2010 Parijs

Inleiding

Ooit zouden we nog een keer naar Parijs gaan. We waren er natuurlijk al geweest met CAB, maar dat was zo kort dat (in ieder geval ik) niet het idee had dat we Parijs hadden gezien. Dit jaar kwam het er eindelijk van, ondanks de knetterdure reis naar Zuidelijk Afrika konden we ook een week Parijs gaan doen. We besloten deze keer met de trein te gaan, de auto was net zo duur en ik zag het niet zitten om de auto in Parijs te parkeren voor een hele week.

Donderdag 16 september

Op weg naar Parijs, voor de eerste keer met de trein op pad. Patrick bracht ons weg met onze auto zodat we niet met de bus hoefden (en hij gebruik kan maken van de auto). Een rustige reis, de trein van kwart over negen in Den Bosch was mooi op tijd, maar had wel twintig minuten nodig om een plekje te krijgen op Amsterdam Centraal. Later bleek het een kapot sein te staan waarvoor we hadden staan wachten. Toen we uitstapten hoorden we omroepen dat er geen treinverkeer mogelijk was tussen Den Bosch en Utrecht vanwege een kapotte bovenleiding. Mazzel dus. Onze Thalys stond al voor ons klaar, dus we hebben maar geen koffie genomen. Na een kwartiertje wachten op het perron konden de deuren open en hebben we ons plekje opgezocht. Lekker, een bankje met twee en de stoelen zijn ruim genoeg. Mooi op tijd ging de trein rijden. Dan zie je wel hoe fijn het is om gereserveerde plaatsen te hebben en op tijd te boeken. Er was een ouder Chinees stel dat dat laatste kennelijk niet had gedaan en waarschijnlijk plaatsen verder uit elkaar hadden. Steeds als er een bankje naast elkaar vrij kwam gingen ze daar zitten, en steeds werden ze weer weggestuurd omdat de “rechtmatige eigenaar” van de plaats de trein in kwam. Ik was blij dat wij daar geen last van hadden en lekker naast elkaar zaten. Via Rotterdam, Antwerpen en Brussel waren we om tien over half drie al in Parijs. Daar was het de rij in voor metrokaartjes. We hadden in de trein bedacht hoe we het zouden gaan doen met het vervoer en ik heb een tien ritten kaart gekocht voor vandaag en de laatste dag. Voor de vijf dagen ertussen heb ik voor allebei een vijfdagen kaart gekocht, daarmee kunnen we zoveel we willen de metro gebruiken en hoeven we niet steeds te bedenken dat we kaartjes moeten kopen. Het hotel is op wat afstand en we moeten dan ook twee maal overstappen om er te komen. Jammer dat er veel trappen en weinig roltrappen in de metro van Parijs zijn, dat maakt het sjouwen met de koffer wat lastig. Maar samen komen we een heel end. Hoe dan ook: de volgende keer gaan de rugzakken mee, dat is toch gemakkelijker.Nadat een man zag dat we aan het zoeken waren en hij ons de juiste weg had gewezen waren we redelijk snel bij het hotel. Daar werden we hartelijk ontvangen door een vriendelijke receptionist. De kamer was prima, op de zesde verdieping, maar er is gelukkig een lift. Een kleine kamer, maar wel voorzien van alles, een mooie badkamer en twee bedden. Een raam wat open kan, en het is brandschoon. Jammer dat er geen glazen zijn voor onze soepjes, maar die organiseren we dan wel in een of andere supermarkt. Nadat we onze kleren hadden uitgepakt zijn we naar beneden gegaan voor een biertje. Lekker biertje, goed dat we tips hebben gekregen, geen fles, maar Pression nemen (van de tap). Na onze biertjes zijn we naar Place de Clichy gegaan om te eten, volgens de Planet zouden er wat goede restaurantjes zitten. En dat klopte ook: we zijn bij Bistro Les Dames gaan eten. We hebben heerlijk in de binnentuin gezeten, wel met de fleecevesten aan, maar toch. Het was er heerlijk, ontspannen, een plezierige sfeer en erg lekker eten. Wat wil een mens eigenlijk nog meer op zijn of haar eerste avond in Parijs.

