Reisverslag Egypte

Vrijdag 28 juli

Onze eerste vakantiedag. De vluchttijd is niet zo gunstig, we moeten om half zes ’s-Avonds op Schiphol zijn om in te checken. Om half acht gaan we pas vliegen en zullen dan ook pas in de nacht in Egypte aankomen.Nadat we de tickets van de Djoser-vertegenwoordigster op Schiphol hebben gehad gaan we naar de incheckbalie. We hebben dan al wat mensen van de groep ontmoet, maar we wachten niet op elkaar. In het vliegtuig zitten we met z’n allen (bijna allemaal blijkt later) bij elkaar. Wij zitten naast een jong stel, dat niet weet dat deze groep bij elkaar hoort, dat vernemen ze pas aan het einde van de reis van ons (wij dachten dat ze het wel wisten, maar zich wat afzijdig wilden houden). Op het vliegveld van Cairo staat de reisleidster op ons te wachten. Ze heet Caja van Ginkel en is gek van Egypte en vooral van de Egyptische humor. Ze brengt ons naar het hotel in Cairo dat een hotel van de oude glorie blijkt te zijn, compleet met ouderwetse Schindler-lift en rode loper op de trap. We moeten nog een formuliertje invullen en wachten vergeefs, omdat de glazen achter slot en grendel staan, op een welkomstdrankje. Bekaf gaan we om vier uur ’s-morgens naar bed.

Zaterdag 29 juli

Wake-up call om half 9, het lijkt bijna vakantie. Om half 10 krijgen we, na een goed ontbijtbuffet, de voor Cairo nodige informatie van Caja. Vandaag gaan we met de groep mee naar de Citadel. Met vier personen in één taxi voor 5 pond (1 £E is ± ƒ 0,75), de entree voor de Citadel was iets meer, namelijk 20 £E. We zullen er in de loop van de vakantie achterkomen dat deze prijs voor de meeste bezienswaardigheden normaal is.Binnen in de Citadel bezichtigen we de Mohammed Ali moskee en lopen verder zelf nog wat rond. We komen dan ook in een gebouwtje waar allemaal zaken zijn tentoongesteld die door de douane in beslag zijn genomen, bijvoorbeeld sarcofagen en andere kunstschatten die uit tombes zijn geroofd en zijn onderschept toen ze naar buiten Egypte zouden worden gebracht. Na de bezichtiging van de Citadel en de bijbehorende gebouwen zijn we gaan lopen naar een andere grote moskee, waar we de gelegenheid kregen om de minaret te beklimmen. Alleen de twee zusjes Audrey en Petra hebben dat gedaan. Wij hebben met de rest van de groep wat op een muurtje zitten wachten en kletsen. We hebben ook nog wat water gehaald, dat is hier echt wel nodig. Nadat de meiden terug waren zijn we via de moslimwijk naar de bazaar gewandeld. Daar hebben we in het oudste theehuis van Cairo (270 jaar oud) een bakkie gedaan. Na de thee is de groep gesplitst en zijn we met z’n tweeën nog wat gaan wandelen door de bazaar. Toen we daar genoeg van hadden zijn we met een taxi voor 6 £E terug naar het hotel gegaan. In een klein winkeltje water, chips en koekjes gekocht voor morgen. Daarna lekker in bad. Met de groep hadden we een buffet afgesproken in het restaurant van het hotel. Vooraf deden we samen een pilsje in de bar, het was Sakara en ze hebben hier alleen halve liters (da’s nou jammer). Bij het eten nog een flesje en daarna ook nog één in de bar om het af te leren. Toen op tijd naar bed, het is tenslotte vakantie.

Zondag 30 juli

Wake-up om 6.30 uur. Na het ontbijt gaan we om 7.30 naar Memphis, de hoofdstad van de oude farao’s. Er is niet zo heel veel meer van over, door alle overstromingen van de Nijl, de aanvallen op de stad omdat het leger er zat en de opvolgers van de toen regerende farao die het gemakkelijker vonden om uit de oude stad stenen te gebruiken, dan ze zelf te laten bakken of kappen. Het mooist is het enorme beeld van Ramses II dat in een hal ligt. We zullen nog veel meer van hem zien. Deze farao heeft bijna 70 jaar geregeerd en overal in Egypte kom je tempels en beeltenissen van hem tegen. Vooral de beelden die hij van zichzelf heeft laten maken zijn allemaal heel erg groot. Misschien is het wel daarom dat hij Ramses de Grote werd genoemd (grapje).Na Memphis gingen we naar Saqqara, naar de trappiramide van Djoser.

Voordat we naar de piramide gingen bezochten we het graf van Ptah-Hotep, een hoge ambtenaar van de regeringsperiode van farao Djoser. Het was een erg mooi graf, onze Egyptische gids Josri vertelde ook uitvoerig over het leven van deze man en de werkzaamheden aan zijn tombe. Josri vertelt wel heel mooi, maar we komen nu al weer tot de conclusie dat zelf lopen en ontdekken toch eigenlijk wel leuker is. Na de graftombe onze eerste piramide. Hij is niet zo groot als we hadden verwacht, maar wel heel oud. Het is de eerste piramide die ooit door de farao’s gebouwd is. De bedoeling was eigenlijk om een “gewone” graftombe te maken, maar zoals altijd werd al begonnen met de bouw toen de farao nog in leven was. Omdat Djoser zo lang bleef leven moest er wel steeds aan gebouwd worden. De oppervlakte was op een gegeven moment erg groot en toen bedacht de architect van Djoser dat hij beter de hoogte in kon gaan. Zo werd er in de loop van de regeerperiode van Djoser steeds een trapje bij gezet. De tempel die erbij hoort is ook erg indrukwekkend, hier kun je zien hoe ze in die tijd ook al een groot verschil hadden tussen arm en rijk. Van de arme mensen is niets meer te vinden, die zullen allemaal wel in tenten in de woestijn geleefd hebben.De volgende stop op deze dag is het lunchrestaurant. Helaas was er alleen een fixed menu te krijgen. Zoals gewoonlijk passen wij daarvoor, ten eerste is het teveel, ten tweede laten wij ons niets opdringen. We hebben een pilsje genomen, vocht is hier toch belangrijker dan eten.Na de “lunch” gaan we voor de grote piramides. Het is niet alleen een eigenschap van deze piramides, maar de site waar ze staan heet ook “The Great Pyramids”. We moesten natuurlijk weer 20 £E entree betalen, maar daar bleef het deze keer niet bij: Piet wilde heel graag de grote piramide van Cheops in. Daar moesten we nog apart even kaartjes voor kopen, kosten: 40 £E per persoon en 10 £E voor een fototicket. Alleen Piet zou foto’s maken, dus één ticket was voldoende. Toen de bus ons bij de site had afgezet zijn we zelf gaan lopen, eerst maar de piramide in. Daar begon het feest. We gingen naar de ingang, waar mijn rugzak werd gecontroleerd en mijn fototoestel tevoorschijn kwam. Ik zei nog dat ik geen foto’s wilde nemen, maar ze wilden of een ticket of dat ik de camera achterliet. Dat laatste ging me iets te ver, het was het panoramatoestel en dat was toch iets te duur om dat risico te nemen. Dus ik weer naar de ticketoffice om een fototicket te halen. Dan blijkt dat het in deze zandbak wel erg warm is, het was intussen ongeveer 2 uur dus het was aardig warm. Het is maar goed dat wij er niet zo’n problemen mee hebben. In de piramide was het nog indrukwekkender dan het aan de buitenkant al was. Niet dat er mooie schilderingen of zo waren, maar de immense blokken graniet die hiervoor zijn gebruikt en de manier waarop die zijn opgestapeld zodat ze elkaar in evenwicht houden zorgen ervoor dat je wel even stil word. Op onze hurken moesten we door de gangetjes kruipen, waar de oude Egyptenaren alle schatten door hebben gesjouwd naar de grafkamers. Ik heb er nog dagen spierpijn van over gehouden, dan denk je dat je getraind bent.Nadat we de binnenkant van Cheops hadden bekeken hebben we nog een kleine anderhalf uur rondgewandeld langs de verschillende piramides en een enkele tombe bezichtigd. We hadden met de groep afgesproken bij een theehuis tegenover de sfinx. Ook de sfinx hebben we uitgebreid bewonderd, hij is veel groter dan je zou verwachten. Met een groot gedeelte van de groep nog in het theehuis een bakje thee gedronken en toen maar weer eens naar het hotel. Onderweg naar het hotel hadden we bedacht dat we eigenlijk nog postzegels moesten hebben. We hadden in het hotel ook postzegels kunnen kopen, maar daar waren ze bijna twee keer zo duur, en dat gaat volledig tegen onze natuur in. Lekker gewandeld naar het postkantoor waar ze behalve postzegels verkopen ook geld hebben gewisseld voor muntjes. Het kostte even tijd voor ze door hadden dat we geen geld wilden wisselen, maar op zoek waren naar Egyptische muntjes. Na teruggekomen te zijn lekker weer in bad. ’s-Avonds hebben we samen bij Felfela gegeten, soms is het hier goedkoop, soms wat duurder. Hier waren we 100 £E met z’n tweeën kwijt, maar het was dan ook wel een sjiek restaurant waar een korte rok niet verkeerd viel. Die avond gingen we op tijd naar bed, we lagen er om kwart voor tien in, morgen weer op tijd op.

