1997 Noord India

Donderdag 31 juli naar Dehli

Na vroeg te zijn opgestaan zijn we om 6.15 naar Schiphol gereden. Daar aangekomen eerst koffie met Piet en Bep gedronken en daarna naar de groep gegaan. Best leuk zo samen inchecken, je praat al wat met elkaar en je hoeft niet in de rij voor je boardingpas. Omdat de instapkaarten al waren geregeld zaten we allemaal bij elkaar. Alleen de rokers en de laatkomers niet. Het lijkt wel een leuke groep. In het vliegtuig toch nog maar een westerse maaltijd genomen, de oosterse maaltijd was vegetarisch. Tijdens de reis toen we bijna op de bestemming waren nog onweer en de besneeuwde toppen van de Tibetaanse Himalaya gezien, prachtig gezicht daar zo hoog in de lucht. De verzorging van de KLM was weer in de puntjes. Steeds weer kwamen ze met drinken. Na aankomst viel de douane niet tegen, we waren er zo doorheen en ook de tassen konden we zo meenemen.

Geld gewisseld 1 US$ = 35,25 roepie dus 1 roepie is 6 cent. De eerste rit door New-Dehli viel niet tegen, maar zoals Bram de reisleider zei, dat gedeelte is het meest westers. Ook het hotel was goed, volgens Bram was dit het meest luxe hotel dat we zouden krijgen. Gezamenlijk nog een alcoholvrije welkomstdrink van Djoser gedaan, want alcohol kennen ze niet en dat wordt dus een poosje afkicken. Om twee uur maar naar bed, wake-up call om 8.30 uur (valt echt wel mee).

Vrijdag 1 augustus Dehli

Wekker gezet om kwart over 7, voor het geval de wake-up call niet doorkwam. Ontbeten met toast met jam, thee en vruchtensap 123 roepie per persoon. Zo lijkt India plotseling toch niet zo goedkoop. Daarna om 10 uur welkomstmeeting waarin Bram vertelt over Djoser en India. In die meeting is afgesproken dat er een Djoser dagboek wordt gemaakt, waaraan iedereen zijn steentje bijdraagt (op twee personen na). Om 12 uur gingen we op pad. Eerst bij de croissanterie wat gegeten (dat maakt het dure ontbijt weer goed) en daarna met een 6-persoons bromriksja, of hoe die dingen ook mogen heten, naar het Rode Fort.

Wat een waanzinnig verkeer, alles loopt en rijdt door elkaar, alleen bij grote kruispunten stoppen ze om elkaar voorrang te geven. Voor 10 roepie per persoon waren we er, we hebben er ongeveer een half uur over gedaan, en hebben voldoende uitlaatgassen voor de hele vakantie binnengekregen. Old Dehli is wel heel wat anders dat New Dehli. Een echte puinhoop met kleine straatjes, veel mensen en brom- en fietsriksja’s. Na de bezichtiging van het Rode Fort, waar nog maar een fles water van 15 roepie gekocht en flink gevallen in de regen, zijn we per fietsriksja (weer 10 pp) naar de grootste moskee van India gegaan. Die zijn hier heel anders dan in Turkije, veel meer zoals in Marrakech. Natuurlijk ook weer in de minaret geklommen. Een donker en smal trappetje met ook nog tegenliggers ook. Wel weer een fantastisch uitzicht. Daarna zijn we wandelend (nog maar een fles water gekocht) naar een grote Sikh-tempel gegaan, dwars door de grote bazaar heen.

Gelukkig waren we niet alleen en houdt Bram ons goed in de gaten en bij elkaar. Wat een bende in die smalle straatjes, gek dat je je dan toch niet onveilig voelt, je moet alleen even wennen aan de stank en de rotzooi op straat. In de Sikh-tempel wordt 24 uur per dag gebeden onder begeleiding van live muziek. Hij staat ook gewoon open voor iedereen, zolang de schoenen uit gaan en een hoofddoekje wordt gedragen, ook door de mannen. Je kunt er ook eten, het kost niets, alleen een donatie. Dat hebben we maar niet gedaan, ondanks dat we intussen wel trek kregen. Het gratis eten laten we maar aan de arme mensen die we intussen genoeg hebben gezien. Veel bedelende kinderen en een aantal mensen die heel erg zijn verminkt. We hebben in de loop van de dag ook een paar fikse regenbuien gehad. Om kwart over 5 waren we terug in het hotel. Even in een laagje van 5 cm water gezeten (het bad liep steeds leeg) en gedoucht. Daarna zijn we om 5 uur met de groep gaan eten. Het was gewoon erg lekker, en ze schonken er bier. Ze hadden vegetarisch en kip, rundvlees en varkensvlees eet je hier niet. Volgens Bram was het hier veilig om vlees te eten en we namen dus allebei kip. Piet vond het bier niet erg lekker, misschien moet hij nog even wennen, het smaakte mij best. In totaal waren we (met fooi van 60) 600 roepie kwijt. De prijs van een pilsje viel wel meet, 75 roepie voor een fles van 650 ml.

