Reisverslag Namibië

Donderdag 29 april Onderweg naar Oranjerivier, Namibië

Om kwart voor zes opgestaan. Pamela had een goede suggestie gedaan: de slaapzakken in de transporthoes van een van de rugzakken. Dat scheelt een hoop gedoe ’s-morgens om niet de slaapzakken in de bijpassende kleine hoesjes te hoeven doen. Om zeven uur had iedereen de tent afgebroken en alles in de truck gepakt, en stond het ontbijt alweer klaar. Toen we klaar waren met eten zijn we nog even gaan kijken bij de rand van de campsite waar er brand werd gesticht en aangewakkerd om de rand vrij te houden van bosjes, om zo oog te kunnen houden op mogelijke roofdieren en ander spul. We hebben de keukenspullen en al het andere rondslingerend spul opgeruimd en ingepakt en zijn vertrokken voor een lange reisdag. In tegenstelling tot wat in de reisbeschrijving staat zijn we deze dag (en niet de volgende) de grens met Namibië over gestoken. Maakt niet uit, de volgorde is niet belangrijk, en we kunnen het maar gehad hebben. Met alleen een korte plasstop en een lunchstop (weer net zo goede lunch alsof we op een campsite staan) waren we om kwart over drie in Springbok waar we boodschappen gingen doen in een grote supermarkt, waar we ook nog konden pinnen voor de broodnodige Zuid-Afrikaanse randen. Die kun je namelijk ook in Namibië en Botswana kwijt. Namibische dollars heb je nergens anders iets aan dan in Namibië en Botswana heeft helemaal geen eigen munt meer, dus je kunt maar beter ZA randen hebben. In de supermarkt kochten we ook een Zuid Afrikaanse stekker, die zit dan weer net niet op de wereldstekker die we hebben, dus de wereld van een dergelijke stekker is niet helemaal compleet. We kochten ook een paar glaasjes, zodat we de wijn niet meer uit plastic bekers hoefden te drinken.

Ook een kopje koffie en een ijsje konden nog net. Toen ik mijn flesje wit in de koelbox wilde leggen bedacht Frank dat hij geen ijs had gekocht en zijn we nog maar even terug gegaan. Zonder ijs geen koude drankjes, en dat kunnen we met de temperaturen die elke dag omhoog lopen niet goed hebben. Hoewel het voor ons gevoel bij de grens redelijk snel ging waren we toch bijna een uur kwijt. Na even terug gegaan te zijn, omdat we dachten te ver doorgereden te zijn kwamen we in het donker op de campsite Felix Unite aan. Hoewel de lucht donker was, was er genoeg licht om de tenten op te zetten. Het is een vrij luxe campsite, met restaurant en bar. De tent opgezet en ingeruimd. Goede constructie: Piet de spullen halen en ik inruimen. Hij wordt een beetje gestrest van de kleine ruimte in zo’n tentje, en ik kan dit beter op mijn gemak doen. Een biertje genomen, het is tenslotte hard werken. Frank had al ervaring in het late aankomen op deze campsite, en had dus eten besteld, zodat we niet nog hoefden te koken. Dat betekende dus nog even tijd voor een mix in de bar, kosten: € 7,00 voor twee dubbelen (whisky en Bacardi) en een colaatje. Daarna hadden we dus gewoon lekker patat met halve hanen en salade in het restaurant. Na het eten nog een mixje in de bar en nog wat zitten bomen met wat mensen. Om half elf naar bed, eindelijk eens een keer een beetje normale tijd.

Vrijdag 30 april

Om acht uur ontbijt en toen op pad voor onze kanotocht. We gingen met een verlengde T-Ford bus naar de opstapplaats waar voor ieder koppel een kano klaar lag. Piet ging achterin omdat ik niet goed ben in sturen. Een ding hebben we in ieder geval geleerd van deze tocht: we doen het nooit meer. Piet kan niet sturen en ik mijn mond niet dicht houden, dus dat werd een fikse ruzie. We hebben niets gezien, want steeds als wij ergens aan kwamen was het betreffende beest al weg. Het enige wat we gezien hebben was een slangenekvogel en een roofvogel met een paar zenuwachtige vogels daarom heen vliegend. Een ook nog een paar eenden een stuk verder op de tocht. We voeren zigzaggend over de rivier, dus… Bij de eerste de beste stroomversnelling ging het helemaal mis: wij werden door de stroming de verkeerde kant meegesleurd en we hadden geen enkele controle meer over de boot. We gingen overdwars dwars door het riet en gelukkig kwamen we uit op dezelfde plek als de anderen.

Maar zelfs de gids vond het niet fijn, die kwam terug om te kijken hoe het was. Dat had hij misschien al veel eerder kunnen doen, een goede gids laat toch de mensen die aangegeven hebben het nog nooit gedaan te hebben niet achteraan dobberen (lijkt mij). Voordat we bij het eindpunt waren heeft Piet ook nog een hoop water uit de boot moeten hozen, ergens zat er een lek. Met ons gebrek aan ervaring in het kanoën konden we dat er ook nog wel bij hebben. Ik was blij dat ik uit kon stappen, dit was echt een van de mindere ervaringen van al onze reizen. Nog een uurtje aan het zwembad gelegen, het dagboek geschreven en wat kleren gewassen. Voor het eten hebben we met z’n achten vier flessen witte wijn leeg getrokken. Maaike had nog een fles gekocht in de bar, maar die deden we pas na de soep. Heerlijk gegeten. Piet had de aardappels geschild en in mooie schijfjes gesneden. Hij dacht dat we gebakken aardappeltjes zouden doen, maar uiteindelijk werd het aardappelpuree. Bloemkool in roomsaus en gebakken heek maakten het compleet. Het diner hebben we afgesloten met een Baileys van Marian. Daarna nog wat afzakkertjes gedaan in de bar en met wat mensen zitten praten. Om kwart over tien naar bed.

Zaterdag 1 mei Onderweg naar Fish River Canyon

We zouden om negen uur vertrekken, maar iedereen was om kwart over acht helemaal klaar, dus toen zijn we maar gegaan. We zijn een paar keer gestopt voor foto’s van springbokjes, mijndorpje, klipspringers, en mooie uitzichten. Om een uur kwamen we aan bij onze campsite voor die nacht. Geen grasveld voor de tenten deze keer, maar zand. De toiletten waren ook een stuk verder weg, maar je kunt natuurlijk niet altijd alles hebben. Na de lunch hebben we even gerelaxed en zijn daarna om drie uur gaan rijden naar de Fish River Canyon.