Maandag 31 juli

Wake-up call 5.30 uur, het wordt nog wat. Om 7.30 uur vertrekt de trein naar Aswan en die mogen we zeker niet missen. De reis duurt 14 uur, kennelijk hadden we wind mee, want we kamen om 20.45 aan en dat scheelt toch weer ruim een uur. Gelukkig zijn het luie stoelen en is ook de beenruimte heel ruim. Piet is al die tijd niet van zijn plekje afgeweest, het was een mazzeltje dat ze met thee en andere drankjes langs kwamen. Als er bij een station werd gestopt kwamen ook verkopers met chips en zo de trein in. Al met al viel het wel mee, het was een gewone reisdag met een beetje lezen, eten, drinken en af en toe een dutje.Het hotel in Aswan lag maar een klein stukje van het station af, maar het busje was er nog niet omdat we te vroeg waren. Caja belde de chauffeur en toen waren we er toch vrij snel. Het hotel was niet echt in Djoser-stijl, het was namelijk nogal luxe (het is vervelend maar het is niet anders, we offeren ons wel op). Elke kamer was een geschakelde bungalow in de tuin, met een eigen terrasje voor de deur. Het was ondanks de airco die stond te draaien wel heel warm in onze kamer. Na de tassen in de kamer te hebben gegooid gingen we met de groep in Aswan Moon eten. De prijzen daar zijn echt heel erg laag, alleen het bier heeft de Europese standaard zoals overal op deze aardkloot. Na het eten lekker terug naar de kamer, het was er nog steeds heel erg warm, het leek wel of de airco een kachel was. Dus op naar de receptie om te vragen of er wat aan gedaan kon worden, het was namelijk echt niet om te harden. Een halfuurtje later bleek dat we moesten verhuizen, er was geen monteur aanwezig. OK, ook om twaalf uur kun je ook nog van kamer wisselen. Na het sjouwen maar een pilsje gedaan met Peter en Barbara op het terras van het hotel aan de Nijl.

Dinsdag 1 augustus

We mogen weer uitslapen, wake-up call om 7.00 uur. Met een felucca naar de overkant om een oud klooster te bezoeken. Het was een ruïne, maar wel erg mooi. Caja zei dat het een wandeling zou zijn van ongeveer een half uur, dus een aantal zagen er flink tegenop gezien de warmte, zelfs al om deze tijd van de dag. Uiteindelijk bleek het ruim 10 minuten te zijn. Caja zei later: “dan kon het alleen maar meevallen.”. Boven aan gekomen bleek een deel van de groep niet meer naar binnen te willen, hoogst waarschijnlijk moeten ze nog wennen aan het feit dat je hier overal voor moet betalen. Toch was het leuk, zeker ook door de gids die wel 4 woorden Engels sprak maar ons wel overal op wees en ons letterlijk aan het handje meenam door het klooster.Na de “hele” afdaling weer te hebben gemaakt gingen we weer met de felucca naar de volgende stop: een Nubisch dorpje op een eiland in de Nijl. Daar hebben we gewandeld, het schooltje bezocht en een kopje thee gedronken. Op naar de volgende stop: de Botanische tuin op Kitchener’s Island. Ook mooi, maar vooral erg rustig omdat we lekker zijn gaan wandelen zonder de groep. Het was er niet groot, maar wel een rustplaats voor niet alleen toeristen, maar ook voor Egyptenaren.

Nadat we weer teruggingen naar de groep zijn we gaan splitsen. De groep ging in een authentiek Nubisch dorp lunchen en wij gingen samen terug. De kapitein van de felucca was zo vriendelijk om ons terug te brengen naar ons hotel. Even verfrissen en zo weer samen verder. Eerst maar lunchen in Aswan Moon, dat was tenslotte gisteren goed bevallen. Daarna de wandeling gemaakt naar het Nubisch museum. Dat bleek gesloten te zijn (zeker weer niet op het informatiebord van Caja in het hotel gekeken). Via de begraafplaats zijn we dus maar terug gegaan. Het was wel extreem warm die dag, we hebben dan ook een paar keer in een huisje met sarcofaag op de begraafplaats geschuild voor de zon. Later die dag hoorden we dat het 56 graden was geweest en dat is zelfs voor begrippen in Aswan erg heet. Lekker een duik genomen in het zwembad en een half uurtje geslapen. Toen op zoek naar de pin-automaat, we gaan tenslotte morgen naar Abu Simbel en dat mag wat kosten (± ƒ 350,00 pp). Samen bij restaurant Panorama gegeten. Op de vraag of we een koud pilsje konden krijgen werd verontwaardigd gereageerd met de opmerking “In dit restaurant werken we alleen met verse ingrediënten en serveren we dus alleen goede spullen, dus geen alcohol, maar verse sapjes”. Het moet gezegd worden dat het er ook heerlijk was, en onvoorstelbaar zo goedkoop. Op tijd naar bed, morgen vroeg op. We liggen bijna in bed als Peter aan de deur komt of we mee gaan naar de sound- en lightshow van Philea, maar die slaan we even over.