Zaterdag 2 augustus naar Jaipur

Aso vroeg op moeten staan, om kwart voor 5. Om half 6 werden we opgehaald door de bus om naar het station te gaan. We gaan met de trein naar Jaipur. Het had verschrikkelijk geregend, de oprit van het hotel stond blank en we hadden dus ook al kleddernatte voeten voordat we in de bus zaten. Bij het station moesten we door de hal. Overal lagen mensen te slapen, ben ik even blij dat ik een tas met wieltjes heb, kan ik hem nog sjouwen. Dit soort ongein is niet goed voor je ochtendhumeur. Maar goed het is een ander land en een andere manier van reizen. In de trein zouden we een ontbijt krijgen. Toen de “steward” met voor ieder een thermoskannetje thee en 2 droge maria-koekjes aankwam hebben we vreselijk gelachen. Gelukkig bleek dit niet het echte ontbijt te zijn, dat kwam een tijdje later. Het was wel heel apart: patat met doperwten, een Indisch vegetarisch hapje en 2 boterhammen met jam. De treinreis vloog voorbij. Om 11 uur kwamen we in Jaipur aan, hier is het echt heel erg. Bram had beloofd dat we aan het smerigste straatje van de stad zouden liggen, en het is waar. Het verkeer is een puinhoop, allerlei beesten lopen over straat en iedereen klettert maar op de grond wat hij niet meer nodig heeft. Varkens, koeien en honden vreten daarvan en laten vervolgens hun eigen afval vallen. En er is dus geen mens die het opruimt.

Aangekomen in ons hotel, mooie hal en gezamenlijke ruimten en de slaapkamer heel apart, heeft Bram wat verteld over Jaipur en het programma. De aankomende dagen mogen we tot half 8 uitslapen, daarna is het bijna elke dag vroeg op. Om 12 uur zijn we met Emma en Jeroen (moeder en zoon) in een taxi gestapt. Weer 10 roepie per persoon. Eerst naar het paleis der Winden, heel erg mooi. De entreeprijs was 2 roepie, wilde je foto’s maken dan koste dat per camera 30 roepie. Daar waren we in ieder geval onze gids even kwijt. Wel bijna het fototoestel gejat door een schooljochie van misschien wel 6 jaar. Je zou dat kind toch een rotschop verkopen. Overigens wordt hier veel meer gebedeld dan in Dehli. In het paleis gedaan wat de haremdames van de maharadja ook heel de dag deden: door de talloze raampjes naar het volk op straat kijken. Daarna zijn we naar het observatorium gegaan, entree 2 roepie, camera 50 roepie. Dat is geen verhouding, bovendien is het buiten, dus we hadden geen camera’s. Het is wel verbazingwekkend dat ze eeuwen geleden al zo’n nauwkeurige instrumenten konden maken. We hebben natuurlijk weer een onmogelijke trap beklommen om van het uitzicht te genieten. Als laatste culturele evenement die dag gingen we naar het City-palace. Erg mooi, met veel wachten die geld wilden zien als je ze op de foto zette. De entree was wel 35 roepie (camera 50), maar dat komt ook omdat er een echt museum in zit. Hele mooie dingen gezien, waaronder ook de kleding van de maharadja en zijn familie. Het kon in die dagen (in ieder geval voor de rijken) niet op. Hele kleden met gouddraad vol geborduurd. Toen we alles hadden gezien zijn we met een bromriksja naar het hotel gegaan. We waren net op tijd binnen, het begon verschrikkelijk te hozen. Na nog even op de kamer wat te hebben gelezen kwam het klapstuk van de dag: met de benenwagen naar het Tijgerfort. Door de regen waren we maar met zijn vijven: Bram, Emma, Jeroen, Piet en ik. Eerst door een “gewone” woonwijk. Dit is niet te geloven, de darmen en losse geitenpoten lagen gewoon op straat en honden en varkens stonden er heerlijk van te smullen. Toen de berg op, wat een feest. Onderweg heb ik minstens 4 keer moeten stoppen om de bloeddruk op een beetje normaal peil te krijgen. Het was gelukkig wel droog, of niet gelukkig, dan hadden we niet gegaan. Boven aangekomen, met een bijna ontploffend hoofd genoten van een werkelijk waanzinnig mooi uitzicht over Jaipur. Het was het toch wel waard het venijnig klimmetje zoals Bram het noemde. Toen we al een kwartiertje zaten kwamen er nog wat mensen van onze groep met een taxi naar boven (TRIEST!!). Héléne schrok zich helemaal dood van mijn nieuwe gelaatskleur, terwijl het toch al aan het afnemen was. De afdaling ging een stuk gemakkelijker. Snel even onder een (koude) douche en daarna met de groep eten. We bleven deze keer in ons eigen “paleisje” en hadden een buffet met soep, vlees, bonen, rijst, aardappels en groenten. Natuurlijk ook de onvermijdelijke pannenkoekjes. Was erg lekker allemaal. Na het eten werd er voor ons een dansshow opgevoerd met veel evenwichtsoefeningen en vuurspuwende mannen. Natuurlijk werd ook het publiek uitgenodigd om aan de stokkendans deel te nemen. Piet deed lekker mee, ik moest (da’s nou jammer) voor de foto’s zorgen. De voorstelling en het buffet kostten samen 240 pp. Daarna hebben we de kaarten geplakt en geschreven. Om 11 uur viel het licht uit en zijn we maar gaan slapen.

