk dan niet begraven mogen worden, want zelfmoord mag niet. Dat betekent dat de familie de overleden oma of opa ‘s-nachts stiekem gaat begraven op vier meter diepte en dat dus niemand weet waar ze liggen, laat staan dat ze herdacht kunnen worden op Allerzielen (een grote feestdag hier). Na dit trieste verhaal zijn we naar een arme wijk gereden waar een paar projecten door vrouwen zijn opgezet. Een ervan is een keuken met “restaurantje” waar voor de arme mensen gekookt wordt. Een maaltijd kost, afhankelijk van jouw situatie, tussen de 2,5 en 3,5 Soles. De vrouwen die een week koken krijgen daarvoor niet betaald, maar mogen een aantal keren gratis mee eten. Een prachtig systeem. De eerste keer zijn ze langs de deuren van de middenklasse gegaan om voedsel op te halen, zodat ze hun eerste maaltijd konden koken en verkopen en daarmee weer boodschappen konden doen. In de arme wijken bestaan dit soort projecten op ongeveer elke 10 blokken. Een prachtig initiatief dat bedacht is door de mensen zelf en met geld van het toertje wordt ondersteund. En dat laatste geldt ook voor de door de moeders opgezette crèche. Alleenstaande moeders kunnen hun kinderen daar tot vier jaar onderbrengen voor 3 Soles per dag en daardoor in de stad gaan werken. Na al deze indrukwekkende bezoeken zijn we met de bus terug gegaan naar het hotel. Daar hebben we de tour afgerekend en zijn we meteen doorgegaan de stad in. Eerst maar eens de dollars die we nog hadden gewisseld. Bij het eerste kantoortje deed die man een beetje raar: eerst telde hij 5 US$ te weinig, en toen hij dat goed had wilde hij 5 Soles inhouden omdat er op een briefje een stempel zat. Alles maar teruggenomen, ik heb geen zin om opgelicht te worden waar ik zelf bij sta. Bij een ander wisselkantoortje was er helemaal niets aan de hand, dat was binnen drie minuten geregeld. Daarna hebben we eerst een klein pizzaatje gegeten in het straatje achter de kathedraal en zijn toen Casa del Moral gaan bezoeken. Dat is niet groot, maar er staat wel veel in. Vooral de oude kaarten zijn mooi. Daarna zijn we naar de Plaza terug gelopen om bij het Toeristen Informatie kantoortje een plattegrond te gaan halen. We wisten namelijk niet hoe we bij het Monasterio de la Recoleta moesten komen. Al snel waren we daar, maar het was nog gesloten. We zijn nog even doorgelopen en na 10 minuten konden we naar binnen. Het was niet echt een open poort, maar je moest aanbellen en dan werd er door een monnik open gedaan. Hij verkocht ook de tickets en nadat we de rugzak in een kluisje hadden gestopt kregen we een klein beetje uitleg over alle zalen. Belangrijk was ook dat we wisten dat de bibliotheek waarvoor we kwamen om 15.45 uur open ging voor een kwartiertje. Voor die tijd zijn we lekker op ons gemak door bijna alle zalen van het kloostermuseum gelopen. En toen het tijd was gingen we naar de ingang van de bibliotheek. Na een minuutje kwam er een medewerker van het museum de poort open maken. De bibliotheek is erg indrukwekkend, heel veel oude boeken.

Allemaal gerangschikt op soort, en er was van elke religie en wetenschap een boekenkast. Na dat bezoek zijn we nog even een heel grote supermarkt in gegaan voor wat nootjes, die hadden ze op de Plaza niet. Omdat we om 18.00 uur een briefing zouden hebben over de aankomende dagen in de Colca Canyon zijn we terug naar het hotel gegaan. De briefing werd gedaan door onze gids van de aankomende dagen: Angel. Dat duurde alles bij elkaar een klein halfuurtje en daarna zijn we samen met Hans en Marijke opgelopen. Zij gingen bij ZigZag eten, wij bij Zingaro. Dat laatste is een prima restaurant waar je (ook) heerlijk kunt eten. Piet nam cuy, en ik een schotel met biefstuk. De cuy was in een stuk, met de kop er nog aan. Dat was voor Piet wel een voorwaarde, maar verder zat er niet veel vlees aan. Dat kun je natuurlijk ook niet verwachten van een cavia. Ik vroeg wat salade i.p.v. friet en rijst bij mijn vlees en dat was ook helemaal goed. Een paar wijntjes erbij, een bakje koffie erna en het was weer compleet. Lekker op ons gemak naar huis gelopen.

Dinsdag 11 juni Naar Cabanaconde (Colca Canyon)

Om acht uur zijn we gaan rijden voor onze rit naar de Colca Canyon, een hele dag in de bus. Maar wel met voldoende uitstapjes. Eerst maar eens bij hetzelfde supermarktje in Arequipa als de dag ervoor. Daar hebben we Gatorade gekocht voor weer eens een ander smaakje en om de mineralen aan te vullen. En we hebben Coca snoepjes gekocht, dat ingrediënt wat bij ons verboden is schijnt goed te zijn tegen hoogteziekte. Onderweg hebben we een aantal keren gestopt voor foto’s en film van vicuñas, lama’s en alpaca’s. De eerste alpaca’s die we zagen waren van een tamme kudde. Ze hadden strikjes is, waarschijnlijk om ze te herkennen i.p.v. een brandmerk. Er liep ook een herderin bij, maar die keek niet al te vrolijk, en Annette vertelde dat ze niet op de foto wilde. Dat hebben we dan ook maar niet van dichtbij gedaan. Na deze korte stops zijn we verder gaan rijden totdat we op een plekje kwamen waar we coca thee hebben gedronken. Ze hadden er ook een mooie cape/omslagdoek, maar aangezien ik niet weet waarop ik die dan moet dragen heb ik hem maar niet meegenomen. We hebben nog een aantal andere stops gemaakt voor het uitzicht, bij een ervan waren een aantal kraampjes. Daar hebben een paar mensen een trui gekocht, en ik een klein mutsje voor 4 Soles voor onze kleinzoon in wording. We zijn daarna doorgereden naar Chivay waar we geluncht (Los Portales de Chivay) hebben. Een prima lunchbuffet. Na de lunch konden we nog even op de Plaza rondkijken omdat Annette naar de apotheek moest om voor een paar reisgenoten ORS halen. Daar hebben we apart van elkaar wat rondgekeken. Ik kwam op een overdekte markt terecht waar ze van alles verkochten, ook van die hoedjes. Maar die blijken nogal duur te zijn, dus dat zal er wel niet van komen. Ik kwam op die markt wel te “praten” met een oude vrouw die bloemen verkocht. Ik mocht van haar een foto maken, maar moest dan wel 1 Sol betalen. Dat was al bekend dat het in Chivay (en op andere toeristische plekken) zo werkt, en ik heb er niet zo’n moeite mee. Het is voor hen een mooie aanvulling op hun inkomen. We hebben ook nog wat foto’s gemaakt van dames met lama’s. ook daar moest natuurlijk voor betaald worden. Hierna zijn we doorgereden naar Cabanaconde. We hebben in ons hotel Kuntur Wassi samen een biertje gedeeld, en hebben met de groep in het hotel gegeten. Prima, alleen een soepje en een glaasje wijn. Daarna op tijd naar bed, het is koud op de kamer.

Woensdag 12 juni Cabanaconde (Colca Canyon)

Het ontbijt was vroeg, want we zouden om half acht vertrekken naar de condors. Het was een uitstekend ontbijt, met worstjes en eitjes, fruit en kaas & ham. Om kwart voor acht vertrokken naar Cruz del Cóndor om de condors te kunnen zien overvliegen. Helaas was er geen zon en geen wind toen we aankwamen, maar we hadden wel even tijd. Dus bleven we wachten, bijna tegen beter weten in. We liepen wat op en neer, maar er gebeurde niets. Piet had wel mooie opnames van een kolibrie en ik had ook nog een filmpje van een patrijs, maar daar bleef het voorlopig even bij. Toen ik om tien voor tien bedacht dat ik eigenlijk de filmcamera wel op kon ruimen, maar dat niet deed omdat je nooit weet, begon de show. Eerst een jonge condor, die zijn nog helemaal bruin dus lang niet zo mooi als de volwassen dieren. Maar daarna kwamen er wel volwassen dieren, en die scheerden ook vlak over onze hoofden zodat je ze goed kon zien.