Woensdag 2 augustus

Wake-up call 03.30 uur!!! We gaan naar Abu Simbel. Caja is opgestaan (die is echt niet wijs) om ons en Ank, Peter en Barbara uit te zwaaien. Na een kopje koffie of thee en de uitreiking van een ontbijtbox (het lijkt wel een Happy Meal) gaan we op pad met een klein busje. Op het vliegveld aangekomen wordt door de gids de vliegtickets uitgedeeld. Het is een kaartje met daarop niets ingevuld, geen vluchtnummer, gate of vertrektijd. De gids drukt ons op het hart het kaartje te bewaren, omdat het ook ons ticket is voor de terugvlucht. Er zijn geen stoelen besproken in het vliegtuig, dus dat wordt aansluiten in de rij om een mooi plekje te bemachtigen. De gids had gezegd om een plekje aan de linkerkant te zoeken voor het mooiste uitzicht. Voorlopig is het nog wel veel te donker en het is maar een vlucht van een half uurtje, dus we zijn we benieuwd. In plaats van een maaltijd of zo krijgen we een pakje vruchtensap. Het sapje van Piet is nog bevroren dus die heeft eigenlijk een ijsje. Het is nog niet ontdooit als we al weer landen. Onze gids is niet op het vliegveld, het gaat weer geweldig. We stappen op aanraden van een gids van een andere groep in een algemene bus, onze gids zal wel op de site zijn, zo beweert hij. Inderdaad worden we bij de site opgewacht door een gids die hard roept dat hij van Djoser is. Hij koopt de kaartjes, intussen is het “al” 06.15 uur. We wandelen naar de tempels (de neppers volgens Piet, ze zijn tenslotte verplaatst) alwaar de gids op een verschrikkelijk eentonige manier begint te vertellen.

Omdat het te duur, te mooi en te kort in tijd is voel ik me niet geroepen om sociaal te zijn en naar die man zijn verhaal te blijven luisteren. We nemen afscheid en spreken af hoe laat we weer naar de bus vertrekken om naar het vliegveld te gaan. Met boek in de hand en fototoestellen in de klaarstand bezoeken we de eerste tempel, die van Ramses II. Het is werkelijk heel indrukwekkend. Er zijn hele mooie dingen te zien, grote beelden (natuurlijk weer Ramses II) en fantastisch mooie schilderingen en bewerkingen in de muren en op de pilaren. Ook de grootte van dit alles is zeer indrukwekkend, je snapt werkelijk niet hoe ze dit 4500 jaar geleden hebben kunnen maken, en hoe goed het er na zoveel tijd nog uitziet. Het verhaal over de zoninval op twee dagen per jaar wordt nog onbegrijpelijker als je ziet hoe diep de tempel in de berg gebouwd is. Om 08.30 uur (wat een tijd) gingen we al weer terug naar de bus voor onze terugvlucht. Daar aangekomen bleek dat Peter niet had begrepen dat het ticket ook voor de terugvlucht was, en had zijn ticket in het vliegtuig op de heenreis achter gelaten. Pas toen bleek dat toeval ook echt bestaat. Tijdens die heenvlucht had Piet een ticket gevonden en bedacht dat het wel mooi in het plakboek zou passen en het dus meegenomen. Peter (en natuurlijk ook Barbara) dolgelukkig, we konden gezamenlijk zonder problemen terug.Terug in Aswan heeft het busje ons bij het Nubisch Museum gebracht (tweede poging), terwijl de rest terug gingen naar het hotel voor een verlaat ontbijt. Ook in het museum keken we onze ogen weer uit, het is ongelofelijk hoeveel cultuurschatten ze hier in het hele land hebben en daar ook zo zuinig op zijn.Vanuit het museum zijn we terug gelopen en hebben onderweg maar weer bij Aswan Moon gegeten. Na een duik in het zwembad ging ik een uurtje slapen en Piet aan de wandel. Hij heeft die middag wat door de souk gelopen. Hij werd natuurlijk door de verschillende verkopers de winkel in gelokt, maar weet, met als smoes dat ik er niet bij ben, alles te ontlopen. Voor het diner gingen we samen lopen over diezelfde souk waar Piet natuurlijk herkend werd en weer in een winkeltje mee naar binnen moest. Na een poosje onderhandelen hebben we een kop van Toetanchamon gekocht voor op de vensterbank. Voor de tweede keer overheerlijk gegeten in het Panorama restaurant. Na (ondanks het middagdutje) een toch wel vermoeiende dag lekker vroeg naar bed.

Donderdag 3 augustus

‘s-Morgens eerst nog bedacht dat ik maar thuis in het hotel moest blijven, ik barste van de maagkrampen. Doordat de bus veel te laat was en intussen mijn maag wat rustiger werd kon ik (gelukkig) toch nog mee. Eerst naar de Onvoltooide Obelisk, we hebben voor deze dag een vrouwelijke gids die heel boeiend kan vertellen. Bij de Obelisk blijf ik, lekker in de schaduw om wat rust te houden, naar de gids luisteren, terwijl Piet natuurlijk weer aan het wandelen gaat.Wel mooi zo’n bouwplaats voor obelisken, ook weer indrukwekend hoe ze dit soort werkzaamheden 4500 jaar geleden deden zonder gebruik te kunnen maken van onze moderne gereedschappen. De gids vertelde (ietwat gepikeerd, of zo gespeeld) dat pas anderhalve eeuw geleden de Fransen de obelisk op de Champs d’Ellysee rechtop hebben kunnen zetten en daar dan ook op de obelisk melding van hebben gemaakt. “Maar dat wij (de Egyptenaren) dat al 4000 jaar eerder deden, daar hoor je ze niet over”.Na het bezoek aan de Onvoltooide Obelisk gingen we verder naar de High Dam. Dit is een staaltje van moderne technologie en werkzaamheden.

Zeer groot is deze dam en ook het meer dat erdoor ontstaan is. Het is het op één na grootste kunstmatige meer op de wereld en heeft ook voor andere problemen gezorgd. Dit is namelijk het meer waarin de tempels van Abu Simbel in verdwenen zouden zijn (en zo nog wat mooie dingen).Na het bezoek aan de Dam, waarbij wij als Djosergroep ook achter de dam zijn geweest en er niet alleen maar op hebben gestaan om over het meer te kijken, gingen we naar de tempel van Philea. Daar aangekomen bleek de gids 45 minuten te gaan vertellen, dus namen wij voor even afscheid van de groep en gingen zelf weer lopen met de Planet in de hand. Het is een verschrikkelijk mooie tempel, zo zullen we er nog veel meer gaan zien.’s-Avonds zijn we met een motorboot opgehaald om in het Nubisch dorpje te gaan eten. Peter was zo ziek dat hij niet mee kon, Barbara was er wel bij. Verder was de groep klein, de familie was er ook niet, wel Jurgen met zijn dochters. Tijdens het eten, wat wel lekker maar niet bijzonder was, hebben we vreselijk gelachen met de plaatselijke dorpsgek. Op de terugweg was er een drumband met zang aan boord van de boot die ons naar huis bracht. Een hoop kabaal op die boot en iedereen begon te dansen. Ik kreeg weer vreselijke maagkrampen en werd daar knap chagrijnig van.