Zondag 3 augustus Jaipur

Gelukkig hoefden we niet zo vroeg op. Pas om half acht. Douchen hoefde niet, het water was koud. Na het ontbijt, wat wel allemaal een beetje te veel was voor de jongens van de bediening, zijn we met de bus gezamenlijk naar het Amber-fort gegaan. Vanonder aan de heuvel met een olifant naar boven. Met z’n vieren een retourtje voor 250 roepies. We hebben het Amber-fort bezichtigd onder leiding van een gids voor 20 roepies per persoon. De maharadja had in het fort maar liefst 3 paleizen, een zomer-, winter- en nog een paleis waarvan ik de naam/functie niet goed heb begrepen. Te voet gingen we weer naar beneden, gek wordt je van al die verkopers. Foto’s van onszelf gekocht op de olifant, natuurlijk weer teveel betaald. Daarna zijn we naar het Rambagh Palace Hotel gegaan voor een kopje koffie, de rest hoeven we daar niet, dat is niet te betalen. We waren voor allemaal één consumptie en wat cake meer dan 2000 roepies kwijt, dat is voor een land als India natuurlijk absurd duur. Niettemin had het wel wat, zo’n ober gekleed in de stijl van de vroegere bedienden van de maharadja’s. Hij was ook erg aardig. Na de koffie zijn we zelf ergens halfweg uit de bus gestapt en gingen we zelf wat ondernemen. Eerst naar de Albert Hall, daar wilden we een museum bezoeken.

Daar hebben we vanaf gezien omdat er vooraan de rij dringende mensen iemand op een stoel met een stok de meest opdringerige figuren terugsloeg.. Dus maar even niet, hadden we maar niet op zondag moeten gaan naar een nationaal museum. Zo op ons gemak weer terug richting hotel gelopen, wat een puinhoop is het toch op straat, het valt je steeds weer op je dak. We wilden naar het Handicraft Emporium om souvenirs te kopen, maar dat was gesloten, het is tenslotte zondag. Daar waren we ‘s-morgens ook al tegenaan gelopen omdat we de was niet konden afgeven. Morgen nog maar eens proberen. Onderweg de verkeerde afslag genomen. We kwamen in een klein straatje bij een even klein winkeltje waar we koekjes hebben gekocht. Toen toch maar een bromriksja genomen naar het hotel. Het viel zelfs de Indiase mensen op dat ik wel een erg rood hoofd had. In het hotel nam ik een boterham en Piet een fles bier en toen gingen we maar douchen. Ik had die morgen verteld dat we geen warm water in de kamer hadden. Helaas moet je het warme water voor een bepaalde tijd bestellen. Zij dachten dat het zeven uur moest zijn, uiteindelijk werd het gelukkig toch nog vijf uur. Na het afschrijven van de kaarten, gisteren viel het licht uit tijdens het schrijven, en douchen maakten we een afspraak met onze “vaste” taxichauffeur om naar het gereserveerde restaurant te rijden. Een aantal van de groep waren naar de bioscoop gegaan, daar hadden wij geen zin in. Omdat we natuurlijk weer veel te vroeg waren, gingen we nog wat lopen. Winkelen kon niet, het was nog steeds zondag. Onderweg werd Piet door een stier aangevallen, een verkoper was ook wel erg nadrukkelijk in Piet zijn buurt aan het zwaaien met een pop, de koe (of stier) vond dat kennelijk wel de moeite waard om daar haar/zijn hoorns in te zetten, maar op dat moment sprong de verkoper weg en nam het beest Piet op de hoorns. Is dat even schrikken, en dan mag je die beesten niks doen. Uiteindelijk samen met groep heerlijk gegeten, het was een vegetable thali, de eerste in de reeks van meer die we de komende weken zouden eten. Al met al voor 200 roepie samen gegeten. Nog een feitje: het was de eerste dag dat het helemaal droog bleef.