Na deze fantastische avond zijn we (natuurlijk met de metro) terug gegaan naar ons eigen hotel en hebben daar nog een half flesje wit genomen om de avond samen af te sluiten. Na het nuttigen van onze wijn zijn we lekker naar bed gegaan, het was wel weer mooi geweest van half zeven af.

Vrijdag 17 september

Om half acht liep de wekker af en bleek Piet slecht geslapen te hebben. Het bed was te zacht, hij had dus last van zijn rug gekregen. Nadat we hadden getut, en Piet even in bad had gelegen zijn we gaan ontbijten. Alweer helemaal goed, niet overdreven luxe, maar ruim voldoende. Na het ontbijt zijn we naar buiten gegaan, we zouden eerst naar het informatiekantoor gaan om een Paris Museum Pass te kopen voor de aankomende zes dagen. Ik had namelijk aan de receptie gevraagd of je de pas bij Versailles kon kopen, en daar wisten ze me niet het antwoord te vertellen. De receptionist keek nog even op internet en toen leek het niet te kunnen. Gelukkig was er in de straat naar het metrostation toe een informatiekantoor. Toen ik het daar vroeg zei de baliemedewerkster dat het wel kon, maar belde nog even om het zeker te weten. Het kon dus, dus toen konden we met een gerust hart met de metro naar het treinstation. Bij metro Invalides aangekomen moesten we een treinkaartje kopen, en dat lukte via de automaat. Ik had meegekeken toen de man die achter het loket zit dat uitlegde aan een Spaans stel. Met de trein gingen we op weg.

Aangekomen in Versailles zag Piet een kantoor wat tickets verkocht. Daar vroeg ik om de museumpas, maar die verkochten ze niet. Gelukkig zei ze er gelijk achteraan dat ze dat wel deden bij het toeristen informatiekantoor een straat verder. En dat was ook zo, een jonge vrouw die Nederlands sprak kon ons vertellen dat ze de pas verkocht. Maar ze vertelde ook dat het weekend voor een heel aantal musea de toegang gratis was. Maar omdat het niks scheelde (een vierdagen pas plus de entree voor Versailles) hebben we toch de zesdagen pas maar genomen. Ze gaf wel de tip om dan in het weekend naar de musea te gaan die niet mee doen en waar dus gewoon voor betaald moest worden, daar zou het een stuk minder druk zijn. Na het uitgeven van maar liefst € 128 voor de passen zijn we naar het kasteel gelopen. Een hoop mensen, maar dat is natuurlijk niet raar, er komen zes miljoen mensen per jaar. Het weer was prima en het goud van de poorten en de gebouwen blonk ons tegemoet. Binnen hebben we eerst gezocht naar een plek om koffie te drinken, maar dat lukte helaas niet. Dan maar door het paleis bezoeken. Prachtig, met veel schilderijen op muren en plafonds, het stikte er van. Je kon zien dat er een hoop geld zat bij de adel van die tijd, net als bij die van nu. Vooral de spiegelzaal was zeer indrukwekkend, wat een rijkdom aan kroonluchters, gouden beelden en ander spul. De deuren waren allemaal met goud versierd, en het geheel was dus prachtig. We hebben het hele kasteel doorgelopen en alles bezichtigd. Daarna vonden we het toch echt tijd voor wat drinken en eten, en na wat navragen kwamen we dan toch bij het restaurant. We kozen voor de zelfbediening, het andere was vol en daar stonden al mensen te wachten. Een broodje met een colaatje op, en toen gingen we weer verder de tuinen in en op zoek naar het optrekje van Marie Antoinette. Een prachtige omgeving met veel groen, beelden en fonteinen. Jammer dat die het geen van allen deden, maar het was toch wel mooi om te zien. Na een flinke wandeling kwamen we aan bij het Grote Trianon. Toen we dat hadden bezichtigd, en ook nog de kleine variant gingen we naar buiten. We hadden het wel een beetje gehad met de schilderijen en andere weldadigheden die we intussen gezien hadden. Bovendien werden we aardig moe. Nadat we de draaideur hadden genomen (na een hoop kinderen die op schoolreisje waren) zagen we ineens de ingang van het huis van Marie Antoinette. Toch maar weer even naar binnen. Toen zag Piet dat het bestond uit het Grote en Kleine Trianon. Wij dus weer naar buiten, en weer in de rij voor de draaideur, er waren nog veel meer kinderen dan die wij de eerste keer voor ons hadden. We hebben in het zelfbedieningsrestaurant van het grote paleis nog een biertje genomen voordat we terug gingen naar de stad. In de trein was het lekker druk, veel jeugd die richting stad gingen, en veel mensen die van hun werk af kwamen. Op de kamer hebben we de foto’s op de notebook gezet en wat uitgezocht voor de volgende dagen. Dat valt nog niet mee met dat museumweekend voor de deur. Omdat we er genoeg van hadden zijn we lekker naar beneden gegaan om wat te gaan drinken en de belevenissen van de dag in de notebook te tikken.