Een prachtige show! Goed dat we nog even waren gebleven, want er waren al een hoop toeristen weg. En als het begin van de show een half uurtje later was geweest hadden wij het waarschijnlijk ook gemist. Na dit spektakel zijn we gaan rijden naar het vertrekpunt van onze wandeling. Eerst mochten we een cavia fokkerijtje bezoeken. Altijd leuk! Daarna zijn we gaan lopen. Omdat er meerdere groepen liepen hebben we de alternatieve route genomen, wat betekende dat we een flink klimmetje moesten doen. Niks mis mee, alleen maar goed voor de training. We hebben een heel groot gedeelte van de wandeling langs irrigatiekanaaltjes gelopen, soms wel heel erg langs een afgrond. Sommigen hadden het daar niet zo breed mee, maar we hebben een goede gids aan Angèl. Die nam ze bij de hand op het ergste stuk en begon tegen ze te praten als afleiding. Het was een mooie wandeling, ook nog een stukje door een tunneltje boven een stukje irrigatiekanaal. Daar moesten we wel bukken en dat is toch een beetje lastig met een rugzak op. Maar we helpen elkaar wel. Toen we op de afgesproken plaats bij de bus voor de lunch waren hebben we Annette en Angèl meegeholpen de lunch klaar te maken. Het lijkt wel een beetje op de reis in Zuidelijk Afrika. Maar wij vinden het wel leuk om mee te helpen. Net toen we wilden gaan eten begon het te regenen, dus het buffet werd in de bus genoten. Iedereen apart naar voren om een bordje eten te pakken, en zo op je eigen stoel opeten. Ging prima. Toen we klaar waren gingen we verder lopen, maar ook toen begon het weer te regenen en dat is een hele poos doorgegaan (eigenlijk totdat we terug in het dorp waren). Het werd op sommige stukken dan ook knap glibberig, jammer dat ik mijn stokken niet bij me had. Aan het einde van de afdaling stond de bus te wachten, maar iedereen wilde verder naar het hotel lopen. We kwamen op de weg naar het dorp langs een kleine polikliniek waar we even mochten kijken. Dat hebben we natuurlijk dan ook maar gedaan. Eigenlijk was het wel leuk om te zien, dus prima. De wandeling was in totaal 8,1 kilometer, dus een prima beging voor een hernieuwde training voor de Inca Trail. Handig zo’n GPS apparaat waarmee je de wandelingen kunt opnemen. Na het bezoek aan de polikliniek zijn we naar restaurant Panchamama gegaan om te reserveren, en alvast aan te geven wat we wilden eten. Daarna naar het hotel, in de bar hebben we nog een biertje genomen. Piet heeft ook de olijven die we hadden nog gehaald, zijn die ook mooi op!. We zijn nog even terug gegaan naar de kamer, en zijn daarna met de groep gaan eten bij Panchamama. Dat was chaotisch, ze hadden te weinig stoelen voor ons gedekt. Maar uiteindelijk kwam het toch goed. Ook het eten was rommelig, ik had mijn kip al op toen Piet z’n Alpaca schotel kwam. Maar het was lekker en de wijn was ook prima. En eten met een Chileens wijntje doe je niet overal voor 59 Soles (Euro 20). Na het eten zijn we terug gelopen naar het hotel, daar was de briefing voor de volgende dag. Daarna naar de kamer, spullen ingepakt en op tijd naar bed.

Donderdag 13 juni Naar Chivay

We zijn op dezelfde tijd opgestaan voor het ontbijt. De eerste stop was nog een half uurtje bij de condors, maar daar hebben we helaas niets meer gezien. Het was dan ook bewolkt en er stond geen wind, dus we hadden eigenlijk geen enkele kans om condors te zien. We zijn dan ook maar weer op tijd doorgegaan naar onze wandeling. Onderweg zijn we gestopt voor een aantal “beautiful viewingpoints”, het is hier erg mooi met al die bergen, terrassen en diepe kloven. We begonnen de wandeling met een brug over een ravijn met een rivier. Aan de oevers waren Inca graftomben (eigenlijk gewoon gaten in de wanden) te zien. Het was een pittige wandeling met veel stijgen, en dus daardoor weer een goede training voor de Inca Trail. Net voor de lunch begon het weer te regenen, het is goed dat we in de droge tijd zitten en er maar 2 mm water valt. Gelukkig hebben wij die dan, dan hebben andere mensen er niet zoveel last van. We hebben de lunch genoten bij een Inca ruïne, gelukkig was het toen alweer droog. Ook weer een prima lunch met tonijnsalade, brood en guacamole. Fruit en chocolade was er ook weer. Na de lunch zijn we verder gaan wandelen, natuurlijk ook weer omhoog, maar deze keer maar een stukje. Daar zagen we vrouwen kleine boompjes planten om aardverschuivingen te kunnen voorkomen. Het is hard werken daar in de bergen. Wat later werd het wat vlakker en gingen we omlaag, altijd fijn om dat ook te kunnen oefenen. We kwamen nog langs een bouwplaats waar ook weer vrouwen aan het werk waren. Ook het bijna standaard tafereel van ezeltjes (en/of lama’s) werd ons weer gegund, er kwamen er aardig wat naar boven toen wij er bijna waren. Met de bus zijn we daarna naar de warmwaterbaden gegaan, dat was erg plezierig na twee dagen wandelen. Ik vroeg Annette nog of dat ook een upgrade mogelijkheid was op de Inca Trail, maar helaas. Na lekker gedobberd te hebben en de spieren verwend te hebben met het warme water zijn we doorgereden naar hotel Inkari Eco Lodge voor die avond. Op de hotelkamer stond een kachel en dat was nodig ook, en niet alleen om de badpakken te drogen, maar het was er echt koud. We zijn met de groep, met de bus, naar een restaurant gegaan voor het eten en een folkloristische show. In het restaurant was het steenkoud, ze vinden het kennelijk niet nodig om de kachel aan te steken. De show bestond uit drie lokale dansen tussen de tafels door, de band stond in een hoekje van het restaurant. Op zich was het wel leuk, als je er niet al te veel van had verwacht. Het was er stikdonker, toch zijn er wel wat foto’s gelukt. Het eten was te duur voor de prijs die ze er voor vroegen, maar toe maar. Na het eten en de voorstelling zijn we snel naar het hotel terug gegaan, daar lagen warme kruiken voor ons klaar en Annette had al extra dons dekbedden voor ons geregeld. We namen twee biertjes mee naar de kamer, en de dag was alweer prettig verlopen.

Vrijdag 14 juni Naar Puno

Toen we terug kwamen van het ontbijt (prima) en op het punt stonden om te vertrekken bleek een reisgenote te zijn gevallen en haar enkelbanden goed te hebben opgerekt. Pijnlijk, en zeker ook vervelend voor de komende dagen. Gelukkig was er al snel ijs, en had een van de dames een steunkous bij zich. Dus met een kleine vertraging waren we toch relatief snel weer op weg voor een lange reisdag. We hebben weer cocathee gedronken bij hetzelfde restaurant/winkel waar we al eerder waren gestopt. Daar heb ik een tweede mutsje gekocht voor ons kleintje. Deze was mooier en zonder reclame. Het kostte enige kracht voordat ik mijn wisselgeld van 10 Soles terug had, en een tasje dat ik kreeg hoefde ik niet want dat zat onder de olie, maar toe maar. We zijn ook weer gestopt bij het uitkijkpunt op de pas. Daar was het nog kouder dan de vorige keer, er stond erg veel wind. En alweer vielen de vele stapels stenen op die daar als offer aan de berggoden staan. En nog steeds lag er sneeuw, en ook onderweg kwamen we volop sneeuw tegen. Het weer is ook hier van slag. We hebben verder onderweg geluncht bij laguna Lagunnillas. De kleden waarop we geluncht hebben waren van een verkoopster die daar met spullen stond (en met haar nog vier of vijf anderen).

Na de lunch heb ik een van die kleden gekocht als draagdoek/tafelkleed/picknickkleed voor Patrick en Joke. Verder zijn we onderweg een aantal keren gestopt voor mooie uitkijkpunten en hebben we best veel lama’s en andere dieren gezien. Om 16.30 uur kwamen we aan in Puno, waar we afscheid namen van onze chauffeurs. We hadden natuurlijk daarvoor al met een envelopje afscheid genomen, maar nu was het echte knuffelen. Hotel Balsa Inn waarin we sliepen lag in een smalle straat waar de bus niet in kon, dus zouden we een klein stukje zelf onze bagage moeten dragen. Dat vinden we niet erg, maar langzamerhand beginnen dit soort reizen toch wel heel luxe te worden: toen we de bus stil zetten kwam er een taxi aan om de koffers/tassen naar het hotel te brengen. Ook goed, maar niet nodig. Al heel snel zijn we, nadat we de tassen op de kamers hadden achtergelaten, samen de stad in gelopen. Het is erg leuk in Puno, een beetje stad met een leuk centrum met allemaal winkels en restaurants. Eerst zijn we naar de kerk gegaan, en hebben daar acht kaarsjes opgestoken. Niet omdat we er perse acht wilden, maar er zaten twee vrouwtjes die ieder voor een Sol vier kaarsjes gaven. Gelukkig hadden ze er voldoende altaars, en hebben we er een paar gewijd aan het geluk dat we voelden. Omdat we samen gingen eten en ik een van de restaurants van onze keuze zag aan de plaza ben ik daar eerst een tafel gaan reserveren. Daarna kwamen we langs een winkel waar Piet een mooi jasje/poncho in de etalage zag. Zonder aarzelen gingen we naar binnen en al heel snel had ik er drie gepast en de mooiste uitgezocht. Omdat we contant zouden betalen kregen we 10% korting, en op een bedrag van 320 Soles scheelt dat toch een paar biertjes. Om dat te vieren zijn we een heerlijke cocktail gaan drinken bij Pacha, weg voordeel dus weer. We konden maar een cocktail doen omdat we terug moesten naar het hotel voor de briefing van de gids die ons de komende twee dagen zou begeleiden op het Titicatameer. Onderweg naar het hotel, was het feest in de stad. Er was een of andere miss verkiezing voor jonge meisjes geweest. Ze werden, natuurlijk begeleid door een band, op een open pickup door de stad gereden. De meisjes genoten met volle teugen, altijd leuk om te zien. In het hotel kregen we de briefing. Samen terug in de stad zijn we eerst het jasje gaan ophalen (en betalen) en daarna bij restaurant Mosja gaan eten. Heerlijk op ons gemak, met een flesje wijn erbij. Erg lekker eten, en alle tijd van de wereld. Helaas konden we niet al te lang blijven hangen, of nog een cocktail gaan doen omdat we de tassen moesten ompakken voor onze trip naar Amantani en Taquile op het Titicatameer.

Zaterdag 15 juni Titicatameer, slapen bij families

Voordat we met onze fietsriksja naar de haven gingen hebben we de was nog even afgegeven bij de receptie van het hotel, die zou dan mooi klaar liggen als we terug kwamen. Aangekomen bij de haven hebben we boodschappen gedaan die we aan de familie zouden geven als blijk van waardering dat ze ons wilden ontvangen (naast de vergoeding van de organisatie die ze natuurlijk ook kregen) zijn we naar de boot gegaan voor onze overtocht. We maakten onze eerste stops op de rieteilanden van Uros.