Het was jammer dat de zon niet scheen voor de foto’s, maar het was evengoed overweldigend mooi. De op een na grootste canyon (de Grand Canyon in Amerika is net groter) en dat was te zien ook. Heel erg mooi, zeker toen we een paar mensen zagen die er in aan het wandelen waren. Dat waren echt kleine poppetjes! Jammer dat we er zelf niet in mochten, maar een dagtripje werd niet meer toegestaan. Je kon alleen de volledige toer doen onder begeleiding van een gids, en die duurde vijf dagen. Voor onze reis veel te lang, er waren nog zoveel mooie andere dingen die we moesten gaan zien. Toch lijkt het wel wat om in zo’n verschrikkelijk grote kloof (eigenlijk natuurlijk meer dan een) te lopen. Van bovenaf had je natuurlijk een mooi uitzicht, maar in de canyon moest het nog veel indrukwekkender zijn. Niet getreurd, je kunt tenslotte niet alles doen. Na een korte wandeling van drie kilometer met natuurlijk de nodige fotostops, en nog een poosje kijken op het uitkijkpunt zijn we terug gegaan naar de campsite. Tijdens de wandeling heb ik nog een steen meegenomen, kijken of ik die kan oppoetsen en mee naar Eindhoven kan nemen als press papier. Terug op de campsite was Clever alweer bezig met het diner terwijl wij een biertje en wat pinda’s deden. Lekker gegeten, een soepje en kip met roerbakgroenten. Nog een paar biertjes en wat kletsen, ondertussen kwamen er wat nieuwsgierige zwartrug jakhalzen kijken of er iets te halen was. Om half tien naar de tent. Om drie uur werden we allebei wakker om te gaan plassen, en om vier uur werd ik wakker van de buren die asociaal veel herrie maakten toen ze weg gingen. Piet heeft niet meer geslapen, hij werd ook nog wakker gehouden door het janken van de jakhalzen.

Zondag 2 mei

De wekker liep af, en we zijn na tien minuten maar eens gaan opruimen. Toen we buiten kwamen was alles nog in diepe rust, toch duurde het nog tot de tent helemaal was afgebroken voordat we echt wakker werden en ons realiseerden dat we een uur te vroeg waren opgestaan. Ik was vergeten de tijd op de wekker terug te zetten, we zaten in een andere tijdzone. Niks mis mee, in ieder geval op tijd klaar, en die slaap komen we niet tekort met de lange nachten die we in deze vakantie maken. We hebben Clever geholpen met het klaarzetten van het ontbijt en foto’s gemaakt van de huisdieren van de campsite: een stel brutale bavianen. Die werden op enig moment wel erg brutaal, een ervan gapte de appels van de schaal op de ontbijttafel. Frank dreigde een campingstoeltje te gooien en toen verdween de aap toch maar. Kennelijk had hij die ervaring al eens eerder gehad. Na het ontbijt gingen we op pad voor onze rit naar de boer waar we twee nachten zouden kamperen. Onderweg, al op het terrein van de boer, zagen we oryxen (spiesbokken) en springbokken. We hebben ook in een stadje onderweg boodschappen gedaan, de eigenaar van de supermarkt moest opgetrommeld worden, de winkel was namelijk dicht, het was zondag. Intussen konden wij een beetje rondkijken, maar er was niet heel veel te zien. Toen de winkel eenmaal open was, waren de boodschappen zo gedaan en konden we weer verder met onze reis. We hebben onderweg geluncht en ook nog aardig wat verschillende dieren gezien, het lijkt wel bijna Afrika.

Behalve spiesbokken en springbokken ook wilde paarden en vogels zoals de knorhanen en vechtersarenden (marshall eagles). Maar ook prachtige landschappen, waaronder de eerste duinen. Toen we aankwamen op de campsite hebben we de tenten in de wind opgezet, en hebben we wat gedronken en gegeten. Omdat het flink waaide was het best wel fris, maar de campsite was mooi en de sterrenhemel fantastisch. Nadeel was wel dat de watertoevoer uitviel. Om negen uur naar de tent.

Maandag 3 mei

Om zeven uur zou we gaan ontbijten. We hadden nog steeds geen water, en het was de eerste van twee nachten, dus we konden rustig aan doen met opstaan (tent niet afbreken en niet kunnen douchen). Er was niet heel veel yoghurt, dus die werd gereserveerd voor de tot dan toe enige zieke, Pamela. Piet was zoals bijna gewoonlijk weer druk met het bakken van de boerewors. Clever was te laat met het opzetten van de roereieren, dus die kreeg de wind van voren van Frank. Maar al met al was het weer een prima ontbijt. We waren om acht uur, een kwartier te laat, onderweg naar de boer Wolf voor het horen van zijn verhaal. Hij was op de boerderij geboren, en was op z’n 15e naar Duitsland gegaan voor zijn opleiding en voor het vinden van een baan. Uiteindelijk kwam hij er halverwege zijn carrière achter dat zijn hart toch meer in Namibië lag, en is hij terug gegaan om de boerderij van zijn ouders over te nemen. Hij en zijn gezin zijn tien (wat hij zelf noemde) donkere jaren bezig geweest voordat ze de juiste manier van boeren in dit land hadden gevonden. Zorg ervoor dat je in balans met de natuur bent is zijn stelling, pak niet teveel van het land, maar zorg wel dat je voldoende hebt. Hij heeft op zijn boerderij een struisvogelfarm waar hij in de beginjaren heel veel geld mee heeft verdiend. Amerikanen gaven grif US$400 voor een struisvogelei, dus die verkocht hij graag. Toen die hype over was heeft hij zich toegelegd op het fokken van struisvogels, gebruik makend van de kennis van de natuur. Hij raapt de eieren in het wild, en zorgt ervoor dat hij dat zo doet dat er nieuwe eieren komen wiens kuikens door de wilde ouders zelf opgevoed kunnen worden. De kuikens uit de geraapte eieren laat hij opvoeden door zijn struisvogels op de farm. Hij heeft ook een parkietenfokkerij, een opvangcentrum voor stokstaartjes en bat-eared vosjes (of al het andere spul dat aan komt lopen en verzorging nodig heeft), en een hoop loslopend vee en wild. Daarnaast een grote fokkerij en handel in wilde paarden en een lodge met campsite. Omdat hij in de woestijn woont, heeft hij zijn eigen voorzieningen voor water en elektra, dus hij boert best wel goed al zal het hard werken zijn.

Na het praatje zijn we gaan wandelen, eerst met de groep door de struisvogelfarm, daarna samen lekker over een pad over het terrein van de boerderij. Er waren prachtige rotsformaties met en zonder begroeiing, heel erg fotogeniek allemaal. We hebben ook een platte berg met een kunstmatige bron beklommen. Toen we daar af waren sprong er een woestijnhaas weg, erg leuk om te zien. Langs het pad stonden ook een paar bomen met gigantische wevervogelnesten. We hebben ook een poosje stil gestaan om te kijken (en te filmen) wat er allemaal rondom zo’n appartementencomplex voor wevervogels gebeurt. We zijn daarna nog langs de buitenkant van de struisvogelfarm gelopen voordat we terug gingen naar de campsite voor de lunch. Op het laatst van de wandeling begon het geheugenkaartje van de camera van Piet vervelend te doen. Er was niets meer op te zien, zwaar ku… dus, foto’s van een hele week weg. Ander kaartje erin, en thuis maar weer eens verder kijken. De fotograaf of een slimme ICT-er kan er vast wel iets mee doen. En als dat allebei niet het geval is, zou het echt heel erg zijn, maar daar kunnen we nu niets mee. Vanaf het laatste hek liep Pamela met ons mee, ze kwam terug van haar paardrijdtocht en zat natuurlijk vol verhalen over de rit en de cowboy die haar begeleid had. Na de lunch hebben we een uurtje in de schaduw van de tent gezeten, en het bandje van de videocamera gewisseld. Stel je voor dat met dat bandje ook iets zou gebeuren, dan hadden we helemaal niets meer. Om drie uur zijn we met de groep in onze safaritruck naar het kokerbomen bos gegaan. Het was niet echt een bos zoals je jezelf dat voorstelt, maar een helling met meerdere kokerbomen. Het is eigenlijk geen boom, maar een vetplant. Maar ze zijn zo groot dat je ze ook wel als bomen kunt beschouwen. We hebben lekker ontspannen gewandeld, een beetje van het uitzicht zitten genieten, en een biertje bij de truck beneden genomen. We hebben nog geprobeerd om de zonsondergang op de campsite te zien, maar helaas waren we daar net iets te laat voor. Omdat we een nightdrive zouden doen hebben we vroeg gegeten, maar het was er niet minder lekker om. Met acht anderen heb ik de nightdrive gedaan, zeven dames en Han. Het was erg leuk om te doen, en ook wel een beetje spannend. Niet omdat we leeuwen of olifanten zouden tegenkomen, maar zouden we sowieso wel iets zien? Ik heb geprobeerd foto’s te maken vanaf de “tribune” op de pickup, maar dat viel niet mee, het is dus niet heel veel geworden, maar ik heb er wel weer een ervaring bij. Het werd wel al heel snel fris, en zo komen onze thermo hemdjes toch wel goed van pas. De vrouw van Wolf, Anke, deed de toer en gaf ons ook veel uitleg over de prachtige sterrenhemel. Toen we terug kwamen zaten de meeste mannen op ons te wachten. Na nog wat wijntjes en verhalen bij het kampvuur zijn we om kwart voor elf naar de tent gegaan.