Zaterdag 18 september

De wekker liep weer om half acht af, we hebben tenslotte een hoop te zien. Toch viel het na de korte nacht niet mee. Na het ontbijt zijn we (uiteraard met de metro) eerst een eind weg gegaan, naar de Grande Arc La Defence.

Helaas was die gesloten om technische redenen, maar hij was evengoed indrukwekkend. Modern en dus heel anders dan de originele Arc de Triomph die we nog moesten gaan bekijken. We hebben mooie foto’s kunnen maken van de kantoorflats in het zakencentrum. Heel erg anders dan de oude gebouwen die je normaal gaat zien. Nadat we de moderne Arc hadden bezichtigd zijn we met de metro naar de oude Arc gegaan. Daar stond een lange rij wachtende toeristen, en daarom liepen we er eerst maar eens onderdoor en langs. Toen zag ik dat ook deze om technische redenen gesloten was, en natuurlijk besloten we om dan niet in de rij te gaan staan. Nadat we mooie foto’s hadden gemaakt en ik nog wat had gefilmd gingen we weer verder. We zouden naar het Louvre gaan, maar omdat het mooi weer was zijn we eerst naar Place de la Concorde gelopen. Het is een mooi plein met veel beelden en een prachtige fontein. Eigenlijk waren dat er twee, maar slechts een werkte en dat maakt de tweede dan toch minder mooi. We zijn doorgelopen naar de tuinen waar we aan de vijver een kopje cappuccino hebben gedronken, een deel van de tijd in een lekker zonnetje. Daarna zijn we naar Place de La Madeleine gelopen, dat was dichtbij en stond ook op het lijstje. Op het plein zijn de betere winkels te vinden, zoals Dior en Gucci. We zijn nog wel even in de kerk geweest, mooi. Toen we via een andere weg terug gegaan zijn naar Place de la Concorde zagen we een hoop mensen in een rij staan, we hebben even niet meegekregen waar dat weer voor was, maar we dachten dat het voor het Palace Royal zou zijn. We zijn maar niet aangesloten, we hadden nog genoeg te doen. We zijn via de tuinen richting het Louvre gelopen, en halverwege hebben we zitten lunchen op een terras. Daarna zijn we naar het Louvre gelopen en de aanloop was al overweldigend. Een prachtig plein met veel mensen. De ingang van het museum in de piramide op het plein is wel heel modern, maar omdat je het al vaker op plaatjes en televisie hebt gezien is het helemaal niet storend, maar zelfs een beetje apart. We konden door onze meuseumpas door een aparte ingang en hoefden niet in de belachelijk lange rij die er stond voor de kassa. Het museum is gigantisch, er zijn heel veel en heel bekende stukken. We gingen als eerste op zoek naar de Mona Lisa. We kwamen eerst in de verkeerde vleugel terecht, voordat we doorhadden hoe het museum in elkaar zit. Toen we eenmaal in de juiste vleugel zaten kon het niet meer mis: er hingen overal wegwijzers naar het schilderij. We zijn wel langs andere dingen gelopen zonder daar echt naar te kijken, dat brak ons later op toen we op zoek waren naar de Venus van Milo bleek dat we er bijna tegen aan gelopen waren. Na de nodige foto’s van Mona zijn we naar het origineel van de kroning van Marie Antoinette gaan kijken, een gigant van een schilderij waarvan een kopie in Versailles hangt. Daarna hebben we de Hollandse meesters gezocht en gevonden. De weg daar naar toe was lang en we hebben onderweg ook mooie dingen gezien. Na de schilderijen waren de beeldhouwwerken aan de beurt: de Venus van Milo, de beeltenis van Ramses II en als laatste de beelden van Michelangelo met daarbij natuurlijk Cupido. Niet een beetje, maar heel erg moe en voldaan zijn we terug gegaan naar het hotel om dit alles te vieren met een biertje. We zouden in de buurt van het Louvre gaan eten om ook nog wat foto’s te kunnen maken na het eten. Na even zoeken vonden het restaurant Le Petit Mâchon en we kwamen precies op tijd: er was nog een plekje voor ons. Het was er klein zoals de naam doet vermoeden, en de sfeer was er erg goed, het eten verrukkelijk en de bediening uit de kunst. Na het eten zijn we terug gegaan naar het Louvre en naar de Arc de Triomph voor de foto’s terwijl ze verlicht zijn. Mooi!!

