2004 Rondreis

Vrijdag 16 april & zaterdag 17 april

We gaan weer, Piet z’n vader brengt ons naar het centraal station van ‘s-Hertogenbosch waar we op de trein zullen stappen naar Schiphol. Opa heeft er duidelijk moeite mee dat we weg gaan, het lijkt steeds erger te worden. We praten er op het station samen nog even over, en het doet een beetje pijn om hem zo te zien en weg te gaan, maar… Al gauw worden onze zinnen verzet als blijkt dat er geen treinen rijden tussen ‘s-Hertogenbosch en Utrecht door een ongeluk, het zal weer eens niet zo zijn. Aan het loket konden ze niet vertellen hoe we dan in Utrecht moesten komen en hoe lang het zou duren voordat er weer treinen zouden gaan rijden. Toen ik terug liep om dat Piet te vertellen en te zeggen dat we een taxi terug naar huis zouden nemen om met de auto naar Amsterdam te gaan kwam ik een conducteur tegen die vertelde dat er bussen klaarstonden op perron 1. Ik weer terug naar het loket om kaartjes te kopen en die muts achter de balie te vertellen wat de echte stand van zaken was. Toen we in de bus zaten ging die vrij snel rijden en het was een rechtstreekse verbinding naar Utrecht Centraal, dus dat zou mee gaan vallen. Helemaal mis dus, op de A2 bij Beesd aangekomen stond er een file, ongeluk gebeurd. Toen we daar na 20 minuten voorbij waren leek de schade nog mee te gaan vallen, we waren tenslotte (veel te) ruim op tijd vertrokken vanaf de Vorrinklaan. Weer mis, aangekomen in Utrecht hoorden we dat er een kapotte spoorbrug bij Breukelen was en we via Hilversum naar Amsterdam Centraal moesten en van daaraf naar Schiphol. Toen ook de trein naar Amsterdam veel te laat vertok en veel te langzaam reed werd het toch wat penibel en begon ik hem zelfs te knijpen. Uiteindelijk kwamen we om tien over twee aan in de vertrekhal (we moesten er uiterlijk om vijf voor één zijn), bij een geplande aankomsttijd van tien over twaalf. Bij de incheckbalie was natuurlijk niemand van Baobab te bekennen, dan maar naar de balie van Lufthansa. Toen we daar bijna waren kwam gelukkig de man van Baobab naar ons toe, hij had onze paspoorten en ons van de foto herkend. Snel inchecken en een saucijzenbroodje snaaien bij Delifrance en flink doorstappen naar de gate. Een geweldig begin, als de rest van de reis maar beter verloopt dachten we nog. Uiteindelijk waren we net op tijd bij de gate, de vlucht begon net te boarden. Op de vlucht naar Frankfurt zaten we wonderwel naast elkaar. Voordat de piloot ging landen moest hij nog een paar rondjes vliegen, er waren technische problemen op het vliegveld waardoor hij niet kon/mocht landen. Het eerste deel van de rest van de reis ging dus ook niet helemaal op rolletjes. Eenmaal geland moesten we gelijk weer boarden, maar we hebben eerst maar eens een biertje gedaan, we hebben het al helemaal gehad met het reizen, ze wachten maar even. Natuurlijk waren we wel op tijd, maar deze keer waren we wel bij de laatsten die instapten. We moesten nog even van plekje ruilen voordat we weer naast elkaar zaten, maar het kwam toch nog goed. De rest van de reis was erg rustig, weinig meegemaakt, en zelfs wind mee, dus we waren mooi op tijd in Beijing.