Maandag 4 augustus kameelsafari Jaipur

Eindelijk de was kunnen afgeven, het werd al een hele stapel. Tijdens het eten kreeg Karen een telefoontje uit Nederland dat haar vader een hartaanval had gekregen. Ze moet nu elke dag even bellen hoe het gaat en misschien haar reis wel afbreken. We wachten maar af. Een deel van de groep is op kameelsafari gegaan. Het was lekker ontspannen, even weg van de vuiligheid en de drukte van Jaipur. Vooral het vuil en de stank valt mij toch wat zwaarder op mijn dak als ik had verwacht, ik geloof dat ik hier in India mij eerste cultuurschok heb opgelopen. Maar voor nu lekker afwisselend op de kameel en op het karretje erachter zijn we naar een dorpje gegaan.

Daar hebben we het schooltje bezichtigd en gelijk voorzien van pennen, ballonnen, snoep en een donatie. Na nog een rondleiding door het dorp vertrokken we weer per kameel naar het buitenverblijf van de maharadja van ons hotel in Jaipur voor een heerlijke lunch en gelegenheid om te zwemmen. Het zwembad zag er niet zo aantrekkelijk uit, dus we hebben het bij luieren gehouden. Uitgerust gingen we naar ons volgende doel: de monkeytempel. Veel apen hebben we er niet gezien, maar wel heel veel mensen die hier kwamen om te baden. Mannen en vrouwen moesten in aparte baden, het is prachtig om te zien hoe de vrouwen compleet gekleed in van die prachtige kleurige kleren in het water sprongen.. De jongens sprongen vanaf de hoogste punt van de waterval en hadden zo de grootste lol. Toen we genoeg foto’s hadden zijn we met de bus terug gegaan naar ons hotel. Daar hoorden we dat Henk een epilepsieaanval had gehad, de dokter is erbij geweest en hij heeft nu gelukkig weer medicijnen. Heel de middag had hij al geslapen, hij moet nog even aan deze medicijnen wennen. Met de bromriksja zijn we weer naar de stad gegaan om in een fixed-price winkel wat souvenirs te kopen. Daarna hebben we lekker samen bij Niros gegeten. Eindelijk weer eens vlees, Tandoori kip. Vlees was wat teveel eer, het was bot met wel wat, maar zeker niet veel er aan. Met een fietsriksja weer terug naar het hotel, dat is toch niet zo handig in de spits. Bij de kruispunten deed ik dan ook steeds maar even mijn ogen dicht. In het hotel deden we nog maar even een biertje, want dat schenken ze in de meeste restaurants niet (en dus ook niet bij Niros). Daarna even aan de overkant naar Saskia gebeld om te zeggen dat alles goed is. De prijs is slecht 65 roepies per minuut dus niet zo heel duur. Nog even een enquête formulier op het telefoonkantoortje ingevuld en koekjes en water voor morgen gekocht. Daarna de schone was opgehaald en de koffers maar weer ingepakt.

Dinsdag 5 augustus naar Agra

Vandaag hebben we volgens Bram een lange reisdag met de bus. Omdat het deze week zo hard geregend heeft vindt hij het beter om een uurtje eerder te vertrekken. Dat betekent wake-up call om 5.30 en om 6.00 uur vertrekken. Onderweg ontbijten we om half negen. Alle mensen in de bus hebben een beetje zitten dommelen. Na het ontbijt hebben we nog drie kwartier gereden voordat we bij het vogelreservaat aankwamen. Daar hebben we ons anderhalf uur laten rondfietsen om een VIP riksja. Het certificaat VIP verdiende hij omdat er armleuningen op zaten, wat eigenlijk ook wel lekker was. Onze gids wist een hoop te vertellen en zag ook veel vogels die hij ons dan vol trots aanwees. De gids van bijvoorbeeld Gerard was een stuk minder, die kon alleen dove zeggen en die had daar dus niet veel aan. Nadat we waren teruggekomen van de ooievaarskolonie, waar er echt heel veel waren, zijn we nog een stuk verder gegaan met de bus. Na niet al te lange tijd kwamen we aan bij de Verlaten Stad. Daar werden we rondgeleid door een gids die echt heel enthousiast was. Het was jammer dat het zo verschrikkelijk warm was en dat enkele mensen heel erg ziek waren. Gelukkig zag de gids dat we het warm hadden en vertelde hij steeds zijn verhaal in de schaduw. Na het bezichtigen van het indrukwekkende gebouwencomplex zijn we op weg gegaan naar ons volgende hotel in Agra. Het is lekker luxe. We hebben in het hotel een buffet genomen en zijn na een laatste borrel naar bed gegaan. Morgen wake-up call om 5.15 uur. Bram is gek of heel erg hard op weg om het te worden.