Dinsdag 4 mei

We zijn weer op tijd opgestaan, hebben de tent en de andere spullen ingepakt en zijn na een eenvoudig ontbijt (eenvoudig: alleen pannenkoeken, we worden te verwend) op pad gegaan. Na nog een laatste blik op de opvang, en een laatste groet aan Anke zijn we op pad gegaan. We hebben een stuk gereden, tot aan een klein winkeltje waar we ook koffie konden drinken. Wij bestelden ongeveer als eersten de koffie en kregen hem het laatst, maar toe maar. Hij was in ieder geval niet lekker, dus we hebben er ook niet veel aan gemist. Lunchen deden we natuurlijk weer aan de kant van de weg, met een prachtig uitzicht waarbij er ook nog vier jakhalzen te zien waren.

Om drie uur kwamen we aan op onze campsite Sesriem Sossusvlei en zijn we nog even de vrij grote kampwinkel in gegaan. Daar kocht ik bijna een ketting, maar ze bleken allemaal te lang of te kort. We namen wel een fles wijn mee uit de bar. Die konden we dan weer in de koelbox kwijt voor bij het diner van die avond. Toen we snel nog even naar het toiletblok wilden gaan bleek dat toch even wat verder te liggen, en daarbij moesten we ook nog over de plaats van onze buren. Die waren daar een beetje chagrijnig over, maar dat was ook wel een beetje te begrijpen. Om vier uur vertrokken we naar de Sesriem Canyon. Daar konden we wel in afdalen, en hebben we lekker kunnen gelopen. Toen we weer terug boven kwamen was de zonsondergang er bijna. Daar hebben we echt van genoten, overal waar je keek waren prachtige kleuren in de lucht. Natuurlijk hebben we, zoals we intussen gewend zijn, die fantastische beelden gevierd met een biertje. Terug op de campsite hebben we gedoucht en heerlijk gegeten. We gingen op tijd naar bed, de volgende dag zou de wekker om 04.30 uur aflopen.

Woensdag 5 mei

Zo rond een uur of twee werd ik wakker, een hoop herrie rond de tent. We wisten dat er jakhalzen zaten, maar kennelijk had Clever niet al het afval goed opgeruimd. Het was een kabaal van jewelste, en ik had het idee dat de Teva’s van Piet nog buiten lagen, ik kon ze in ieder geval in de tent niet vinden. Het leken zoveel jakhalzen dat ik niet het idee had om buiten de tent te gaan om die sandalen te “redden”. Ik probeerde Piet wakker te maken, maar voor iemand die nooit (vast) slaapt snurkte hij na een grom toch maar mooi door. Toen het later wat rustiger werd heb ik toch maar mijn hand door de tent gestoken om de Teva’s naar binnen te halen, en kon ik met een gerust hart weer verder slapen. De volgende dag bleken het drie of vier jakhalzen geweest te zijn, maar het leken er wel honderd, zo’n kabaal maakten ze. We zijn om vijf voor half vijf opgestaan, hebben snel onze tanden gepoetst en zijn met de truck weggegaan (handig zo’n eigen vervoermiddel). We moesten even voor de poort stilstaan omdat het te bezoeken deel van het park pas een uur voor zonsopgang open gaat. Gelukkig lagen we al met onze campsite in het uitgebreide park, anders hadden we eerst nog een heel stuk moeten rijden. Goed geregeld van Sawadee dus. Het was nog een stukje rijden voordat we bij de parkeerplaats waren vanwaar we Duin 45 zouden gaan bewandelen. Met een beetje doorlopen zouden we de zonsopgang vanaf de top kunnen zien. Het was smal op de kam van de duin, maar op blote voeten in het zand was wel erg lekker. Met schoenen aan liep dat (volgens mij dan) een stukje lastiger, dus ik was blij dat ik ze niet aan had. Ik liep met Tineke op, Piet lag natuurlijk alweer mijlen ver voor, en was zoals gebruikelijk weer als eerste boven. Deze keer zelfs als eerste van alle toeristen, hij kon nog lopen op de kam zonder dat er voetstappen van andere mensen op stonden.