Vrijdag 4 augustus

Wake-up om 8.00 uur, het is weer luxe uitslapen. Vandaag schepen we in op de felluca’s. Tijdens het inschepen valt er bijna een schoen in het water, was het een nog duurdere reis geworden, ze kosten toch ƒ 170,00 per stuk.We zitten met de juiste mensen op de boot, Peter en Barbara, Erwin en Simone, Petra en Audrey, Ank, Piet en ik. Lekker heel de dag luieren, een beetje eten, drinken, lezen en slapen. De betere dagen voor mijn gevoel. Geen toilet aan boord, dus als er iemand moest dan werd kapitein Mohammed gewaarschuwd die dan de boot naar de kant stuurde waar iedereen die daar behoefte aan had in de bosjes kon gaan zitten. ’s-Avonds zijn we bij elkaar op de andere boot gaan zitten (daar hadden ze tenminste koud bier) en hebben liedjes gezongen. Zelfs “de Eeuw” kwam langs. Daarna nog een poosje gedold op de eigen boot en ten lange leste toch maar gaan slapen na de “Scooby-act” van Audrey. Om half 5 worden we allemaal van de kou wakker, behalve Ank, die heeft van de bootsman een deken gekregen. (Piet en Peter waren om kwart over 3 al wakker, die lagen al samen te buurten). We zijn toch met zijn allen weer in slaap gevallen tot ± 6.00 uur. Nog een ontbijtje op de boot en toen maar weer aangevaren. Dat was maar goed ook, want dan kwamen we tenminste in de zon en werden we lekker opgewarmd.

Zaterdag 5 augustus

Een stukje moest de kapitein, die werd geholpen door Barbara, roeien omdat er geen wind stond, maar we kwamen dan toch ook aan op de juiste plaats bij de tempel van Kom Ombo. Niet zo heel erg groot, maar wel mooi. Er was in ieder geval een toilet dat elke keer nadat iemand was geweest door de toiletmeneer werd schoongemaakt. Dat was de eerste (en tevens de laatste) keer dat we dat hebben gezien. Na de bezichtiging van Kom Ombo zijn we in konvooi met nog meer bussen en vrachtwagen naar de tempel van Edfu gegaan. Dan is echt een gigantisch complex, ook weer heel indrukwekkend. Vooral het grote beeld van Horus op het tempelplein is erg mooi.Daarna gingen we weer in konvooi naar Luxor. Ook in dit hotel was de eerste kamer niet in orde, het toilet bleef doorlopen. De tweede kamer was top in orde, dus we konden weer even vooruit. Het is wel niet zo luxe als in Aswan, maar verder ook prima, ze hebben in iedere geval koude Sakara. Om 6 uur een briefing op het dakterras, daar maakten we kennis met wel een heel speciale manier van bier koelen: in een wijnkoeler vol met ijsklontjes. Blijft het wel lekker lang koud in.Na de briefing zijn we met Peter en Barbara gaan eten in het tuintje, heel erg leuk. Het zijn 8 of 9 tafeltjes op een heel klein pleintje tussen twee grote straten en de mensen zijn er verschrikkelijk aardig. Ik snap toch al niet dat de meeste mensen van onze groep een hekel hebben aan Egyptenaren omdat ze je wat proberen te verkopen. Als je er met humor mee omgaat heb je (en de verkopers ook) er alleen maar plezier mee. Heen zijn we gegaan met een koets en terug met een servicebusje voor 25 piaster per persoon. We hebben vreselijk gelachen met de chauffeur van het busje die maar al te graag wilde laten horen dat hij een claxon had met allemaal dierengeluiden zoals kippen en varkens. Hij had zo’n lol dat hij bijna op een andere auto botste. Hij moest zo hard remmen dat de overbuurvrouw bij mij op schoot terecht kwam.

Zondag 6 augustus

Uitgeslapen tot 8 uur, een vrije dag zeker. Na het ontbijt zijn we lekker naar het Luxor museum gaan lopen. Daar hebben ze echt heel mooie stukken staan. Ook in 1995 zijn er nog onder de grote tempel van Luxor nog beelden gevonden, terwijl daar al miljoenen mensen overheen gelopen zijn en men dacht dat er echt wel alles uit was.

Op de terugweg hebben we de Luxor-tempel bezocht. Ook weer heel groot, mooi en indrukwekkend. Het wordt bijna eentonig, maar je kunt het echt over alles zeggen wat je hier ziet. We hebben samen gelunched in het tuintje en zijn daarna met een koets (wat een luxe voor weinig geld) naar het hotel terug gegaan. Daar aangekomen lekker nog een pilsje in/aan het zwembad en toen lekker in bad. ’s-Avonds hebben we een klein hapje gedaan in de Kings Head Pub, we hadden die middag al uitgebreid gegeten in het tuintje. Op tijd naar bed, want morgen is er weer een Djoser-excursie en we weten intussen wat dat betekent voor de tijd van de wake-up call.

Maandag 7 augustus

Wake-up call 4.30, het is weer vakantie zeker. We gingen naar de Vallei der Koningen en daar moeten we vroeg zijn om de meute voor te zijn. Eerst gaan we met een motorbootje over en gaan we verder met twee busjes. We hebben kaartjes voor drie tomben. De eerste twee tomben van Ramses IV en Ramses IX doen we onder begeleiding van een gids. Hij legt wel goed uit, maar zoals gewoonlijk hebben we weer eens geen geduld. De derde tombe mochten we zelf uitzoeken, het werd die van Toethmoses III. We moesten eerst een hoge aluminium trap op en nog verder een houten trap af de berg in. Het was erg verschrikkelijk warm, maar ook heel mooi. Heel anders dan in de andere tomben, het leken wel tekeningen i.p.v. de schilderijen. Daarna weer in de busjes op weg naar de tempel van Hatsepsoet. We hadden ook over een pad over de berg kunnen wandelen, maar daar was niet voldoende tijd voor. De tempel leek wel heel recent gebouwd, in een heel moderne stijl, maar was toch heel oud. De meeste afbeeldingen van de eerste vrouwelijke farao waren vernietigd door haar jaloerse broer Toethmoses III, omdat zij meer macht had dan hij. Daarna hebben we een arbeidersdorp bezocht, waar ook heel mooie graven waren. Alle kleuren waren nog in tact omdat de graven pas zijn ontdekt en zijn opengesteld voor het publiek. Bovendien mocht er (ook zonder flitser) geen foto’s gemaakt worden.