Woensdag 6 augustus Agra

Iemand (Bram dus) kwam op het idee dat de Taj Mahal (een mausoleum voor de geliefde vrouw van een maharadja) bij zonsopgang wel heel erg mooi moet zijn, dus dat was om 5.45 weg. Hij regelde gelijk maar voor iedereen een bromriksja voor de hele dag, dat kostte wel 100 roepies. Voor iedereen aan te bevelen: de Taj Mahal wordt terecht één van de wereldwonderen genoemd, het is een fantastisch stukje werk.

Nadat we de Taj op ons gemak hadden bekeken zijn we met zijn allen gaan ontbijten in een tuin. Het stikte er weer van de vliegen, maar verder smaakte het wel. Na het ontbijt ging de groep uit elkaar om ieder dat te gaan bekijken waar ze zelf zin in hadden. Onze chauffeur bracht ons eerst naar de Baby Taj, een kleine en minder mooie uitvoering van de Taj Mahal. Taj betekent Kroon en Mahal Huis. Het was wel lekker rustig daar, totdat er een van de aanwezige kinderen achter kwam dat Piet pennen in zijn tas bewaarde. We moesten ze letterlijk uit de riksja slaan. Daarna zijn we naar het Agra-fort gegaan, een werkelijk fantastisch complex met hele mooie paleizen en een schitterend uitzicht op de Taj. De bouwer van de Taj Mahal is hier gevangen gezet door zijn zoon en heeft al die tijd moeten volstaan met het kijken en niet kunnen bezoeken van het mausoleum van zijn geliefde vrouw. Het was jammer dat het Spiegelpaleis wegens renovatie gesloten was. Toen we in het fort waren begon het weer eens flink te hozen. Gelukkig konden we van paleis naar paleis rennen zonder al te nat te worden. Na het bezoek aan het fort bracht onze chauffeur ons naar de winkeltjes. Hij krijgt daarvoor 10 roepies per bezoek en 2% commissie. Hij zegt dat het al lang genoeg is als we naar binnen gaan en we van hem niets hoeven kopen. In de marmer- en textielwinkel hebben we ook niets gekocht. In de juwelierszaak heb ik een paar oorbellen gekocht met black-cross steentjes. Na het winkelen vroegen we aan onze chauffeur of hij ons naar het mausoleum van Akbar wilde brengen. Het kostte wat overredingskracht, maar uiteindelijk gingen we toch op weg (het lag ongeveer 12 kilometer uit de stad). Onderweg via straten waar waarschijnlijk weer nooit een toerist werd gezien moesten we toch nog even tanken. We hebben de benzine betaald, de chauffeur moest er apart nog een kannetje lood ingooien om die benzine geschikt te maken voor zijn brommertje. Nog een stukje verder werd het motortje wel erg warm en moesten we stoppen om het te laten afkoelen. Dat was een mooie gelegenheid om ook wat te drinken, een colaatje kostte wel 7,5 roepie, we hebben dus de chauffeur ook getrakteerd. Ook het mausoleum van Akbar was weer een knap staaltje werk, zeker als je uitgaat van de tijd waarin het is gebouwd. Alles inbegrepen waren we 160 roepies kwijt voor de bromriksja, inclusief de verre rit naar Akbar. De chauffeur wilde ons naar nog meer winkeltjes brengen, maar wij vonden het zo wel genoeg. In plaats daarvan gingen we lekker in bad. ‘s-Avonds nam Bram ons mee naar een restaurant waar we zelf nooit in gegaan zouden zijn. Het zag er aan de buitenkant (en ook aan de binnenkant) niet uit. Bram zei ook toen we naar het dakterras liepen: “Op de trap niet naar links kijken, daar is de keuken”. Toen onze drankjes er net waren, we hadden nog niet eens ons eten besteld kwam er een tropisch regenbuitje naar beneden en vluchtten wij naar de benedenverdieping van het restaurant. Daar ging het, met wat inschikken, ook wel. Ook hier weer een heerlijke Vegetable Thali gegeten voor 25 roepies. Er is niemand ziek van geworden, dus het zal wel goed zijn geweest (of in ieder geval goed doorgekookt).