Zondag 19 september

Na het douchen en het ontbijt zijn we om negen uur gaan lopen. We zouden eerst naar de Sacre Coeur gaan, maar Piet kwam op het idee om eerst de Eiffeltoren maar te doen, omdat het zo vroeg bij Montmarte niet zo druk zou zijn. Nou, bij de Eiffeltoren was het dat wel. We hebben drie kwartier in de rij gestaan voordat we in de kabelbaan zaten, en dan viel het nog mee.

Het uizicht was natuurlijk fenomenaal en we hebben aardig wat foto’s gemaakt en gefilmd. Toen we weer beneden waren hebben we eerst maar eens wat afstand genomen om de hele toren op de foto te kunnen zetten. Daarbij kwamen we langs een tentje waar ze koffie verkochten, en een klein terrasje in de zon hadden. Behalve cappuccino met slagroom hadden ze ook broodjes, dus ik nam twee koffie en een panini. Hotel des Invalides was helemaal niet zo ver weg, dus we besloten niet met de metro te gaan. Toen we bij de kerk aankwamen leek er een hele rij te staan, zeker nog steeds monumenten weekend. Maar het viel gelukkig mee, dus we waren zo binnen. Een mooi gebouw met een indrukwekkende tombe van de heer Napoleon Bonaparte, en nog wat hoge heren uit het leger. Na het bezoek aan de tombe zijn we met de metro naar Montmartre gegaan. Op weg naar het metrostation zagen we het museum van Rodin, dus daar hoeven we de volgende keer niet naar te zoeken. Toen we aankwamen bij het station van Montmartre zagen we een hoop mensen met de lift het station uitgaan, en even later wisten we waarom: het waren een hoop treden naar boven. Na de eerste twee “normale” trappen kwam er een bord dat waarschuwde dat er nog 90 treden aan kwamen. Gelukt!, en dus gelijk gesport voor de rest van de hele week. Boven aangekomen had ik niet meer de puf om met de trap naar de Sacre Coeur te gaan, dus namen we de kabelbaan. Ik wist al dat deze op ons metrokaartje ook zou werken, dus het was voor ons “gratis”. Voordat we de kerk in gingen zagen we dat het er erg gezellig was, zangers, muzikanten, dansers en zelfs poppenkastspelers deden hun best om er hun dagelijkse kostje bij elkaar te scharrelen. Nadat we de kerk uitgebreid hadden bezocht, hebben we nog wat kaarten gekocht (die van het bezoek met CAB waren toch niet zo goed), en we waren nu toch hier. Na het bezoek aan de kerk gingen we nog even de crypte in (dachten we). Toen we in de rij aansloten bleek deze voor de trappen naar de koepel te zijn. Toch maar gedaan, ondanks de waarschuwing dat het 300 treden en geen lift zouden zijn. Over sport deze dag gesproken!! Met de VISA betaald, het kon niet anders, tenzij je gepast geld had (en dat hadden wij niet bij ons). Boven aangekomen hebben we mooie plaatjes kunnen maken van de stad Parijs (net als op de Eiffeltoren). Erg leuk om te doen dus. Daarna hebben we nog even in de crypte rond gelopen, maar dat was niet heel bijzonder, bovendien hadden we het wel een beetje gehad. Na al dat bezichtigen, en vooral trappen lopen zijn we op een terrasje bij de schilders van Montmartre wat gaan drinken. Na ons toch lekker koud biertje van € 8,00 pp (nadeeltje van een toplocatie) zijn we verder gaan lopen door de wijk. Als eerste langs de schilders, de plaats waar die zaten wordt steeds kleiner. Nu hebben ze alleen nog maar de buitenkant van het pleintje, de binnenkant wordt ingenomen door terrassen van de omliggende kroegen en restaurants. We hebben ook gezocht naar een restaurantje voor de avond, en zijn daarvoor ook nog een stukje naar beneden gelopen. Daar was ook niet zo heel veel bijzonders, en dus zijn we terug gelopen naar boven waar we die middag al iets gezien hadden. Na het eten hebben we nog nachtfoto’s gemaakt van de Sacre Coeur, het was er nog steeds erg gezellig en druk. De temperatuur was ook helemaal goed.