Eerst maar even geld gewisseld, ze hebben daar gewoon wisselautomaten voor Euro’s op het vliegveld. € 1,00 is ¥10 (Yuan). Op het vliegveld stond ook onze reisbegeleidster Françoise ons op te wachten. Ze is een van oorsprong Franse vrouw die al ruim twintig jaar in Nederland woont en na haar laatste vaste baan reizen is gaan begeleiden naar onder andere China en Mali. Na het inchecken en opfrissen deden we een korte informatiebijeenkomst. Het is een mooi hotel, met alles erop en eraan, zelfs tandenborstels en kammen liggen voor ons klaar in de badkamer. Nadat we de eerste informatie hadden aangehoord zijn we samen met de metro naar de Lama-tempel geweest. De metro is lekker snel en heel goedkoop, voor ¥3 koop je een enkeltje. Je moet wel zorgen dat je gepast geld hebt, iedereen kruipt anders voor door gewoon het geld neer te leggen en het kaartje te ontvangen. Verder is het zoals elke metro, het wijst zichzelf. De Lama-tempel was de eerste tempel die we op deze reis zouden bezoeken en was erg indrukwekkend. Vooral het feit dat er zoveel Chinezen gewoon hun geloof kwamen belijden, wierook offerden en bezig waren ook hun (ook kleine) kinderen dit alles bij te brengen. Na het bezoek aan de tempel zijn we terug gegaan naar het hotel om voor het eten nog een uurtje te slapen, de reis was toch wel erg vermoeiend geweest. We zijn met de groep gaan eten in een heel erg mooi gedecoreerd restaurantje. Françoise kreeg het voor elkaar om voor € 25,00 13 mensen een heel erg lekkere Chinese rijsttafel te laten eten. Allemaal verschillende gerechten, recepten uit heel china kwamen er aan te pas, waarbij het ene natuurlijk lekkerder was dan het andere, maar alles smaakte goed. Met Rob en Twan hebben we een taxi terug genomen voor ¥20 , waarbij we wel even de hulp van Françoise moesten inroepen om een taxichauffeur duidelijk te maken waar we moesten zijn. Bekaf, vooral Piet, kropen we in bed.

Zondag 18 april

Om 6 uur zijn we opgestaan om samen met de groep het park van de Temple of Heaven te gaan bezoeken.Het park is heel speciaal, zelfs op dit (achterlijk) vroege tijdstip zijn er al mensen actief, er wordt dansles gegeven en tai-chi beoefent. Daarnaast zij er ook heel veel mensen die een of andere vorm van aerobic samen uitoefenen, zo te zien met heel veel plezier en inzet.

Er zijn ook gedeelten van het park waar muziek wordt gemaakt, wordt gezongen en waar mensen gewoon met elkaar zitten te kletsen. Het is dus een heel sociaal gebeuren op zondagmorgen, het schijnt zelfs de hele dag door te gaan. Als toerist ben je meer dan welkom, je wordt uitgenodigd om een spelletje mee te doen en Chinezen vragen of ze met je op de foto mogen. Dat is wel vreemd, meestal vragen toeristen of ze foto’s mogen maken van de mensen die er wonen. Tussen de middag hebben we in een shabby tentje gegeten vlakbij het hotel. Er waren heel veel Chinezen die er gingen lunchen, dus het moest wel goed zijn. Je zou er anders zo nooit naar binnen gaan zo’n bende was het. We bestelden twee gerechten met witte rijst en een paar biertjes. Het eten was niet speciaal, wel lekker en zeker heel goedkoop. De gerechten kosten € 1,50 per stuk en we waren dus wel € 4,50 kwijt inclusief drankjes. Daarna gingen we terug naar het hotel, we zouden de middag rustig doen en de kaarten schrijven. In de hotelkamer aangekomen bedachten we dat het beter was om maar eens vast het theater op te zoeken waar we een Chinese Opera voorstelling wilden gaan zien. Natuurlijk gingen we weer met de metro naar de omgeving waar het theater zou moeten zijn. Toen we daar een hele tijd hebben gezocht en het theater maar niet konden vinden hebben we maar een fietsriksja genomen. Die bracht ons in 5 minuten voor ¥10 naar de plaats van het theater maar helaas was dat gesloten. We zouden dan ook maar eerst wat verder de stad gaan verkennen en later terug gaan, we wisten nu waar het was. Achter de fietsriksja opstapplaats zijn we de hutong ingegaan en hebben we lekker wat rondgelopen. Tijdens de wandeling kwamen we een klein museum tegen met daarin de privé-collectie van een arts. Het was vooral beeldhouw- en houtsnijwerk, maar wel erg mooi. We hoefden geen entree te betalen en kregen zelfs gratis een rondleiding met gids. Na het bezichtigen gaven we een donatie en gingen we weer terug verder de hutong in. Opeens zagen we in de zon een leuk klein terras, wel twee tafeltjes met wat stoeltjes. Goed genoeg voor een pilsje in de zon. Toen we even zaten kwamen er twee mannen uit Zweden bijzitten en hebben we heerlijk zitten kletsen onder het genot van een koud pilsje. Daarna teruggewandeld naar het theater, maar het was helaas nog steeds gesloten. Omdat we toch eenmaal in de buurt waren van het restaurant wat ik had gevonden om Peking-eend te eten hebben we dat ook maar gelijk gedaan, we zouden wel zien of we weer op tijd terug waren voor het theater en anders konden we morgen ook nog een voorstelling bijwonen. We kwamen terecht in een aardig groot restaurant, een soort Van de Valk. Toch was de Peking-eend wel lekker, hij werd ook aan tafel gesneden en we hebben bijna alle onderdelen wel geproefd, alleen de kop met snavel hebben we maar laten liggen. De mensen aan de tafel naast ons hadden nogal wat haast, ze hadden een voorstelling geboekt voor de opera, maar het eten dreigde toch wel te laat af te lopen te zijn. Toen ik ze vroeg welk theater ze zouden gaan vertelden ze me dat ook zij naar “ons” theater wilden, maar dat ze gehoord hadden dat het voor een periode gesloten was i.v.m. herstelwerkzaamheden. Jammer, maar nu wisten we wel dat we niet meer hoefden te proberen daar een voorstelling bij te wonen. Toen we vroegen waar ze dan wel naar toe zouden gaan vertelden ze dat het een theater was dat wij ook hadden gezien (en eigenlijk onze tweede keuze was). Na het eten zijn we dan ook maar op zoek gegaan naar dat theater. Het heeft heel wat lopen gekost, en zoals kennelijk alles in deze stad konden we het weer niet vinden. Uiteindelijk opgegeven, we zouden morgen wel verder zien en zijn terug naar het hotel gegaan. Om 11 uur naar bed zonder de wekker te zetten.