We zijn na al dit moois met de local ferry terug naar de andere kant gegaan en lekker rustig terug naar het hotel gewandeld. Daar aangekomen vonden het wel erg vroeg om niets meer te doen die dag en hebben dus maar een broodje en wat drinken gehaald. Ook fietsen gehuurd bij het hotel. Met de fiets lekker op het gemakje naar de tempel van Karnak. Deze is nog groter dan die van Luxor zelf. Tussen deze twee tempels lag vroeger een weg die aan weerszijden geflankeerd werd door een rij rammen en sfinxen. Bij de tempels zie je daar nog een groot gedeelte van en onderweg kom je zo af en toe ook nog wat resten van deze rijen tegen. Na de bezichtiging van Karnak zijn we teruggegaan door de dorpjes onderweg en hebben we bij aankomst nog een pilsje op het dakterras gedaan. We hebben uit medelijden maar een fooi gegeven aan de ober die het spul (in een wijnkoeler vol ijs) boven kwam brengen. Hij was kleddernat van het zweten en het geknoeide ijs.Om 6 uur moeten we verzamelen, we gaan gezamenlijk eten i.v.m. het 30-jarig huwelijksfeest van Joop en Annie. Iedereen is er, behalve Ron en Ria, die hadden bleek later in het verkeerde restaurant gezeten omdat ze het tuintje niet konden vinden. Ze kregen van Djoser ieder een scarabee en van de groep een taart die we met z’n allen hebben opgegeten. Al met al wel gezellig. Daarna op de fiets weer terug naar het hotel, onderweg nog geprobeerd geld uit de muur te halen, even niet gelukt.

Dinsdag 8 augustus

Ondanks dat we zelf en alleen op pad gaan staan we toch om 5.30 op. We hebben uiteindelijk toch ontdekt dat het beter is in dit klimaat om vroeg op te staan en het dagschema aan de warmte aan te passen.
Met de fiets en de local ferry zijn we naar het ticketoffice aan de overkant gegaan om kaartjes voor de Vallei der Koninginnen en Medinet Habou te kopen. Het is weer feest, één rij voor de tickets en een andere rij voor de fototickets. Eerst naar de Vallei de Koninginnen. Daar hebben we twee hele mooie en een (iets) minder mooie tombe bezichtigd. Het waren de tomben van Titi en twee van haar kinderen, een dochter en een zoon. In alle drie de tomben kregen we natuurlijk een “gratis” rondleiding van de bewaker.
Daarna zag Piet een trap de berg op en gingen we naar de top voor een “nice viewing point”. Halfweg was het heel erg mooi, maar eigenwijs als hij is wilde hij nog verder, waar het prompt minder mooi was, maar toe maar. Het is weer goed te merken dat de conditie flink is opgebouwd van al het sporten. Van zo hoog af waren wel goed alle ingangen van de verschillende graven te zien.

Toen we de tomben en de trap hadden gehad zijn we op de fiets gestapt om naar Medinet Habou te gaan, een van de tempels van Ramses (hij weer). Onderweg zijn we gestopt om foto’s te maken van de kolossen van Memnon. Daar waren we gisteren ook al gestopt, maar toen stonden er grote vlaggen van de een of andere promotie-aktie voor.Toen we in Medinet Habou aankwamen hebben we eerst een pilsje gedaan op het terras van hotel Habou dat in de Planet stond aanbevolen. Lekker rustig, in tegenstelling tot het “toeristenterras” een klein stukje verderop. Toen we de tempel gingen bezichtigen konden we bij het hotel onze fietsen laten staan, zij zouden er wel op passen (ze stonden overigens toch wel op slot).
Ook de tempel van Medinet Habou is erg mooi, hij is wel niet zo groot als Luxor of Karnak maar heeft hele mooie hiëroglyfen. Na de bezichtiging hebben we nog een pilsje genomen op het terras van het hotel. Ze zijn er erg vriendelijk en waren onder de indruk van hun vermelding in de Lonely Planet.
Op ons gemakje zijn we weer teruggefietst door de dorpjes onderweg en hebben natuurlijk de local ferry weer terug genomen. Het was tenslotte al betaald op de heenweg en we hadden bewijs d.m.v. een briefje waar met de hand V.V. opgeschreven was. Bovendien blijft het leuk om tussen die drukke Egyptenaren op een boot naar de overkant te varen en te zien hoe ze bij het bereiken van die overkant als een idioot van de boot afwillen. Ze klimmen over de banken, en desnoods over de fietsen, om als eerste aan wal te kunnen gaan. Het lijkt wel een wedstrijd . Terug in thuis in het hotel (het was intussen over half 3) lekker even aan het zwembad en een uurtje geslapen.’s-Avonds hebben we met Peter, Barbara, Erwin en Simone aan de overkant bij Tutanchamon gegeten. Natuurlijk gingen we weer op de fiets en met de local ferry, want we hoefden onze fietsen allemaal pas de volgende dag in te leveren.Toen we er aankwamen vroegen ze of we van Djoser waren, gelukkig hadden we door dat er nog een groep moest komen en dat de tafel niet voor ons was gereserveerd. We hebben er heerlijk gegeten, het was wel donker dus wat het precies was weten we nu nog niet, in ieder geval van allerlei vlees- en groentenstoofpotjes.Teruggekomen hebben we nog een afzakkertje bij King’s Head Pub gedaan, om half een naar bed. Morgen kunnen we uitslapen, we gaan niet met de groep mee, die zijn gek: wake-up call 4.30 om de tempel van Karnak te bekijken. Gelukkig hebben wij die al gezien.

Woensdag 9 augustus

Lekker uitgeslapen, we gingen pas om 9.00 uur eten. Het brood lag er al vanaf 5.00 uur en dat kon je proeven ook, maar wie zeurt daar nou over als je net lekker uitgeslapen hebt. Daarna zijn we met een busje de stad in gegaan. Alle winkeltjes waren nog dicht, dus daar was niet veel aan. Wel nog even gepind en gelijk die grote flappen binnen in de bank maar voor wat handzamer geld gewisseld. Daarna nog lekker wat gelopen, totdat we een theehuis zagen. Het zag er niet uit, maar ik had intussen wel zin in een bakkie en de thee werd toch altijd een half uur gekookt, dus we waagden het er maar op. Er zaten nog twee mannen aan de thee en toen die afrekenden zag Piet dat er een pond werd gegeven voor die twee thee. Toen wij onze thee op hadden gaf Piet de eigenaar dus ook een pond. Hij keek maar een beetje raar, “hoe weten zij nou wat dat kost”, maar liet ons gewoon doorlopen.Tijdens het lopen kwamen we ineens weer op een lokale groentemarkt terecht.

Dat blijft toch erg leuk, vooral ook omdat de mensen hier niet echt hun best doen om je wat te verkopen, maar van harte vriendelijk zijn. Met name ook de vlees- en visstalletjes waren weer apart. Op de vleesstalletjes lagen ook de staarten van de beesten, zodat je kon zien van welk beest je een stukje kocht. De vis op de stalletjes was, zoals gewoonlijk, weer voorzien van het nodige extra vlees in de vorm van een laag dikke zwarte vliegen. We gaan er maar vanuit dat het vlees en de vis in de restaurants uit een koelwagen komt, of op zijn minst goed doorgebakken is. Op het gemakkie teruggelopen naar het hotel, waar het intussen standaardritueel plaatsvond. Lekker aan het zwembad. Van Caja hadden we de tip gekregen dat er aan het einde van de straat, net om het hoekje, een grote supermarkt was. Maar goed dat we dat niet eerder hebben geweten, ze hebben er veel te veel lekkere dingen.’s-Avonds evaluatie, we zijn op de helft weggelopen om bij Amoun wat te gaan eten. We willen namelijk nachtfoto’s van de Luxor-tempel maken voordat de lampen om 10 uur weer uit gaan. Na het maken van de foto’s zijn we met Peter, Barbara, Petra en Audrey naar de sound- en lightshow van de Karnak tempel geweest. Het is heel erg mooi, vooral als je het verhaal kunt volgen. We liepen met het verhaal en het licht mee door de tempel en zaten voor het laatste en grootste gedeelte op een tribune te kijken en luisteren.Nogmaals een afzakkertje gedaan in King’s Head Pub, het blijft een leuke tent.
Bij het inpakken van de tas voor ons vertrek van morgen gaat Piet door zijn rug (het zal weer eens niet zo zijn, er moet elke vakantie wel wat gebeuren).