Maandag 20 september

Na een rustig ontbijt zijn we eerst naar de Notre Dame gegaan. Die hebben we natuurlijk uitgebreid bekeken, het is een prachtige kerk, maar het is er wel ontzettend druk. Vooral veel groepen met gidsen, het lijkt wel of hij in het programma van elke reisorganisatie staat (en dat is natuurlijk ook zo). Het kostte zelfs enige moeite om vooraan bij het altaar te komen voor het maken van mooie opnamen. Toch wel gelukt natuurlijk. Ook de nissen achter het altaar waren weer mooi. De treasury zijn we niet in geweest, daar moest apart voor betaald worden en daar had ik even geen zin in. Na de bezichtiging zijn we naar buiten gegaan om de torens te gaan beklimmen, maar toen we daar aankwamen was de wachtrij zo lang dat we minstens een uur hadden moeten wachten. Daar hadden we allebei geen zin in. Het volgende zou de bezichtiging van de archeologische crypte zijn. Nadat we eerst in de parkeergaragewaren terecht gekomen omdat we de verkeerde ingang hadden genomen, kwamen we voor een gesloten deur bij de crypte. Deze was op maandag gesloten, jammer dan.

Dan maar naar de Sainte Chapelle, die stond wel niet op ons lijstje, maar moest wel heel mooi zijn. Op de plaats aangekomen stond er alweer een lange rij, gelukkig was de rij voor de mensen die al een kaartje hadden een stuk korter, lang leve de museumpas dus. Toen wij in de korte rij vooraan waren bleek het helemaal geen verschil te maken, er werd niet gecontroleerd op kaartjes in de rij en beide rijen kwamen bij elkaar op hetzelfde punt, bij de securitycheck. Die was streng omdat de kapel op het terrein van het paleis van justitie stond. De kapel was fantastisch, met verschrikkelijk mooie glas-in-lood ramen die het hele Bijbelse verhaal vertelden. Na al dat bezichtigen zijn we lekker langs de Seine gaan lopen, en kwamen we als snel terecht op een terrasje langs de weg. Kopje koffie en daarna een wijntje, het was tenslotte al half twaalf. We bestelden dezelfde rode wijn als bij Le Petit Machon, een Beaujolais Fleuris, maar deze was koud. Dat is toch even anders, dus moesten we maar geduld hebben. Het was niet erg, we zaten goed. Na ons drankje zijn we op pad gegaan naar het museum van de riolen van Parijs.