Donderdag 7 augustus naar Khajuraho

Vandaag gaan we een lange reisdag tegemoet. Het zal minstens 8 uur rijden zijn voordat we in Khajuraho aankomen. Met onze ervaring met de Indiase wegen zullen het wel 10 of 12 uur worden. Onderweg drinken we thee in een lokale gelegenheid langs de weg. Het was het eerste bakje thee dat echt naar thee smaakte, Piet sloeg toch maar even over, hij vond het tentje maar niks (en dat was het ook). Peter was de enige die zich aan koffie durfde te wagen. Hij was dan ook prompt de klos, na 2 uurtjes sloeg ook bij hem de Dehli-belly toe. Na nog een tijdje doorrijden stopten we voor de lunch. Omdat binnen alles vol zat gingen we buiten op het terras zitten. Het leek wel of alle vliegen van het stadje Jhantsi mee wilden eten. Het werd en bleef tijdens de hele lunch een gevecht om het voedsel. Voor het eten hadden Henk en Peter er al tientallen doodgeslagen. Ik was blij dat ik het eten naar binnen heb kunnen werken zonder extra vlees. Aan het einde van de lunch kwam Bram nog even vertellen dat de brug waarover we moesten door de hevige regenval was overstroomd en er geen verkeer over mogelijk was. Het zou ongeveer 90 kilometer omrijden worden. Gelukkig vertelde Bram van de extra afstand en gaf hij niet de extra tijd die het zou kosten, die bedroeg achteraf 7 uur (blij dat we dat niet wisten). In ieder geval hebben we door deze toeristische route heel veel van het Indiase platteland gezien. Onderweg stonden we ineens stil terwijl iedereen een beetje lag te dommelen of zat te lezen. Het was midden in een dorp waar net een kind door een bus was overreden. De bevolking van het dorp had wraak genomen op de bus en alle ruiten ingegooid en banden lek gestoken. De chauffeur was voor alle zekerheid maar gevlucht, en dat was waarschijnlijk maar goed ook. De vader van het kind stond midden op de weg met een pikhouweel op het wegdek in te slaan en de rest van de bevolking stond daar omheen. We konden dus niet doorrijden. Om een verdere escalatie te vermijden moesten ook wij blijven staan, met de bus en dus ook de airco uit. Bram vertelde dat we rustig moesten blijven zitten en niet al te nadrukkelijk naar buiten mochten kijken omdat anders de bevolking zich wel eens verder op onze bus zou kunnen uitkuren. Pas toen een groepje militairen de zaak kwamen sussen en de chauffeur gearresteerd was, waren de gemoederen bedaard en konden we doorrijden. We hadden wel weer een half uur stilgestaan, waarbij dat natuurlijk het moeilijkst was voor bijvoorbeeld Emma die zwaar aan de diarree was en dus eigenlijk heel nodig moest. Intussen begon ik van de airco in de bus een aardige voorhoofdsholteontsteking te ontwikkelen, natuurlijk compleet met een aardige koorts. Pas om kwart voor tien kwamen we in het hotel. Zonder ook maar zin te hebben in eten of een koud pilsje zijn we naar bed gegaan, waar ik natuurlijk weer heel lekker heb liggen zweten van de koorts. Allard kwam nog aan de deur voor pillen voor zijn vriendin, maar die had ik zelf veel te hard nodig. Zelf vond hij het kennelijk niet zo heel belangrijk, anders had hij wel naar een drogist gegaan, die zijn er volop en paracetamol is overal op de wereld te verkrijgen.

Vrijdag 8 augustus Khajuraho

Hoi, hoi, we mogen uitslapen van onze grote reissmurf. Om half tien wake-up call en om half elf op de fiets vertrekken naar de erotische tempels (daarvoor zijn we tenslotte gekomen, misschien leren we nog wat). Ik was intussen knap ziek geworden, maar met een stel pillen (goed dat we ze niet aan Allard hadden gegeven) lukte het wel. Een aantal prachtige tempels bekeken onder begeleiding van een gids. Een Indiase gezin kwam er ook steeds bij staan, totdat Bram vroeg of ze ook in de kosten wilden delen. Het is een heel groot complex, daarom was ook de fiets wel heel erg handig. Na de bezichtiging van de tempels waarbij ik helaas, waarschijnlijk veroorzaakt door de koorts, geen inspiratie heb opgedaan ben ik terug in bed gekropen. Voor mijn gevoel had ik het belangrijkste gezien en bovendien kon ik echt niet meer, de pillen waren zo ongeveer uitgewerkt.

Piet is nog naar een ander tempelcomplex geweest, met witte tempels. Hij zei dat het niet zo mooi was als de tempels van vanmorgen, ik heb alleen de foto’s gezien. Om zes uur moesten we verzamelen voor de evaluatie. Enkele opmerkingen: Hélene: de hotels hadden minder luxe gemogen, die is dus echt gek Gerard: er is niet genoeg tijd voor eigen ontdekkingen, dat is niet waar, je hoeft niet altijd mee met de groep Liesbeth: waarom hebben we dezelfde excursie en route als de andere Djoser-groep, we komen elkaar steeds tegen Marian: de kamer in het hotel in Jaipur was ronduit slecht. Na de evaluatie nog wat gegeten en Patrick gebeld, althans een poging gedaan, hij was niet thuis. In ons eigen hotel nog een pilsje genomen, dat kostte 120 roepies. Toen ik daarna in het winkeltje van het hotel nog een bloesje ging kopen bleek dat goedkoper te zijn dan het pilsje, maar ja dat weet je: in een luxe hotel betaal je ook meer voor je drank.