Donderdag 10 augustus

Wake-up call 6.30, we gaan in konvooi naar Hurghada en mogen dus niet te laat komen. Achteraf blijkt dat we nog een uur moesten wachten voordat het konvooi compleet was. Onderweg zijn we gestopt bij een wegrestaurant waar ze £E 5 voor een plastic bekertje thee vragen, dan maar niet dus, we hebben genoeg drinken in de bus. Het toilet vroegen ze ook £E 1 voor, ik vond een halve genoeg en kwam daarmee weg, maar anderen mochten er echt niet door. In het hotel aangekomen bleek dat we de traditie van kamer wisselen maar in beter stand kunnen houden, deze keer hadden niet wij maar Peter en Barbara en probleem. Zij hadden een tweepersoonsbed willen hebben en dat hadden wij. Gezien onze regel op vakantie (liever twee éénpersoonsbedden) hebben we weer van kamer geruild.Piet kreeg steeds meer last van zijn rug en we hebben de middag dan ook lekker in de kamer doorgebracht met wat lezen en kletsen. Hij krijgt zetpillen van Simone, die zijn wat zwaarder en werken eerder dan gewone tabletten.’s-Middags ging het grootste gedeelte van de groep zwemmen. Barbara zwom tegen een zee-egel aan en moest voor behandeling naar het ziekenhuis. Ze had redelijk veel pijn en zou later ook flinke koorts krijgen. Toen we het hoorden zijn we maar even op ziekenbezoek geweest. ’s-Avonds zijn we met de groep bij Portofino gaan eten (een Italiaans restaurant, we zijn tenslotte in Egypte). Erwin was jarig en kreeg van Djoser een kaftan met bijbehorende tulband. We hadden allebei calimari, op verschillende manieren klaargemaakt. Het was weer heel erg lekker.
We zijn, mede veroorzaakt door de rugpijn van Piet, niet meegegaan toen ze in een bar een pilsje op zijn kosten gingen doen.

Vrijdag 11 augustus

Piet lijkt steeds meer last van zijn rug te krijgen, dus we blijven de hele dag een beetje bij het hotel hangen. Barbara heeft nog steeds veel last van haar voet, dus blijven zij ook “thuis”. De rest van de groep gaat op een snorkelexcursie.We hebben lekker uitgeslapen, een beetje gelezen en rondgehangen. ’s-Morgens zijn we nog even naar de supermarkt geweest om voor de reis van morgen wat lekkers en drinken in te slaan. Onderweg terug kwamen we Peter tegen die naar de apotheek was geweest voor verband. We hebben met z’n drieën nog een bakje thee gedaan.Na de middag weer lekker rustig, later in de middag gingen we een pilsje drinken in het hotel aan het zwembad, met als bijnaam “de Badkuip” (hij was echt niet veel groter). Later kwamen Peter en Barbara er nog bij en deden we er nog één. Twee pilsjes van een halve liter achter elkaar is toch wel erg veel.Lekker nog even geslapen, ’s-Avonds zijn we met zijn tweeën naar de Italiaan teruggegaan en hebben we een heerlijke visfondue genomen. Kost wat, maar dan heb je ook wat. Het was overheerlijk.

Zaterdag 12 augustus

Wake-up call 06.00 uur, het is tenslotte vakantie. We gaan op weg naar de Sinaï, eerst met een supersnelle boot de oversteek van Hurghada naar Sharm-el-Sheik. Dit bootje kan ± 100 km per uur, dus dat moet wel lekker opschieten. De tassen moesten voor het inschepen door de scanner. Is logisch, maar de manier waarop met de tassen werd gesmeten zorgde ervoor dat Piet (waarschijnlijk ook veroorzaakt door de pijn in zijn rug en de ergernis dat steeds iemand anders met zijn tas moest sjouwen) verschrikkelijk tegen het personeel tekeer ging.Aan boord wilden toch nog een aantal mensen een Primatourtje. Caja nam een kwart tabletje omdat ze nooit medicijnen inneemt. Dat was te merken ook, ze leek wel te trippen, compleet met half gesloten ogen en dikke tong. Uiteindelijk viel ze een beetje in slaap. Na de boottocht weer de bus in op weg naar het Catharinaklooster. Daar aangekomen bleek de kamer niet van de hoogste kwaliteit, maar alles werkte. Piet ging met zijn intussen wel weer heel pijnlijke rug in een warm bad en knapte daar wel weer wat van op. Daarna wilden we een bakje thee nemen, maar toen we er achter kwamen dat ze er £E 4 per stuk voor vroegen, hebben we ze maar teruggegeven. Om 6 uur stond er een overheerlijk buffet klaar, behalve onze groep was er ook nog een groep Zuid-Afrikaners aanwezig. Die waren allemaal ouder dan zestig (voor mijn gevoel) en bezig met een rondreis van een maand door een deel van Europa en Egypte. De meeste hadden het voornemen om ook in die nacht de berg te beklimmen, dus dat kon nog leuk worden. Na het eten zijn we nog even naar de supermarkt gelopen voor wat water en toen op tijd (om acht uur) naar bed, om 02.00 uur zou de wake-up call zijn voor de beklimming van Mount Sinaï, de Mozesberg.