Dat was erg leuk (afgezien van de stank dan), klein maar wel interessant. Je krijgt er een goed beeld van hoe het er was en hoe er nu gewerkt wordt. Na ons bezoek aan de riolen, dat toch nog een uurtje duurde kwamen we al lopende uit bij het monumentje met de kopie van de vlam van het Vrijheidsbeeld van New York. Bij die tunnel bleek ook prinses Diana te zijn verongelukt, en dat was te zien ook: er waren veel afscheidsgroeten op de brug geschreven. We zijn doorgelopen en hebben een broodje rauwe ham en zalm genomen in een broodjeszaak. Kopje cappuccino erbij en de lunch was weer compleet. Na de lunch zijn we op pad gegaan voor ons museum van de dag: Centre Pompidou. Een heel ander museum als die we al gezien hadden: modern, niet alleen de kunst binnen, maar zeker ook het gebouw. Veel staal en glas, en roltrappen. De begane grond (de vierde verdieping van het gebouw) beviel ons niet zo goed, het was net even iets te modern. Maar de verdieping er boven hing vol met Picasso en meer van die soort schilders en beeldhouwers. Dat vonden we wel mooi, en we hebben dus aardig rond gelopen. We kwamen we via het stadhuis (Hotel de Ville) terecht bij O’Sullivans. Daar hadden ze biertjes. Nog wat te snacken er bij in de vorm van wat kippenvleugeltjes en alles was weer goed. We moesten even wat tijd overbruggen voordat het restaurant waar we naar toe zouden gaan open was, maar dat is op deze manier niet erg. Toen we net voor openingstijd bij restaurant La Limonaire aankwamen bleken ze op maandag geen eten te serveren. Je kon het wel zelf meebrengen, en daar opeten bij een flesje wijn. De zang zou er ook gewoon zijn. Toch hadden we daar niet echt zin in, en zijn we gegaan naar een ander restaurant. Dat was wel in een andere wijk, maar we hadden toch tijd genoeg. Na even zoeken omdat ik het verkeerde nummer als huisnummer zag zaten we al snel in het restaurant dat bekend is om zijn stoofvlees. Piet nam dat en ik nam een kalfsschnitzel met champignonsaus. Piet kreeg een groot bord met vlees, gestoofde prei en gekookte aardappelen. Daarbij hoorde ook een mergpijpje waarvan hij het merg op een stokbroodje moest doen met wat zout er op. Hij vond het lekker. Mijn schnitzel werd geserveerd met sla en een grote portie gegratineerde aardappelen. Er zat een Australiër aan een tafeltje naast ons, we hebben er lekker mee zitten kletsen. Zijn vrouw lag ziek in de hotelkamer, en hij hield ook wel van een praatje. Na het eten hebben we nog nachtfoto’s gemaakt van de Opera en de Eiffeltoren. Op beide plekken was het nog druk en gezellig.

Dinsdag 21 september

De laatste volle dag in Parijs, morgen weer naar huis. Eerst maar eens deze dag vol zien te maken. Alsof dat niet zou lukken, je hebt misschien wel zes weken nodig om Parijs echt te leren kennen en alle bezienswaardigheden te zien. We begonnen met een bezoek aan het museum van Rodin.

Toen we daar aankwamen stond er alweer een lange rij. Toen ik ging kijken of er een aparte ingang voor museumpashouders was, zag ik dat het museum pas om tien uur open ging, in tegenstelling wat er zelfs aan het begin van de straat op een aanplakbiljet stond. Gelukkig was het al tien voor tien, dus het wachten duurde niet zo heel lang. Een heel erg mooi museum, met prachtige beelden binnen en in de tuin. Na Rodin was de beurt aan de Catacomben. Hoezeer wij dachten dat we de enigen zouden zijn: er stond alweer een rij. We hoefden uiteindelijk maar een kwartiertje te wachten voordat we naar binnen konden. Voordat we iets zagen wat tot de verbeelding zou kunnen spreken moesten we een aardig eind lopen door ondergrondse gangen. Het was er op sommige plekken aardig donker, en je kon zien dat er een aantal soort koven dicht waren gemetseld. Daarachter lagen natuurlijk al die beenderen, er waren op sommige plekken ook gedenkstenen in de muur gemetseld. Na een forse wandeling kwamen we bij een paar monumenten die in de muren waren uitgehouwen. Een leek er een beetje op een gebouw compleet met een zuilengalerij, maar dan veel kleiner. Op enig moment gingen we door een deur waarop stond: Pas op, je gaat het keizerrijk der doden in. Daarachter lagen alle beenderen opgestapeld, met de doodskoppen er tussen om alle botten op z’n plaats te houden. Onvoorstelbaar wat een stapels beenderen, het moet van miljoenen mensen zijn. Er stond ook bij van welk kerkhof het was, en in welk jaar ze hier waren neergelegd. Dat ging terug tot de 16e eeuw (of nog verder). Over respect voor de doden gesproken: dat moet je haast wel hebben als je beenderen zo lang bewaard. We hebben geen stapels gezien van jonger dan de 18e eeuw, die zullen wel op een andere plaats liggen. Het was in ieder geval een gigantisch stelsel van gangen en zalen, en toeristen komen niet eens in een fractie van de ruimte. Bijzonder om te zien. Daarna zijn we richting Pantheon gegaan, en hoewel we beiden eigenlijk niet meer wilden gaan was het goed dat we het wel hebben gedaan. Het was overweldigend, de buitenkant, maar ook binnen. Prachtige schilderingen, en de tomben van bekende Fransen zoals Pierre en Marie Curie. We hebben gegeten bij restaurant Le Vin Qui Danse! . Ze hadden een beperkte kaart en bij elke keuze een wijn gezocht. We gingen daar maar in mee, en het was prima. Champagne vooraf, drie glazen verschillend bij het eten en als afsluiting koffie met een speciale likeur uit de regio Parijs er bij. Het ging dus weer helemaal goed. We hebben nog wat nachtfoto’s van de Notre Dame gemaakt en een klein stukje langs de Seine gewandeld. We waren daar niet alleen. Behalve wat mensen liepen er ook een paar ratten rond, het blijft natuurlijk wel een rivier. Gelukkig zijn dat schuwe dieren en heb je daar dus niks van te vrezen.