Zaterdag 9 augustus naar Varanasi

Lekker vroeg (6 uur) onderweg naar Varanasi. Helaas kwam na 20 minuten Cyriel er achter dat hij zijn geld en paspoort was vergeten. Natuurlijk gingen we terug. Uiteindelijk om half 10 echt vertrokken. Om half elf hebben we ontbeten en in die gelegenheid wat besteld voor de lunch. Het werden toast en eieren.. Daarna weer lekker verder hobbelen in de bus, Toen we wilden lunchen bleken de eieren zachtgekookt te zijn, dus dat was geen succes. De lunch bestond dus uit droog brood en water, is dit nou het Djoser gevoel, dan laat maar zitten. We hebben het wel overleefd, we kunnen tenslotte ook wel een stootje hebben (lees wat extra gewicht vrijmaken). Onderweg zijn we gestopt bij een theehuisje. De thee was erg lekker en ik ben nog steeds niet ziek. Rond zeven uur kwamen we aan in de stad. Varanasi = Old Dehli + Jaipur als het gaat om aantal mensen, koeien en gradatie stank. Gelukkig was het donker, we zouden het morgen wel zien. De hal van het hotel was erg mooi, de kamer iets minder. Er is geen daglicht, maar wel een lekker warme douche.

Zondag 10 augustus Varanasi

We zijn zo gewend aan vroeg opstaan dat we van zelf om kwart over zeven wakker worden. Hoezo vakantie, thuis heb ik daar nooit last van. Vandaag gaan we Varanasi bij daglicht bekijken, maar ik weet nog niet of ik dat wel echt wil. We kunnen als het lukt tot negen uur uitslapen want we vertrekken pas om tien uur. Wij zitten samen met Bram, Peter, Vera, Emma en Jeroen braaf te wachten. We zien om tien voor tien nog mensen uit onze groep het restaurant in gaan om te ontbijten. Gezien onze ervaringen met de snelheid waarmee hier het ontbijt geserveerd wordt, zien we de bui al weer hangen. Het zal minstens kwart over tien en waarschijnlijk ook nog wel later worden voordat die mensen hun ontbijt hebben gehad. We vinden het geen stijl dat je, ondanks dat je zo lang kunt uitslapen te laat komt en Piet stapt dan ook om kwart over tien op en gaat niet mee naar Sarnath. Uiteindelijk gaan we om vijf voor half elf op weg naar Sarnath. Op zich is er niet zoveel aan, er staan wat mooie tempels. Maar wat wel heel leuk is zijn alle mensen in hun zondagse goed. Ook de kinderen zien er schitterend uit, van zelfs de baby’s zijn de ogen opgemaakt. Onderweg het hotel naar Sarnath en weer terug kregen we alvast een beschermde blik op “Varanasi by day”. Na de lunch in het hotel zijn we met een riksja naar de stad gegaan. Eerst naar de Durga tempel. Daar kregen we een rode stip op het voorhoofd. Toen we ongevraagd daar 5 roepies voor betaalden wilde de man nog meer, da’s dan jammer voor hem. In de tempel heb ik 50 roepies gewisseld voor muntjes, we kregen een zak vol. Deze gaan we morgen uitdelen bij de weduwen gath. De ellende die daarover geschreven wordt moet heel erg zijn en als we dan met wat kleins kunnen verlichten zullen we dat zeker niet laten. Na de Durga tempel zijn we naar de Tulsi-Manas tempel gegaan. Die is erg nieuw en ook voor niet-hindoeïsten te bezoeken. Het leek wel een kermis. Er wordt een verhaal uitgebeeld met bewegende en dansende poppen. Toen we daar waren uitgekeken zijn we naar een zijdefabriek gegaan. Daar zagen we mannen en later ook kinderen goudbrokaat weven. Ondanks de beweringen van de baas dat de kinderen het niet erg vinden, vind ik het niet normaal dat ze daar op een leeftijd van 6 of 8 jaar hele dagen zitten te werken. Na de bezichtiging van de weverij moesten we natuurlijk mee naar de showroom, waar ik nog een sjaal heb gekocht voor 250 roepies. ‘s-Avonds zijn we met zijn allen gaan eten in een lokaal restaurant. Het was lekker, goedkoop en ze hadden bier.