Het is er commercieel, maar vooral op het eerste eiland legden ze uit hoe de eilanden werden “gebouwd” en konden we een beetje rondkijken. We hebben daar ook een wandkleed gekocht voor in de slaapkamer. Een mooi kleed met de mythologische figuren van de Incatijd: Panchamama en Panchapapa als goden van de aarde, en nog zo wat van die figuren. Op het tweede eiland, dat echt commercieel was omdat er eigenlijk alleen maar winkeltjes en restaurantjes waren hebben we een stempel in ons paspoort gekocht voor wel 1 Sol pp. We hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op een rieten boot van eiland naar eiland en een beetje over het meer te varen. Na het bezoek aan de rieteilanden zijn we doorgevaren naar Amantani, ons “logeereiland”. Dat was nog een aardig eindje varen (zo’n drie uur), maar met een beetje kletsen, luieren en een stukje slaap ging de tijd toch aardig voorbij. Aangekomen op het eiland werden we “toebedeeld” aan Fortunata, een weduwe zonder kinderen. We zijn met haar naar haar huis gegaan. Een beetje jammer dat het huis zo ongeveer boven op de berg lag. Maar we kwamen er, en alweer een goede oefening voor de trail. Boven aangekomen kregen we onze kamer, helemaal prima in een eigen verdiepinkje boven de keuken. Daar konden we even rusten in de tijd dat onze gastvrouw de lunch klaar maakte. Toen de lunch klaar was werden we uitgenodigd in de keuken, waar ze speciaal voor ons de tafel had gedekt en we voorzien werden van veel te veel eten. We hebben haar duidelijk proberen te maken dat het echt veel te veel was, en hebben ook niet alles op kunnen eten. Op mijn beste Spaans heb ik haar uitgelegd dat ze voor de avondmaaltijd echt niet zoveel moest maken. Na het eten zijn we onder begeleiding van haar naar de plaza gegaan, waar we met de hele groep hebben verzameld voor een wandeling. We gingen naar boven lopen, met op enig moment een splitsing naar twee toppen. Terug bij de plaza was nog niet iedereen terug en kon Piet nog even een klein biertje doen voordat we weer opgehaald werden. Toen we aankwamen was het diner al bijna klaar, gelukkig was het een stuk minder, maar toch deelden we het hoofdgerecht nog. Op zich is dat allemaal niet erg, wat over blijft wordt gewoon door haar zelf weer gebruikt. Na het eten konden we een uurtje plat, afwassen mocht niet want ik had het al zo koud en er was geen warm water voor de vaat. Toen we net lekker lagen kwam ze weer, deze keer met extra dekens en met de folkloristische kleding voor de fiësta waar we naar toe zouden gaan. Die was in het dorpshuis, en daar kwamen alle families met hun gasten. Piet werd gehuld in een poncho en ik in twee rokken en een bloes en toen waren we klaar om te gaan. In het stikdonker, nu wel ook met onze eigen zaklamp. Toen we in de feestzaal aankwamen bleken er maar een paar van onze groepsgenoten te zijn, maar gelukkig waren er meer groepen dus was het toch nog goed vol. Een band speelde natuurlijk de lokale muziek en er werd volop gedanst. Piet zijn danskunsten vielen goed bij onze “vrolijke weduwe” en hij werd ook een paar keer gehaald om te dansen. Ik werd ook een keer gehaald, maar hield het tempo van de dans op deze hoogte niet vol. Ik stuurde ze dan ook de volgende keer naar Arnold die helemaal nog niet gedanst had. We namen ook een grote bier, en hebben onze gastvrouw daar natuurlijk ook wat van gegeven. En daarnaast hebben we ook voor wel 20 Soles de CD van de band gekocht. Al met al een prima tijdverdrijf voor een uurtje of anderhalf. Toen we weer terug waren in ons eigen huis en kamer zijn we maar gelijk gaan slapen. Het was er koud, gelukkig had Fortunata extra dekens gegeven.

Zondag 16 juni Via eiland Taquile naar Puno

Na een prima ontbijt met een soort oliebollen met suiker en jam zijn we samen met onze gastvrouw naar de haven van Amantani gelopen. Maar niet voordat we haar ons souvenir hadden gegeven: een Delftsblauw potje gevuld met snoepjes (voor het geval we bij een gezin met kinderen zouden komen). Ze vond het leuk, want lachte volop toen ze het kreeg. Toch had ze wel haast, dus gingen we snel naar beneden. Ze had een pannetje met eten bij zich, naar later bleek voor een van de kapiteins van de vele boten die er daar zijn. We waren er als eerste, maar de zon scheen, dus het was helemaal niet erg om even op de anderen te moeten wachten. Na het innige afscheid van Fortunata zijn we weer ingescheept voor onze boottocht naar Taquile, het volgende eiland in het Titicatameer dat we gingen bezoeken. Het eiland staat bekend om (minstens) twee zaken: de mannen breien hun eigen mutsen, en de mutsen hebben ook een speciale betekenis. De mutsen zien eruit als een soort slaapmuts. Een rode muts betekent dat de man getrouwd is, een rood-witte muts dat hij nog alleenstaand is.

En er zijn nog meerdere verklaringen waarom een man de muts linksom of rechtsom draagt. Op het centrale plein van het eiland kregen we even wat vrije tijd en hebben we een beetje rondgekeken in de winkeltjes. Ze hadden er mooie spullen die gebreid of geweven waren. Ik keek nog naar een riem voor op mijn zwarte jurk, maar ik vond ze net even iets te duur. Toen ik chocolade wilde kopen bij een kraampje op de markt riep een reisgenote me dat ik dat beter niet kon doen omdat je daar de hoofdprijs betaalde. In een winkeltje was het spul heel erg veel goedkoper, dus ik nam de tip dankbaar aan. Na het verblijf op het plein zijn we verder gaan wandelen, en al snel waren we bij de lunchplek. Daar zaten we heerlijk op een dakterras, en hadden we een lekkere lunch met forel. Maar voordat we weer gingen lopen heb ik gevraagd of de vrouw die een baby in een draagdoek op haar rug had mij zou kunnen laten zien hoe dat werkt. Ik moet het tenslotte wel ook aan Joke kunnen uitleggen voor het geval ze wel onze kleinzoon op die manier wil vervoeren. Het ziet er allemaal heel gemakkelijk uit, maar dat zal vast ook een heel stuk routine zijn. Onderweg naar beneden hebben we natuurlijk veel foto’s gemaakt van de mooie uitzichten, ook van mensen die onder de verschillende poorten stonden. Hilariteit alom omdat iedereen natuurlijk ook onder hetzelfde poortje wilde, en we niet de enigen waren die daar liepen. Op een bepaald moment zat er ook een klein meisje. Toen reisgenoten haar op de foto wilden zetten vroeg ze geld. Omdat wij daar niet aan beginnen, maar wel een foto van haar wilden (en ze wat inkomsten gunden) kocht ik een armbandje voor 1 Sol bij haar. Zij blij, wij blij, wat een gezellige wereld als je elkaar wat gunt. Uitgewandeld kwamen we bij de aanlegsteiger van de boot die ons naar Puno terug zou brengen. Toen we daar, na weer een tocht van een paar uur, aankwamen zijn we door een busje opgehaald dat ons terug bracht naar het hotel. Daar aangekomen deden we natuurlijk wat we altijd doen: de spullen op de kamer en snel weer de stad in. We hebben cappuccino gedronken bij de Inka bar, omdat Pacha niet open was. Toen we die op hadden en verder hadden gelopen voor een bar/café kwamen we ten langen leste toch uit bij Pacha die toen wel open was. Want alles is gewoon dicht, zelfs de kroeg van de Nederlander aan de plaza. Maar helaas was bij Pacha er een hoop herrie van een concert van ACDC. De volumeknop ging wel wat lager, maar het was nog steeds te hard en de verkeerde muziek. We hebben dus onze cocktail opgedronken en zijn toen op jacht gegaan voor een sjaal voor Piet. Helaas: ze hebben alleen dameswinkels met mooie spullen, en Piet wilde ook geen sjaal met franjes (hoewel die ook wel aan een heren pop hing). Na al dat geslenter zijn we bij Colors gaan eten, beginnend met een Pisco sour en een lekker flesje wijn er bij. Prima ambiance, lekker eten en goede bediening. Helemaal goed dus.

Maandag 17 juni Onderweg naar Cuzco

We gingen onderweg een bezoek brengen aan Sillustani, een site met graftorens uit de Inca tijd. Onze gids vertelde natuurlijk weer een hoop, maar vooral dat we weinig tijd hadden. Omdat hij een hoop vertelde bleven we vooral beneden op de site. Ik had in de Planet gelezen dat het mooiste wat hoger gelegen lag ben ik op een gegeven moment weg gelopen. Ik was er wel een beetje klaar mee. Toen ik boven kwam zag ik daar wat er zo mooi was: de grafheuvels waar mensen ook echt in begraven werden en de ingang die er open werd gelaten om de mensen die de begrafenis leidden weer uit de heuvel lieten kruipen. Toen ik niemand van de groep meer zag ben ik naar beneden gelopen in de verwachting ze daar te treffen, maar dat was niet het geval. Gelukkig houdt Piet mij ook altijd in de gaten, en riep hij me vanaf een heel andere kant dat de rest van de groep een andere kant op was gegaan. Op de terugweg vanuit de “begraafplaats” zijn we langs een huisje gegaan waar een lama en alpaca stond, en waar we foto’s mochten maken. Ik heb ook even de patio van het huisje gemaakt, dat was wel leuk. Piet heeft daar ook een aantal fietsen zien staan, vraag is of ze van de bewoners waren, of door toeristen gestald waren. Er liepen ook wat cavia’s rond, de wilde uitvoering dus die zullen wel niet in de pan of aan de grill verdwijnen (of misschien ook juist wel). Na weer een poosje rijden zijn we koffie gaan drinken in een klein dorp. Ze hadden er prima koffie, en ik heb daar ook wat chocolade gekocht. Bij een vrouwtje hebben we ook nog broodjes en kaas gekocht, maar die hebben we niet meer gegeten. Het idee was om dat onderweg te doen, maar uiteindelijk deden we een lunchbuffet wat prima was. Na de koffiestop zijn we verder gaan rijden naar de La Raya pas. Daar hebben we het kleed voor Saskia gekocht en voor ieder een Peruaanse muts voor tijdens de trail. Je weet namelijk maar nooit of het echt koud wordt, en voor nog geen drie Euro de man moet je eigenlijk geen koude oren hoeven hebben.