Ik was bijna boven toe de zon op kwam, maar ook vanaf mijn positie was hij prachtig. Afhankelijk van de stand van de duin, en dus hoe het licht viel, waren de kleuren van geel via oker naar diep oranje. Ook de schaduwkanten waren prachtig. Het was dus zeer de moeite waard geweest om naar boven te gaan, en ik ben na een korte pauze om te kijken en te filmen ook naar de top gelopen. Daar zijn Piet en ik elkaar weer tegen gekomen, en hebben we wat foto’s gemaakt en laten maken van ons tweeën. Samen zijn we naar beneden gelopen, het eerste stuk echt samen, daarna ging Piet schuin de helling af en ben ik over de kam blijven lopen. oen we beneden aankwamen stond het ontbijt klaar, lekker roerei en gebakken spek, er wordt weer eens goed voor ons gezorgd. Nadat we op ons gemak hadden gegeten en de rotzooi hadden opgeruimd werden we staande in een pick-uptruck naar de woestijn gebracht, de safaritruck kon daar niet komen. Op het eindpunt stond Boesman, onze gids, op ons te wachten. Hij zou ons door een deel van de woestijn leiden, en uitleg geven over het leven in die woestenij. Hij wilde dat doen in het Afrikaans, en wij vonden dat natuurlijk goed. We hadden al wat woordjes opgevangen, en Boesman zou langzaam spreken. Als het niet goed zou gaan, zou hij overschakelen op Engels. Maar dat laatste was niet nodig, met een beetje geconcentreerd luisteren, en soms wat woordjes in de context verklaren kwamen we een heel eind. Erg leuk om uitleg te krijgen van iemand die er heel veel van weet, en dan ook nog in het Afrikaans: een bijzondere ervaring. Boesman liep op blote voeten en op het tempo van de Bosjesmannen, en dat is redelijk snel. Hij stond dan ook steeds op ons te wachten als hij iets bijzonders had gezien. We kregen uitleg over de zaadjes die in droge tijden in de knopjes blijven, en pas eruit komen als er meer dan een waterdruppel valt, over de Bosjesmannen, en over verschillende dieren. Hij liet ons zien en vertelde over het schild van een torrekie (kever). Omdat het bijna nooit regent moeten alle beesten listen verzinnen om vocht binnen te krijgen. Het schild van het torrekie heeft groeven zodat de mist die van de zee komt en condenseert op het schild zo op de kop loopt. Boesman liet ons ook het hol van een spinnekop zien, hij tilde het dekseltje op en liet wat zand vallen zodat de spinnekop naar buiten kwam om het deurtje weer dicht te maken. Daarna kregen we wat vrije tijd om door de Death Vlei te lopen, een dal met daarin alleen dode bomen. Die waren al meer dan 600 jaar dood, en je mocht ze dus ook niet aanraken. Behalve dat ze uit elkaar konden vallen, kon je je nog aardig bezeren omdat de stammen en takken helemaal versteend en op punten erg scherp waren. Terug in de schaduw vertelde Boesman nog wat verhalen over het leven van de Bosjesmannen, en hoe het was gaan waardoor ze niet meer konden leven zoals ze dat gewend waren. In het bakje van de pick-uptruck zijn we weer terug gebracht naar de parkeerplaats waar onze eigen safaritruck stond en zijn we terug gegaan naar onze campsite om te douchen, de tent af te breken, te lunchen en even later verder te rijden naar Boesman’s Camp waar we de nacht zouden doorbrengen. Ondanks dat het pas half twaalf was, hadden we zo ongeveer met heel de groep het idee dat we wel een biertje verdiend hadden, en dat hebben we dan dus ook maar gedaan. Onderweg zijn we in Solitaire gestopt voor de wereldberoemde appeltaart (was ook erg lekker), koffie en wat foto’s. In de winkel daar hebben we wat andere glaasjes gekocht voor de wijn, de eerste die we gekocht hadden waren toch wel erg klein, we bleven op en neer lopen. Rond vijf uur kwamen we aan bij onze campsite, die van Boesman. Het was heel erg primitief, alleen een betonnen plateau voor het kampvuur en de stoeltjes, en twee toiletten die in de carrosserie van een oude auto waren gemaakt. Ze waren helemaal open aan de voorkant, daardoor had je wel een prachtig uitzicht terwijl je op het toilet zat. Verder niets gedaan dan natuurlijk ons tentje opzetten, een flesje wijn en wat biertjes drinken. We hebben weer heerlijk gegeten en zijn om tien over acht naar de tent gegaan. Het werd wat fris en we zaten steeds in de rook omdat het aardig hard waaide. In de tent heb ik nog wat in het reisverslag geschreven en zijn we om negen uur gaan slapen.

Donderdag 6 mei Onderweg naar Swakopmund

We zijn net voor de wekker opgestaan, we hadden tenslotte lang genoeg geslapen. Omdat er verder geen douche- of badfaciliteiten waren was het alleen plassen en tanden poetsen. Daarna natuurlijk de tent afbreken en alles in de safaritruck laden. Na het ontbijt en de gebruikelijke rituelen van de afwas en opruimen waren we om tien voor acht weer op pad. Toen we aankwamen op de Steenbokkeerkring zijn we natuurlijk nog gestopt voor de nodige foto’s, er stond niets anders dan een bord op de plek van de keerkring. Verderop hebben we ook nog een stop gemaakt in het landschap waar twee Duitse ingenieurs waren ondergedoken. Totdat een van hen ernstig ziek werd hebben ze zich meer dan twee jaar in leven kunnen houden met alles wat de Namib woestijn te bieden had. We hebben ook een korte stop gemaakt in Walvisbaai om foto’s te kunnen maken van enkele witte flamingo’s die in zee stonden, en zijn daarna snel doorgereden naar Swakopmund. Toen we daar aankwamen zijn we eerst naar het excursiebureau gegaan. Daar kregen we uitgebreide uitleg over alle mogelijkheden in Swakopmund en omgeving. Ik wilde eerst gaan duin surfen, maar toen ik zag hoe dat ging en vooral met wat voor een snelheid heb ik er toch maar vanaf gezien. We hebben alleen de townshiptour geboekt. Die zouden we nog diezelfde middag doen, zodat we de andere dag voor onszelf hadden. Door het bureau hebben we ook een tafel in The Tug Restaurant laten reserveren voor de volgende avond. We gingen door naar hotel Amanpuri om in te checken, te douchen en een biertje te nemen. We hebben ook nog een mail kunnen versturen, het thuisfront is dan weer gerust. Ook de was konden we afgeven, en dat hebben we dan ook maar gelijk gedaan: € 6,00 voor een volle zak is niet al te veel. Voor de townshiptour waren we met Maaike & Jan en met Simon & Tineke, dus een lekker klein groepje. Eerst hebben we een korte wandeling gemaakt, met wat uitleg over het wonen in een township. Er woonden in de township twee keer zoveel mensen als in Swakopmund zelf, in totaal 38.000 inwoners. Natuurlijk waren er weer volop kinderen die met ons meeliepen. In een klein winkeltje hebben we ook nog wat dingen gekocht, ik nam een beschilderde noot mee. Die kostte € 3,00, niet goedkoop voor zo’n prulletje, maar het diende een goed doel. Na de wandeling hebben we een bezoek gebracht aan Oma Lena, een vrouw van 85. Zij is het hoofd van een van stammen die in de township woont. Zij vertelde (vertaald door onze gids) over haar leven, wat haar functie was en waarvoor ze allemaal werd ingeschakeld. Een wijze vrouw die erg veel invloed had binnen haar stam. Nadat we afscheid hadden genomen zijn we verder gegaan voor een volgend bezoek, dat was aan een vrouw van de Herera stam. Ook zij vertelde over haar leven, bijvoorbeeld dat in hun cultuur de oom een belangrijke en invloedrijke functie heeft. Hij bepaalt met wie een meisje trouwt. Met de vrouwen zijn we ook nog even in haar huis geweest, we werden min of meer naar binnen gelokt doordat ze wel wilde vertellen hoe oud ze was, maar dat niet mocht doen waar onze mannen bij waren. Binnen was het erg klein, zeker toen ze vertelde dat ze er met haar echtgenoot en twee volwassen zonen woonde. We hebben even rondgekeken, en toen kwam de verrassing: ze kleedde ons ook in de traditionele jurken en hoofddeksel van haar stam, en zo gingen we weer naar buiten. Hilariteit natuurlijk, Simon was al weer ver weg gedwaald en moest hard geroepen worden voordat hij doorhad wat er aan de hand was. Samen en apart op de foto, en toen de jurk maar weer uit. Toen we weggingen kreeg Castro onze gids een sms dat er een tas bij Oma Lena was blijven staan. Tot grote schrik van Maaike bleek dat haar tas te zijn, compleet met een hoop geld en hun paspoorten. Gelukkig zijn er ook nog eerlijke mensen en kwam alles dus toch nog goed. Nadat we de tas hadden opgehaald zijn we naar het nog armere gedeelte van de township gereden, daar zijn we verder niet uitgestapt. Dat gedeelte was echt met golfplaten, en ander materiaal dat van de vuilnisbelt iets verderop wordt gehaald. Die vuilnisbelt heeft dan ook de naam “Hardware store”. Dit gedeelte is voor mensen die nog geen recht hebben op een vast, stenen huis.