Maandag 19 april

Lekker uitgeslapen tot kwart voor negen. Daarna in het hotel ontbeten voor ¥30 (extreem duur voor china, maar wel heel lekker). We waren nog net op tijd binnen en namen een stevig ontbijt. Na het ontbijt hebben we de metro genomen naar het Plein van de Hemelse Vrede. Het mausoleum van Mao was gesloten en we bedachten dat we de andere gebouwen maar bij een volgend bezoek aan china zouden moeten bekijken, nu wilden we graag alle tijd bewaren voor de Verboden Stad en de Hemelse Poort. Bij de ingang van de poort moesten we de tassen inleveren, ik moest zelfs mijn lege waterflesje inleveren bij de securitycheck. Bovenop de poort was een museum en hadden we een prachtig uitzicht op het Plein van de Hemelse Vrede. Hier heeft Mao dan ook vele toespraken gehouden. Na de poort hebben we de Verboden Stad bezocht. Ongelofelijk weer wat een prachtige dingen door mensen zijn gemaakt. Vele zalen met sieraden, prachtige gebouwen met geweldig mooi houtsnijwerk. Om een speciale tempel te bezoeken moesten we zelfs overschoenen aan. De Verboden Stad is zo groot dat we besloten maar één kant van dit museum te doen en een volgende keer de andere kant te doen. Het was gelukkig niet zo druk als het zou zijn in het echte toeristenseizoen, maar toch liepen er al aardig wat mensen rond. Lekker rustig aan hebben we gewandeld, tijd voor een bakkie koffie genomen en rustig gekeken naar mensen en zaken. Verbazingwekkend waren ook de groepen Chinese toeristen, allemaal voorzien van een zelfde kleur petje en onder aanvoering van een meestal veel jongere Chinese gids waarnaar ze allemaal netjes luisterden. Onze eerste souvenirs hebben we gekocht in de museumwinkel, het waren eetstokjes en een (wat later bleek foeilelijk) klokkenspel. Als afsluiting namen we nog een biertje voordat we het theater voor de voorstelling van vanavond gingen zoeken. Natuurlijk pasten we weer de truck van gisteren toe, maar nu ongeveer gelijk, we namen een riksja om ons naar het theater te brengen. Het bleek vlakbij het restaurant te zijn waar we Peking-eend hadden gegeten, we waren gisteren dus veel te ver weg gelopen. Ook dit theater was gesloten, maar er zou om half acht een voorstelling zijn. We zijn dus eerst maar gaan eten, een heerlijke Chinese hotpot, soort fondue. Daarbij werd een grote pan midden in de tafel opgestookt en kreeg je een schaaltje met kruiden en specerijen waar je wat bouillon in deed. Alle ingrediënten die je in de hotpot kookte gooide je dan in dat schaaltje voordat je het opat. We bestelden garnalen, vis, paling, champignons en taugé. De garnalen spartelden nog aan hun spies en het bloed van het fileren lag nog op de paling, dus vers was het zeker. Het was ook overheerlijk eten, zeker ook omdat we mooi op tijd waren en dus rustig aan konden doen zonder te hoeven haasten voor de voorstelling (zoals de mensen van de vorige avond).