Maandag 11 augustus Varanasi

Om 4.15 (ja, ja vakantie) zouden we gewekt worden door de receptie van het hotel om een boottochtje over de Ganges te maken. Gelukkig hebben we zelf een wekker, die liep inderdaad om 4.15 af. Toe om 4.25 de receptionist nog niet had gebeld, hebben we hem maar wakker gemaakt. Die begon daarna de anderen te wekken, zodat de vertraging niet al te lang was. Later bleek dat Hilde en Allard niet waren gewekt. Zonder ontbijt zijn we vertrokken, eten zouden we wel na het boottochtje doen, dat was nog vroeg genoeg. Het eerste stuk konden we met een riksja, maar al snel moesten we verder omdat de straten overvol waren met pelgrims die zich in de Ganges wilden wassen.

Deze mensenmassa als badgasten is precies waarvoor we gingen, dus je hoorde ons niet klagen over de drukte. Toen we eenmaal op de boot zaten en konden gaan varen was de stroming zo sterk dat er niet tegenop te roeien was. Dus sprong steeds de bootsman in het water om het touw aan een verder gelegen puntvast te maken. Vervolgens werden we aan het touw naar dat volgende punt toe getrokken. Toen we bij het eerste punt kwamen dreef er een lijk in het water. We wisten dat het zou kunnen gaan gebeuren, maar waren er toch niet helemaal op voorbereid. Gelukkig zagen we het al op een afstandje drijven en niet pas toen het naast de boot dreef. Aan het eind van de rit, bij de eerste burning ghat werd de boot gekeerd en gingen we dezelfde weg terug. Deze keer was het natuurlijk stroomafwaarts en ging het een stuk gemakkelijker. Intussen waren honderden Hindoes zich in het water van de Ganges aan het wassen en de tanden aan het poetsen. Gezien de smerigheid van het water moet ik er even niet aan denken. De Hindoes beschouwen de Ganges als een heilige rivier en vinden het dus niet erg, bovendien kijken zij toch iets anders aan tegen het omhulsel wat wij lichaam noemen. Zij vinden het normaal dat er lijken in de rivier drijven en dat de as van de gecremeerde overledenen in de rivier wordt geveegd. Laten we het houden op een andere beleving van het geloof, de manier van leven en omgaan met de dood. Bij de grootste burning ghat lagen enorme stapels hout. Toen we even stil lagen om daarna te kijken (foto’s maken mocht niet, maar lukte toch) kwam er weer een lijk voorbij drijven. Deze keer was het een vrouw. Haar hoofdhuis was al helemaal weg (zeggen ze) en haar lichaam was helemaal opgezwollen. Het leek wel een ballon en zag er allemaal heel onwerkelijk uit. Bij de laatste ghat zijn we uitgestapt en gaan lopen naar het restaurantje waar we zouden ontbijten. Het door Bram uitgezochte eettentje was gesloten, dus gingen we op zoek naar een ander dwars door de straatjes van de wijk achter de Ganges. Bram had helemaal gelijk toen hij zei dat Varanasi India in het kwadraat was. Smalle straatjes en een hoop vuil en stront. Mensen, koeien, honden en ander gedierte krioelt hier door elkaar. Aangekomen bij het ontbijtrestaurant bestelden we een omelet, maar toen we zagen dat er bij Piet een kakkerlak was meegebakken hebben we maar even laten staan (gelijk geen honger meer). Na het niet genoten ontbijt hebben we nog even door de straatjes gelopen, toen we genoeg hadden van deze kijk- en geurervaring hebben we een riksja genomen en hebben in het hotel nog een uurtje of wat geslapen. Na de lunch in het hotel horden we dat Karen toch terug moet naar huis i.v.m. de toestand van haar vader. Iedereen liep natuurlijk flink te balen en Bram werkte zich helemaal te pletter om ervoor te zorgen dat ze zo snel mogelijk naar huis kon. Wij zijn met z’n tweeën nog even de stad in gegaan op zoek naar de Gouden Tempel en de weduwen ghat. Uiteindelijk hebben we ze geen van beide gevonden. Daar zitten we dan met onze muntjes. We hebben wel lekker gewandeld, door smalle en ook brede straten. Tijdens een hoosbui mochten we net als alle anderen in de straat schuilen in een winkel. Heel gezellig allemaal. Met de riksja zijn we weer terug gegaan. Die man moest een knap eindje (en zwaar) fietsen voor 20 roepies. In het hotel hebben we gegeten en daarna afscheid genomen van Karen. Vroeg naar bed, want morgen wacht een lange en dus zware reisdag naar Nepal. Eerlijk gezegd ben ik niet kwaad dat we India verlaten, ik heb het wel even gehad met alle smerigheid en stank. Gelukkig heb ik dat niet alleen, Peter zei zelfs vandaag als we nog langer waren gebleven dat hij naar huis was gegaan.