Sommige van die mensen leven zes jaar met complete gezinnen in zo’n golfplaten huisje. In de township werd vroeger verschil gemaakt tussen de verschillende stammen, een lid van de ene stam had recht op een groter huis en meer grond dan een lid van een andere stam, het beruchte verdeel en heers principe. De mensen werden hierdoor dus nooit een eenheid tegen de machthebbers die de apartheid voorstonden, Namibië was in die tijd van Zuid Afrika. Uiteindelijk is het niet gelukt en werkten de mensen van de verschillende stammen samen en kwamen ze in verzet voor betere leefomstandigheden. We hebben een derde bezoek gebracht aan een kruidenvrouw, waar we eerst een korte les in de kliktaal kregen. De vrouw legde ons uit wat voor kruiden en poep van verschillende soorten beesten ze gebruikte, en waar dat dan allemaal goed voor of tegen was. Het stonk in ieder geval allemaal flink. Ze was ook niet heel erg gemotiveerd en enthousiast, en het was dan ook het minst interessante bezoek. Na afscheid genomen te hebben zijn we naar de plaatselijke kroeg gegaan. Er was niet heel veel te doen, maar er waren wel twee barvrouwen, en de biertjes waren koud. Na ons “aperitief”zijn we achter de kroeg naar een traditionele hut gebracht waar we het diner geserveerd kregen. Vooraf nog een biertje, maar dan traditioneel en met uitleg van de kokkin. Ook dat moest dan weer vertaald worden, deze keer door een vrouw die ineens ergens vandaan kwam. Daarna kwam het menu met als verrassing gebakken rupsen. Maar ook wilde spinazie (met aardig veel zand), kippenpootjes, een soort broodpap en witte boontjes. We hebben wel wat gegeten, maar na de derde rups bedacht ik toch ineens dat ik rups zat te eten, en ben ik daar mee opgehouden. Alles konden we wel wegspoelen met een gewoon biertje, dat was allemaal All Inclusive. Daarna zijn we terug naar het hotel gebracht. We hebben met Jan & Maaike nog een fles rode wijn leeg getrokken in de bar, maar dat was ook niet de meest gezellige plek. Veel TL licht en een hoop herrie van jongelui. Die herrie kwam overigens vooral van de foute akoestiek in de ruimte. Bij de receptie bleek dat de was al klaar was, en die hebben we dus maar even naar de kamer gebracht. We zijn toch nog even gaan wandelen, het was tenslotte pas negen uur en dus nog erg vroeg. De straten waren compleet uitgestorven, zo is er ook niet veel aan. We hebben wel een computerwinkel gevonden, dus morgen even een USB stick scoren om foto’s op te laten zetten. Op de terugweg naar het hotel kwamen we langs een kleine supermarkt en hebben we een biertje en een klein pizza meegenomen. Dat hebben we lekker op de kamer opgegeten en gedronken. Ik heb nog even een stukje geschreven in het schriftje en toen was er weer een volle, maar prima dag om.

Vrijdag 7 mei Swakopmund

Voor de verandering hoefden we een keer geen wekker te zetten: de gehele dag was voor eigen besteding. We werden uit ons zelf om zeven uur wakker, Piet maakte lekker thee op bed en we hebben tot acht uur zitten lummelen. Het ontbijt van het hotel was prima, met gebakken eieren en spek, met veel soorten muesli, vleeswaren en zelfs bruinbrood. Na het ontbijt zijn we gaan lopen door Swakopmund, we hebben eerst 70 US$ gewisseld en hebben daarna ansichtkaarten en postzegels gekocht. Bijzonder was wel dat alle winkels voorzien waren van een hek. Je moest eerst aanbellen, dan werd door middel van een zoemer de deur open gedaan en kon je naar binnen. Dat was zelfs bij het toeristenbureau, heel bizar. In het toeristenbureau heb ik een kaart gekocht van Etosha National Park. Bij een drogist hebben we Niveau gekocht en twee zakspiegeltjes. Die laatste was ik vergeten, en die miste ik toch wel in mijn kleine rugzakje. Vooral ook omdat een deel van de vrouwen in de groep opgemaakt waren, en ik dat ook wel prettig vind. Als geen van de vrouwen zich opmaakt vind ik het prima om me daarbij aan te passen, maar in dat opzicht was dit wel een aparte groep. We kwamen ook nog twee vrouwen tegen in de traditionele Herera kleding. Die wilden wel op de foto, maar daar moest wel voor betaald worden. Vooruit dan maar, het is toch wel speciaal en in Volendam gebeurt het tenslotte ook.

We zijn op ons gemak langs de boulevard en het strand gewandeld, en hebben ook het restaurant voor die avond even opgezocht. Vlakbij hebben we koffie met appeltaart en ijs gegeten, lekker maar wel heel zwaar zo vroeg op de morgen. Daarna hebben we het museum bezocht, klein maar wel leuk. Het ging over de geschiedenis van de stad en had ook een collectie opgezette dieren. Maar wat vooral interessant was, was dat ze een aparte zaal hadden met informatie over de volkeren van de omgeving, en een aantal oude machines, zoals een drukpers. Voor het museum hebben we ook een souvenirmarkt bezocht, daar zaten ook twee Himba vrouwen met kinderen. Die vroegen best wel veel voor eenvoudige kettinkjes, dus die heb ik maar niet genomen. Na ons bezoek aan het museum hebben we in een winkeltje een souvenir gekocht: een houten kop voor N$195,00, dus € 19,50. Prima zo, we hadden iets naar ons zin en het was niet al te duur. Ze pakten het extra goed in, dus daar zouden we de rest van de vakantie geen omkijken meer naar hebben. Daarna gingen we eerst maar eens op pad voor het USB stickje dat we moesten kopen voor de foto’s, eerst maar weer gepind. Door het souvenir was al het geld natuurlijk weer op. Omdat de computerwinkel tussen een en twee gesloten was zijn we eerst naar het slangenpark geweest. Daar zaten een stuk of 25 verschillende slangen en nog wat kameleons. Leuke opnames gemaakt totdat de videocamera zei dat de koppen schoongemaakt moesten worden. Gelukkig had ik mijn cleaningtape ook bij me. Helaas liep die niet door, hij blokkeerde om de een of andere reden. Ik heb toch nog even de kameleons (verkleurmannetjes) kunnen filmen. Daarna hebben we het stickie gekocht en zijn we gaan lunchen bij het Strand restaurant op het terras. Lekker Fish & chips, en Piet calamares met couscous. Flesje wit erbij en we waren weer voor € 16,50 rond. Het werd wel wat fris op het terras, maar ik heb toch de ansichtkaarten af geschreven. Het werd zachtjesaan tijd om ze te gaan versturen, en we hebben ze op het postkantoor in de bus gedaan. Ook weer afgehandeld. Een beetje jammer van de postzegels die we in Zuid Afrika gekocht hebben, maar we durfden ze niet op de bus in Namibië te doen. Na die goede daad zijn we op zoek gegaan naar het oude treinstation dat nu een luxe hotel moet zijn. Half uur voor omgelopen, maar het was ook wel mooi. Op de terugweg naar ons eigen hotel bleek dat we er een aantal keren die dag heel dichtbij waren geweest, dat heb je als je vreemd bent in een stad. Terug in ons eigen hotel hebben we nog lekker een cappuccino genomen op onze kamer, en nog even geïnternet. De boeken van de Bossche bibliotheek verlengd, en nog even gekeken wat de koers was. Het komt dus helemaal goed. ’s-Avonds zijn we samen gaan eten bij The Tug. Een fantastisch plekje in een uitbouw boven de branding, heerlijk eten en compleet met Courvousier voor € 60,00, dus….. Onderweg naar huis liepen we in het donker en moederziel alleen door de stad. Gelukkig zijn we niet bang uitgevallen, maar er was wel gezegd dat het beter was om niet alleen over straat te gaan in het donker. Maar gelukkig zijn we met z’n tweeën en dat is in ieder geval voor ons verre van alleen.