Daarna weer verder naar de ruïne van Raqchi. Dat was een oude Inca stad met prachtige restanten van zuilengalerijen. In die tijd lag er een dak op, en was het de grootste overdekte hal van het Inca rijk. Het was er erg leuk lopen. Na het uitgebreide bezoek aan de ruïne zijn we nog even de plaza opgelopen. Daar waren een aantal souvenirstalletjes en heb ik een hoedje voor Carnaval gekocht voor wel 18 Soles (net 5 Euro). Na die werelduitgave zijn we verder gegaan met de bus naar onze eindbestemming voor die dag: Cuzco. Daar kwamen we om kwart voor zeven aan en zijn we al heel snel na het inchecken met vieren gaan eten bij restaurant Incanto. Niks mis mee, lekkere pizza en ravioli en een heerlijk flesje wijn. Maar omdat het dan toch nijpend werd met het geld zijn we gaan pinnen. Bij de eerste twee automaten kregen we niets uit het apparaat. De derde werkte bij een reisgenoot wel, maar daar ging ik de fout in: de verkeerde pincode. En vreemd genoeg slikt hij daarbij maar gelijk de pas in. Is wel even schrikken, maar gelukkig hebben we er twee. We zijn wel gelijk naar huis gegaan waar ik heb geprobeerd de ING te bellen. Die waren helaas niet, en ook later en de volgende dag te bereiken. Toen we in het hotel aankwamen heb ik de andere pas bekeken en bleek dus dat ik de verkeerde pas/pincode combinatie had gebruikt. We hebben gelijk internet bankieren opgestart en de rekening waarvan de pas weg was leeg gehaald. Als de bank niet bereikbaar is doen we het maar zo. Maar we zaten natuurlijk nog steeds zonder geld, en zijn dus met de andere pas naar de pinautomaat in de supermarkt gegaan. Dat was tergend langzaam, dus ik kreeg het alweer benauwd. Gelukkig ging dit wel goed, dus de opluchting was alom aanwezig. We hebben daar ook nog een paar biertjes meegenomen en zijn naar het hotel terug gegaan.

Dinsdag 18 juni Cuzco

We konden uitslapen, maar waren al weer voor de wekker wakker (rond 7.15 uur). We hadden een goed ontbijt en gingen daarna naar de hal voor de briefing door Victor, onze gids voor de Inca trail. Hij had ook twee tassen voor ons bij zich en vertelde dat Piet een wandelstok bij hem kon huren voor US$10 voor de hele trail. Dat hebben we natuurlijk maar gedaan. Verder legde hij aan de hand van een mooie kaart uit hoe en hoe lang we per dag zouden lopen. Dat namen wij natuurlijk even wat ruimer omdat we mijn lopen wel kennen. Hij gaf ook meer informatie over wat te kopen en dat er de eerste dag onderweg nog wel wat te krijgen zou zijn. We kregen ook nog de tip om te kijken of we waterflessen zouden kunnen kopen, die als kruik in de slaapzak zouden kunnen fungeren. Na de briefing zijn we samen met twee reisgenoten op pad gegaan. Annette heeft een taxi voor ons aangehouden en uit onderhandeld. Die bracht ons vieren voor wel 35 Soles naar de bovenste ruïne in de omgeving. Daar aangekomen hebben we gelijk alle vier een pas gekocht waarmee we alle belangrijke ruïnes in de omgevingen kunnen bezoeken. Dat was niet alleen handig voor deze dag, maar ook voor als we terug kwamen na de trail en de rest zouden gaan bezichtigen. De ruïne was best mooi, maar niet heel groot.Dus met een uurtje waren we er wel uitgelopen. Lopend zijn we naar de volgende site gegaan. Die was ook niet groot, maar ook wel mooi. Je moet er wat moeite voor doen, maar met een beetje fantasie kun je bedenken wat er vroeger gebeurde. Onderweg naar de derde site hebben we een verkeerde afslag genomen, dus die (Queno) hebben we gemist. Maar we kwamen onderweg wel bij een piepklein restaurantje waar we koffie hebben gedronken op het terras met uitzicht over de omgeving. En dat was dan ook wel weer lekker en gezellig. Na deze plezierige onderbreking zijn we verder naar beneden gelopen richting Sacsaywamán, een grote Inca site net buiten het centrum van Cuzco. Daar aangekomen waren ze al bezig om de tribunes op te bouwen waar we (hoopten we) plekjes zouden kunnen kopen om het Inti Raymi festival van dichtbij mee te kunnen maken. Maar ook de rest van de site was indrukwekkend: er waren muren opgetrokken uit heel grote stenen. En ook zoals hier overal, en in bijvoorbeeld Egypte pasten ze precies. Er kwam geen voegsel aan te pas om ze passend te maken. En hoe ze dan ook die grote stenen hebben gestapeld is nog steeds een raadsel. Maar dat het zwaar geweest moet zijn is wel duidelijk. Toen we daar voldoende hadden rondgekeken zijn we naar beneden gelopen, naar de binnenstad van Cuzco. Daar was op de plaza een feest bezig, ze weten hier niet echt van ophouden. Er kwamen weer allerlei muziek- en dansgroepen langs geparadeerd, Piet en ik kregen er weer geen genoeg van. Onze reisgenoten op een gegeven moment wel, en we zijn toen ook daar uit elkaar gegaan. Met de afspraak wanneer we elkaar weer zouden zien om te gaan eten. 0 Op een gegeven moment waren zelfs Piet en ik er wel klaar mee, en zijn we de kathedraal gaan bezoeken. Dat kon dan weer niet op de pas, en kostte Soles 25 per persoon. Maar het was wel de moeite waard. Zoals overals op de wereld zijn de katholieke kerken, basilieken en kathedralen rijk uitgevoerd met allerlei beelden en ander mooi spul, al dan niet verguld. Toen we de kerk uitgebreid hadden bekeken waren we wel toe aan een bakje koffie. Die hebben we genomen bij Starbucks op de plaza. Het was op een eerste verdieping, dus we konden mooi over het plein kijken omdat we een tafeltje aan het raam hadden. Maar verder viel het tegen. Dat de koffie niet goedkoop is bij Starbucks weten we, maar dat het er verder ook nog niet schoon is (met name de toiletten) is toch wel nieuw en niet heel plezierig. We hebben dus snel onze cappuccino opgedronken en zijn daarna naar het hotel gegaan. Onderweg hebben we nog een biertje gekocht in de supermarkt, dat hebben we op de patio in ons hotel opgedronken. Daar hoorden we van Annette dat het kopen van de kaartjes voor Inti Raymi was gelukt, en of we maar even wilden betalen. Dat was natuurlijk geen enkel probleem, daar hadden we namelijk rekening mee gehouden. Ik ging het geld halen, en klaar was het (en waren we weer US$340,00 armer). Daarna gingen we eten, we kwamen terecht bij Don Tomas. Het zag er leuk uit, en dat was het ook. Behalve dat de deur steeds open ging, en door de binnenkomende of vertrekkende gasten niet werd dichtgedaan. Op een gegeven moment kwam er ook een bandje binnen en toen knapte het op. Wij hoefden niet zo vaak meer te roepen, de bandleden deden de deur steeds dicht omdat zij er vlakbij stonden en dus ook in de tocht. We zijn, via de supermarkt voor een biertje, gelijk naar het hotel terug gegaan om de tassen voor de Inca Trail in te pakken, en lagen om half tien in bed. Morgen zou namelijk niet alleen vroeg beginnen, maar ook een belangrijke eerste dag van de wandeling zijn waar we al zo lang naar uitgekeken en voor getraind hebben.

Woensdag 19 juni Eerste dag Inca Trail

Om half zes werden we opgehaald door Victor, die al twee porters mee had genomen. Annette was opgestaan om ons uit te zwaaien. Ze zei dat ze toch wakker was, en dat was ook logisch. Een paar uur eerder waren de wandelaars voor de Lares Trail vertrokken. Nadat Annette en Victor eindelijk na een hoop proberen de telefoonnummers hadden uitgewisseld zijn we op pad gegaan met ons eigen luxe, en veel te grote busje. Deze trail is wel een beetje decadent, maar het zal wel zo horen. Al hobbelend, en ik vol gezonde spanning over hoe het zou gaan verlopen, kwamen we om half acht aan in Ollantaytambo. Daar hebben we even gelegenheid gekregen om te ontbijten, en maakten we kennis met onze crew van vijf dragers en een kok. Dat betekende dat we zeven man personeel voor ons alleen hadden. Hoezo decadent? De crew pakte de spullen in, nadat ze ons nu al voorzien hadden van snoep en fruit voor onderweg. Na een poosje zijn we gaan lopen, maar niet voordat Victor een foto van ons had gemaakt onder het bord van het beginpunt.