Woensdag 22 september

Echt de laatste dag in Parijs. Een beetje gegeten, de spullen ingepakt, uitgecheckt en weer op pad. De koffer kon gelukkig in de bagageruimte van het hotel gestald worden, daar lieten we ook de grote rugzakken. We zijn eerst met de metro naar de basiliek van Saint Denis gegaan. Hoewel de kerk zelf niet heel bijzonder was, behalve dan dat het een mooie kerk is met glas-in-lood ramen en zo, was dat waar iedereen voor komt wel: het achterste gedeelte van de kerk, en de crypte liggen vol met monumenten en tombes van Franse koningen, koninginnen en hun afstammelingen.

Ook Marie Antoinette ligt daar, samen met haar Koning Louis XVI. Het was er prachtig, en onze museumpas was weer goed voor de entree. Toen we er uit kwamen hebben we eerst een cappuccino genomen op het kerkplein en zijn toen terug gegaan naar de Arc de Triomph. Die hadden we al wel gezien, maar we hadden er nog niet boven op gestaan. Het waren tenslotte maar 284 treden. Gelukt, en een mooi overzicht over de stad gezien en gefilmd. Na het bezoek aan de Arc zijn we over de Champs Elysees gewandeld. De winkels daar zijn ook niet van het soort waar ik naar binnen loop: Cartier, Montblanc en zo. We hebben gegeten op een terras achter Place de La Madeleine. Daar namen we allebei een kleine schotel Piet een stukje kalfsvlees en ik twee saucijsjes. Het smaakte prima, zeker met een half litertje rosé erbij. Om vijf uur zijn we rustig aan naar het treinstation gegaan, met de nodige rustpauzes er tussen. We hadden tenslotte tijd genoeg. We kwamen om tien over zes aan op Gare du Nord, ruim op tijd dus. Nadat we eerst hadden uitgepuft op een randje zijn we op een perron op stoeltjes gaan zitten. Toen ik ging kijken op welk perron we moesten zijn had ik gezien dat er door stakingen treinen waren uitgevallen, maar die van ons gelukkig niet. Die had wel twintig minuten vertraging, dus dat zou weer leuk op Amsterdam worden. We hadden wel een klein half uurtje speling, maar dan hoeft er niet heel veel meer te gebeuren om het mis te laten gaan. We zouden het wel zien! De trein kwam inderdaad met twintig minuten vertraging aan en was overvol omdat er ook mensen meegingen die met de uitgevallen treinen zouden reizen. We kwamen met vijftien minuten vertraging aan in Brussel, en daar leek het ook een eeuwigheid te duren voordat we weer verder gingen. Bovendien reed de trein niet echt hard. Maar we hadden toch het idee dat het dus wel goed komen als we in Amsterdam aankwamen. Zo’n trein moet toch gemakkelijk een half uurtje kunnen inhalen op een dergelijke afstand. Helaas, zelfs de trein van 23.23 uur in Amsterdam halen viel nog niet mee, gelukkig wachtte die kennelijk op de Thalys, maar met een flinke sprint met koffer en andere bagage is het gelukt.