Daarna zijn we terug gelopen naar het theater en hebben we aan een tafeltje een Chinese opera mogen meemaken. Speciaal, een hoop herrie, hoge stemmetjes en ook nogal wat acrobatiek. Er was een ondertiteling, maar evengoed viel er niet veel te begrijpen. Maakt niet uit, het gaat om de ervaring. Na de voorstelling naar het hotel terug voor de laatste nacht in Beijing. In de supermarkt nog wat bier en chips gehaald, ik moest nog een keer extra naar buiten voor geld, mijn portemonnee was aardig leeg en ik kon dus ook de boodschappen niet betalen zonder Piet om geld te vragen.

Dinsdag 20 april

Wake-up call 06.00 uur, we gaan naar de muur en zo door naar de volgende bestemming. Om zeven uur zouden we vertrekken, de bus stond er al. Na de peperdure aanschaf van een broodje ei op de hoek (wel ¥1) en nog wat geld wisselen gingen we op weg naar de muur bij Mutianyu, en niet zo toeristisch plekje. Toen we aankwamen bleek het normaal gesproken zelfs hier erg druk te zijn, gezien het grote aantal parkeerplaatsen en de verschillende kraampjes. Een behoorlijke klim en ruim twee uur gelopen op het zoveelste wereldwonder The Great Wall of china.

In het begin was het wel erg rustig, toen Piet boven kwam was hij zelfs even alleen op de muur. Ook hier weer mensen die je als westerling als een bezienswaardigheid beschouwen, ook hier weer op de foto dus met een groepje Chinese meiden. Na de wandeling hebben we samen met Gertjan en Suzanne een noedelsoep en wat drinken op een terras in de zon gedaan, lekker zitten kletsen ook. Daarna natuurlijk nog een t-shirt gekocht met daarop de tekst “I climbed the Great Wall” voor ¥15. Toen de groep weer compleet was zijn we met de bus naar het vliegveld gegaan voor onze vlucht naar Lanzhou. Op dat moment kregen we ons eerste Eigenwijsje van Ryer Jan. Een Eigenwijsje is een kaartje met daarop jouw eigen spreuk van de dag. Piet ziet dat soort dingen helemaal niet zitten, dus ik dacht er van alles over. Toen Piet zei dat hij er niet in geloofde pakte Ryer Jan dat heel goed op door Piet is z´n waarde te laten en te zeggen kijk maar wat je er mee doet, ik vind het wel leuk dat je toch meedoet. Zogezegd vrienden voor de rest van de reis. Op het vliegveld betaalden we voor twee cappuccino’s ¥64, soms zijn de prijzen niet zo heel anders dan in Nederland. Op het vliegveld zijn we eerst op zoek gegaan naar een internetgelegenheid, we hadden nog steeds niet kunnen mailen om te vertellen dat we goed waren aangekomen. Toen ook daar niets te vinden was hebben we maar een telefoonkaart gekocht, ik vond het niet prettig dat we nog geen contact hadden gehad, zeker met Piet z’n vader niet. Opa en Oma gebeld, allebei waren ze blij ons te horen. Toen we in Lanzhou aankwamen was onze bus er nog niet, hij had pech zei de eigenaar (ik denk dat hij ons gewoon was vergeten) en hij had een uur vertraging. Toen de bus er eindelijk was hebben we nog een uurtje gereden naar ons hotel, weer gewoon heel erg luxe met alles erop en eraan in de badkamer. Na het opfrissen zijn we met een groot deel van de groep naar de nachtmarkt gegaan waar we kebab hebben gegeten van een kraampje en lauw bier in een shabby tentje voor ¥2,50. Het kost wat, maar dan heb je ook wat, namelijk 640 ml lauw bier.