We moesten door de controle, daar werden onze paspoorten gecontroleerd en natuurlijk de permits. En dan kon de tocht eindelijk beginnen: over de beroemde brug. Maar niet voordat we onze regenspullen hadden aangetrokken, het was namelijk gaan regenen, en niet zo zuinig ook. Het is goed dat we in de droogste maand van het jaar hier zijn, hebben wij dus weer regen. Maar het was begonnen en we maalden er dus niet om. Het eerste stuk na de brug was een aardig klimmetje, maar dat ging al prima. Het was even weer wennen om te lopen, maar ik merkte eigenlijk al gelijk dat de wandelingen thuis en in Peru zeker mee hadden geholpen om dit mogelijk te maken. Na het klimmetje was het pad een heel stuk vlak, en we schoten lekker op. We hebben nog een grote groep Japanners ingehaald, omdat het anders niet zou opschieten. En op dat moment dacht ik nog dat het niet fijn zou zijn als we heel de weg zo in colonne zouden lopen. Maar we hadden wel daarop gerekend, dus boeien! Gaandeweg zagen we wat kleine winkeltjes waar je eten en drinken kon kopen en we zagen ook nog wel andere toeristen. Toen ik bij een van de winkeltjes naar het toilet ging kwamen er zelfs een stuk of twaalf jongelui die bij het winkeltje wat gingen eten en/of drinken. Maar wij gingen gestaag verder, zolang het vlak was gezamenlijk. Al snel was de regen opgehouden en deden we onze regenspullen weer uit, lopen in de zon met een shirtje met korte mouwen was natuurlijk veel te lekker. Maar opeens zag ik een hoop porters (van ons zelf die ons alweer hadden ingehaald, en van een andere ploeg) een stukje de heuvel op geklommen staan. Van die kant, maar ook door Piet werd er geroepen en gewezen dat ik en Victor ook de berm in moesten. Er was namelijk een stier onderweg die weliswaar aan een touw zat bij een boer, maar die het ook niet zo naar zijn zin had en woest om zich heen aan het slaan was met zijn kop en dus met zijn hoorns. Gelukkig was hij alweer een beetje gekalmeerd, maar schrikken was het toch wel even. Daarna zijn we alleen wat ezeltjes en lama’s tegengekomen, en dat is dan wel weer leuk, dat hoort er een beetje bij. Op een gegeven moment kwamen we langs een soort campsite waar een tent was opgezet. Victor vertelde dat het een lunchplek was, en dat die tent was opgezet om te koken en te lunchen. We konden dat bijna niet geloven, het was toch prima weer en waarom zou je dat dan doen? Een stukje verder kwamen we langs een mooie ruïne, en daar bleek Victor toch wel heel veel te weten van de Inca’s en hun bouwwerken. Hij legde uit wat er voor ruimtes in de ruïne Llactapata waren, en wat er gebeurde op de terrassen die op de bergrug lagen die vanaf de ruïne zo mooi te zien waren. Het was een prachtige plek. Toen wij aankwamen bij onze lunchplek begrepen we ineens waarom er lunchtenten worden opgezet, we waren blij dat onze tent stond: het was namelijk weer gaan regenen. De manier van lunchen is trouwens ook we heel bijzonder: de tent is in twee delen gesplitst. Een deel is de keuken waar de kok, compleet met koksjasje en koksmuts aan het kokkerellen is. 0 Het andere deel, dat is afgescheiden door een zeil als wand, is het restaurant waar de maaltijd wordt geserveerd. Er is nog net geen drank bij (anders dan thee, koffie of een sapje), maar verder mankeert er niets. Een ober met sjaal en jasje, voorgerecht en hoofdgerecht als lunch en koffie toe. En dus allemaal klaargemaakt op een tweepits butagas stelletje. Het was fantastisch, ook de houding van de mensen: vrolijk aan het werk en volop plezier met elkaar. Een beetje jammer dat het eten veel teveel voor ons is, Piet heeft de helft aan Victor gegeven. Maar de rest zou ook wel opkomen, de crew zelf moest natuurlijk ook nog eten. Na het eten zijn we weer verder gelopen. We kwamen wel aardig wat porters tegen (eigenlijk haalden ze ons in), maar geen toeristen meer. Op één na: een wat gezette dame die op een paard ons tegemoet kwam en waarschijnlijk haar groepsgenoten een stuk had vergezeld. Verderop mogen er namelijk geen lastdieren op de Inca Trail, alleen deze eerste dag en op de tweede dag een klein stukje om een winkeltje te bevoorraden. Verder zijn we nog bij een controlepost voor de porters geweest. Er wordt de laatste jaren goed gecontroleerd dat ze niet uitgebuit worden, en bijvoorbeeld met vijftig kilo op hun rug de bergen op lopen. We zijn op ons gemak doorgelopen, en behalve dat we een voor mij vervelend bruggetje over moesten.

Maar ook dat hoort allemaal bij de wandelervaring op de Inca Trail, dus… Om half vijf waren we, ruim voordat het donker werd, op de campsite. Daar stond ons tentje al klaar, lagen onze tassen er in en werden we warm onthaald door onze ploeg. Als beloning echter deze keer geen koud biertje, maar een lekkere warme thee. We waren niet alleen op de campsite, maar heel druk was het er niet. Na de thee zijn we even gaan rusten, en daarna was het snel tijd voor het diner. Ook dat was weer prima: soepje vooraf, hoofdgerecht en zelfs een toetje. Het enige wat er aan mankeerde was de begeleidende drank, weer geen alcohol. We zullen het wel redden deze vier dagen (gelukkig zijn het er eigenlijk maar drie, omdat we de vierde dag alweer uitgewandeld zijn). Na het eten zijn we snel naar bed gegaan, het koelde heel erg snel af, en zo zonder al teveel vertier en met een zware dag voor de boeg is het beter om vroeg te gaan slapen. Morgen een hele klus: 10-11 uur wandelen en veel stijgen!

Donderdag 20 juni Tweede dag Inca Trail

We werden volgens afspraak om vijf uur gewekt. Eigenlijk zou het een half uurtje later zijn volgens het standaard schema. Maar omdat ik niet volgens het standaard tempo loop hadden we gevraagd of we eerder mochten. Omdat Victor mijn eerste dag al had gezien had hij er niet veel moeite mee om wat eerder te beginnen. We werden gewekt met een kopje thee en wat later werd er een badje warm water gebracht om ons te kunnen wassen. Om half zes was het ontbijt klaar, en dat was natuurlijk weer veel te veel. We gingen na het uitstekende ontbijt om kwart over zes lopen voor de zwaarste dag van onze beproeving die we de Inca Trail noemden. We zijn al snel gaan klimmen en we zaten na drie kilometer op bijna 4200 meter. Voordat we die top bereikten begon het te regenen en zelfs te hagelen. Gelukkig bleef Victor bij me, zodat Piet door kon lopen. Een ander bijkomend voordeel was dat ik de reserve poncho van Victor kreeg. Dat scheelde nogal wat, dus we moeten maar eens een investering doen op dat soort spul. Het zal vast niet de laatste keer zijn dat we ergens in de regen lopen. Toen ik na een hoop gehijg en gepuf in mijn eigen tempo boven kwam was het echt hondenweer: wind en natte sneeuw. Dus Piet was nergens meer te bekennen, die was namelijk al veel eerder boven en het was daar te slecht weer om te wachten. Groot gelijk had hij. Victor heeft daar ter plekke wat foto’s van mij gemaakt met mijn kleine cameraatje, er moest tenslotte wel vastlegging komen van deze prestatie (dat is tenminste wat hij zei). Toen we naar beneden liepen over een groot aantal traptreden werd het weer beter. Ook dit stuk liep ik de meeste tijd alleen, maar dat vind ik helemaal niet erg. Er is niets zo vervelend als je moeten aanpassen aan het tempo van iemand anders. Dat geldt natuurlijk ook niet voor mij, maar ook voor Piet en Victor. Toen Victor en ik bij de lunchplek aankwamen begon het weer te regenen, dus Piet mazzel dat hij al binnen was. We hebben snel gegeten, want we hadden nog een lange weg te gaan. “Gelukkig” begon de trip na de lunch weer met een flinke klim, we zouden het anders verleren en dat is toch zeker niet de bedoeling. Maar gelukkig was het droog. Onderweg kwamen we een mooie, halfronde site tegen. De naam ben ik kwijt, maar we zijn er ook maar even op geweest. Naar boven lopend zijn we een poosje samen opgelopen, maar toen het tempo weer uiteen liep is Piet doorgelopen naar de tweede top.

Daar heeft hij staan wachten, een beetje verscholen omdat het weer begon te regenen. Er waren een paar poeltjes, dus het is op hoogte niet alleen maar nat van de regen, maar er is ook nog iets wat blijft liggen. Onderweg naar beneden kwamen we Sayaqmarka, een grote site tegen. Piet en Victor zijn daar naar boven gegaan. Ik zag dat niet zo zitten omdat het én heel steil omhoog was en ik moe werd, én ik dacht dat ik zo traag zou zijn dat we dan in het donker op de campsite aan zouden komen. 0 En dat laatste zag ik helemaal niet zo zitten. Piet en Victor zijn dus naar boven gelopen, en hebben daar rondgekeken. Victor heeft nogal wat foto’s van Piet daar gemaakt, het lijkt een echte paparazzi. Piet kwam als eerste beneden, Victor wilde daar ook nog even in rust zijn voorouders en de aarde eren. Hij heeft daar wel wat mee, en dat is prima. We zien het ook steeds, als we wat eten of drinken offert hij het eerste beetje aan Pancha Mama (Moeder Aarde). Intussen dat zij boven waren ben ik op mijn gemak doorgelopen en aangekomen bij Qonchamarka, een kleine site iets verderop. Daar hebben we Piet en ik ook nog even wat rondgekeken totdat Victor er weer bij kwam. Daarna was het nog een half uurtje naar de campsite, waar we natuurlijk hartelijk werden ontvangen door onze crew en waar de tenten alweer klaar stonden. We werden van harte uitgenodigd voor thee en popcorn. Dat was helemaal prima na een inspannende dag. Daarna werd de crew officieel aan ons voorgesteld, het is een leuk clubje dat ook veel plezier met elkaar heeft. Een aantal erg jonge jongens (van voor in de twintig), maar ook wat ouderen, de oudste drager was 43. Ik zou ook op die leeftijd mezelf niet met 25 kilo op mijn rug een berg op zien hollen. Al snel na het voorstelrondje, en het genieten van het fantastische uitzicht op de besneeuwde bergen bij de zonsopgang kregen we het badje warm water om ons op te frissen. We hadden gevraagd om één badje, twee is een beetje onzin. Daarna gingen we eten. Het was flink koud, dus de mutsen gingen op en de fleecevesten niet uit. Na het eten kregen we onze doppers gevuld met warm water mee, zo fungeerden ze mooi als warm water kruik. Snel even naar het toiletblok, dat was wel wat minder als de vorige campsite: je kon het toilet niet doortrekken, maar moest het doorspoelen met grote waterslangen. We lagen dus al rond acht uur in bed, kruiken in de slaapzak, heerlijk. Piet wilde niet, dus ik had er twee, en dat vond ik helemaal niet erg. Ik was dus alweer heel snel onder zeil.