Zaterdag 8 mei Onderweg naar Brandberg

We gingen weg uit Swakopmund, weg uit ons hotel en terug naar de tentjes. We begonnen wel met wat vertraging: Simon had zijn fototas in The Lighthouse laten liggen de vorige avond, en daar konden we pas om negen uur terecht. Maar gelukkig moesten er ook nog boodschappen gedaan worden. Al met al waren we een kwartiertje later, nadat alles geregeld was en de koelbox weer vol lag met vers vlees en vis en ijs. Ook de drankjeskoelbox werd weer voorzien van de broodnodige inhoud, dus we konden er weer tegen. Om negen uur vertrokken voor onze rit naar de Brandberg en de rotstekening de “Witte Dame”. Onderweg was er weinig te melden, plas- en lunchstop. Maar na de lunch gingen we een bezoek brengen aan een pelsrobbenkolonie op Cape Cross, en dat was fantastisch. Er waren tienduizenden pelsrobben, groot en klein. Ze lagen op de kant en speelden in het water, het krioelde er van. Het enige nadeel was de verschrikkelijke stank die de beesten veroorzaakten. Het was natuurlijk ook wel een herrie, maar dat is minder storend.

Het was erg leuk om te zien hoe de beesten over elkaar aan het buitelen waren. We hebben er een klein half uurtje doorgebracht, maar moesten toen natuurlijk wel weer verder. Om vier uur kwamen we aan op onze campsite White Lady Lodge & Camp. Daar moesten we snel de tenten opzetten om nog de wandeling naar de rotstekening te kunnen maken. Het alternatief was de wandeling de volgende ochtend te maken, maar dat zou wel heel erg veel extra tijd gaan kosten. Dus in rap tempo de tent opgezet, de wandelschoenen aangetrokken en weer de safaritruck in. In een straf tempo zijn we, begeleid door een gids, naar de tekeningen gelopen. Onderweg had de gids toch nog wel een beetje tijd om wat dingen te laten zien, en konden we ook nog even een paar vogels en andere beesten bekijken. Toch moesten we redelijk snel naar boven. Daar aangekomen vielen de tekeningen (in ieder geval mij) wat tegen. Ik vond de tekeningen in de Cederbergen mooier. We hebben volop foto’s gemaakt en gefilmd en zijn toen weer terug gewandeld, het was intussen zo laat dat we in het donker het laatste stukje hebben gelopen. Al met al hebben we het allemaal zonder kleerscheuren gered en konden we in de truck weer een biertje doen op de goede afloop. Dat wordt toch wel een goede gewoonte, goed dat we met een Belgische reisbegeleider op pad zijn, die is ook van het goede leven. Terug op de campsite stond natuurlijk het eten al weer klaar, tomatencrème soep en frietjes met zeesnoek deze keer. Weer helemaal goed. Een paar rode wijntjes erbij en om tien uur naar bed. Eigenlijk veel te laat, morgen om kwart over zes op.

Zondag 9 mei Op weg naar Etosha

Om zes uur zijn we opgestaan en nadat we onze spullen hadden opgeruimd hebben we heerlijk ontbeten met boerewors, roerei en het standaard andere spul. Ik heb met het schoonmaakbandje van Hilde de camera proberen schoon te maken. Om acht uur waren we weer onderweg, met om half tien onze eerste stop. Zo rond een uur of elf begon de safaritruck zijn vermogen te verliezen, en kwam hij bijna niet meer vooruit. Er was geen andere optie dan de truck langs de weg te zetten. Maar gelukkig hebben we een heel kundige chauffeur aan Fineas, hij had binnen een half uurtje de oliefilters vervangen, de veroorzakers van het probleem. Intussen hingen wij wat rond. Na deze verplichte stop zijn we doorgereden tot Outijo om te lunchen en boodschappen in te slaan. Ik zou daar ook gaan kijken voor een cleaningtape, ik moest er toch zelf ook een hebben en de mijne sloeg steeds vast. Helaas was het zondag en waren alle winkels behalve de supermarkten dicht. Onze pech was ook nog dat er op zondag (ook in de supermarkt) geen drank verkocht mocht worden, dus een flesje mee voor die avond zat er ook al niet in. We bleven dus maar drie kwartier i.p.v. de geplande twee uur die we zouden gebruiken voor de lunch in een restaurantje.

Frank kwam vertellen dat er Himba vrouwen zaten, en daar zijn we dan ook maar snel naar toe gelopen. Piet heeft foto’s gemaakt tegen betaling, en ik heb een kettinkje gekocht voor N$30 en mocht daarom een klein stukje filmen. Een kwartier later als gepland gingen we verder. Omdat alles in het stadje gesloten was hebben we onderweg geluncht met sla en de restanten boerewors en vis. Ik nam niet zoveel, omdat de Fristi die ik in de supermarkt had gekocht en al had opgedronken nogal zwaar op mijn maag lag. En een keer alleen sla met wat vis is ook helemaal niks mis mee. We hebben na de lunch snel de spullen weer opgeruimd en zijn verder gegaan naar onze campsite Etosha Safari Camp, net buiten het park. De tenten maar weer opgezet, en toen zijn we op ons gemak naar de bar gegaan. Een lekker biertje ging er wel in, het was ook een leuke bar. Vriendelijk personeel en een leuke aankleding: halve kruiwagen als stoelen en een half bad als bankje, allemaal geschilderd in vrolijke kleuren. Het was dus een meer luxe camping Toen we onze biertjes op hadden en we op het punt stonden om naar de tent terug te gaan begon het te regenen. Piet ging dus op een drafje terug naar de tent omdat al onze accu’s lagen op te laden. Frank had nog nooit regen in Namibië gehad, en voor mij had dat ook zo mogen blijven. Maar het was gelukkig maar een buitje.