Woensdag 21 april

Op tijd de wekker gezet om in ons luxe hotel lekker uitgebreid te kunnen douche. Helaas alleen koud water uit de kraan. Luxe in china is kennelijk toch anders dan luxe in Nederland. Maar goed we zijn toch niet vuil denken we dan zelf maar. In de straat hebben we bij wat stalletjes een broodje ei en wat fruit en drinken gekocht. Helaas was de bus er niet op de afgesproken tijd, het Tibetaanse gedeelte van het land is wat minder stipt. Met een half uur vertraging en in een veel te kleine bus omdat de bagage ook in het passagiersgedeelte moest gingen we op pad naar Xiahe. Onderweg zijn we gestopt bij een minaret en een kleine markt.

Overal zie je heel veel kinderen en oudere mannen die allemaal erg fotogeniek zijn. Alleen de vrouwen wilden niet op de foto, het is een moslimgebied. Na eens stuk verder te zijn gereden kwamen we in een klein plaatsje waar we een heerlijke noedelsoep hebben gegeten en daarna achtschatten thee hebben gedronken. Die was erg lekker, met zoals de naam al zegt acht ingrediënten, waaronder ook een bloemetje. Zelfs Piet vond het lekker, hij vond het alleen geen thee. Na nog even rond te hebben gewandeld, naar het toilet te zijn geweest (ruzie gemaakt met de toiletjuffrouw die belachelijk veel vroeg en natuurlijk niet kreeg) gingen we verder hobbelen met de bus. Onderweg zijn we gestopt bij de “Poort van Tibet” met daarbij de heilige stupa van Zhaxi Sinun. Daar was een man bezig met het herinrichten van het kleine altaartje. Ryer Jan ging een foto van de Dalai Lama halen en die man was helemaal gelukkig. Bij het pakken van de foto moest de koffer van Ryer Jan er natuurlijk uit. Het terugzetten gebeurde niet op dezelfde manier en tijdens de rest van de rit hebben we daar behoorlijk last van gehad, heel de bagagekluwen begon steeds bij een bobbel te schuiven en dat is niet prettig als je er net voor zit. We hebben het gered. In ons hotel aangekomen (Overseas Tibetan Hotel) bleek dat erg leuk te zijn met een Tibetaanse inrichting van de kamers. Het hotel was het eigendom van een Nepalees die zeer met de Tibetanen begaan was. Natuurlijk ook in zijn eigen belang omdat dit soort hotels bij toeristen erg goed liggen. Tussen 7 en 8 uur konden we douchen en dat hebben we dan ook maar uitgebreid gedaan, er is zelfs een bad. Even naar huis gemaild en daarna samen heerlijk gegeten in het hotel. Weer belachelijk lage prijzen ¥47 voor twee gerechten met rijst en 3 flessen bier.

Donderdag 22 april

Om zeven uur zijn we opgestaan na een heerlijk lange nacht. Eerst de was naar beneden gebracht en om acht uur ontbeten met de groep in het restaurant van het hotel. Het was allemaal weer prima. Na het eten zijn we gezamenlijk naar het Labrang klooster gelopen. Daar bleek dat we onder leiding van een Chinese gids een wandeling door het klooster zouden maken, maar daar nam Françoise geen genoegen mee. Een Chinese gids heeft veel minder kennis over de kloosters, maar zeker ook over de religie waar we toch voor gekomen waren. Ze vroeg ons dan ook om drie uur terug te komen voor de rondleiding met een Tibetaanse monnik. Daar waren we het allemaal mee eens en we gingen dus ieder ons weegs, we gingen eerst maar eens de pelgrimsroute lopen, samen met een aantal gelovige dorpsbewoners.