Vrijdag 21 juni Derde dag Inca Trail

Om 5.45 uur wake up call, 6.30 uur ontbijt en om 7.00 uur op pad, het is en blijft wel vakantie. Gelukkig was er natuurlijk eerst weer een badje warm water en een prima ontbijt, er wordt heel erg goed voor ons gezorgd. Het is dan wel decadent om zeven man personeel te hebben met z’n tweeën, maar het is ook wel lekker. Het begin van de wandeling was, hoe verrassend, een klimmetje, maar daarna werd het al snel weer dalen. En dalen was het, er bleven maar trappen komen. En dan ook niet zo van die kleintjes, je snapt werkelijk niet hoe die kleine Inca mannetjes en vrouwtjes die treden op en af konden. Soms laag, soms hoog, maar in elk geval heeeeeel veel. Toch waren er ook erg mooie stukken wandeling bij, we liepen namelijk in het nevelwoud en dan is er veel te zien. Prachtige, heel erg kleine, orchideeën, vlinders en vogeltjes. Op de plekken waar het plat wandelen was liep ik evengoed alleen, maar dat was omdat ik het zo heel erg mooi vond. Er waren fantastische doorkijkjes, ik kon er geen genoeg van krijgen. Ik zei op enig moment ook tegen Victor toen hij weer eens zat te wachten dat het niet de conditie of de vermoeidheid was, maar de prachtige omgeving die er voor zorgde dat ik zo traag was. Een van die mooie dingen was ook een Inca tunneltje waar we doorheen moesten lopen. Het was een tunnel met daarin (natuurlijk) een trap. Lastig, maar het leverde wel een mooie foto op. Dat ik wat traag was vond Victor ook helemaal niet erg, ik had volgens hem de vorige dag al een topprestatie geleverd en kon nu rustig aandoen omdat we toch tijd genoeg hadden. Toch was ik op bepaalde punten ook wel blij dat ik op hem kon terugvallen, sommige trappen waren wel heel erg steil. Hij nam twee maal mijn stokken over en gaf me een arm zodat we toch redelijk snel naar beneden konden. En dat werkt, zo’n man die een stevige arm geeft omdat hij zelf zeker is van zijn kunnen om zonder vallen naar beneden te lopen. Toch liep ik natuurlijk het liefst zelf naar beneden, maar de steile stukken van de 2300 (maar voor mijn gevoel meer) treden was het toch wel gemakkelijk. 0 Op een gegeven moment kwamen we aan bij een campsite waar hij even moest bellen, en waar wij dus even de tijd kregen om op ons gemak rond te kijken. Daar zaten ook een paar valken, hij wees ze ons en ze vlogen prachtig door de helblauwe lucht. Maar toen ze eenmaal gingen zitten hebben we zeker een halfuur gewacht tot ze weer gingen vliegen voor de foto. Helaas doen beesten niet alles wat je zou willen voor een fotoshoot, dus heeft Piet ze maar een paar keer zittend op de foto gezet. Na die pauze zijn we verder gelopen en kwamen we al heel snel op een kleine site, waar Victor natuurlijk weer uitleg gaf, en waar ook een paar lama’s liepen. Daar kwamen we ook een paar andere toeristen tegen, een paar jongelui die ook deze site bezochten. Maar dat waren er dan ook maar een paar, het is verbazingwekkend hoe weinig andere toeristen we tot dan gezien hadden. Als je na gaat dat er op de 42 kilometer ongeveer 700 toeristen lopen snap je niet dat er niet wat meer ziet. Ze zullen allemaal wel ongeveer hetzelfde tempo lopen, en dat zal dan gemiddeld ook niet veel sneller zijn dan wij lopen. De enigen die ons steeds inhaalden waren de dragers van onze en andere ploegen. Na het bezoek aan de site zijn we verder gaan lopen en het was, voor de verandering, prima weer. Het zonnetje scheen, maar het was niet te heet, dus prima wandelweer (moeten we vaker doen). Onderweg wees Victor ook een grote berg aan, Machu Piccu Mountain, en ook Machu Piccu Village. We kwamen dus in de buurt !!!! Om 13.45 uur waren we op onze campsite voor die avond. De tenten stonden er natuurlijk al weer, en nadat we alweer hartelijk welkom waren geheten door onze crew kregen we weer een heerlijke lunch voorgeschoteld.

De tenten stonden wel erg aan het randje van de afgrond, en het zou dan ook uitkijken zijn als we ‘s-nachts naar het toilet moesten (of gewoon niet gaan plassen). Na de lunch zijn we met Victor naar een site op tien minuten lopen van de campsite gelopen. De campsite had dan ook dezelfde naam als de Inca nederzetting: Winay Wayna. Daar werden we eerst door Victor rondgeleid, en moesten we natuurlijk ook weer uitgebreid op de foto. Daar maakt hij namelijk een gewoonte van, en dat is eigenlijk best leuk. Nadat hij alles had uitgelegd ging hij zelf weg en waren we alleen op de site. Dat is wel heel bijzonder. 0 Piet is nog naar beneden gegaan, naar de nederzetting zelf. Ik had daar geen zin meer in. Nog afgezien van de steilte van de trappen lag er ook aardig wat gruis op. En het laatste waar ik zin in had was daar naar beneden kletteren, net voordat we de Inca Trail hadden volbracht. Toen we terug kwamen hebben we eerst wat zaken in de tent georganiseerd, zoals de slaapzakken aan elkaar ritsen. Daarna stond om vijf uur de thee met snacks alweer klaar. Daarna eten, en op tijd naar bed. Maar voordat we ons terugtrokken was er wel de “ceremonie”. We moesten natuurlijk onze crew bedanken, niet alleen in woorden maar ook met de fooi. Helaas was dat aan het begin van de reis niet verteld en het stond ook niet in de reisbeschrijving. Gelukkig had Victor het er bij de introductie in Cuzco wel over gehad, en had Annette ook nog aangevuld anders hadden we niet eens genoeg geld meegenomen. Maar ze waren er blij mee, we hebben Victor ook maar gelijk zijn deel gegeven en betaald voor de huur van de stok voor Piet. Al met al zette het ons toch even zo’n slordige 150 Euro achteruit. Na dit feestelijk gebeuren zijn we samen nog naar het toilet gegaan en gaan tanden poetsen, daarna was het wel klaar: koud en verder toch niets te doen. Bovendien mochten we de volgende dag om 3.30 uur opstaan dus…

Zaterdag 22 juni Vierde dag Inca Trail

Als het gaat om vroeg opstaan spande deze dag wel de kroon: wake up call 3.30 uur, 4.00 uur ontbijt en 4.30 uur onderweg. En allemaal omdat dan onze crew de trein naar huis kon nemen in Aquas Calientes. Maar gelukkig waren we niet de enigen, de campsite was al aardig in beweging, kennelijk gaan ze allemaal zo vroeg naar huis. Maakte niet uit, zij hebben vier dagen voor ons gezorgd en mogen dan ook op tijd thuis zijn. Toen we aankwamen bij de controlepost waren we ook daar niet de enigen: er zaten al zeker dertig mensen voor ons, en we hadden nog net de laatste zitplekjes.

Daar moesten we tot 5.30 uur wachten voordat we aan het laatste stuk naar Machu Piccu konden beginnen. Na het even wachten konden we dan eindelijk doorlopen. Het ging in een rap tempo, vooral ook omdat het redelijk plat was. Het was wel jammer dat het nog zo donker was, maar misschien ook wel goed, dan let je niet zo op het pad. We werden nu wel door een paar toeristen ingehaald, maar haalden ook zelf een paar mensen in. Toch was het veel minder druk dan je zou verwachten, en het liep dus best lekker. Het duurde wel even nadat we zijn gaan lopen voordat het wat lichter werd, maar uiteindelijk konden de lampjes ruim voordat we er waren uit. Vlak voor Intipunku (de Zonne poort) vertelde Victor dat er nog een trap zou zijn. Deze werd door sommige toeristen met “Oh nee” begroet, anderen noemden het een apentrap. Ik ben het met de laatsten eens: je moet echt als een aapje klauteren om naar boven te komen. Zo steil, en zulke smalle treetjes. Ik moest van Victor mijn stokken achter laten zodat ik mezelf genoeg kon vastklampen aan de stenen van de trap. Want zoals gewoonlijk op de trail zaten er weer geen leuningen aan. Piet liep natuurlijk weer zo naar boven, waar die de conditie en de durf vandaan haalt weet ik niet, maar die zal ik nooit voorbij streven, al train ik nog zo veel. Boven aangekomen, vlak voor de poort zijn we wel samen naar boven gelopen. Het was een speciaal moment: hier hadden we een hele poos naar uitgekeken. Nadat wij, en natuurlijk ook Victor, weer een heel aantal foto’s hadden gemaakt zijn we naar beneden gelopen. Steeds weer kijkend naar dat prachtige plaatje dat we steeds maar uit de reisgidsen zagen en nu zelf konden zien. Het was er prachtig, maar ook wel heel erg druk. Je kon zien dat er aan de andere kant ook bussen naar boven gingen, die waren natuurlijk steeds afgeladen met hordes toeristen. Dat is niet erg, alleen is ook maar alleen. Maar het hadden er best een paar minder mogen zijn. Om te beginnen gingen we eerst maar eens naar het toilet. Na dat noodzakelijke bezoek hebben we eerst maar eens echte koffie gedronken, niet heel goedkoop maar je kunt ook wel verwachten op zo’n plekje. Bijna namen we een biertje, maar het was nog wel erg vroeg en we moesten natuurlijk nog een hoop bezichtigen.