Maandag 10 mei Etosha National Park

Onze eerste dag in het Etosha National Park was helemaal geweldig: hier kwamen we voor. Heel de dag zijn we met onze eigen safaritruck op pad geweest. Het begon al net na het vertrek: twee vechtende koedoemannetjes langs de weg. We moesten nog twee kilometer naar de poort bij een andere campsite rijden, daar moesten de toegangskaarten voor het park worden gekocht. Maar daarvoor zagen we dus al wat wild. Kennelijk houden de beesten hier zich niet aan de parkgrenzen. Een volgende poort gaf echt toegang, daar konden we ook nog even naar het toilet. Daarna dus het park in, we hebben ontzettend veel gezien en dus ook heel veel gestopt om foto’s te maken en te filmen. We zijn begonnen bij de poort van Okaukuejo en hebben de route naar Olifantsbad, Aus en de Gemsbokvlakte gereden. Daar kwamen we allerlei dieren tegen, variërend van “stresskippen”(parelhoenders), tot roofvogels zoals de vechtarend en de visarend, maar ook hele kuddes gemsbokken, spiesbokken en impala’s van verschillende soorten.

Ook secretarisvogels, vossen, hartebeesten en gnoes. Het hield maar niet op: een hele grote olifant die wit was van het zout van Etosha. Veraf maar bijna koninklijk stond hij daar stil onze kant op te kijken. Hele stapels zebra’s, een meer met veel marabouts en als toetje ook giraffen die niet heel ver van de kant van de weg stonden. Ook de lilac-breasted vogel, met prachtige kleuren hebben we meerdere keren gezien. Tussen de middag zijn we in het park bij een lodge gestopt om te lunchen, gewoon zoals altijd door onze eigen kok bereid. Terwijl Clever en Frank daarmee bezig waren konden wij andere dingen doen. Een paar mensen gingen zwemmen, wij liepen even naar de kampwinkel voor een cleaningtape, ook weer pech. Zou ik er ooit wel aan komen? Niet gehinderd door het gebrek aan een tape(die periode waren we al ver voorbij, we zouden het wel zien) zijn we terug gegaan naar de plaats waar de safaritruck stond. Daar hebben we een bordje lunch meegenomen naar de waterhole om te kijken naar de dieren die daar zouden verschijnen om te drinken. Er was een mooie tribune gebouwd, dus daarop geklommen met ons bordje (ging een beetje mis, dus werd een lichte lunch) en ons biertje om te genieten van de olifanten. Er kwamen ook zebra’s en ander wild bij, maar die wachtten allemaal netjes hun beurt af totdat de olifanten weg gingen. Er is dus een rangorde ook als het gaat om het drinken bij een waterpoel. Een prachtig gezicht en een heerlijke manier om de lunchpauze door te komen. Na de lunch zijn we verder gegaan met onze gamedrive, en hebben we natuurlijk ook weer vele en veel verschillende dieren gezien. Een fantastische dag met dat waar we ook voor naar dit deel van de wereld zijn gekomen: beesten, beesten en nog eens beesten. Terug op de campsite was het vooral nagenieten,een biertje aan de bar, lekker eten en nog een afzakkertje bij het kampvuur. We zijn (zoals heel de vakantie al) op tijd naar bed gegaan, met morgen nog een volle dag in dit prachtige park voor de boeg.

Dinsdag 11 mei Etosha national Park

Onderweg naar onze nieuwe campsite hadden we weer een hele dag gamedrive voor de boeg. Onze nieuwe plek Namutoni lag namelijk helemaal aan de andere kant van het park. Natuurlijk weer ontzettend veel gezien onderweg, en we hebben dan ook regelmatig gestopt voor foto’s en film. De lunchstop was in Halali. Daar hadden we niet heel veel tijd, maar omdat Frank en Clever weer voor onze lunch zorgden konden wij naar de waterhole om een kudde impala’s te zien drinken.

Er was een mannetje dat steeds de weglopende vrouwtjes bij de kudde dreef, een prachtig gezicht om te zien. Na de lunch zijn we naar de Etosha zoutpan gereden, een doods gezicht zover je kon zien, maar wel met begroeiing langs de oevers van wat eens een zoutmeer was geweest. Je kon aan de sporen zien dat er toch wel wild over de zoutpan liep, maar dan waarschijnlijk van de ene kant van de begroeiing naar de andere. We hebben ook stilgestaan bij een waterhole bij Rietfontein, daar waren natuurlijk weer zebra’s, maar ook giraffes in de buurt. Die laatste hebben we helaas niet zien drinken, omdat ze te ver van het water waren. Toen we aankwamen bij de Namutoni waren er wat problemen met inchecken, kennelijk was de reservering niet helemaal goed doorgekomen. Het maakte ons niet uit om wat te wachten, de fotografen onder ons hadden zo voldoende tijd voor de tamme mangoesten die bij de receptie rondliepen. Namutoni is een mooie campsite, gebouwd rond een Duits fort, waarbij op de binnenplaats van het fort wat winkeltjes, restaurantjes en barretjes zijn. Frank was wel wat gestrest, hij had namelijk nog een gamedrive op het programma staan. Uiteindelijk hebben we op een heel klein veldje bij het toiletblok gestaan, maar het was maar voor een nacht, dus prima. Alle tenten en andere spullen zijn snel uitgeladen, want er was nog wel tijd voor een drive. De meeste mensen wilden niet meer, ze vonden het allemaal te gejaagd. We hebben de korte route Dikdik genomen, en die was fantastisch. We waren maar met vijf personen en onze chauffeur. We hebben drinkende giraffes gezien, en als toetje een setje leeuwen op een hele mooie afstand bij de waterhole Klein Namutoni.

Goed te zien, en we hadden tijd genoeg, dus iedereen heeft ze goed op de foto of film. Laaiend enthousiast zijn we terug gegaan naar de campsite, waar we nog wel onze tent moesten opzetten. Maar dat hadden we er wel voor over gehad. Weer heerlijk gegeten, Frank had koedoe ingekocht, en dat is ook geen vervelend stukje vlees. Na het eten zijn we in het donker naar de waterhole van de campsite gegaan. Daar konden we niet veel zien, maar er kwam toch nog in het donker een giraf en een hertensoort langs. Daarna lekker met z’n tweeën naar de bar, waar we boven op het uitkijkterras een drankje hebben genomen. Het was wel vervelend dat je het zelf moest halen en de trap op brengen, maar ook dat redden we wel. Prima gezeten en na onze drankjes terug naar de tent om alweer op tijd in bed te liggen. Toen ik mijn tanden ging poetsen heb ik nog even staan kletsen met een Frans meisje.

Woensdag 12 mei Onderweg naar Popa Falls

Deze dag stond de Koninginnenrit op het programma. Dat betekende om vijf uur op en om half zeven gaan rijden, we hadden 640 kilometer voor de boeg. Zoals elke reisdag is opgebouwd: beetje lezen, beetje slapen en wat kletsen. Het enige spannende was dat we in Grootfontein eindelijk een winkel vonden waar ik een cleaningtape kon kopen. Helemaal blij dus. Ik heb wat gefilmd, en Piet heeft ook nog foto’s gemaakt van vrouwen in Herera kleding. Er kwam ook een man met een grote radio zijn zus of vrouw laten fotograferen, maar volgens mij had die man ze niet allemaal op een rijtje. Het was in ieder geval wel leuk, en ik heb haar dan ook nog een klein fooitje gegeven. In de safaritruck hebben we het bandje maar even terug gekeken, om te zien of het gelukt was. Daar bleek het afspelen alleen te zien zijn door een soort jalousie venster. Allemaal strepen dus. Wel nog wat keren geprobeerd te filmen, maar het haalde allemaal niets uit. Nog even aan Hilde gevraagd of zij dit fenomeen kende, maar zij had dit nooit eerder gezien. Flink gescholden en besloten er mee op te houden, de camera gaat onder in de rugzak en we hebben het er niet meer over. We zien wel weer als we terug in Nederland zijn wat we er mee gaan doen. De lunch hebben we weer onderweg gedaan, bij een mooi plekje waar ook vlinders te fotograferen waren. Na de lunch zijn we gestopt bij een benzinestation waar getankt kon worden, en wij onze laatste Namibische dollars kwijt konden. We gingen Botswana en Zimbabwe in, en buiten Namibië kun je niet betalen met Namibische dollars. We hoorden ook nog wel van Frank dat we de drankrekening in N$ konden betalen, maar je kunt er maar van af zijn en we hadden er toch niet heel veel meer.