Zondag 13 augustus

Is het al zondag??, het is nog stikdonker en de wekker staat op 02.00 uur. Het is verschrikkelijk balen, maar Piet kan niet mee vanwege zijn rug. Hij heeft het nog twee keer geprobeerd, maar kan amper lopen, laat staan in het donker op een uitgehouwen trap een berg beklimmen. Om half 3 gaan we, na een bakje thee of koffie, op weg. Het eerste stukje worden we met het busje gebracht. Vanaf de startplaats gaat het dan echt gebeuren. Het eerste stuk van de wandeling is wel donker, maar ook wat vlak. Ondanks dat het geen asfaltweg is en bezaaid ligt met lossen en vaste stenen in het “wegdek” gaan we lekker en hebben we nog niet echt een lamp nodig. Ik loop met Caja voorop en de groep blijft redelijk bij elkaar. Vrij snel begint de klim (nog steeds op een soort weg/zandpad) en valt de groep wat verder uit elkaar. Dat is op zich geen probleem omdat er maar één weg naar boven is. Het gaat fantastisch, pas na drie kwartier maken we onze eerste stop voor een slokje water. Ik heb er geen moeite mee en merk steeds meer dat het sporten me goed heeft gedaan.
Na de eerste pauze wordt het wat steiler en valt de groep verder uiteen. Ik ga wat meer de zaklamp gebruiken. Samen met Petra stop ik nog 2 of 3 keer voor een slokje, mar ook om te kijken naar de fantastisch mooie sterrenhemel en door de maan verlichte bergen. Het is zo helder dat je zelfs sterrennevels ziet. Zo moeten ze het vanuit de Enterprise ook zien (toch nog een beetje zwammen in de ruimte, het zal het tijdstip wel zijn).Halfweg naar de trap komen we de groep Zuid-Afrikaners tegen, zij zijn al twee uur voor ons vertrokken en nemen alle tijd. Het is toch een prestatie om dat op deze leeftijd te doen, de meeste zijn ook niet zo heel erg dun dus hebben ook nog een hoop mee te sjouwen. Nog steeds wordt ons gevraagd of we niet op een kameel naar boven willen, “het is nog minstens twee uur lopen”. (Het is ongeveer nog een kwartier, maar je kunt die jongens niet kwalijk nemen dat ze geld willen verdienen).Bij het laatste theehuisje voor de trap wachten we op elkaar, alleen Audrey, Melanie en Karin zijn al verder op weg. Laat maar gaan, ze zijn jong en energiek en vinden de top vast wel, het is tenslotte één weg/trap.Na de laatste pauze gaan we de trap op, het is echt klimmen en klauteren, vermoeiend maar wel heel erg leuk. Onderweg stoppen Petra en ik een keer of vier om niet al te vermoeid te raken, ik heb tenslotte tijd genoeg, er lopen er nog een hoop achter me. Ik heb intussen wel de zaklamp van Caja, omdat de mijne al op was. Zij heeft hem toch niet nodig zegt ze.

Als we bijna boven zijn horen we een groep zingen, het blijkt een groep gelovigen te zijn, het heeft wel wat om dat te horen (heb je ze weer: katholiek opgevoed zeker). Het is lekker fris boven, ik ben blij dat ik mijn trui heb meegenomen. Het is boven niet zo groot en er zijn wel veel mensen dus het is even zoeken voor een plekje zodat ik ook nog de zonsopgang kan zien. Het wordt best wel koud en af en toe moet ik mijn benen verleggen om geen kramp te krijgen. Het is een gemêleerd gezelschap, een aantal mensen zingen, bidden of praten gewoon maar wat. Een groep Egyptische jongeren maken erg veel herrie en worden dan ook een paar keer door andere bezoekers tot de orde geroepen. Het helpt wel, maar helemaal rustig worden ze niet. In totaal hebben we een uurtje moeten wachten op het begin en het verloop van de zonsopgang, maar het is wel erg mooi. Nadat de bol helemaal te zien is zijn we heerlijk ontspannen naar beneden gelopen, het is onbegrijpelijk dat we dit in het donker met een klein zaklampje hebben gedaan. We lopen tussen mensen van allerlei nationaliteiten, er zijn vooral veel Japanners. Veel van de mensen zijn niet helemaal op de top geweest, maar hebben vanaf een andere mooie plek de zonsopgang gezien. We hebben er ongeveer anderhalf uur over gedaan om weer naar beneden te komen waar Piet, Peter en Ank staan te wachten. Piet was met de buschauffeur meegereden om ons te halen. Peter en Ank waren ergens onderweg afgehaakt en hadden samen lekker zitten wachten. Het wachten is nu op de rest, die op hun gemakje komen aandruppelen. We gaan met z’n allen weer in het busje terug naar het hotel voor een warme douche en een heerlijk ontbijt. Het eten is een stuk beter als de kamers, maar als we niet vergeten dat we midden in de woestijn zitten en geen De Boer en Wendel hotel hebben, dan valt het best mee.Om half tien vertrekken we naar Nuweiba. Na een theepauze bij de Bedoeïenen komen we terecht in Tarabin, een ander dorp op ongeveer 10 km van Nuweiba. Het hotel bestaat uit een receptie met restaurant voor het ontbijt en een aantal prefab bungalows, die in de Planet worden omschreven als “horrible”. Het valt, na een poosje wennen, best wel mee. We hebben alleen geen warm water, maar we zitten nog steeds in de Sinaï en daar is nou eenmaal geen water. Alles wat er is moet worden aangevoerd met tankwagens of is zout (brak) water. Eerst maar een afspraak gemaakt met een duikschool voor een duikdag, het zal ons niet gebeuren hier niet te kunnen duiken, het is tenslotte de Rode Zee. Daarna op het terras een pizza en een koud pilsje, daarna bij Peter vinnen voor Piet gehuurd. Peter heeft een tent op het strand van het hotel waar je snorkelspullen kunt huren, een potje thee drinken en een spelletje doen. Als je een potje thee drinkt, komt hij naar je toe om bijvoorbeeld een potje te dammen. Hij heeft geen tafeltjes en stoeltjes, maar je zit op kleden op de grond met in je rug kussens. Over relaxen gesproken, iedereen heeft alle tijd, we hoeven even niets te bezichtigen en reisdagen zijn er voorlopig ook niet. Na het huren van de spullen voor de eerste keer gesnorkeld, het is hier fantastisch mooi. Vlak bij de kust heel veel mooi koraal en ontzettend veel verschillende grote en kleine vissen. ’s-Avonds zijn we het dorp Tarabin ingegaan om te eten. De tijd heeft hier stilgestaan, overal ligplaatsen zoals in de tent van Peter aan het strand. Alles lekker rustig aan, de ober komt bij je aan tafel zitten om te vragen hoe het met je gaat, waar je vandaan komt en o ja ook de bestelling opnemen. Overal zie je rondhangende relaxte mensen en de muziek is natuurlijk van Bob Marley. Heerlijk gegeten met een anderhalve literfles cola en plastic bekertjes. Maar de vis was om je vingers bij op te eten. Als gast kreeg ik nog een bord witte rijst aangeboden, maar die heb ik maar afgeslagen, ik kon het echt niet op.

Maandag 14 augustus

Heel de dag niks gedaan, behalve wat op het strand liggen, snorkelen en een spelletje bij Peter. ’s-Avonds hebben we met Peter, Barbara, Erwin, Simone en Caja in Tarabin gegeten. In dat restaurant werd je gek van de honden, maar het eten was wel lekker. We hadden garnalen genomen en die smaken altijd wel. Helaas hadden ze er geen bier (meer).