Al snel kwamen we ook mensen van de groep tegen, de mensen die de Larestrail gewandeld hadden waren er ook, de Lares Trail is namelijk een dag korter dan de Inca Trail. Het was leuk om ze te zien en te vertellen dat het helemaal goed was gegaan. Maar we gingen natuurlijk verder, Victor had namelijk nog een hoop te vertellen, en leidde ons over een groot gedeelte van de site. Op het laatst gaf hij ons de buskaartjes, en vertelde waar we de bus naar het dorp konden nemen waar de groep weer bij elkaar zou komen en ging hij er van tussen. Het was ook wel lekker om zo samen ook weer eens rond te wandelen op een mooie plek, ondanks al die honderden mensen om ons heen. Nadat we met het busje naar beneden het dorp in ware gegaan zijn we in het afgesproken restaurant gaan zitten en hebben daar een biertje en een pizza genomen. Annette sloot bij ons aan, en toen bleken wij de tijd verkeerd te hebben verstaan, we waren een uurtje te vroeg. Maar dat gaf natuurlijk niks, we namen dus nog maar een extra biertje. Wij zijn samen met een van onze reisgenotes in een trein naar Ollantaytambo gegaan, waar we opgewacht zouden worden door onze buschauffeur. De rit was prima, een beetje zaten we wel op elkaar door de heel luxe, maar toch krappe stoelen, maar verder was de rit prima. We konden lekker naar buiten kijken en een beetje kletsen. Toen we aankwamen op onze bestemming wisten we dat we een half uurtje moesten wachten op de rest van de groep die een latere trein had. Maar geen buschauffeur te zien, en toen wij hem na een poos hadden gevonden deed hij net alsof hij ons had opgewacht. Hoogst irritant dus, omdat het gewoon niet waar was. Hij zette de bus op een andere parkeerplaats, omdat hij weg moest op die waar hij stond. Dat had alles te maken met de verschillende spoormaatschappijen, beetje raar maar het hoort hier bij Peru. Wij zijn nog maar een keer langs de winkeltjes gaan lopen, de spullen lagen toch veilig in de bus was ons verzekerd. Maar toen we terug kwamen bij de bus stond die wagenwijd open, en was de chauffeur nergens te bekennen. Dat zette bij Piet en bij mij wel heel erg kwaad bloed, tenslotte lagen onze paspoorten er in en had hij gezegd dat de bus op slot ging. Toen Piet hem gevonden had kreeg hij de volle laag, en die kreeg hij later van mij nog een keer. Ook Annette liet hem luid en duidelijk weten dat het zo niet de bedoeling was, maar hij bleef maar een beetje laconiek: er was toch niets gebeurd, en alle bussen stonden open. Terug in het hotel hadden we toch niet dezelfde kamer, een beetje jammer. Maar alle spullen waren verhuisd en dat was het belangrijkste. De douche was niet echt fijn: een paar straaltjes. Maar wel lekker warm en dat is wel fijn na een dag of vier je moeten behelpen met een teiltje. Na het douchen zijn we samen de stad in gelopen om te gaan eten. In een restaurant aan de Plaza vonden we een mooi tafeltje, ver van de deur dus koud zouden we het niet hebben. Maar toen bleek dat het tafeltje wel vlak voor de deur van de toiletten was, moesten we toch nog steeds een paar keer vragen of mensen de deur dicht wilden doen. Evengoed hebben we heerlijk gegeten en met een lekker flesje wit erbij kwam alles weer goed. Na het eten zijn we nog even naar de pinautomaat gegaan, het gaat zo wel hard. Ook de supermarkt was weer aan de beurt, voor wat nootjes en een paar biertjes. Thuis aangekomen hebben we nog maar een mail gestuurd, we hadden weer geen service op de telefoon. Het is toch wel apart dat je in de derde stad van Peru geen telefoonbereik hebt. We hebben ook de kamer maar even opgeruimd, het was tenslotte nog vroeg en een puinhoop achterlaten op de volgende dag was ook geen optie.

Zondag 23 juni Cuzco en de Heilige Vallei

Vandaag stond een dagtocht op het programma met de mensen die de Inca en Lares Trail hadden gelopen. We waren met negen personen, dus mooi het busje vol. We begonnen met een rit naar de markt van Chincero. Die was pas net begonnen, maar ook wel erg leuk om te zien en overheen te lopen. Het was een gewone markt met groenten, fruit en andere huishoudelijke spulletjes. Er waren natuurlijk ook wel wat toeristische kraampjes, maar daar hebben we niets gekocht.

Wel wat fruit en een stukje cake om te snoepen. Het leverde in ieder geval leuke foto’s op. Daarna zijn we naar de zoutpannen van Salinas gegaan, ook dat was leuk om te zien. Je kon daar zien dat het zout gewonnen werd in lage bassins, en je kon er tussendoor lopen over smalle “walletjes”. Soms was dat wel spitsroeden lopen, maar we zijn al heel wat gewend dus het ging verder wel prima. We zagen er ook hoe de pannen glad werden gemaakt door ze af te schrapen en hoe ze zo watervast werden gemaakt door met een groot blok hout de aarde zo vast mogelijk aan te stampen. Er waren ook nog wat andere toeristen en een van de jonge dames wilde het zelf eens proberen. Omdat de mensen hier erg vriendelijk zijn, en het natuurlijk een vrolijke jonge dame was, mocht dat. Het viel ze alleen niet mee, maar ze hadden wel plezier met elkaar. De volgende stop waren de terrassen van Moray. Dat is een oude Inca site met ronde cirkelvormige terrassen. Het verhaal gaat dat de Inca’s er een soort biologisch proefstation hadden. Daar konden ze testen wat de verschillende landbouwmethoden voor resultaten opleverden voor de oogst. Ook daar hebben we lekker rondgelopen. Terug in het busje reden we naar Ollantaytambo, een voor ons intussen bekend dorp. We zijn daar namelijk gaan ontbijten voor de Inca Trail, en zijn er uitgekomen toen we met de trein van Machu Piccu kwamen. Op de Plaza zijn we eerst gaan lunchen, in een eenvoudig koffietentje wat empanadas en koffie. Nadat iedereen weer present was zijn we naar de ruïne met dezelfde naam als het dorp gegaan. Daar hebben we eerst onderhandeld met een gids over de prijs van de rondleiding. Toen we dat geregeld hadden zijn we onder zijn leiding de site gaan bezoeken. Die was best steil, maar och we waren natuurlijk al wel wat gewend (behalve de hitte dan). Rustig aan was weer het devies, en luisteren naar de gids. Halverwege de berg aan de overkant kon je goed zien dat de Inca’s slim waren: er waren een soort gebouwen gemaakt met grote ramen om de oogst te kunnen luchten en koelen. Nog wat hoger was er een soort tempel gebouwd, maar op de top was er iets dat ze niet zelf hadden gemaakt, maar wat wel heel erg op een Inca gezicht leek. Toeval?? Bovenop de ruïne kon je goed zien dat er toen bij de bouw al rekening werd gehouden met aardbevingen: tussen de grote platen van de Zonnetempel waren spieën die als eersten zouden breken bij aardschokken. Daarmee werden de grote platen waarschijnlijk heel gehouden. We zagen daar ook grote blokken steen met een soort handvaten er aan. Die dienden om de blokken op elkaar te hijsen. Omdat de site volgens de overlevering niet helemaal af was voor dat de Spanjaarden hem wilden veroveren zaten die handvaten nog op de stenen. De rondleiding duurde wel heel lang, en we hadden toch echt een tijd afgesproken met onze chauffeur. Dus hebben we de gids snel bedankt en betaald en zijn we rap naar de Plaza gegaan voor het vervolg van de dag. Het laatste bezoek van de dag was de site van Pisac. Die is veel minder toeristisch, maar wel heel mooi. Omdat het al wat later op de dag was, was het licht prachtig. En bovendien was er een man die op de fluit speelde, wat een heel mystiek geheel maakte van de site. We zijn er een stuk opgelopen, maar hadden helaas te weinig tijd. Ik had hier graag nog wat meer tijd doorgebracht. Toen de fluiter naar beneden kwam wilden we graag een CD van hem kopen, maar helaas had hij die niet meer. En de fluit die hij wilde verkopen hadden wij niets aan, dus geen deal. Helaas voor beide partijen. Toen iedereen beneden was zijn we met het busje terug gegaan naar Cuzco en nadat we de chauffeur had bedankt en betaald zijn we uit elkaar gegaan na een volle en mooie dag. We zouden samen gaan eten als afsluiting van de vakantie. Zoals gewoonlijk doen we dat in een luxe restaurant, ik had Cicciolina uitgezocht. Voordat we zouden gaan shoppen voor een ketting die ik had gezien gingen we daar naar toe om te reserveren. Maar helaas ging dat niet, het was kennelijk druk genoeg (en dat was ook zo, de dag voor Inti Raymi). We konden wel op de wachtlijst, maar dan zouden we toch in de brasserie aan hoge tafels terecht komen, en niet aan een gedekte tafel in et restaurant zelf. Daar paste ik voor, dus toen zijn we naar Chicha gelopen. Daar hadden we ook al in Arequipa bij gegeten, en dat was ook prima bevallen. Ook daar konden we niet echt reserveren, maar wel op een wachtlijst komen voor het restaurant zelf. Dat hebben we dus maar gedaan, en toen zijn we op zoek gegaan naar een mooie ketting.