Terug in op het kloosterterrein zagen we net de gebedsruimte leeglopen. Een heel aantal monniken, jong en oud die haast hadden om hun laarzen aan te trekken en richting toilet en lunch te gaan. Dat toilet was overigens wel een heel speciale, het leek meer op een doucheruimte. Bovendien werd hij door de monniken ook alleen maar gebruikt voor de grote boodschap, plassen deden ze gewoon door op hun hurken te gaan zitten daar waar dat zo uitkwam (dat kan dan ook met zo’n lange pij). Piet ging op een gegeven moment ook maar even naar het toilet en maakte daar mee dat er een aantal monniken gehurkt zaten. Omdat de muurtjes niet zo hoog waren had Piet dus een prachtig uitzicht op al die poepende monniken, maar vreemd was het wel (al ging Piet dan toch maar niet zitten) We hebben het grootste gedeelte van de kora gelopen met Ryer Jan en Wietske. Daarna zijn we op zoek gegaan naar het tweede (kleine) klooster in Xiahe. We hebben het helaas niet gevonden totdat we gingen splitsen. Ryer Jan ging shoppen en Wietske bleef bij ons. Omdat we toch het tweede klooster wilden bezoeken hebben we ons er door een taxi naar toe laten brengen en toen bleek dat we er samen met Ryer Jan al voor hadden gestaan, maar dat wisten we niet, de poorten waren dicht. Toen we met de taxi kwamen stonden er twee monniken die de chauffeur vertelden dat we goed waren en ons voor ¥10 pp binnen lieten. We kregen dan ook een rondleiding in een kleine en heel donkere tempel. Er stonden wel heel veel mooie Boeddhabeelden in. Na de rondleiding zijn we een broodje gaan kopen en hebben we in het Buddhist Institute Hotel thee gedronken. Het was een echt Tibetaans hotel met jonge monniken die TV zaten te kijken en een oudere monnik die thee van de eigenaar van het hotel kreeg. Na uitgebreid te hebben gezeten (het was er lekker warm) zijn we met z’n drieën naar het Labrang klooster teruggelopen voor de rondleiding. Voor de rondleiding begon hadden we nog wat tijd en hebben we monniken muziekles zien krijgen op de klankschalen die ze gebruiken tijdens ceremonies. Daarna de rondleiding met een monnik die wel heel veel wist, maar heel slecht Engels sprak, je moest je echt concentreren om te verstaan wat hij zei. Vlak voor de rondleiding, die zeker een uur geduurd heeft en waarin we achtervolgd werden door een groepje Fransen en een groepje Chinezen zagen we samen een aantal monniken lopen naar een centrale hal waar een soort diploma-uitreiking aan de gang was, heel leuk om te zien. De rondleiding zelf was ook weer erg indrukwekkend, zoveel te zien en zoveel devotie van mensen die eruit zien alsof ze niets te missen hebben, maar toch overal geld neerleggen of boterlampjes aanvullen. Ook hebben we een ruimte gezien waar allemaal boeddhabeelden stonden die van yakboter waren gemaakt. Ook levensgroot, maar die kwamen slechts één keer per jaar naar buiten. Ze waren namelijk voor een festival en de monniken die ze maakten waren er maanden mee bezig. ‘s-Avonds hebben we samen bij Himalaya gegeten. Net voordat we gingen eten wilde ik gaan plassen, maar kon het openbare toilet niet vinden. Een vriendelijke Tibetaanse wees me de weg en we hebben dan ook gezusterlijk een plasje gemaakt in een toilet zonder scheidingsmuren en met een gat in de grond als toiletpot. Een deel van de groep kwam later ook binnen ook binnen, maar toen waren wij al bijna klaar.

Vrijdag 23 april

We gaan onderweg naar Langmusi en hebben een lange rit voor de boeg. Rond half tien zijn we uitgestapt en hebben een korte wandeling gemaakt, aan het einde van de wandeling zijn we nog even met de chauffeur op de foto gegaan. Het was nog fris maar dat was voor het lopen wel lekker. Na het eerste deel van de reis kwamen we ook onze eerste wegwerkzaamheden tegen.

Gaandeweg de reis lijkt het wel of heel china verbouwd wordt, wegen en dorpen. Het is wel een speciale manier van werken, je ziet weinig grote machines, maar wel heel veel handwerk. Ook vrouwen dragen letterlijk een steentje bij. Verder op weg naar een wegrestaurant voor de lunch, het was zoals bijna gewoonlijk een rijsttafel met een biertje. Er waren veel kinderen die gefotografeerd moesten worden. Na de lunch gingen we weer verder met onze stoffige rit. We zijn onderweg ook nog op bezoek geweest bij een nomadenfamilie waar Wendy Kar, onze Tibetaanse gids, het één en ander vertelde over het nomadenleven. We kregen ook een kopje melkthee aangeboden en wat tsampa. De melk smaakte een beetje verbrand en de tsampa… Ja, wat er van te zeggen, niet lekker, je snapt niet dat mensen daar drie keer per dag op kunnen leven. Natuurlijk weer veel te veel foto’s gemaakt. Ook nog een tweede wandeling gemaakt met daarin een aardig klimmetje. In Langmusi kwamen we aan bij ons nieuwe hotel. Het was ook nog net niet af leek het wel, alles moest nog aangeveegd worden. Maar ze hadden er een koud biertje op het dakterras en een hete douche. Het enige nadeel was dat de deur niet op slot kon en dat is toch niet prettig als je hele hebben en houwen er ligt. Met de groep zijn we gaan eten in een restaurantje waar ook de keuken in dezelfde ruimte is, dus eigenlijk eet je in de keuken net als bij oma vroeger. Na het eten kwamen we terecht in de disco van het hotel. Er werd een videoband gedraaid met stijldansen en daar dansten de Chinese jongelui op. Ook wij deden mee, Piet heeft zelfs nog met een Chinese schone gedanst. Het was erg leuk allemaal.