Dinsdag 15 augustus

Vandaag gaan we duiken. We worden (voor de verandering) op tijd gehaald door een busje van de duikschool. De instructeur begint natuurlijk al volop te praten, hij is het ook die mee zal gaan naar de duikstek. Bij de duikschool zoeken we eerst onze spullen bij elkaar, dit is de duikschool met de beste spullen van al onze vakanties tot nu toe. Tijdens het passen wordt natuurlijk weer duidelijk dat het toch wel een warme en zware sport is. Als we alles hebben en ook hebben afgerekend (wij komen hier niet meer terug) gaan we op pad. Er zijn nog 6 duikers en nog een instructrice. Bij de duikstek aangekomen is het aankleden en het water in. Het is een roteind lopen voordat we in wat diepte zijn en ik ben dus al weer knap moe als we er zijn. Niettemin voel ik ook hier dat ik wat meer aan sport doe. Als we onder gaan blijk ik niet zo makkelijk te zakken, ik had maar 8 kilo lood meegekregen, dat moest voldoende zijn. Nadat ik door had hoe te zakken (niet rechtstandig maar naar beneden zwemmend) en de instructeur mee een poosje aan het handje had gehouden omdat hij dacht aan mijn ogen te zien dat ik lichtelijk in paniek was, zijn we lekker rond gaan zwemmen. Later heb ik geprobeerd uit te leggen dat er bij mij geen gevoel van paniek was, maar ik weet niet of hij dat wel van me aannam. Bij het verlaten van het water kreeg Piet het erg zwaar door zijn rugpijn. Halfweg de wandeling terug naar het strand (het was nog steeds een eind) heeft de instructeur dan ook zijn jacket met fles afgedaan en die zo mee gesleept naar de kant.Tussen de middag lekker wat soep en brood gegeten en wat fris gedronken. Natuurlijk ook weer in zo’n tent met kleden op de grond en kussens in je rug. Voor de tweede duik werd Piet zijn jacket door de instructeur meegenomen en hoefde Piet het pas aan te doen in dieper water. Dat ging een stuk beter. Toen we onder gingen (nu wel alleen) zwommen we naar een gebied dat Towers heet. Dat is werkelijk schitterend, één groot woud van hoge koralen. Je ziet wel de bodem, maar het is alsof je boven een bos zwemt. Van allerlei soorten en kleuren door elkaar heen. Natuurlijk zat er ook vis, maar het koraalbos was toch wel heel speciaal. Dit moeten de plekken zijn waarom mensen een duikvakantie in de Sinaï doen. Nadat we terug zijn gebracht hebben we wat gedronken op het terras van het hotel met een aantal mensen van de groep.’s-Avonds hebben we samen garnalen gegeten in Tarabin. Ik wilde nog wel graag een toetje en vroeg om meloen. In eerste instantie hadden ze en hele (grote) watermeloen aan stukken gesneden, maar daar gaf ik al de helft van terug. Toen ik ongeveer een kwart opgegeten had gaf ik de rest aan Petra en Audrey die in hetzelfde restaurant op het terras zaten.

Woensdag 16 augustus

Wake-up call 06.30, we gaan terug naar Cairo. Onderweg zijn we gestopt bij het Catharinaklooster. Op de heenweg konden we dat niet bezoeken omdat het zondag was en het klooster dan dicht is. Het was heel erg druk, maar ook wel mooi. We konden niet zoveel bezichtigen. De kerk van het klooster was erg mooi, met heel veel oude iconen die waarschijnlijk een fortuin waard zijn.

Onderweg terug naar de bus liepen we op het terrein van het klooster nog even het Knekelhuisje in. Daar worden alle schedels en botten van de monniken bewaard. Ze liggen gewoon gesorteerd gestapeld. Alleen als je als abt in het klooster had gezeten kreeg je een apart hokje voor je overblijfselen.Toen we laat in de middag aankwamen in Cairo vroeg Caja wie er nog meeging naar een Sufis-dansvoorstelling. De voorstelling was gratis, maar je moest er wel op tijd zijn. We gingen met een kleine ploeg en waren daar om half acht. Toen we de kaartjes hadden gekregen zijn Caja en ik de souk opgegaan om eten en water te halen. Dat hebben we in het “theater” gewoon op zitten eten. Intussen was iemand bezig zoveel mogelijk mensen een plaatsje te bezorgen. Dat deed hij op zo’n manier dat we daar met veel plezier naar hebben zitten kijken. Toen iedereen zat en het tijd was, kwam de band op. Een hoop trommels (en dus herrie), maar wel heel mooi. Na de intro kwam een man op met een wijde jurk uit laagjes. Die begon te tollen, steeds dezelfde kant op en trok steeds wat meer uit (nee, het was geen striptease). Drie kwartier heeft hij staan draaien. Het was fantastisch, ook de hele sfeer in die tot theater omgebouwde school.

Donderdag 17 augustus

De laatste hele dag in Egypte, we gaan eens lekker uitslapen. Om 8 uur opgestaan (en ja, dat is uitslapen als je op vakantie met Djoser bent). We kunnen in ieder geval op ons gemak ontbijten, we hebben de dag voor onszelf, want we doen niet mee met het uitstapje naar Dahshur en de rondleiding van Josri.

Na het ontbijt zijn we naar het Egyptisch museum gegaan en hebben daar tot 2 uur rondgelopen. Een geweldige hoeveelheid aan mooie en (voor ons dan) minder mooie cultuurschatten. Jammer dat het niet helemaal gestructureerd staat opgesteld, maar dat kan ook niet, ze vinden steeds weer nieuwe dingen en zouden dan heel het museum weer op zijn kop moeten zetten. De kamers waarin de spullen uit het graf van Toetanchamon waren vol met hele mooie spullen. Ook de mummiekamer was erg indrukwekkend. Daar liggen de echte mummies van bijvoorbeeld Seti en Ramses II (die van de vele tempels en grote beelden voor en van zichzelf). Het is nog steeds onbegrijpelijk dat ze in die tijd de technieken beheersten om hun doden in deze tijd (4000 jaar later) er nog toonbaar uit te laten zien. Nadat we kapot en verzadigd met cultuur uit het museum kwamen, zijn we nog een poosje naar het hotel gegaan en heb ik een uurtje geslapen, Piet ging nog een laatste keer alleen door Cairo wandelen.

’s-Avonds zijn we niet met de groep gaan eten, ondanks dat het de laatste avond was en de verjaardag van het “kleintje” van de familie.Samen hebben we lekker gewandeld langs de Nijl en daar onze ogen weer uitgekeken over de drukte van de vele Egyptenaren die zich daar ook ophielden. Je kon er ook een boottochtje maken op een discoboot. Die was versierd met allerlei kermisachtige verlichting, voorzien van kussens op de planken in de meest afgrijselijke kleurcombinaties die je maar kunt bedenken en een goede (of in ieder geval krachtige) geluidsinstallatie. Wat een herrie kwam daar vanaf!! We kwamen terecht bij restaurant Paprika, dat stond ook op de lijst van Djoser. Het was wel wat duurder, maar ook wel erg lekker.Na het eten zijn we lekker naar het hotel terug gewandeld en zijn we op tijd naar bed gegaan, we moeten om twee uur weer op om te gaan vertrekken.Toen we zijn opgestaan hebben twee mensen van het hotel nog groepsfoto’s gemaakt met al onze camera’s, daarna was het echt tijd om te vertrekken naar het vliegveld.Op het vliegveld de laatste Egyptische ponden opgemaakt aan koffie (schandalig duur), onder het “genot” van het getrommel van Barbara en de Egyptenaren die zich lieten verleiden om ook een keer op dat ding te slaan.Al met al weer een geslaagde vakantie, vooral door de vrijheid in het programma en de vele mooie dingen die Egypte biedt aan mensen die cultuur, maar ook ontspanning zoeken.