Om half zes kwamen we aan bij lodge River Camp. Deze keer geen tentjes, maar chaletjes. Een ook geen eten bij het kampvuur, maar eten in het restaurant. We hebben eerst onze spullen in het chalet gelegd, het was eenvoudig, maar mooi hoewel het wel erg donker was. We hebben eerst maar eens bedacht wat we moesten meenemen op de tocht in de delta, daar kon niet heel de grote rugzak mee. Ingepakt, dus we waren helemaal klaar voor ons avontuur op een onbewoond eiland. Voor het eten werd er door mensen uit het dorp nog een kleine voorstelling gegeven met muziek, zang en dans. Leuk om te zien, maar moeilijk te fotograferen en te filmen. Ik was namelijk overgegaan op de filmfunctie van mijn kleine cameraatje, heel blij dat ik dat ding toch had meegenomen. De videocamera ging dus niet meer mee naar de delta, die mocht fijn in de safaritruck blijven in de grote rugzak. Het eten was in buffetvorm, en erg lekker. De drank werd gewoon op de rekening van Frank bijgeschreven, dus daar hoefden we ook al niet moeilijk over te doen. Gezellig zitten kletsen, en als laatste de bar uit gegaan. We hebben een nieuwe gewoonte ontwikkeld: bij het eten wijn en/of bier, en als afzakkertjes een of twee rum/whisky-cola. Nadat iedereen weg was, en wij er nog een namen om het vooral niet af te leren kreeg Piet van de eigenaar een Angolese wodka aangeboden. Die was maar 96% (zei hij), en hij bewees dat het echte alcohol was door het glas (nadat Piet het had leeggedronken) aan te steken. Het brandde dus nog echt ook, daar moet je dus niet al te veel van drinken.

Donderdag 13 mei

Toen we ’s-morgens na een veel te korte nacht (in verhouding dan) wakker werden bleek dat mijn koplampje niet zat waar ik het verwachtte. Nog net geen paniek, maar op een onbewoond eiland in donker Afrika is het misschien toch wel handig om zo’n ding bij de hand te hebben. Piet bleek het ding in zijn rugzakje te hebben gedaan, maar daar kwam hij pas mee nadat ik zo ongeveer mijn grote rugzak helemaal had omgekiept. Toen we gingen ontbijten hoorden we dat er in de buurt van Tripoli een vliegtuig met Nederlandse toeristen was neer gestort. Niet dat wij in de buurt van Tripoli waren, maar het was van Johannesburg vertrokken en onderweg naar Nederland. Ik heb maar gelijk naar de kinderen een SMS gestuurd dat wij er in ieder geval niet in zaten, dat dus alles goed met ons ging en of ze dat oma even wilden melden. Onze kinderen weten wel dat als er iets gebeurd zou zijn dat ze allang bericht hadden gehad, maar dat heeft oma allemaal niet zo scherp. We hebben nog even wat foto’s gemaakt van de lodge, het was namelijk wel grappig: er waren ook campingplaatsen langs de rivier waar een bordje “Danger ! Crocodiles” stond onder het bordje “Campsite 1”. Moet haast lekker rustig kamperen zijn, zeker als het water zo hoog staat als in die tijd het geval was.En nu maar op weg naar Botswana.

Zaterdag 15 mei Terug naar Namibië

Weer eens op tijd opgestaan, en in het donker de tent afgebroken. Natuurlijk moesten we de spullen weer in de truck laden, om ze daarna weer over te laden in de speedboten. Gelukkig waren die allemaal goed nagekeken, dus ging het allemaal een stuk soepeler dan op de heenweg en waren we al snel op de plek waar we Fineas met onze vertrouwde safaritruck zouden ontmoeten. Omdat wij zo snel waren was Fineas er nog niet, maar al heel snel kwam hij aanscheuren. Alles weer overgeladen, het blijft het betere sjouwwerk, en snel op weg naar Kwando Camp in de Caprivistrook. Die strook is een letterlijke strook land in Namibië waarover je snel van het ene gebied in Botswana kunt komen naar het volgende stuk. Door de delta is dat geen optie. Dus weer twee grensovergangen over, Botswana uit en Namibië in. In de tussentijd verwisselde Fineas met hulp van een paar reisgenoten (waaronder natuurlijk Piet) de kapotte band zodat we weer met een gerust hart verder konden.

Onderweg kwamen we ook wel weer een typisch Afrikaans tafereel tegen: twee mannen die langs de weg lopen zonder dat er ook maar iets van huizen of een dorp in de buurt te zien waren. Je vraagt je af waar ze naar toe gaan, maar toch zijn ze in een keer afgeslagen en dan ook echt weg. Toen we aankwamen bij Kwando Camp bleek het een heel mooie campsite te zijn, waar je van alle gemakken voorzien was. Er waren vier stellen die een upgrade namen naar een huisje omdat die het kamperen wel even gezien hadden, of omdat een van de twee al een poosje ziek was. Bij een vier sterren lodge hoort ook een goede bar, dus daar zaten we alweer snel nadat we onze tent hadden opgezet. We namen een lekker wijntje, en nog een in het gezelschap van Henk & Harma. Die vonden dat ze ons nog wat terug moesten geven voor het biertje van de vorige dag, dat hoeft niet maar mag natuurlijk altijd. Hilde & Tine zaten ook samen lekker op een bankje te genieten, bij Hilde viel de wijn kennelijk erg zwaar, ze werd een beetje tipsy, maar daarom niet minder gezellig. Nadat we de wijn hadden opgedronken en hadden genoten van prettig gezelschap en een mooi uitzicht zijn we bij de tent gaan eten, natuurlijk had Clever weer uitstekend gekookt. Na het eten gingen we weer snel terug naar de bar, het komt tenslotte niet elke dag voor dat we in een dergelijk luxe omgeving zitten. Pamela & Kees kwamen er ook nog even bij zitten met een Amarula, gezellig. Rond kwart voor tien kwam de barman vragen of we nog wat wilden drinken, hij ging sluiten. We hebben allebei nog een mix besteld en de barman vertrok nadat hij die ons gebracht had. Even later gingen ook de andere personeelsleden weg, en tot onze stomme verbazing ging om vijf over tien het licht uit. We zaten dus ineens in het pikkedonker (hoe donker Afrika kan zijn). Er bleef nog net een pitje aan, maar op de rest van de campsite was het aardedonker. Maar nadat we daaraan even moesten wennen hebben we toch onze tent maar opgezocht en zijn we gaan slapen.

Morgen maar weer naar Botswana..