Zaterdag 24 april

We moesten vroeg op, het ontbijt werd geserveerd in hetzelfde restaurantje als waar we gisteren hadden gegeten. We hadden gisteren ook al de bestelling voor het ontbijt gedaan, dan zou het wat sneller gaan. Het ging inderdaad ook vrij snel, het klopte wel niet helemaal, maar toe maar, het is tenslotte china en dan nog een afgelegen gedeelte. De eieren waren niet gebakken maar hard gekookt en dat kwam eigenlijk ook wel goed uit, we namen ze mee voor onderweg. Anderen namen pannenkoeken en cake en appeltaart mee die ze hadden besteld en die gewoon te groot of teveel waren. De chauffeur vond het beter om via de oude weg te gaan, daar zouden niet zoveel wegwerkzaamheden zijn. Jammer dan, bij de eerste moesten we al uit de bus omdat die over de graslanden moest rijden. Wel lekker even gelopen, het was tenslotte maar tien minuten wandelen. Ook leuk lopen, aan de ene kant schapen en aan de andere kant wegenbouwmachines. We gingen daarna weer verder over een zeer slechte weg, veel slechter als gisteren.

Op een gegeven moment deden we een stop om windpaardjes in de lucht te gooien. Dat zijn kleine papiertjes met daarop gebeden. De bedoeling is om ze vanaf een hoge top in de lucht te gooien zodat ze naar de goden gaan en de gebeden verhoord kunnen worden. Het was een koude, maar erg leuke ervaring. We waren kennelijk niet de enigen, ook gezien de blaadjes die er al op de grond lagen en de gebedsvlaggen die op de top hingen. Met wat plasstops onderweg kwamen we aan in de stad voor de lunch. Weer een rijsttafel. Piet had even geen honger en ging lopen, ik vond het wel erg lekker. Behalve de thee, dat was de thee van de streek en die hoef ik dus niet meer, geef mij maar bloemetjes- of achtschattenthee. Toen ik had gegeten liep ik ook nog even naar buiten en kwam Piet weer tegen. Hij had intussen aardig wat rondgewandeld en leuke dingen gezien, hoewel de stad wel erg Chinees aandeed. We hebben samen nog wat koekjes en cake gekocht. Net toen we het stadje hadden verlaten kregen we een lekke band, gelukkig waren we nog niet zo ver. De bus ging terug met de gids en de chauffeur om de band te laten repareren en wij zouden vast aanlopen. Ik heb lekker met Angela lopen kletsen over van alles en Piet bleef een beetje bij ons in de buurt. Na vijf kwartier pikte de bus ons weer op, we zaten lekker in het zonnetje op een steen. Onderweg zagen we nog twee vrouwen die kruipend hun weegs gingen naar een of ander klooster of tempel in de buurt. Na een poosje stopten we bij een Bon-dorpje. Even gestopt voor wat foto’s en toen snel weer op weg, vergezeld van drie jonge Bon-mannen die even verderop moesten zijn bij een nomadenkamp. Na nog wat opstoppingen, plaspauzes en fotostops kwamen we om half acht bij ons gloednieuwe, super-de-luxe, maar zeer ongezellige hotel aan. Na wat vragen, geharrewar en zelf zoeken hadden we allemaal toiletpapier en warm water in onze kamer met nummers 83xx op de derde verdieping. Lekker bouillon gedaan met wat koeken en een warm bad, toen nog een bakje thee en lekker gaan slapen.