In de eerste winkel zagen we een mooie, maar het was wel aardig onderhandelen. Toch gingen we nog even verder kijken, maar zoals gebruikelijk zagen we niets mooiers meer. We zijn dus terug gegaan en hebben hem gekocht. Dat was nog niet zo gemakkelijk omdat de ketting die erbij lag te kort was. De dames van de winkel hebben veel andere kettingen aangedragen, maar het duurde even voordat ze er een hadden die lang genoeg was en die me beviel. Toen dat gelukt was moest ik ook nog even onderhandelen voor de bijpassende oorbellen, en toen kon eindelijk de deal gesloten worden. Het setje was niet goedkoop, maar dat zijn echt mooie dingen eigenlijk nooit. Met de buit zijn we naar Chicha gelopen en hebben we daar even gewacht totdat er een tafeltje vrijkwam. Dat duurde een klein halfuurtje, dus toch iets langer dan de 10 minuten die ze hadden gezegd, maar toe maar. Het eten was er weer erg lekker, net als de wijn en de cocktail vooraf en de koffie met borrel als afsluiting. We zijn daarna op ons gemak terug gelopen naar het hotel.

Maandag 24 juni Inti Raymi

De dag van het festival. We werden om half acht opgehaald om naar de Zonnetempel te lopen onder begeleiding. We kregen allemaal een gele pet om herkenbaar te blijven voor elkaar en voor de begeleiders. Bij de Zonnetempel was het al knetterdruk, maar wij hadden mooie plaatsen, bijna vooraan. Dat is dan weer het voordeel als je (grof) geld betaald voor kaartjes. Voordat de “voorstelling” begon hebben we toch nog bijna een uur moeten wachten, maar het zonnetje scheen en het was dus niet erg. We moesten wel zorgen dat we onze plekjes behielden, het werd steeds drukker. Toen de muziek begin te spelen en de figuranten aan kwamen lopen begon het spektakel echt.

Het was groots, met een hoop muziek en gezang. De toespraak van de Inca koning was natuurlijk voor ons niet te volgen, maar de plaatselijke bevolking kon het kennelijk wel verstaan. En die waren dan ook razend enthousiast. Nadat de openingsceremonie helemaal was afgelopen kregen we de tijd door waarop we bij de bussen moesten zijn voor het laatste gedeelte van de dag, bij Sacsaywamán. Het tussengedeelte moesten we zelf doen, dat was namelijk op de Plaza en daar zag het al zwart van de mensen. Maar voordat we daar naar toe gingen hebben we eerst koffie gedronken met de twee reisgenoten met wie we samen de hele dag optrokken omdat wij vieren de enigen uit de groep waren die kaarten hadden gekocht. Na de koffie zijn we naar de Plaza gelopen en hebben we over de hoofden van alle toeschouwers ook nog wat foto’s kunnen maken en filmen. Maar veel hebben we er zelf niet van mee gekregen. Voordat we naar de bussen gingen hebben we nog even een koffiebroodje gehaald bij een bakker omdat we niet zeker wisten of er voor een lunch gezorgd zou zijn. Daarna gingen we naar de afgesproken plek voor de bussen, en vonden we al snel onze eigen bus. Gelukkig was het nog steeds stralend weer, want we moesten nog wel even wachten. Toen we eenmaal in de bus zaten lag daar ook onze lunchzak, ook dat was dus geregeld. Toen de bussen gingen rijden bleek dat we net zo snel hadden kunnen lopen, we waren natuurlijk niet de enige bus die naar de Inca site gingen. In de bus kregen we ook onze toegangskaarten, wij zaten op de Oranje tribune, de mooiste tribune. Bij het toewijzen van de kaarten was er iets niet goed gegaan, dus we zaten niet naast elkaar. Geen enkel paar overigens, dus er moest nog flink geruild worden. Onze gids, Danny, zei dat het allemaal goed zou komen als we eenmaal op de tribuneplekken zouden zitten. Ik zag dat de Australische dame waar we heel de tijd bij de Zonnetempel hadden staan praten de plek naast Piet had, dus ik vroeg haar meteen al of ze wilde ruilen. Dat deed ze natuurlijk, maar ze zei dat als ze op een slechte plek zou zitten ze wel haar kaartje weer terug wilde. Natuurlijk spraken we dat af, ik was allang blij dat ik het alweer geregeld had, en we zaten op rij twee. Veel beter kon het niet! Aangekomen bij de site werden we door de ingang geloodst waar we ook een DVD kregen.

We gingen op onze plekjes zitten en hebben daar met genoegen in het zonnetje naar alles om ons heen zitten kijken. Natuurlijk aten we daar ook ons lunchpakket op, helemaal prima. Het heeft ongeveer een uur geduurd voordat het echte spektakel begon, en ook dat was weer fantastisch. Het was de uitbeelding van een oude Inca traditie. De onderkoningen van de vier districten kwamen aan de Inca Koning melden wat ze het hele jaar hadden gedaan, en vooral wat dat voor het Inca Rijk had opgeleverd. Ook werd er een lama geofferd (niet echt, ook dat was toneelspel) om de goden gunstig te stemmen voor het komende jaar. Ook de vrouw van de Inca Koning kwam uitgebreid in beeld. De muziek en de dans van de openingsceremonie waren ook hier weer, maar dan nog veel uitgebreider. Het leek wel of er nog meer figuranten waren als die ochtend. Het was een echt spektakel zoals je die alleen maar op televisie ziet, dus heel bijzonder om mee te kunnen maken. Na de “uitvoering” zijn we niet met de bus naar beneden gegaan, maar hebben we dat stuk samen met de rest van de lokale bevolking (die in grote getale op de rotsen rondom de site hadden gezeten) gelopen. Dat was erg gezellig en om de dag met z’n vieren af te sluiten hebben we nog een wijntje/biertje genomen bij een restaurant op de plaza. Daar konden we op het balkon zitten, en konden we dus nog mooi op de Plaza kijken waar nog steeds veel mensen liepen. Na de borrel zijn we terug gegaan naar het hotel, het was tijd voor het laatste diner met de groep. Na het eten hebben we in de supermarkt nog een biertje gehaald, en dat hebben we op de patio van het hotel opgedronken. Toen was het tijd om naar de kamer te gaan, de tassen moesten ook nog deels ingepakt worden, en de volgende dag hadden we een vroege vlucht naar Lima.

Dinsdag 25 juni Onderweg naar huis

Al vroeg werden we opgehaald in het hotel voor onze vlucht naar Lima, we gingen onderweg naar huis. Na een korte vlucht met wel prachtige vergezichten over de Andes, waren we al snel in Lima. Daar werden we opgewacht door onze bus. Annette had deze kosteloos voor ons geregeld omdat we de boottocht naar Islas Ballestas niet hadden kunnen doen vanwege de hoge golfslag. Die bus is echt we handig, je wordt op leuke plekken gebracht. Maar wat vooral erg handig is, is dat je niet met je bagage hoeft te slepen (of deze in een kluis moet doen). De eerste stop van de rondrit door Lima was bij het San Fransisco de Asis klooster en kathedraal. Daar kregen we een rondleiding, niet alleen door het klooster, maar ook door de catacomben.

Die zijn natuurlijk veel kleiner dan in Parijs, maar waren evengoed leuk om te zien. Ook het klooster zelf, en de bijbehorende kathedraal waren indrukwekkend. Die katholieken zorgden wel goed voor hun volgelingen, zeker als het fraters en nonnen waren :. Na de rondleiding gingen naar het paleis voor de wisseling van de wacht. Helaas ging die niet door, er werd een podium opgebouwd voor een concert dat die avond gegeven zou worden door het staatsorkest. Daar werden we hartelijk voor uitgenodigd, maar dat paste natuurlijk niet. Het concert was om vijf uur, en dan moesten wij op het vliegveld zijn. We zouden namelijk om acht uur gaan vliegen. We kregen daarna wat vrije tijd en Piet en ik zijn natuurlijk samen op pad geweest. We hebben in een straatje lekker in een lokaal tentje koffie met cake gedronken, en zijn daarna nog even naar het oude postkantoor geweest. Daar zitten nu ook allemaal winkeltjes, er is niet veel meer aan. Achter die straat zijn we ook nog een winkelcentrum in geweest, ik ging nog maar op zoek naar een sjaal. Ik had die helaas in Cuzco niet gekocht, en kwam er hier in al die winkeltjes ook geen tegen. Toen we weer bij elkaar waren zijn we met de bus naar het Park van de Liefde gereden, een klein parkje aan het strand waar veel Gaudi-achtige bankjes waren neergezet. Klein, en niet bijzonder mooi, maar wel leuk om er eens te kijken. Daarna werden we naar een groot winkelcentrum vol dure winkels gebracht om te bekijken dat er in Peru ook mensen zijn met geld. Daar hebben we eerst maar eens geluncht, lekker met een glas wijn er bij. Toen we aarzelden omdat het toch niet zo warm was kwam de eigenaresse naar buiten en zei in het Nederlands dat ze de terrasverwarming voor ons wel kon aanzetten. Het was namelijk het restaurant van een Peruaanse vrouw die met een Nederlander was getrouwd. Ze had ook een paar jaar in Nederland gewoond, en sprak dus vloeiend Nederlands. Daarna zijn we even langs de winkels gelopen, maar hebben niets meer gekocht. We waren ook wel een beetje klaar om naar het vliegveld te gaan voor de terugvlucht naar Nederland. De bus bracht ons naar het vliegtuig, onderweg zijn we nog even naar het hotel van Annette gegaan om haar bagage daar te droppen. Het is onzinnig als we er (bijna) langs komen haar te laten sjouwen met haar spullen. We begonnen op ons gemak aan een rustige nachtvlucht. Aangekomen op Schiphol was de bagage er na een poosje weer. We hebben samen met twee reisgenoten en hun afhalers wat gedronken en zijn daarna met de trein naar huis gegaan. In Den Bosch was er natuurlijk weer de bus, en nadat we de spullen hadden gedumpt en iedereen hadden gebeld dat we thuis waren zijn we boodschappen gaan doen en was het weer over. Een mooi land, fantastische en leuke dingen, zeker de moeite waard!!