Zondag 25 april

Een vrije dag in Songpan. We hebben eerst maar eens lekker uitgeslapen, thee gedronken en getut. Om half tien zijn we het dorp ingelopen. Het is één grote bouwput, maar wel erg leuk om doorheen te struinen. In het Wang Jiang Teahouse hebben we op het thee gedronken met Ryer Jan en Wendy Kar. Daarna hebben we met z’n vieren een Chinese tempel bezocht. Deze lag tegen de rotswand aan gebouwd en zonder de hulp van Wendy Kar had de monnik waarschijnlijk de deur niet open gedaan. Dan hadden we toch weer wat moois gemist. Daarna samen nog wat rondgelopen en bij Emma’s Kitchen heerlijk gegeten. Noedelsoep, gebakken noedels, jus en bier voor wel weer ¥27, het blijft belachelijk goedkoop. Na de lunch kwamen we tijdens de wandeling langs een moskee. Na eerst te zijn gevlucht voor een grote, gemene hond (die naar later bleek aan de ketting zat) mochten we de binnenkant van de moskee zien. De moslimgemeenschap was van oorsprong uit Pakistan, dus dat was dan ook weer erg leuk. We kregen ook nog een rondleiding door de moskeetuin. Daarna nog even door de winkelstraten gelopen en een stuk markt meegemaakt. Ook daar weer de speciale zaken die je alleen in het buitenland tegenkomt zoals het op straat villen van een konijn en het vervoer van levende vissen in een grote zak op een bromriksja. Nog even inkopen gedaan voor de busreis morgen en bij Emma’s een biertje gedaan. Daar zat het grootste deel van de groep ook, dus we konden lekker even bijkletsen over wat iedereen zoal vandaag gedaan had. ‘s-Avonds hebben we met de groep hotpot gegeten.

Maandag 26 april

Met de bus op weg naar Chengdu. We hebben het ontbijt bij Emma’s Kitchen gisteren al besteld, dus het zou zo goed als klaar moeten zijn. Bijna gelukt, maar de vertraging viel uiteindelijk wel mee. Heel de morgen gereden met onderweg maar twee fotostops. Tijdens de lunch hebben we zoals bijna gebruikelijk weer heel uitgebreid gegeten. Kennelijk teveel voor mij (of er was iets anders aan de hand), ik heb heel de middag maagpijn gehad. Om half vijf reden we Chengdu in, uren eerder dan verwacht. Françoise had al gezegd dat de chauffeur de weg naar het hotel misschien niet zou weten. Toen hij toch al een heel eind in de buurt was gaf hij aan het niet meer te weten. Françoise nam daarop een taxi om voorop te rijden. Bijna ging het twee keer mis doordat de chauffeur de taxi kwijt was. Gelukkig zaten een aantal mensen op te letten. Al snel waren we bij het hotel (Traffic Hotel), weer niet verkeerd met alles erop en eraan. Na even wat rusten en de was wegbrengen zijn we gaan lopen. Daarbij kwamen we ook langs de Hutongs van Chengdu. Bij de Thai op het terrein van het hotel hebben we nog wat Corona’s (verrassend en lekker koud) en Tsingtao bier weggewerkt onder het genot van een heerlijk potje kletsen met z’n tweeën. Na al die drank hadden we natuurlijk geen honger meer en zijn er met een eitje, wat koekjes en een bakje thee gaan slapen. De gehele dagbesteding van ¥100 bestond uit bier, de rest kwam uit de groepspot.

Dinsdag 27 april

Om zes uur de wake-up call en de wekker. We gaan naar de panda’s en dat willen we zeker niet missen. Alleen Fransje en Sido gingen niet mee, die waren er al eens geweest. Twan begon de dag goed door zijn ontbijt er net buiten het restaurant uit te gooien. Rob had heel de nacht koorts gehad, dus de eerste zieken hebben we al weer gehad.

We hebben twee en half uur in het Panda Research Center doorgebracht en ons prima vermaakt. Panda’s in alle leeftijden en ook de Rode Panda gezien. Daarna werden we door de busjes naar het Wenshu klooster gebracht waar we heerlijk hebben rondgelopen en thee gedronken in het grote park. Daar gebeurd een hele hoop, compleet met het schoonmaken van de oren tegen betaling. We hebben ook een “begraafplaats” van monniken gezien in de kelder van een gebouw. Daarna zijn we met een taxi naar het hotel teruggegaan Lekker een kopje bouillon gedronken (gouden zet zo’n dompelaar) en daarna bij de bank wat geld gewisseld. Dat ging razendsnel en heel eenvoudig. Een beetje rondgelopen en bij Carol’s Mexicaans gegeten. Piet een biefstuk en ik een kipfilet, natuurlijk vergezeld van een biertje.

MORGEN GAAN WE NAAR LHASA, DUS WAT KAN ONS NU NOG GEBEUREN!!!!.